Opruiming der Echte Singer-Naaimacliines. f45.00 f50.00 f35.00 Spoorstraat Q, No. f40.00 f2.50 C. B. SCHULMAIJER C. W L NEIJTS, Wintermantels KAHAALffEG. J. SCHAGER. Oi'ltl IHI V.. s. uw Mmumrcscmaa. Plantaardige Bedden, NienwjaarstaartBD DMiMi Hand-IacUnes ra at *w«WW worden ra ar heden zeer pttn Ktriiil Mi Züiflstraat. BERKHOUT Go. DRUIVEN-BOSST-HONHr. P. Luijtzen, P. LUIJTZEN, Mistraat. Trap-Macliines Trap-Machioes Hand-Machines Hand-Machines 305de Staatsloterij. Ten kantore van M. A. GRUNWALD, Treïtine der le ï\m: 3 Jannari. Borstlijders vinden baat met PELUW en KUSSENS (2-Slaaps) tegen postwissel of a contant f 16.00. Dito (l-Slaaps) f14.00. Wisgstel f 5.50. Te koop: Koningstraat. BERKHOUT Co., Vuurvast IJzerglans ias ct. por doos. BRUINEERSEL15 Gent per doos. SPOTVOGEL. zonder Kast met kast zonder kast met kast Tevens zijn wij ruim gesorteerd in -4* Alle deze machines worden desverkiezende geleverd op maandelijksche afbetaling van Czaar Peterstraat No. 66, AMSTERDAM, bericht het geachte publiek en zijne cliëntelle, dat hij zich aldaar geves tigd heeft met zijne affaire in Hoeden, Petten, Passementen, llitmnn- steringen voor Marine, Particulieren en Maatschappijen. Hij beveelt zich minzaam aan. Het Handelsklad 7.— Nieuwe Rott. Courant 6.- Het Vaderland 4.90 Dagblad v. Zuid-Holland en 's Rage 6.50 I I trecbtsche Courant 5.50 Rotterd. Nieuwsblad 2.55, De Standaard 2.90 De Tijd 6.— I Nieuws van den Dag 2.50 Zondagsblad 0.50 Op bovengenoemde en alle hier niet genoemde Dag-of Weekbladen worden ABONNEMENTEN aangenomen, waarvan het nieuwe aanvangt 1 Jannari a. s., door de Boekhandelaren - BERKHOUT Co. De nog overige Zeer netto worden tegen billijke prjjzen vervaardigd aan de Snelpers- Drukkerg van C. DE BOER Jr., Spoorstraat. Vlootstraat te Helder, zijn voor bovengenoemde L o 19 r g weder HEELE- en GEDEELTEN van LOTEN te bekomen. Van een accu rate verwisseling kan men verzekerd zga. De concurrentie van elders moede, heeft bovengenoemde doen besluiten de nog voorhanden zijnde Damesm ntrM g tegen ongekend lage pryzeu OF> 'PJ3 TTTTTTVT P.;TVJ GKÜOTH VOORRAAD van Heeren-en Jongens- \A7in Vp.v- k.ioeU.HJg, wordt ook tegen verminderde prijzen uitverkocht. "X" V jÊk-INd de fijnste en nieuwste STOF FEN voor geheele Winter-Costumes. mutsen en WINTEliPETTEN, Fantaisie- en Gekleede HOEDEN, enz. op fijn dubbel glacé, mat-glacé of dof carton, in net étui, worden geleverd door GOUDSMIT, Paleissteeg, koopten verkoopt gemaakte Kleederen; besteedt de volgende prijzen, voor: ROOD KOPER, 60 Ct. per Kilo GEEL LOOD ZINK ZEILDOEK TOOW id. 40 15 12 16 13 bij den voortreffelijker! Rgnlandschen DONGEN, 30 Mei 1876. De ondergeteekende verklaart vol gaarne, dat hg door het gebruik van den zoo gnnstig bekenden DRUIVEN- BORST-HONIG van den Heer W. H. Zickenbcimer te Mainz, genezen is van een Borstkwaal, waaraan hg twee jaren geleden heeft. Hg beveelt dus den bersthonig allen borstlgders ten zeerste aan. A. EEMMEN. Daar er namaaksels in den handel voorkomen, wordt men verzocht er op attent te zgn, dat de flacon van f2 van een geele, die van f 1, van een roode en die f 0.65 van een witte capsule met nevenstaand fabriek- stempel voorzien is. Alleen echt verkrijgbaar te Nieu- wediep bij W. V. BRUINVIS; te Burg op Texel bg P. J. SMIT; en in de bekende depots op andere plaatzen. Door zachtheid en niet verteeren, genieten deze Bedden de voorkeur boven Kapok. Buiten de gemeente toezending half franco. Winkeliers genieten rabat, bij J. W. KAMPER, Hoek Spoorgracht en Nieuwstraat O 355, Nieuwediep. 1. Een Huis en Erf, groot 32 Aren met BOUWGROND, gelegen te Zjjpe, nabg de Kegns. 2. Een Woon-of Winkelhuis, met twee ACHTERWONINGEN en ERF, gelegen bg bet spoor te Sehagen. 3. Een Woonhuis, ingericht tot Slachtery, met twee ACHTERWONINGEN en ERF, ge legen bij het Spoor te Schagen. 4. Bouwterrein te koop, te Schagen. 5. Een zwart Paard, Merrie, oud 9 jaar, hoog 1.45 M. Te bevragen bg K. BLOM, te s Schagen. De nieuwe gepatenteerde is verkrggbaar bg in circa 40 soorten, welke met een postzegel van 1 cent verzonden kun nen worden, verkrggbaar bg Zuidstraat en vóór Nieuwjaarsdag ook in 't Bureau Spoorstraat. Tafereel uit liet Beiersciie Volksleven. HERMAN VON SCHMID 31. naverteld. (Slot.) Rechtop, zonder een zweem van vermetel heid m zijn houding, stoud hij voor den vorst en vertelde liem, op diens verlangen, van zijne geboorte, zijn jeugd, van het leed, dat hij doorgestaan had, en hoe hij, om zoo te zeggen, dour ieder verlaten, uit gebrek er toe gekomen was, een strooper te worden; hoe Hij evenwel nooit meer lust in 't leven had gehad, cn zich nergens zoo thuis voelde, ais in 't woud hoe hij het lieve lingshert, bij den grooten afstand, niet her kend, en hoe hij geenszins plan gehad had den Rus eemg kwaad te doen, maar hem alleen maar handtastelijk bad willen toouen, dat bij hem de baas was. Verder ver- baalde bij de aanleiding van zijn baat tegen den baron en gaf de verzekering, dat bij het stroopen sedert dien tijd geheel had opgegeven en zijn onderhoud gezocht had door te arbeiden en baudei te drijven, en zich tevens vast voorgenomen had het oude leventje niet weer te beginnen. Met belangstelling bad de koning alles aangeboord. „Dat 13 gemakkelijk genoeg gezegd," sprak bij. „Maar wie staat er mij voor in, dat bet je met je belofte ernst is?" „Mijn borg heb je zelf meegebracht, mijnheer de koning," zei Quirinus op be scheiden toon. „Laat dat meisje daar je het brielje eens geven, dat ze reeds voor een half jaar van mij gekregen heeft. Ik heb me zelf bij het gerecht willen aan geven; me dunkt, beter bewijs is er niet." Vluchtig zag de vorst het blad papier in, en keek toen den jongen strak in 't gezicht. „En is dat wezenlijk gemeendP" ging hij voort. „En dit meisje heeft deze bekentenis zoo lang bewaard, en er geen gebruik van gemaakt? Dat bevalt mij van haar. Maar zeg me nu eens, wilde kerel, wat ik met je beginnen moet?" Quirinus lachte zoo hartelijk, dat zijne hagelwitte tanden van onder zijn snorbaard zichtbaar werden. „Ja, als je mij vraagt, mijnheer de koning, ben ik met het ant woord niet verlegen. Als je voor altijd van den wilddief bevrijd wilt zijn, maak dan een flink jager van hem. Mijnheer de houtvester kan 't getuigen, dat ik er bet vorige jaar reeds om gevraagd heb." De houtvester bevestigde zulks, en prees zich gelukkig, dat hij toen niet zoo dwaas was geweest, den bok tot tuinier te maken. „De kerel zou als jager oader 't wild een groote opruiming gemaakt hebben," meende h'j' „En wat denk jij daarvan P" vroeg de koning, terwijl hij een uitvorschenden blik op Quirinns sloeg. „Zon je dat gedaan hebben „Bij het heil mijner ziel nooit!" riep deze op hartstochtelijken toon. „Je zult me toch, hoop ik, niet voor -zoo'n slecht msnsch houden Ik ben al mijn dagen een eerlijke vent geweest." „Jawel, daarvan hebben we de noodige bewijzen," zei de koning met een welwil lend lachje. „Maar komaan, ik zal het met je probeeren. Een jaar geleden, verzocht ik het Spot vogeltje mij een verzoek te doen. Op dat oogenbhk had ze evenwel niets te vragen. Nu echter is se bij. mij gekomen en heeft gevraagd om jou in vrijheidsstellinger zit dus niets anders op dan mijne toestemming daartoe te geven. Houtvester, we zullen met den strooper de proef nemen; hij zal je voortaan als jager helpenen aan dat brave meisje zal de belooning uitbetaald worden, die we toen maals bepaald hebben voor het aanwijzen van dat gevaarlijk sujet. Zij heeft ze ver diend, omdat ze haren wilddief zoo dapper verzwegen heeft. Heb ik het nu goed gemaakt? voer hij voert, zich naar Quirinus keerende, die, zijn ooren niet vertrouwende, op beide knieën voor den vorst neergeval len was, en den slip van zijn rok kuste. „Kom, sta nu maar op en houd je woord. Dit zoenen ia dunkt me bij het meisje beter op zijn plaats. Ik geloof wel, dat ze er een stuk of wat aan jou verdiend heeft." Met een beleefden groet verliet hij daar op de gerechtszaal, en ieder sprak over het goede hart van zijn koning. Hij had er nu op nieuw het bewijs van gegeven. Quirinns en Corona echter dreven als heen en weer in een zee van geluk, die plotseling als een wolkbreuk op hen neergestort was. Toen ze gingen, moast de griffier den jongen na roepen, dat hij zijn hoed vergeten had zoozeer was hij buiten westen. „Daar ben ik blij om," zei de oude Moser tot den dokter, toen deze hem een paar dagen later het groote nieuws vertelde. „De jongen is waarlijk niet kwaaden hij heeft al zooveel leed ondervonden, dat ik hem van harte nog een heele boel gelukkige dagen toewensch." Dat hij dit meende, toonde hij. Op het hoogland, niet ver van de Gindelweide, was een net huisje te koop. Door zijn toe doen werd het gekocht, van buiten cn van binnen netjes opgeknapt, gemeubeleerd, en van alles voorzien, wat een paar, dat er aan denkt om te gaan trouwen, niet missen kan. Vóór den gevel had hij met groote let ters laten schilderenIn den jager. Toen de woning kant en klaar was, werd het der jongelui bij monde van den ouden Moser als huwelijksgeschenk aangeboden. Nu was er blijdschap in den lande; en 't laat zich begrijpen dat de bruiloft niet lang op zich wachten liet. Na verloop van weinige weken, geleidde de koninklijke jager Quirinus Slooter Mejuffrouw Spot vogel naar haar nieuw verblijf. Na de bruiloft van het jonge paar, dat op zoo zeldzame wijze man en vrouw ge worden was, hadden geheel Tegernsee en de omliggende dorpen gasten gezonden, voor al ook tot eer van den edelen koning, die een verdwaald mensch weer op den rechten weg had gebracht en aan de maatschappij teruggegeven. Het feestmaal werd gehouden bij den dikken bakker aan de Albach, en juist toen men na de huwelijks-inzegening in de kerk, daarheen trok, kwamen er nog twee gasten uit Munchen aanrijden de pia nist die zijn ontsnapt Spotvogeltje nog al tijd in gedachtenis hield en Mevrouw Carl, de beminnenswaardige kunstenares, wier hart haar drong het meisje met haar voor nemen geluk te wenschen, dat de voorkeur had gegeven aan een vergeten en tevreden, boven een roemvol en schitterend lsven. Ze brachten een prachtig geschenk mee vari Worir.off, waarbij een briefje. Hierin wensehte deze den bruidegom geluk en ver zocht hem tevens de overijling nit zijne jeugd, waarover hij zelf reeds lang berouw had gevoeld, te vergeten. Toen Corona haar nieuw huisje betrad, vond ze aan 't venster een vogelkooi han gen, waarin een dartele spotvogel, die haar bij 't binnenkomen, als met voordacht, met een luid jubelgezang verwelkomde. „Gegroet, kameraad;" riep zij, op het beestje toesnellende. „Op jou zal ik beter passen, dan ik 't op je cerzte broertje heb gedaan. En ik zal oppassen," zei Quirius, zijn jong vrouwtje omhelzende. „Het heeft me reeds vrij wat moeite gekost om je nestje te vinden en toen om je te vangen. Maar nu sluit ik je op in dit huisje, en het ge luk met je, en ik zal er wel zorg voor dragen, dat het niet wegvliegt-" En het vloog niet weg Tal van jaren bleef het .met hem samenwonen, ook nog toen het gezin reeds met een paar knapen en meisjes vermeerderd was, die onder Klara's toezicht flink uit de kluiten groei den. De oude trouwe vriendin was name lijk met hen medegegaan. Zij was tevre den; hadden ook al haar hoogvliegende plannen ten opzichte van Corona schip breuk geleden, toch had haar lieveling nog iemand tót echtgenoot gekregen, die een vaste betrekking bekleedde en die er in zijn groen, met gonden lint omboorden uni form zeer kranig uitzag. Quirinus Slooter, de voormalige herten- doeder, hield zijne belofte eu de houtvester moest bekennen, dat hij nog nooit zoo'n besten, onvermoeiden en ijverigen helper gehad had. Zijn diensttronw bezegelde hij later met zijn bloed. Op zekeren dag vond men hem in 't bosch, dood; de kogel van een wilddief had hem in de borst getroffen. Hiermede eindigt ook Spotvogel'z geschie denis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1880 | | pagina 4