'T VLIEGEND BLAADJE KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL No. 830. Vrijdag 28 Januari 1881. Negende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. j:itoonn©ment per 3 maanden binnen de gemeente §0 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BoreaalSPOORSTRAAT en ZlïDSTRA AT. AdLvertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Adrertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJ DAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. JANUARI, (Louwmaand,) 31 dagen. Opkomst der Zon 7 m. 49 m. Ondergang 4 m. 38 m. Zojcdag 30 Nieuwe Maan. maavwa» 31 FEBRUARI, (Sprokkelmaand,) 28 dagen duxbdag 1 Wo rusdag 2 Maria Lichtmis. Doxssbdag 3 v bijdag 4 Zatekbao 5 NIEUWSTIJDINGEN. HELDEB, 28 J»n. 1881. Met genoegen wijzen we op de herhaling van de soiree .litteraire et musicale, door 't collegie Entre Nous, op Zondag 30 Januari in Tivoli te geven. Den inderdaad aangenamen avond, door dit collegie onlangs aan de bezoekers verschaft, zullen velen nogmaals willen genieten en anderen, die er den vorigeu keer niet van hebben kunnen profiteeren, wordt nu de gelegenheid op nieuw aangeboden. De nette uitvoering van dit collegie verdient een talrijke «opkomst van 't publiek. De visschery-maatschappy „den Helder," directeur de Heer YV. C. M. van bruggen, betaalt over 1880 62/5 percent. Men schryft uit Amsterdam 26 Januari Ten bewyze dat het doorjjzen te genwoordig een reuzenwerk is, diene het leit, dat aan het maken van een geul van het spoorweg bassin in tie Rietlanden naar het droogdok, ten behoeve van de „Celebes," reeds 2 volle dagen besteed zijn, terwijl het zich laat aanzien, dat heden, den 3en dag, het stoomschip nog niet in het dok zal zgn. Voor den watersnood ontving het N. v. d. D. van A. b. 1 2,50 met de volgende regelen: „Ja, uw magneet in ,,'t Nieuws" van heden Trof mij tot in de aiel, En bij uw beê voeg 'k mijne beden, Dat meer nog volgen uwe schreden, Hierbij een achterwiel." Men leest in het Nieuws van den dag. Dezer dagen wilde een melkboer zich over het ys naar de overzijde van het IJ begeven. Hij moest daar toe over een slop, dat eemge uren te voren open was gehakt. Het baatte niet of eenige schipers den man van den wal waarschuwden op een andere plaats over te steken. Dg melkboer was eigenzinnig, pro beerde den overtocht en lag in een ommezien met geheel zijn melkgerei in het slop. Ofschoon men nog van den wal gewaarschuwd had, dat men hem zou laten verdrinken indien hij er doorzakte, werd het medelyden met den spartelenden overkanter, die als ccn speenvarken gilde, te sterk en kwam men hem te hulp. Haken, touwen en planken werden handig naar den boer toegeschoven, terwijl deze zich aan zyn melk juk vastklampte, dat op het ys steunde. Met «en haak pakte een van de schippers den maat in zyn kraag, en toen 't bleek dat men hem stevig beet had, lichtte de varensman hem met een hartigen knoop in, dut hy, melkboer, eigenlyk niet waard was gered te worden uit het element, dat hij zoo vaak misbruikt had. Terwijl de boer hartroerend verzekerde, dat dit zoo erg niet was en hij 't nooit meer doen zou, werd hem toegeroepen, dat hem toch zou ver leerd worden goede lessen in den wind te slaan, zoodra hij op 't droge kwam. Inmiddels was hem een touw om het lijf gegooid en werd hy uit het ys getrokken. Doch niet zoodra was hy onder het bereik van de gespierde knuisten zijner redders, of hy werd over de knie gelegd om bij wyze van tegen gift tegen eigenzinnigheid, een af straffing te ontvangeu, die in de heldereu winterlucht weerklonk als 'n klok. Na deze parate executie werd de melkboer, onder luid gelach van de toeschouwers aan den wal, door zyn redders naar een wynhuis gebracht om verder te herstellen van zyn verschillende aandoeningen. Jl. Dinsdagnacht ten 1 ure ontstond te Amsterdam in een sedert kort aan het Droogbak gevestigde stalhouderij brand. Daar het vuur in het stroo voort woekerde en de inmiddels te hulp gekomen brandweer de deuren moest openhakkeu, was het niet mogelijk een negental paarden, die in den stal waren, te redden. De arme dieren stikten of verbrandden. In het aangrenzend gedeelte en in de bovenverdieping van den stal was een aanzienlyke waarde aan tabak, thee, meubelen, enz., welke deels verbrandde, deels bedorven werd door waterschade. De brandweer werkte met drie stoom- en eenige handspuiten en mocht, ofschoon in het blusschings- werk ten zeerste door de koude en het toegevroren water belemmerd, er in slagen voor het aanbreken van den dag het vuur te blusschen. Dat daartoe een groote massa water noodig was geweest, bleek Woensdag morgen, toen het verbrande perceel in zyn kleed van glinsterende ijske gels meer den indruk gaf van een bevroren waterval, dan van een ver woesting door het vuur. De brandwachts hadden het dien nacht hard te verantwoorden. Door de zware vorst sprongen telkens de daardoor harde slangen, waarin dan moest voorzien worden, terwyl de waterregen, waarin de mannen zich voortdurend bewegen moesten, zich in ijs aan baard en lichaam hechtte. Een hunner werd dan ook, naar kuis gaande, op de Leischestraat door koude bevangen, en zon zonder de hulp van zyn kameraden het slacht offer geworden zyn van den feilen winter. Een matroos der marine te Hellevoetsluis nam Zondagnamiddag aan om een hoeveelheid jenever ter waarde van f0.91 in één teug uit te drinken. Hy moest die beest achtige baldadigheid daar betalen. In bijna zinneloozen toestand droeg men hem op een plank naar zyn schip. Te 's Gravenhage is weer iemand het slachtoffer geworden van het on voorzichtig behandelen van vuurwa penen. De wachtmeester D. der ar tillerie is in het hoofd, achter het oor, getroffen door een kogel uit een revolver, waarmede een bekende zat te spelen, meenende dat het wapen ongeladen was. De kogel zit nog in de wond. Te Elburg en Doornspijk maken zich thans p. m. 200 personen gereed om in de helft van Februari naar N.-Amerika te verhuizen. Het schynt met de hardrijders onder de menschen te gaau als met de barddravers onder de paarden. Ze blijven niet vele jaren de eerste op de baan. In het Noorden sehynt in dezen winter de familie Yan den Berg, van Rijperkerk, een tweede rol te zullen spelen, en Dirk Postma van Eernewoude, naar den eersten rang te dingen. Al tijd echter blijft Friesland de bakermat der overwin naars op het ys, ook waar Friezen, in andore provinciën sinds lang ge vestigd, mededingers zyn. De namen der overwinnaars, in de couranten medegedeeld duiden dat aan. Vreemd is dat niet, als men in Friesland kinderen, die nauwelijks knnnen loopen, achter stoeltjes, met schaatsjes aan de voetjes en vastgehouden door vader of moeder, reeds «tiet scharrelen op het ijs. In de zaak van den tot levens lange tuchthuisstraf veroordeelden Willem Marianas de Jongh, welke den 7en Februari a. s. in cassatie voor den Floogen Raad zal dienen, zal als raadsheer-rapporteur optreden de raadsheer mr. J. A. Jolles. Het openbaar ministerie zal worden waar genomen door den advocaat-generaal mr. C. C. Th. van Maanen. Volgens telegraphisch bericht te Veere, uit Margate (Engeland) ont vangen, is aldaar in het hospitaal opgenomen de matroos Klaas Ver meulen, de eenig overgeblevene van de vischsloep »De Vrouw Clazina". Bij deze ramp verloren 5 vrouwen hun echtgenoot en betreuren 16 kin deren het verlies van hun vader. Te Glescheudorf, bij Lübeck, is de med. doctor Jennez gevangen genomen, als verdaeht van bij het spoorwegstation aldaar een meisje te hebben om het leven gebracht. Be doeld meisje is gebleken door cyan- kalium vergiftigd te zyn. Eenige dagen geleden had de rentenier Bimon Coppel, Israëlitisch ingezetene te Ilannover, aan de stad .100,000 mark geschonken, met op dracht de rente van dat kapitaal jaarlijks op een bepaalden daturn uit te deeleu aan behoeftigen, zonder onderscheid van godsdienstige ge loofsbelijdenis. Thans heeft een zyner geloofsgenooten, Daniël Heineman, aan de stad 90,000 mark gegeven ten voordeele van" een weeshuis voor meisjes. Een vreeselyk ongeluk heeft Zaterdag te Parys plaatsgehad. Een fruitkoopman liep met zyn dochtertje door de Rue d'Hauteville en wilde juist den hoek der straat omslaan, toen er een vrachtwagen aankwam. De man sprong verschrikt achteruit, terwyl zijn dochtertje hetzelfde deed. maar deze had niet bemerkt dat er achter haar een openstaand riool was en verdween door haar sprong in de diepte. Alle pogingen die men aan wendde waren vruchteloos het kind werd niet teruggevonden en de vader moest alleen naar huis gaan om de droevige tijding aan zijne vrouw mede te deelen. Het toppunt van naturalisme zal bereikt worden bij de opvoering van Zola's Nana te Parys. Men zal namelijk op het tooneel een wedren te zien krijgen, met alles wat daarbij behoort. Vier paarden nemen er aan deel, waarvan twee bij een echten wedren een prijs hebben behaald. Ook zal men een werkelijk water over het tooneel laten stroomen. In de passage Vero Dodat te Parijs is een gedeelte van het glazen dak onder het gewicht van de sneeuw massa, die er op lag, bezweken eu met donderend geraas ingestort. Er waren op dat oogenbïik tal van wandelaars in de passage, maar ge lukkig werd niemand bezeerd, en de schade is alleen van stoffelyken aard. Voor hot gerechtshof te Londen verscheen dezer dagen een man, die beschuldigd werd met een 2e vrouw gehuwd te zijn terwijl zijn eerste nog leefde. Hy was met zyn eerste echt- genoote in September van het vorig jaar gehuwd en juist een jaar daarna bad hy er zich nog een 2e levensgezellin bij gekozen. De beide vergevensgezinde echtgenooten verzoehton echter een lichte straf voor haren gezamelijkeu man, daar hy steeds een liefdevol echtgenoot was geweest. De reehter zou juist, de verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen de, zijn uitspraak doen, toen de po- litie-commissaris binnenkwam met het bericht, dat de aangeklaagde buiten deze 2 vrouwen er nog 4 wettige echtgenooten op nahield. De uitspraak kon nu eerst later volgen, daar de 4 nieuwe echtgenooten ook eerst moesten gehoord worden en de trouwlustige Engelschman werd dus voorloopig naar de gevangenis gezonden. Bij Cornwall is een myn over stroomd Terwyl een aantal werklieden, 5 mannen on 4 jongens aan 't graven waren, drong plotseling een straal water te voorschijndie de mijn zoo schielijk overstroomde, dat slechts een der mijnwerkers zich door de vlucht kon redden. Alle anderen vonden hun graf in de golven. Indrukwekkend schoon moet bij deze winterkoude, die in N.-Amerika nog veel strenger is, het gezicht op de Niagara zijn. Machtige ijsblokken zoo meldt men van daar duiken telkens te voorschijn en storten zieh met donderend geweld in de peillooze diepte om eenige mijlen verder weer op te duiken en opnieuw, gestuwd door de golven, hun peilsneÜen loop te vervolgen. De aanblik van de Niagara in zyn winterkleed is wonderschoon. Reusachtige yskegels hangen aan de rotsen en de boomen in den omtrek, steeds door het kristalhelder water bespat, glinsteren en schitteren in het zonlicht als waren zij met diamanten bezaaid,en buigen hunne kruinen onder het gewicht der bevrozen waterdrup pels. Het geheele winterlandschap biedt cèn tooneel te aanschouwen, dat de moeite van een verre reis ruimschoots loont. Omtrent de redding der schip breukelingen van het Ned. stoom schip »Ingerid", op de Sunk gestrand, wordt vermeld, dat genoemd stoom schip van Noorwegen kwam met een lading visch, bestemd naar Na pels. Des Maandags den 17cn dezer was het weder mistig geworden met harde ONO. wind en stootte het schip op de Sunk, terwyl het niet mogelijk was het schip af te brengen, dat daarna spoedig vol water liep. Kort voor den middag van Dinsdag werd een boot te water gelaten, waarin zich aoht man begaven, met het doel den vasten wal te bereiken. Bij deze gelegenheid viel de tweede machinist over boord en verdronk. De boot vertrok, doch er werd niets meer daarvan gehoord en of zij hun doel bereikt hebben, of verongelukt zijn, is onbekend. Daarna werd getracht de tweede boot nit te zetten, doch dit gelukte niet en daarbij verdronk een tweede stoker. Dien nacht nam men de toevlucht tot de fokkemast, waar de overige manschappen zich zei ven vastbonden, daar het dek aan houdend door zware zeeën over stelpt werd; de koude was onuit staanbaar en men wist niet hoe zulks uit te zullen houden. Den dag daarop passeerden verscheidene stoombooten, doch de zee liep zoo hoog, dat cr geen gelegenheid bestond om iets tot redding te kunnen doen. Den vol genden dag was de wind iets be daarder en bleef zoo den geheelen Donderdag. Op beide laatste dagen zag men verscheiden vaartuigen pas- seeren en was het zeer hard voor hen te zien dat geen dezer poogde naderbij te komen om hen uit dezen verschrikkelijken toestand te verlos sen. Het dek was geheel onder water en men kon de fokkemast niet ver laten om voedsel of drinken te ver krijgen. Donderdagsavonds zagen zij een vischsmak passeeren, en over groot was de blydschap der onge- lukkigen, toen zy des morgens ten 4 ure de reddingboot zagen naderen, die na eenige vrucbtelooze pogingen om een lijn op het wrak vast te maken, daar eindelijk in slaagde en hen allen in de boot nam en aan wal bracht, met byna al hunne le den bevroren en zoo uitgeput van koude en ontbering, dat men ver plicht was de schipbreukelingen uit de boot te dragen. Verschrikkelijk was het voorkomen dier geredden: hun aangezicht was gedeeltelijk zwart van de vorst en al hunne ledematen stijf en onbruik baar. Door de hulpvaardige zorg van den Ned. consul werd aan de schip breukelingen alle mogelijke bijstand verleend tot leniging van hunnen beklagenswaardigen toestand, terwyl volgens een later bericht vermeld kan worden, dat het met de geredden beter gaat, zoodat er hoop bestaat hen allen in het leven té behouden. Van de manschappen die het schip met de boot verlieten is nog niets naders vernomen. De namen der geredden van het stoomschip „Ingerid" zijn: Van der Stoop, gezagvoerder; Poppiuga, stuur man; eerste machinist Steerard; de stoker Audersenen de matrozen Bakker, Goedgeluk en A. Vos. Van verschillende kayton wordt gemeld dat met den strengen winter het wild veel te lijden heeft. Niet alleen sterft het van kou en ge brek, maar een aantal stroopers rich-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1881 | | pagina 1