'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 827.
Dinsdag 18 Januari 1881
Negende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers 2
Uitgevers: BERKHOUT Go. te Helder.
BuretiniSPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT.
Ad.vertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
AdrertentiëB moeten uiterlyk dos DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 18 Jitn. 1881.
't Collegie »Entre Nous," gaf
Zondagavond in Tivoli, een soiree
littéraire et musicale, voor een lief
dadig doel. De zaal was flink bezet,
't Muzikale gedeelte van 't programma
werd uitmuntend voorgedragen en
ook de beide blijspelen „Geraeubeleerde
Kamers" en ȟe twee verstrooide
Millitairen, vielen iu den smaak van
't publiek. In 't bijzonder maken
we melding van no. 3, Grand Trio
pour deux Violons en violoncello,
van E. Bruni, dat enberispelijk werd
uitgevoerd, 't Collegie, voor een lief
dadig doel werkzaam, beeft den aan
wezigen een genotrijken avond ge
schonken en teveDS 't lot verzacht
van een weduwe met vier kinderen.
Een aantal Volendammer visch-
schuiten, die huiswaarts keerden, zijn
in de Zuiderzee bij den Enkhuizer
vuurtoren in het ijs bekneld geraakt.
De sleepboot Hercules is daarheen
gezonden om hulp te verleenen.
Volgens een ontvangen telegram,
is Zr. Ms. schroefstoomscliip 1ste kl.
„Atjeh," onder bevel van den kapt.
J. A. Greve, van zijne reis naar
Australië te Batavia teruggekeerd.
Nu de kraaien, door de groote
..oeveclheid sneeuw die het land be-
dekt, aan wal geen voedsel kunnen
I vinden, zwerven zij bij geheele troepen
langs den zeekant van het eiland
Texel en maken daar jacht op mos
sels. Vernuftig weten zij de mossel
uit de schelp te halen. Daar deze
te hard is om stak te pikken, nemen
zij de mossel in den bek en laten
I haar van uit de hoogte op de steen
glooiing van den zeedijk vallen,
waarna zij op hun gemak den in
houd oppeuzelen.
Voor het gereehtshof te Arnhem
verd Dinsdag behandeld de zaak
:gen Jan Van Dalen, beschuldigd
van moedwilligen doodslag.
Ter terechtzitting bleek hoofdzake
lijk, dat Jacobje Morriveer, huisvrouw
van den schipper Hendrik Voerman,
wonende te Ambt-Vollenhoven nabij
fen straatweg, welke door de
buurtschap Baesteek loopt, in den
ïacht van den 24sten op den 25sten
Jetober 11. omstreeks half een uur
wakker geworden door gerammel, dat
g in een bij hare woning liggenden
ïoop steenen hoorde, opgestaan ie,
«n een venster opengemaakt hebbende,
jg die steenen drie personen zag
.taan, welke haar onbekend waren,
.naar waarvan (volgens anderen) een de
jeschuldigde was; dat toen er onmid-
lellijk daarna op dat venster, hetwelk
sg haastig weer had dicht gemaakt,
net steenen werd gegooid, zij haren
uan heeft geroepen en met hem naar
•uiten is gegaan dat deze twee van
;e personen, die zich op zijn erf
•evonden hadden (de dader had zich
nmiddels verwijderd) en die zich
■g twee hunner kameraden, welke
p den weg waren blijven staan,
adden gevoegd, achtervolgd heeft,
n nadat hij door een of meer uit
at troepje met steenen was gewor-
m, aan één een slag heeft toegebracht,
mdat hij op den grond viel en zijn
it verloor, welke pet Voerman of
nd.
ld.
eb-
ke-
et.
Ier
en,
de
ken
idat
nog
tuk-
lijk.
;cna
erd.
ge-
heer
tot
hout
IJT.
zijn vrouw mede naar hun huisnamen;
dat daarna herhaaldelijk glazen bg
hen stuk zgn geslagen en de pet
werd teruggevorderd, waaraan Voer
man echter weigerde te voldoen, tenzij
men die bij hem in huis kwam halen;
dat toen dit een geruimen tijd had
aankehouden, de rustverstoorders zich
hebben verwgderd, maar eindelek 2
zgn teruggekomen, ieder vai) een
langen stok voorzien en opnieuw de
pet opeischende; dat Voerman weder
om naar buiten is gegaan en ziek
bereid verklaarde de pet te geven,
als zij ziek daartoe bij hem vervoegden;
dat kierop door een kunner werd
toegeroepen, dat hij ze moest komen
brengen dat Voerman toen op hem
is afgegaan en zoodra hij tot hem
genaderd was, van een hunner met
een stok een zoo geweldigen slag
ontving, dat hij onmiddellijk ter aarde
stortte en, terwijl zijn aanrander ziek
uit de voeten maakte, hevig bloedende
door zgn vrouw en zgn ondsten zoon
naar zijn huis werd gebracht. Ge
neeskundige hulp werd dadelijk in
geroepen, maar mocht niet baten;
na nog enkele dagen in halfbewus-
teloozen toestand te hebben verkeerd,
is hg 28sten October d. a. v. overleden.
Volgens de gehoorde deskundigen
moet de dood aan de gevolgen van
de hem toegebraehte verwonding wor
den toegeschreven.
Ofschoon door de gehoorde getuigen
hoogst bezwarende verklaringen voor
den beschuldigde werden afgelegd,
bleef hij zijn onschuld volhouden.
Desniettemin achtte de procureur-
generaal (mr. De Meijïr) zijn schuld
wettig en overtuigend bewezen, en
requireerde zijne veroordeeling.
De verdediger, mr. Van Setten,
trachtte aan te toonen, dat geen
voldoend bewijs geleverd was en vroeg
zijne vrijspraak, en, zoo het Hof van
schuld mocht overtuigd zgn, een
genadige straf.
Het Hof bepaalde de uitspraak op
den 20stcn Januari e. k.
Te Amsterdam heeft voor het
Hof terechtgestaan een 22-jarige
kantoorbediende, die f700 bij zijn
patroon verdiende, ter zake van 24
valschheden in onderhandsche en
58 valschheden in authentieke en
publieke geschriften en het evenveel
malen desbewust daarvan gebruik
maken. Mgnhecr was lid van alle
gezelschappen, eigenaar van twee
pleiziervaartuigen, had een huis ge
kocht enz. cn speculeerde sterk op
de beurs. Toen hg verloor, wist hg
van den heer J. f84,000 te krijgen
op valschelijk met den naam van
zijn patroon onderteekende'prolongatie
contracten, terwijl hij wat het on
derpand betrof achter stukken van
20 pd st. Portugal en 100 florijnen
Hongaarsche goudrente een 0 wist
te zetten dat de waarde zoo schijn
baar vertien voegde. De heer J.
leed op die wijze een f 70,000 schade.
De beschuldigde bekende alles. Tegen
hem werd geëischt een tuchthuisstraf
van 5 jaren en 164 geldboeten ieder
van f 50.
Shields 13 Januari. Een vree-
selgke storm uit het Oosten heeft op
deze kust gewoed, vergezeld van don
der en bliksem, met hemelhoogs zee.
De sleepboot eTriumph," die beproef
de om naar buiten te gaan, werd
tusschen de hoofden door drie zware
zeeën overstelpt, waardoor de rader-
kasten en de mast weggeslagen -en
andere belangrijke schade aan het
dek en de hutten veroorzaakt werd.
zoodat de boot terug moest keeren.
Het sneeuwt voortdurend.
Te Lancashire in Engeland be
gint de werkstaking onder de mijn
werkers (steenkolen) zich meer en
meer uit te breiden. Van de 60000
in dat Graafschap hebben 50000 den
arbeid gestaakt. De prijs der steen
kolen stijgt en sommige fabrieken
moeten uit gebrek aan toevoer stil
staan.
Onlangs stak een vrouw aan
het station te Kortrijk een spoorweg
over om den trein naar Brussel nog
in te halen, maar door de haast
struikelde zij en viel vlak op den
weg van den trein uit Doornik, die
juist het station kwam binnensto'o-
men. De geheele trein ging over haar
heen, maar toen men verschrikt toe
snelde om haar verminkt lijk te zoeken
stond het vrouwtje tot ieders ver
bazing ongedeerd weer op haar beenen
rond te zien naar haar parapluie, die
zij was kwijtgeraakt.
Zij was tusschen de rails gevallt p
en de wielen der wagens waren viak
langs haar gegaan, zonder haar in
het minst te bezeeren.
Te Ilörde, in Westfalen, liggen
18 personen hoogst gevaarlijk aan de
trichineuzi8kte. Zij hadden spek
gegeten, hetwelk gekocht was bij een
slachter, wiens vrouw aan dezelfde
ziekte ligt. Bij het voorloopig on
derzoek ten zijnen huize heeft men
hammen gevonden, die zwaar met
trichinen waren besmet en welke hij,
naar zgne verklaring, had overgenomen
van een schoenmaker. Daar het nu
bleek, dat de vrouw en het kind van
dien schoenmaker onlangs onder
raadselachtige omstandigheden waren
overleden, wordt er vermoed dat ook
zij aan trichinenziekte zijn bezweken
en is er last gegeven om de beide
lijken op te graven.
Nooit ziet men de vogels,
die zoo goed willen zijn den winter
bij ons door te brengen, zoo druk
in den weer als in deze dagen van
sneeuw. Het is een gevlieg en ge
fladder zonder ophouden, een ge
snuffel en gepikja, hadden ze
maar wat op te pikkenDat is de
juiste oorzaak van hunne bedrijvigheid
Misschien zal een eenvoudige herin
nering aan de omstandigheid, dat
er tegenwoordig broodsgebrek on
der het vogelheir bestaat, voldoende
zgn om hier en daar wat kruimpjes
op de sneeuw te strooien. De diertjes,
vooral de musschen, zullen tot be
looning nog eens zoo brutaal ver
trouwelijk zijn als anders.
Een visscher in een Engelsch
plaatsje was onlangs met zijn netten
bezigen wilde een vischje, dat tusschen
de mazen van zgn net was geraakt,
daaruit halen, en pakte het, daar
hg zgn handen niet vrg had, met
zgn tanden beet. Het diertje spar
telde daarbij zoo hevig, dat het hem
in de keel schoot en daar bleef
steken. De arme man viel bewus
teloos neer en was, voordat er ge
neeskundige hulp aangebracht kon
worden reeds gestikt.
Een soortgelgk lot trof een vrouw
te Leicester, die naar bed gegaan
s, zonder haar valsche tanden af
te leggeu. Zij werd 's morgens met
een hevige hoestbui wakker en ver
haalde haar man, dat zij in den
slaap haar tanden had doorgeslikt.
Hij bracht haar terstond naar het
gasthuis, maar wat men daar deed,
niets mocht batende arme vrouw
stierf onder hevige benauwdheden.
De sneltrein tusschen Indian-
polis en Saint Louis ontmoette bij
een overweg een wagen beladen met ge
vulde petroleumvaten. De trein de
railleerde, de waggons liepen op el
kander, de petrolem uitgestort op den
weg, ontbrande door bet vuur van de
machine en in weinige seconden
vormden de opeengehoopte waggons
een knetterende vuurzee. Slechts
weinige passagiers werden gered,
de meesten zijn levend verbrand.
Een onaangenaam avontuur
had onlangs een voornaam echtpaar
op een reisje door Zwitserland. Het
hotel was vol, maar om de aanzienlijke
gasten niet af te wijzen, had de
hotelhouder hun gelogeerd in een
badkamer, die in allergl tot slaap
vertrek was ingericht. Mijnheer wil
's nachts den kellner eenige bevelen
-geven, hg zoekt in donker naar het
schellekoord, vindt het eindelijk,
trekt er aan, en.mevrouw de
Barones springt gillend op. Er
stroomde plotseling een koud stort
bad op haar neer.
Te Croonstad is de schouwburg
tot den grond toe afgebrand. Er
kwamen zeven menschen in de
vlammen om. Een andere hevige
brand woedde te Philippopel, waar
het gebouw der militie en gendarmerie
kantoren in de asch gelegd werd.
Vijf schildwachten verloren het leven
er bij. De ramp wordt aan onvoor
zichtigheid toegeschreven.
Men begint nu ook zuivelpro-
dukten uit Australië in Engeland in
te voeren. Een stoomboot, die met
een lading door koude bewaard scha
pen vleesch te Londen verwacht wordt,
heeft ook 50 of 60 vaten Australische
boter aan boord, om te beproeven of
die evenveel aftrek op de Engelsche
markten zal vinden als het vleesch.
fr- In het Iersche Graafschap
Longford heeft weder een botsing
plaats gehad tusschen de overheid
en het volk. Toen een deurwaarder,
door eeuige politie-agenten begeleid,
de woning wilde binnengaan van
een pachter van Lord Granard, om
een bevel tot uitzetting te overhan
digen, werd hem zulks door een
met zeisen gewapende menigte belet.
Den volgenden dag echter keerde
de deurwaarder terug, ditmaal met
het respectabel escorte van 350 agenten
van politie en een eskadron dragon
ders. Maar nietemin kwam de me
nigte opnieuw in verzet. Hare
houding werd zoo dreigend, dat de
aauwezige magistraatspersoon, na de
wet tegen de samenscholingen te
hebben doen voorlezen, aan de po
litie last gaf de menigte met de
bajonet uiteen te drijven, terwijl
tevens de dragonders avanceerden.
Dit baatte, en de deurwaarder kon
nu ongehinderd het bevel tot uit
zetting overhandigen.
Een woedend geworden stier
veroorzaakte dezer dagen te Berlijn
heel wat schrik. Men had het dier
willen slachten, maar plotseling ver
brak hij het touw en rende op de
drie slagersknechts in. De slachters
vluchtten en klommen op een wagen,
maar ook daar waren zij niet veilig,
daar het dier tegen den wagen beukte
totdat dat vervoermiddel met de drie
verschrikte slachters omverviel en
de laatsten onder de kar terecht
kwamen. Op dat oogenblik kwam
een persoon zonder er^ langs den
wagon en nu moest deze het mis
gelden. Verscheidene malen moest
de man in de rondte loopen, eer het
hem gelukte den wagen te besprin
gen en toen hij er eindelijk op was,
stootte het dier den wagen weder
om, zoodat de drie slachters, die tot
dusverre in veiligheid waren, weder
zichtbaar werden. Het oogenblik was
niet om te kiezen en ware niet een
buurman die als goed schutter be
kend stond er bij gekomen, dan had
menigeen een ongeluk kunnen over
komen. De man schoot het dier
voor den kop, zoodat het bewuste
loos neerviel en men tijd had het af
te maken.
Door den Consul der Nederlanden
te Monrovia (westkust van Afrika),
is in dato 17 Nov. jl., den minister
van waterstaat, handel en nijverheid
bericht gegeven van een zeeroof, die
zich omstreeks dien tijd daar heeft
voorgedaan, en waarvan de algemeeue
kennisneming voor onze Nederland-
sche scheepvaart nuttig kan zijn.
De Duitsche stoomboot „Carlos,"
gezagvoerder Nicbelsen, zeilde in
October van Hamburg met een lading
jenever, zout en andere goederen,
bestemd voor Lagos. Bij charterpartij
werd overeengekomen, dat het schip
de Liberiasche kust tusschen Sinoe
en Cape Palmas zou aanloopen, ter
verkrijging van een zeker aantal
Crewnegers (inboorlingen) die gewoon
lijk als werklieden gebruikt worden
op de factorgen aan de benedenkust.
Zulks wordt door vele schepen gedaan,
ofschoon een wet van 1872 vreemden
schepen verbiedt andere plaatsen aan
te doen dan de „Port of Entry," en
dat op een boete van 500 tot 1000.
Den 25 Oct. deed de »Carlos" do
kust aan, 9 mijlen bezuiden Sinoe op
de hoogte van Nannakroo. De in
boorlingen, die waarschijnlijk bekend
waren met de komst van het schip,
kwamen in menigte op 't schip af.
Plotseling stootte de „Carlos" op een,
volgons verklaring van kapt. Nichel-
sen onbekende klip en zóó hevig, dat
de rots waarop het schip als vast
genageld bleef zitten, in de machine
kamer uitkwam.
Daar redding van 'fc schip onmogelijk
bleek, begaf de equipage zich in de
booten, na zich van proviand voorzien
en boekeu, instrumenten en wat
kleederen meegenomen te hebben.
De inboorlingen wierpen zich op
schip en lading, maar toen dit meer
en meer zonk, wierpen zij zich op
de booten en beroofden de schipbreu
kelingen niet alleen van alles wat zij
in de booten hadden meegenomen,
maar kleedden ze bovendien naakt
uitzoo lieten ze hen gedurende den
nacht drijven, maar tegen den morgen
hernieuwden ze hun aanval bij hon
derden, waartegen de 20 mannen
zonder wapenen niets konden doen,
en brachten boot en bemanning te»
Nannakroo aan wal. Van hier ge
lukte het den gezagvoerder een bode