lp fluim I g 11 s l i ME Ier mlaitim ZDIB-Kl.
De Concurrent,
ijs. Voorscli ijs.
ra gijn k co.
In TUIIHSTI KPOTPRIJXE\.
DE EUROPEESCHE
5-jarige guarantie.
CEN TB AAL-N A AIM ACHINN MAGAZIJN VAN
G. B. SCHULMAIJEB Go., Spoorstraat Q17.
Is bet nv belaas ie Bijïs-Posispaarbaot te
kiezen torn een partMere?
Beantwoord door D. DEKKER, Voorz.-Directeor der Nutsspaarbank te Helder.
Prijs S2S Cent
BEBKHOUT Co., te Nieuwediep.
Salvator
Oranje- Nassau
Charlestown
B. SCH00NHEYT,
Grove Engelscbe
STEENKOLEN.
BIJ KI. BUTTER,
Buiten Bautaimerstraat No. 2
Weststraat L 87.
Weststraat L 88.
ffASCHSTELLEN, in mime ta.
NOORSCH BLOK-IJS.
Adres: N. J. FRANKET, te Nieuwediep.
Bjj C. GOBTKB,
REGISTERS
voor Logementhouders en Kooplieden
Pi Miiu firlyiuiL
HOOFDGRACHT
K 68-69.
OgÉfj^^Belanghebbenden worden^opmerkzaam gemaakt dat gedurende dit jaar geen Oprui-*
mingvan JAPONSTOFFEN of BUKSKINGS meer zal gehouden worden.
VRAAG zoolang de voorraad strekt van de partij VRIESBAAIEN op 21 Juni 11. geannonceerd, 2 Els blauwe a 80 Ct.
en 120 Cts. en roode a 90 en 120 Cents Uitmuntende door zachtheid en zwaarte maar vooral door sterkte. Zijn
20 Cts. per el goedkooper dan gewoonlijk. Gewone soorten in alle andere prijzen voorhanden. Belanghebbenden profiteeren van boven
staand koopje. De kleinste helft dier partij is nog maar voorhanden.
vestigt dej algemeene aandacht op de door
haar gefabriceerde veel verbeterde
FAMILIE-NAAIMACHINES,
welke aan alle eiachen op het uitnemendste
voldoen en welke de voordeelen bezitten van
Zelfgarenwinder, Zelfdraadafsngder en ver
eenvoudigde Naaldzettiog, waardoor de juiste
Naald^tand zonder eenige inspanning wordt
verkregen.
Volkomen gratis onderricht.
IS VERSCHENEN:
Dit belangrijk geschrift, dat op grondige wijze de qnaestie der Spaarban
ken bespreekt, is in eiken Boekhandel verkrijgbaar en bij de Uitgevers
De fijne streng hygiënisch bereide
TAFELLIKEUREN van de firma
WAUTERS DE BUSSCHER
Hofleverancier te Mechelen,
Succursale Fabriek Rwscndaal
mogen in geene restauratie of café
van beteekenis ontbreken, dezelve zjjn
dan ook bereids in voorname koffie
huizen alhier voorhandenvolgens
Prijscourant te bekomen bjj:
J. DAARNHOUWER, Dijkstraat,
en J. DITO, Kruisweg,
alsmede bij den ondergeteekende
J. J. MEIJER, vertegenwoordiger,
ANKERPARK.
LOGEMENTHOUDER,
Amsteraam
wordt een nette en geedkoope be
diening verzekerd.
Een ruime keuze ^in Porceleinen SERVIESEN,
DEJEUNES, Present KOP en SCHOTELS, BORD
JES, TAARTSCHOTELS, SOEZENMANDEN, EIE-
RENSTELLEN, BESCHUITDOOZENFRUIT
SCHALEN, KOMFOORTJES, enz. enz.
De ondergeteekende is ten allen tyde ruim voorzien van pulk, hard, glashelder
Hjj is ook genegen om contracten tot levering te sluiten. Desverkie-
zende franco aanlegplaats stoomboot Zdr Hnklen, hetzij los of verpakt.
1311 lijo prljzsen.
hoek Biersteeg,
Ultverüoop van:
Engelsche HOOI- en MESTVORKEN,
IJzeren LEDIKANTEN. HOOIVOR
KEN met steel van af f0,80 f 1.
te bekomen bij
C. DE BOER Jr., Spoorstraat.
FEUILLETON.
19
ROMAN
Uit 't Duitsch.
Men zette zich in het slot Breitenbach
niet eerder aan den disck, alvorens de oude
gravin was binnnengetreaen. Deze was nog
niet met mejuffrouw v. Richthofen ver
schenen, toen de overige disehgenooten ziek
in groepjes gevormd hadden. Graaf Ste-
phan, de vader van Al bert en Rosamunde,
een man van gemiddelde grootte, zeer ge
spierd, met een korten hals, rood gelaat,
blonde favoris en dito wenkbrauwen, kleine
blauwe oogen eu een dikken naar de blauwe
kleur overhellenden neus, onderhield zich
tamelijk luide met de beide meesters van
Albert. Hij had reeds eea tamelijk kaal
hoofd, doch het nog op hoofd voorhanden
donker blonde haar, dat hier en daar reeds
grijsde, viel in lange lokken langs zijn
hals. Hij zag er niet uit als de vertegen
woordiger van een der voornaamste en rijk
ste adellijke geslachten van het land, doch
veeleer als een zeer gewoon houtvester.
Hem was dan ook de voorstelling van den
een of ander volstrekt niet aangenaam en
ware mevrouw zijn mama in het slot niet
tegenwoordig geweest, dan zou er al zeer
weinig spraak van de inachtneming der
étiquette geweest zijn.
Toch echter was graaf Stephan van af
zijne jeugd door. zijn mama zoodanig ge
dresseerd, dat hij nimmer vergat de voor
geschreven vormen in acht te nemen. Hij
was niet direct dom, maar ook niet geleerd
en het gebied waarop hij zich het liefst be
woog was dat van de jacht. Het overige
boezemde hem weinig belang in, uitgezon
derd een goed glas wijn, het „zes en zes
tigen" en het schaakspel, waarin de beide
leermeesters van Albert, indien er geen be
zoek op het slot was, hem meer dan hun
lief was een handje moesten helpen. Overi
gens mocht graaf Stephan zich daarop be
roemen dat hij iemand was met een open
karakter.
In de nabijheid van het buffet stonden
drie dames n. 1. de Fransche gouvernante
mejuffrouw Grammont, geboortig uit Gent
en de Duitsche gouvernante mejuffrouw Es-
selbach beide dames waren echte gouver
nantes en eenmaal aanspraak te kunnen
maken „lief vrouwtje" genoemd te worden
lang gepasseerd en een jong zeer vroo-
lijk meisje, mejuffrouw Anna Berghofer, de
dochter van den overleden predikant Berg
hofer, de vroegere zieieherder van het dorp
Breitenbach. Reeds als een jong kind was
Anna wees geworden en had men haar op
het slot genomen, om Rosamunde een speel
kameraadje te geven. Beide waren van ge
lijken ouderdom en ook later, nadat zij reeds
haar belijdenis hadden afgelegd.wilde de jonge
gravin van hare geliefde vriendin, die zij
als een zuster beminde, niet scheiden. Anna
Berghofer bezat het volle vertrouwen van
Rosamunde, uitgenomen ten opzichte van
een geheim, dat zij geheel en al voor zich
zelve hield. Was Rosamunde bij allen die
zich op het slot bevonden bemind, Anna
mocht zich ook in dezelfde gunst verheu
gen. Niemand kon ook boos zijn op het
vroolijke meisje met het aschblonde haar,
dat tegenover iedereen zoo vriendelijk en
beleefd was. Zelfs de gunst van de oude
gravin en mejuffrouw v. Richthofen-had zij
zich kunnen verwerven. Zij was op liet
slot groot gebracht en voelde zich daar ge
heel en al tehuis. Daar zij ongeveer als kind
was aangenomen, was zij de eenige die met
de familieleden aan tafel durfde verschijnen
wanneer adellijke gasten op bezoek waren.
Roderich werd natuurlijk als lid der familie
aangezien en ten zijnen opzichte werd dus
geen verandering in de gewoonten gebraoht.
Mejuffrouw Grammont was een klein
net gebouwd persoontje, dat door valsche
vlechten en lokken en andere kunstmiddel
tjes er zeer goed in slaagde zich eenige
jaren jonger voor te doen, dan zij werke
lijk was. Hare levendige manieren kwamen
die verjongingskuur zeer goed te stade. Me
juffrouw Esselbach was de gouvernante,
zoo als men die in de boeken beschreven
vindt. Zij had een zeer fijn gezicht, mooi
gefriseerd haar, was zeer afgemeten, vroom
en zeer wel opgevoed, want behalve dat
zij Latijn en Grieksch kende, sprak zij ook
Italiaanscli en wist mede te praten over
chemie, physika en alle philosophische stel
lingen. Men zag haar nooit anders dan in
zwarte zijde gekleed.
Roderich v. Breitenbach zat in de nabij
heid van het laatste raam der kamer, bijna
geheel achter een bloemtafel verborgen, en
bladerde in een album. Zoo nu en dan
wendde hij een blik naar de beide vleugel
deuren welke toegang gaven tot den cor
ridor.
Rosamunde hud te lang in het park ver
wijld en zag, toen zij in het slot gekomen
was, dat zij nog haar morgentoilet droeg.
Zij had Roderich verzocht haar voor te
gaan in de ontbijtkamer, waarna zij de trap
pen was opgevlogen om in haar kleedkamer
zonder door Dorette te worden geholpen,
haar morgenkleed te verwisselen voor een
japon van hemelsblauwe zijde. Na daarmede
gereed te zijn begaf zij zica weder naar be
neden. Zij wist dat het grootmama niet
aangenaam was wanneer niet alle personen,
die aan het ontbijt moesten deelnemen,
verzameld waren, wanueer zij in de eetka
mer kwam.
De oude gravin was nog niet aanwezig
toen Rosamunde de ontbijtkamer binnenkwam.
Na de verschillende personen gegroet te
hebben, naderde zij haren neef.
Zij had een gevoel als had zij hem even
te voren in 't park te grof behandeld en
wilde hem daarom thans een vriendelijk
woord toevoegen.
Graaf Roderich scheen geheel verdiept in
de beschouwing van het album. Had hij
zijn nicht niet booren komen Eerst toen
zij vlak naast hem Btond zag hij op.
„Hoe bevallen u die photogrephiëa P"
vroeg zij.
„Ik kan die argeölogische puinhoopen zoo
mooi niet vinden," gaf hij ten antwoord
en bladerde verder.
„Voor mij hebben zij een groote waarde,"
vervolgde Rosamunde, „die overblijfselen
van een verheven kunst, overblijfselen die
heden nog bestaan en reeds toenmaals be
stonden als deelen van een geheel toen de
Grieken en Romeinen de wereld' beheersch-
ten en in de kunst een hoogte bereikt had
den, zooals 't na hen nog aan geen natie
gelukt is."
„Gij spreekt zoo geleerd als een boek,1
zeide Roderich eenigszins spottend.
„Gij zoudt wellicht liever wenschen dat
ik met n over paarden en dergelijke zaken
sprak P"
„Gij zijt tooh niet boos?"
„O neen!"
Inderdaad was zij toch een weinig be
ëdigd. Zij wist zeer goed dat men haar
neef niet met geleerde dingen aan boord
moest komenhet was reeds vroeger voor
gekomen, dat hij bij een soortgelijk onder
hond met haar kennis gespot had. Zij had
hem toen met zijne weinige kennis ge
plaagd, doch er verder niet over nagedacht.
Heden echter deed haar dat gebrek aan
kennis pijnlijk aan. Zij zette het gesprek
over de kunst dan ook niet verder voort,
doch vroeg
„Waar blijft Albert?"
„Het aangenaam gezelschap van zijn be
diende zal hem nog terughouden."
„Zoo, is de nienwe bediende aangeko
men."
„Ja, en Albert moet zeer met hem in
genomen zijn."
„Ik wil hopen, dat hij niet zoo onge
schikt is als Prits."
„O, deze is veel meer de ware Jozef."
zeide graaf Roderich spottend, „niettegen
staande zijne eenvoudige kleediug handelt
hij als een dandy uit de residentie. Ik zou
zulk een gezicht niet lang voor mij kunnen
hebben en voorspel dat hij het hier niet
lang maken zal. Niettegenstaande zijn be
scheiden gelaat, is hij zeer arrogant." Op
dit oogenbiik werden de vleugeldeuren ge
opend, die tot Albert s kamer toegang ga
ven. Een oogenbiik daarna schoof Hein-
rich Schwarz den wagen over den drempel.
IV.
„Na knnt ge al dadeiijk met den nieu
wen bediende kennis maken," zeide Ro
derich.
Rosamunde wendde zich om, doch nau
welijks had zij een blik op den bestuurder
der ziekewagen geworpen of zij ontstelde
als zag zij plotseling een spook uit de aarde
verrijzen,- zij beefde over haar geheele li
chaam, het werd haar zwart voor de oogen,
haar gelaat werd met een doodelijke bleek
heid overtogen, haar bleeke lippen trokken
krampachtig en de half zinnelooze zon ineen
gezakt zijn, als Roderich niet was te hulp
gekomen eu kaar iu zijn armen had opge
vangen.
De handeling gaf haar heure bezinning
Zij riehte zich weder op en zeide op kor
ten, hol klinkenden toon
„Laat mij los, het gaat weer over."
Alles kwam in beweging; men naderde
Rosamunde en vroeg wat er aan scheelde.
De jonge gravin was intusschen weder
geheel tot zich zeiven gekomen.
„Een soort toeval," zeide zij. „Het was
zeer warm in den tuin. Ik heb zeer snel
geloopen en in den laatsten tijd meer der
gelijke toevallen gehad."
Zij begon eensklaps hartelijk te lachen,
doch het was een gedwongen, onnatuurlij-
ken lach, en vervolgde daarop
„Gij ziet, heeren en dam«s, dat gij n wat
mij betreft niet hebt te verontrusten. Ik
verzoek u, dat ge u door mij niet zult
laten ophouden."
„Gij hebt ons werkelijk allen een schrik
op het lijf gejaagd," zeide graaf Stephan.
„Ik verzoek duizend maal vcrschooning,
lieve papa," zeide de jonge gravin, terwijl
zij nog steeds lachte.
Spoedig was alles tot zyn gewone kalmte
Slechts een van allen had gedurende het
oogenbiik dat de verhaalde gebeurtenis plaats
greep Heinrich Schwarz gade geslagen. D«
schrik en een blos waren pp het gelaat van
laatstgenoemde waar te nemen, toen bij Ro
samunde plotseling zag ontstellen. Het was
graaf Roderich die zulks bemerkt had.
De toeval van zijn nicht had hem een
oogenbiik alleen aan haar doen denken.
Toen zij weder bijgekomen was begon hij
over hetgeen had plaats gehad na te denken.
„Wat was dat nu Wat had dit te beduiden,
zeide hij bij zich zeiven. „Zon het moge
lijk zyn, dat er een overeenstemming be
staat tusschen de gravin Breitenbach en de
bediende van haren broeder? Hier bestaat
een geheim, dat ik moet trachten te door
gronden,"
Albert was door Heinrich op zijn gewone
plaats gebracht. Zijn „goeden dag allen"
bestierf op zijn lippen en toen hij zijn zus
ter eensklaps ongesteld zag worden.
„Zijt gij werkelijk weder geheel beter
Rosamunde?" vroeg hij.
„O ja, dat zal wel schikken" antwoordde zij.
Heinrich Schwarz stond nog steeds achter
den wagen, terwijl hij zijn oogen op den
grond gevestigd hield.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.