'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL.
H
No. 813.
Dinsdag 30 November 1880.
Achtste Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
SPOTVOGEL.
Atooniaement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franeo per poit75
Afzonderlijke nummers 2
UitgeversBERKHOUT Co. te Helder.
BarevniSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk dos DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS voor 10 uur aan de Bureaux^
NIEUWSTIJDINGEN
HELDER, 30 Nov. 1880.
Naar aanleiding van Spreuken 4,
vers 23, hield de heer C. H. Kin-
dermaun, jl. Zondag zyne afscheids
rede, als predikant der Evangelisch
Luthersche gemeente alhier. Gedu
rende dertien jaar was ZEerw. hier
werkzaam.
Zondagavond hield de vereen i-
ging Ontwaakt by Tyds," in Tivoli
hare 2e buitengewone vergadering.
Opgevoerd werden De inkwartiering
of zes jaar de bruid, en »De twee
i Vrienden." Beide blijspelen voldeden
zeer goed. Bijzonder werden in 't'eerste
stuk opgemerkt Elsje en Teeuwes,
die, bijgestaan door 't overige perso
neel, de voorstelling goed deden
gelukken. Ook 't nastukje liep goed
van stapel en bracht de lachspieren
herhaaldelijk in beweging. De her
haalde applaus van de talrijk opge
komen leden gaven duidelijk bewijs,
dat de uitvoering welgeslaagd mag
1 genoemd worden Een genoegelijk bal
besloot den avond.
»Een Klaverblad" is de titel
van een verzameling van gedichten,
rijmen en liederen, die dezer dagen
by den beer Stadermann alhier is in
't licht verschenen, en hun onts+*an
te danken hébben aan de heeren
A. D. van Buuren en D. A. Jonkers,
de laatste dezer dagen overleden
Ongetwijfeld zullen velen prjja stellen
op 't bezit van dit nette boekske,
dat een groot aantal luimige verzen
bevat. De verschillende dichtstukjes
z|jn in humoristischen geest samen
gesteld en laten zich prettig lezen.
Meerendtels zjjn die verzen zeer ge
schikt om te worden voorgedragen
op vergaderingen of in den gezelligen
huiselijken kring. vestigen daar
om de aandacht van allen, die op
lectuur in den bedoelden geest prijs
stellen, op deze uitgave en meenen
den uitgever, die voor een goeden
druk en een nette uitgave heeft ge
zorgd, een druk debiet te durven
voorstellen.
Het voornemen bestaat om het
in aanbouw zijnde schroefstoomschip
lste kl. Van Speyk te bestemmen
om bjj uitgaande eskaders als vlagge-
schip dienst te doen. Daar genoem
de bodem nog verre van voltooid
is, kunnen de daartoe noodige ver
anderingen in de betimmering nog
gevoeglijk aangebracht worden.
Op Urk zal een zoogenaamd
Oude-mannenhnis worden opgericht
voor visschers van 60—70-jarigeu
ouderdom, die niet meer in hun
onderhoud kunnen voorzien. Aan het
huis zal een ijskelder verbonden
worden om de visschers, die ijs noodig
hebben voor de verzending van visch,
te kunnen voorzien. Men hoopt daarvan
vrij groote voordeelen voor het op te
richten asyl te verkregen.
De aandacht der politie in Den
Haag werd dezer dagen gevestigd op
een juffrouw, die, zich uitgevende
voor generaalsdochter, by eenige
aanzien lijke stadgenooten geldelijken
steun voor zich kwam inroepen. Dit
deed zy Vrijdag ook bij mevrouw A.,
wier echtgenoot afwezig was, en die,
de zaak niet vertrouwende, d$ juffrouw
verzocht den volgenden dag terug te
komen, terwijl zij inmiddels aangifte
ed.
De politie kreeg de oplichtster in
handen en herkende in haar een
vrouw, die ook te Rotterdam en te
Amsterdam haar operatiën had gedaan,
en die vóór driejaren reeds gesignaleerd
was, doch destjjds ontsnapte.
Aan de memorie van antwoord op hoofd
stuk VI der staatsbegrooting (marine) is
het volgende ontleend
De minister van marine beaamt het ge
voelen der leden, die het bezit van transport
schepen een voor de zeemacht wenschelijke
zaak achten. Het vervoer met particuliere
stoomgelegenheid laat, wat snelheid van
overtocht en behandeling betreft, niets te
wenschen over, doch de tijd, aan boord
dier stoomschepen doorgebracht, gaat voor
de oefening geheel verloren, terwijl de
militaire geest, tijdens het vervoer aan
boord van particuliere schepen, aan zeer
schadelijke invloeden is blootgesteld.
Geschiedt het transport, zoo als ook de
regeering wenschen zon per zeilschip, om
de Kaap de Goede Hoop, dan weegt het
voordeel van de meerdere oefening, die
daardoor verkregen wordt, ruimschoots op
tegen het nadtol, dat uit den langeren
duur der reis voortvloeit.
Het heeft dan ook reeds lang bij den
minister een punt van overweging uitge
maakt, of hij den bouw van Transport
schepen zoude voorstellen en hij is tot nu
toe alléén daarvan teruggehouden, omdat
hij zich genoodzaakt zag voor andere
en meer urgente zaken, hoogst belangrijke
eischen aan de schatkist te stellen. Ook
njx nog acht de Regeering den tijd tot
het doen van dergelijk voorstel niet aan
gebroken, doch de Minister wenscht thans
reeds te doen uitkomen, dat het bezigen
van Transportschepen nimmer afbreuk zal
mogen doen aan het in dienst honden
van de oefenings-divisie en dat hij niet
genegen zon worden bevonden om ook het
vervoer met koloniale troepen daarmede
te doen plaats vinden.
Zoo als reeds terecht in de afdeelingen
is opgemerkt, zouden de ouden fregatten
Adof van Nassau c. s. slechts korten tijd
als transportschepen kunnen dienst doen;
de Minister voegt daarbij, dat zij daartoe
niet kannen worden aangewezen dan na
zeer kostbare voorzieningen te hebben
ondergaan. Bovendien zijn wacht- en loge-
mentschepen onontbeerlijk, wil men niet
in den bouw van kostbare kazernes ver
vallen. Terloops zij hier aangeteekend,
dat het stoomfregat Evertsen nog steeds
als zoodanig in de sterkte loopt. Ook
deze bodem is echter in verouderden staat,
zijnde in 1857 te water gelaten, om als
transportschip te kunnen dienen.
De vraag of het type „Atjeh" in elk
opzicht aan het doel beantwoordt, dat men
er zich van heeft voorgesteld, kan toe
stemmend beantwoord worden.
De „Atjeh" heeft allerongunstigste gele
genheden aangetroffen en daardoor een
angdurigen overtocht gemaakt, doch er is,
volgens het oordeel van den kommandant
den kapitein ter-zee jhr. 1!. O. Wichers,
niets op de zeileigenschappen van dien.
bodem af te dingen; wat de zeewaardig
heid betreft, heeft dp „Atjeh" bewezen te
zijn een onder alle omstandigheden, veilig
gemakkelijk zeeschip.
De Minister, hoopt dat de „Koningin
Emma", die in het begin van Januari
aanst. de reis naar Indië zal aanvaarden,
betere gelegenheden zal vinden en toonen,
dat de schepen van dit type vlugge reizen
kunnen maken.
Een getal van twee reserve-schepen op
vijf die steeds varende zijn, is zeker niet
groot.
Bovendien kan, wanneer de houten
schroefstoomschepen lste klasse, welke
thans de oefeningsdivisie uitmaken, aan
den' dienst ontvallen, het getal in vredes
tijd in dienst te honden schroef-stoomschepen
lste klasse, type „Atjeh" allicht tot 7
klimmen, te weten3 bij de oefeningsdi
visie, 3 bij het auxilair eskader in Nederl.-
Oost-Indië (ingeval één der gepantserde
schepen tot het ondergaan van voorzienin
gen tijdelijk buiten dienst is), en 1 op
reis naar Indië en terug, in verband met
ee» geregelde aflossing van de schepen
van het anxilair eskader eens in de vier
jaar.
Het is derhalve eer aan te nemen dat
de reserve te gering dan te groot is, een
gevolg trouwens van het niet aanbouwen
van een derde gepantserd schip, waartoe
bij het programma van 1874 het plan bestond.
De twintigjarige mll. De Tann-
berg, de eenige dochter van den graaf
De Tannberg, advocaat bij het hof
van appél te Parijs, was met een
vriendin, mlle. De la Chevadiére,
naar de opera geweest. Thuis komende,
was de kachel aangemaakt in de
slaapkamer van mlle. De Tannberg,
die grensde aan de kamer harer
vriendinde deur tusschen beide
kamers was opengelaten, 't Morgens
ging de meid als naar gewoonte de
beide dames wekken en haar een kop
chocolaad brengen; maar zij kreeg
geen antwoord, toen zij tikte. Een
uur later toen alles doodstil bleef,
werd de deur geopend en men vond
de beide meisjes gestikt in bed liggen,
tengevolge van den kolendamp,
Londen, 25 November. Volgens
bericht uit Hakodadi van 12 October,
bracht een stoomwalyiscbvaarder te
Petropaulovski het bericht aan, het
welk hij van de inboorlingen vernomen
had, dat het Amerikaanscbe stoomjacht
„Jeannette," indertijd te Havre uit
gerust voor een ontdekkingsreis naar
de Noordpool, via San Francisco,
geheel verloren zoude zijn, tengevolge
van 't doorsnijden van 't vaartuig door
het ijs. Verscheidene wal visch vaarders
zouden op dezelfde wijze zjjn veron
gelukt. Het „Journal du Havre" voegt
er echter bij dat men dit bericht onder
alle voorbehoud moet aannemen.
Kopenhagen 25 November. De
Duitsche schoener „Jacobine," van
Riga naar Nieuwediep met ballast,
is bij Amager gestrand. Nadere bijzon
derheden ontbreken.
Twee Amerikanen, bewoners
van Boston, dat nog altijd voor de
meest Engelsehe en meest excentrieke
stad van de Unie doorgaat, hadden
over de uitkomst der presidentsverkie
zing de volgende onzinnige wedding
schap aangegaan. De een wedde voor
Garfield en de ander voor Hancock,
en de verliezer verbond zich om in
de stad Worcester in balcostunm voor
het voornaamste hotel te gaan staan
met een pot schoensmeer cn een
schoenborstel, en een ganscben na
middag te besteden met het poetsen
van de laarzen der voorbijgangers,
die zich aan die operatie wilden
onderwerpen. Tot groot vermaak van
kinderen en gekken heeft de Hancock-
mau inderdaad zijn sehoenpoetskunst
vertoond.
Hoe machteloos alle wereldsche
straffen zijn om sommige in
dividuen wij zeggen niet te verbe
teren maar in het gareel der
maatschappelijke orde te houden, dit
leert ons weder de geschiedenis van
een zekeren Distin, die de vorige week
te Bristol opgehangen werd.
Doze verstokte schavuit werd in
1866, op jeugdigen leeftijd, tot tucht
huisstraf verwezen wegens een geweld-
dadigen aanval opzjjn eigen vader.
Sedert keerde hjj, met kortere of
langere tusschenpoozen, een dozjjn
malen naar de gevangenis terug: in
1872 tweemaal wegens dronkenmans-
ramoer; 1873 viermaal wegens aanran
ding van politie-agenten en mishande
ling van zyne moederin 1874 wegens
mishandeling van zyne zuster Emily;
in 1876 wegens mishandeling van
zyne zuster Rosa; in 1877 wegens
diefstal, en in 1879 wegens het
verwonden van zyne bijzit. Daarna
schijnen hem al die kleine misgrepen
en straffen te zjjn gaan vervelen
want zoodra hjj in September jl. uit
het tuchthuis ontslagen was, maakte
hij korte wetten, door dezelfde vrouw,
die hjj kort te voren verwond had,
met messteken te vermoorden. Met
deze daad bereikte hjj het gewenschte
gevolg: de strop heeft zijn levensdraad
hu afgesneden.
De „Oncle Joseph," die, geljjk
een telegram heeft gemeld, door de
stoomboot „Ortiglia" in den grond
is gevaren, was van Napels gekomen
FEUILLETON.
Tafereel uit het Beiersche Volksleven.
HERMAN VON SCHMID
naverteld.
De baron vertrok minachtend zijn lippen
meende, dat het de moeite niet waard
om van zoo'n kleinigheid zooveel op-
lef te maken. Maar waar was het, vertelde
daarna, wat hem bij het bestijgen van
een )<jrg overkomen was, hoe hij zich op
.MLugweg ouder oen grooten boom, op
itara -had neergezet, om
ioor de maan beschenen
uit te rusten, en hoe er
jen schot gevallen was, dat
>ed van 't hoofd had gerukt,
^■.ogel er door heen in den stam
1 ngen. De dame
fataal horribel,"
de sierlijke veeren
tigen hoed heen en
toch zeker al lang
^evounisd P"
ind is," antwoordde
et gelukt den dader
Ier twijfel is het
die mij op dien-
^vangenschap in
Rusland alles niet naar wensch ging. Sedert
is hij voortvluchtig en trots alle pogingen
kan men hem maar niet op het spoor
komen."
De dame vond zoo iets hoogst onbegrij
pelijk. Wat waren dat voor toestanden.
Wat was me dat voor een land! Welke
streek van de wereld moest dat toch wel
zijn, waar zoo iets kon gebeurenDat scheen
haar ronduit gesproken, „abominabel" toe.
Nu, dat was Worinoff dan ook geheel met
haar eens, en vol vuur hing hij haar toen
een levendig gekleurd tafereel op, van de
gevaren en m oeielijk hedenverbonden aan
het doen van bergtoehtjes, vooral in dezen om
trek. Begaanbare wegen waren er niet en op
de bijna ontoegankelijke rotsgevaarten, met
hunne bodemlooze afgronden er naast, liep
men nog bovendien gevaar door een of
anderen wilddief van kant gemaakt te
worden. En hij vertelde verder, dat een
van die gemeene kerels zoo laag was ge
weest het halfmakke lievelingshert van den
koning te dooden, en hoe deze een premie
vbh honderd dukaten beloofd had aan den-
gene, die den hooswicht kon aanwijzen.
„En nit dit landmet die halfwilde
bewoners stamt de zangeres af, die we nu
zullen gaan liooreu?" Hoe is zulk een
talent iu deze woestenij verdwaald geraakt P"
vroeg ze.
„Och, het is zoo als men het neemt,
gravin," gaf Worinoff ten antwoord „Ik
heb het meisje daar gezien en gehoord
en ik moet zeggen, ze heeft een
en bestemd naar Genua. De ramp
had plaats nabij Portofino. De passa
giers, ten getale van 300, waren mee-
rendeela Calabrische landverhuizers.
Tweehonderd personen zijn omgeko
men in de golven, ónder deze de
gezagvoerder; vjjftig zijn gered. Wat
er van de overige vjjftig geworden
was, wist men bjj het afzenden van
het bericht nog niet. De bemanning
van de „Ortiglia" heeft al het moge
lijke aangewend tot redding. Maar
de hulpmiddelen waren onvoldoende.
De kapitein der „Ortiglia" heeft zich
onmiddelljjk ter beschikking der over
heid gesteld.
Bjj een bruiloftsmaal te Knok-
ville, in den Amerikaanschen Staat
Tennessee, zjjn 27 gasten vergiftigd,
doordien men in vergissing arseni
cum bij het bereiden der spjjzen
gebruikt had. Negen stierven reeds
aan de gevolgen.
De volgende opgaven geven
een overzicht der kosten, die enkele
landen voor het leger moeten op
brengen.
Engeland met een leger van 134,000
mannen heeft jaarljjks 470 millioen
franks te betalen, Oostenrijk met
260 duizend man driehonderd vjji-
en- dertig millioen fr. Frankrjjk
met 502356 man 552,941362 fr.
Duitschland met 422 duizend man
455 milioen fr. en Rusland 760 dui
zend man 730 millioen fr. Men
ziet hieruit dat Engeland in ver
houding bjjna viermaal zooveel voor
het leger uitgeeft als Rusland, daar
de eerste 3507 fr. per man besteedt,
terwjjl de laatste slechts 960 francs
uitgeeft.
Een" jong meisje te Hanover,
dat in 1876 met een handwerksman
getrouwd was, werd reeds eenige dagen
daarna door hem verlaten. Daar zjj
niets van haar echtgenoot meer hoorde,
keerde zij naar de ouderlijke woning
terug èn gedroeg zich als ware zy
nooit getrouwd geweest. Toen dan
ook een tweede jonkman om haar hand
kwam vragen, stemde zjj toe, daar zjj
niet wist dat voor alles het eerste
huwelijk ontbonden moest worden.
Toén nu dezer dagen haar man, die
om een gevangenisstraf te ontloopea.
gevlucht was, terugkwam, klaagde hjj
haar aan. De ongelukkige vrouw
moet nu haar onwetendheid met één
jaar en drie maanden tuchthuisstraf
boeten.
Een Londensch uitgever heeft
een nieuw testament tot den onge
hoord lagen prijs van een stuiver
uitgegeven en heeft daarvan reeds
400,000 exemplaren verkocht. Hjj
hoopt het binnen een jaar nog tot
een millioen ex. te brengen.
stem en een bijzondere manier van zingen
en toch eerlijk opgebiecht, ben ik bang
voor haarhet ontbreekt haar ten eenemale
aan de geschiktheid om die stem te be
schaven."
Hij had geen ongelijk door dit te zeggen.
In den beginne was hij dikwijls tegenwoor
dig bij de lessen, die Corona kreeg; en
naar zijn meening had het meisje onmis
kenbaar getoond, dat zij volstrekt de gave
miste om haar stem zoodanig te ontwikke
len, dat ze later met succes zon kunnen
optreden. Hij was dan ook langzamerhand
weggebleven en tot de conclusie gekomen,
dat ze een domme boerendeern was, die
niets beter kon doen: dan zoo gauw moge
lijk naar hare koeien en melkvaten terug te
keeren.
Weldra liet zich de muziek hooren. Na
eenige maten van inleiding ging de gordijn
omhoog. De voorstelling begon en ging
zonder stoornis voort. Hij publiek toonde
een levendige belangstelling en was geheel
gehoor. Daar zag men eensklaps het nieuwe
berglandschap met het meer en de Alpen
hut in het verschiet. Alle hoofden werden
bij elkander gestoken't was een algemeen
gefluister, want de debutante stond in haar
eigenaardige boerenkleeding voor het stulpje
en begon haar lied. Zij zong wel niet flink
uit de borst, maar bracht het stuk toch goed
ten einde. Zij had zich vast voorgenomen
zich hoegenaamd aan niets cn aan niemand
te storen, en net zoo te doen als zat ze
t'huis voor haar hut op de Gindelweide.
Op de ademlooze stilte, die gedurende haar
gezang heerschte, volgden levendige bijvals
betuigingen, maar tevons vernam men dui
delijk die bedenkelijke geluiden, waarmoemen
niet meer en niet minder wil te kennen geven,
dan dat bet nog te vroeg is om door voetgetrap-
pel of handgeklap zijn hart lucht te geven. Al
het gepraat en de loftuigingen, die in de
stad reeds de rondte gedaan hadden, hadden
de verwachtingen bovenmate gespannen
men dacht een natuurwonder aan te treffen
en vond slechts een aardig maar hoogsteen-
voudig boerenmeisje, dat net zoo zong als
men 't van zulk een kind verwachten zou.
De nagebootste vogelgeluiden kwamen
menigeen voor als een beuzelarij, als iets,
dat op de bergen bij begeleiding van de
citer heel goed zou uitkomen, maar hier
iu den tempel der muzen niet op zijn plaats
was.
Zoo naderde eindelijk het hoofdtooneel,
en Corona, nog altijd kalm, trad op. Zij
had het sissen niet gehoord, of wellicht de
beteekenis er van niet begrepen. Haar alleen
spraak liep tamelijk goed van stapel; toen
snelde ze naar het rotsblok om de hark te
grijpen maar hoe ze ook keek en tuurde,
de hark, dat gewichtige voorwerp, was ner
gens te vinden. Ze was totaal in de war,
en bleef geheel verlegen staan. Er ontstond
een hinderlijke pauze, die spoedig gevolgd
werd doer een gemompel en gelach, dat
pijlsnel door de zaal vloog. Daar dook plot
seling van achter het rotsblok een hemds
mouw en een arm te voorschijn, die haar
de hark toereikte. Zijgreep er naar, maar
het gesis ging over in geschreeuw. Het
windje was een stormvlaag geworden. Het
bloed vloog Corona naar het aangezicht en
hevig klopten haar de beide slapen en het
beangste hart. Toch behield ze nog tegen
woordigheid van geest genoeg om er op
bedacht te wezen, dat het oogenblik na
derde, waarin het tweede en kunstmatige
deel harer proeve andermaal met gezang
beginnen moest. Ze begon ook, maar on
zeker en niet toonvast, de aanblik van het
opgewonden publiek, dat de oogea niet van
haar had afgewend en waaraan ze zich eerst
niet gestoord had, deed nu voor goed zijn
uitwerking gelden. Weldra raakte ze ge
heel de maat kwijt, zette toen na een pauze
geheel verkeerd in, en het eenmaal losge
broken gesuis en gelach der toeschouwers,
klonk haar als antwoord tegen op haar ge
brekkige voordracht. Nu begon het nog
vreeselijker in haar binnenste te stormen;
't was of haar gloeiend hoofd van een
dreigde te bersten. Tot groote ontsteltenis
van den kapelmeester, die met opgeheven
maatstok als versteend bleef staan, brak ze
midden in het gezang af en trad, met den
eenen arm in de zij, tot voor het voetlicht.
Zij dacht er niet meeraan, waar ze zich be
vond het scheen haar toe, als was ze uit
gedaagd tot een zangwedstrijd en ais moest
ze op die beleedigingen, haar aangedaan,
antwoordan. Schetterend en met volle stem,
als wilde ze de echo der 'bergen wakker
schudden, zong ze de toeschouwers improvi-