LIKDOORN-TINCTUUR
DE CONCURRENT,
AARDEWERK EN GRANIET.
f 1000
LÉscie Nollen en IalaoflscIs ncliaal lewartto ffaiten DEKENS. Pipé OYERSPREIEN aa Molton DEKENS.
30? Staats-Loterij.
last in ie Tniatjes.
Lokaal Ja Lindebom"
D. BROEKMAN,
BIJBEL-DEPOT.
BIJ ffl. BUTTER,
Bi reclti Eriwaai.
GM «Dlssie TAFEL-SERVIEZEN,
Spécialiteit in wollen Fantaisie Kinder- en Beddekens en fijne Fransche Creton watten Dekens, in de nieuwste dessins.
DE TIJDGEEST.
of oprnimine
ONTVANGEN:
Lokaal «Koningskroon."
Muziekvoorden Dans
Muziek voor den Dans.
Solide Winkeliers
J. RIMER.
ia dep Bsddenwinkel, floofdcraclit 85.
Weststraat L 87. Weststraat L 88.
Een ruime keuze in alle soorten gewoon
Wollen Wieg-DEKENS, U/4 El lang, 1 El breed, 90 Cts. en VI, bij VI, van af f 1.20.
Kreb-DEKENS '2l/4 V/3 gekeperd 4.00.
Eenpersoons-DEKENS 2s/4 El lang 2 El breed 3.50.
Tweepersoons- 3 21/, 5.50.
Ledikant 3'/, 2»/4van af f 12.00.
Kooi of Paarden-DEKENS, lang 3 breed 2 El 2.50.
zware groene Zee- 3 21/, s 5.00.
Witte Piqué met franjes KINDERSPREIBN van af 75 Cts. tot f2.00.
groote O VERSPREIEN van af f2.00 tot f 6.00.
c=3
=3
tö
=23
Gestikte WIEG-DEKENS
17,
El lang
en
17,
El breed
f 1.50.
eenpersoons
27.
2
3.00.
grooter
23/4
27,
3.50.
tweepersoons
3
27,
4.00.
grooter
3
27,
4.50.
extra groote
37,
3>
2VS
5.00.
Ledikant
37,
27,
6 00.
37B
3
7.00.
Molton DEKENS, van af 60 Cts. tot in de grootste en beste soorten.
sw Zie de uitstalling.
r
Alle Leidsche wollen Dekens worden onder waarborg van solide wol geleverd. Alle gestikte
katoenen Dekens worden vervaardigd van uitsluitend zuivere Watten-Katoen, goed en gelijk
matig gevuld, prachtig met de machine gestikt, met echt Zwitsersch Katoen gevoerd en met
het beste inlandsch doek (geheel echt in de wasch), overtrokken.
|y|£JwagensveraDdBrinC
(geen machinaal bewerkte.)
Chitsen of Duitsche DEKENS,
goed met watten gevuld. l-persoons
f 3.00. 2-persoons f 4.00 en 4.50,
LEDIKANTSDEKENS f5.50.
WOLLEN DEKENS,
3 el lang, en 21/3 el breed, voor f 6.
KINDER-DEKENS van af f 1.-.
BEDDEN-MAGAZIJN, HOOFDGRACHT 85.
HOLSMULLEB
Bij den ondergeteekende zgn voor
bovengenoemde Loterij weder
heele en gedeelten van Leten
te bekomen, Yan een accurate ver
wisseling kan men verzekerd zgn.
M. A. GRUNWALD,
Vlootstraat, Helder.
Trekking der le klasse:
Maandag 29 Augustus a.s.
FEUILLETON.
ROMAN
Uit 't Duitsch,
18
„Het verwondert mij nu," zeido Albert
op scherpen toon, „dat gij niet te trotsch
geweest zijt u door een onbekende, die
zoo onhoffelijk was zich niet eerst aan u
te doen voorstellen, uit het doodsgevaar te
laten redden. Ja, inderdaad, dat kon hij
niet laten doen, want gij waart in onmacht
gevallen. Hij had moeten wachten dat gij
weder tot u zelve gekomen waart en wan
neer gij dan tot de ontdekking waart ge
komen „dat hij zoo ver onder u stond",
hadt gij wellicht de voorkeur er aan gege
ven levend te verbranden."
„Al spot gij, ik verzeker u dat ik er
niets aan kan doen. Ik moet mijn verzoek
nogmaals herhalen, op gevaar af door u
voor een ondankbaar wezen te worden aan
gezien."
„Daarvoor te worden aangezien behoeft
niet-, want inderdaad zijt gij zeer ondank
baar en dat doet mij leed. HoeP Is dan
bij ons, Breitenbrach's, de adel waarop wij zoo
prat, zoo trotscb zijn alleen uiterlijk ver
toon. Wat beteekent zulk een adel, als zij
niet gepaard gaat met dien vau de ziel P
En is ondaukbaarheid zieleadelP Neen, zij
is het grootste gebrek van een gevoellooze
ziel; de dankbaarheid daarentegen is het
schoonste gevoel, dat God in de hartender
raenschen gelegd heeft. Zelfs een dier kent
dat gevoel. Hoe dankbaar is niet een hond,
dien men een weldaad bewezen heeft en
gij, gij wilt dat gevoel verloochenen."
„Hetgeen gij zegt, doet mij leed, Albert,
want tot heden kunt gij mij er niet op
wijzen dat ik ooit ondankbaar geweest ben;
hoe dankbaar was ik niet den minste van
ons dienend personeel, wanneer bij mij den
kleinsten dienst bewezen bad doch in dit
geval is het anders. Het is ook niet on
dankbaarheid, die mij tot bet doen van dat
verzoek heeft gedreven, het is heel wat
anders. Ver van hem wil ik doen wat in
mijn vermogen is; hetgeen ik bespaard heb,
mijne kostbaarheden, alles wil ik met vreug
de voor hem opofferen, maar hem zien, dat
kan ik niet."
„Gij wilt uwe dankbaarheid betoonen op
Zondag aanstaande
Entree vrf). tanvanr 7 nre.
J. P. VOLKERING.
Zondag a- s.,
AANVANG 3 UUR.
J. v. HOOLWERFF.
Kondas: a. s.
Entrée vrU. Aanvang 7 nnr
Jb. VERMEULEN.
Middenstraat, Helder, is ruim voor
zien van
compleet stel a f 19.00.
worden gevraagd voor
den V O XT li. OOP van
Machinale - Beschuit.
Brieven franco of in persoon bij
J. GROENEWOUD, op de Laat te
Alkmaar.
Ruime sorteering van
KERKBOEKEN, van af f 0.50,
f 6.00 en hooger.
LOGEMENTHOUDER,
Bniten Bantammerstraat No. 2
ümsteraam
wordt een nette en goedkoope be
diening verzekerd.
ONTVANGEN een mooie sorteering
Tevens ook Veldbed en
Kinder-Ledikant.
Wolleu Dekens worden machinaal
gewasschen
ontvangt diegene, die na het gebruik van K R I E G E R'S
nog Likdoorns heeft.
Deze Tinctnnr verwijdert binnen 3 dagen, geheel pijnloos, iederen
Likdoorn met, wortel. Duizenden zijn reeds genezen. Dit is het eenlge
middel, hetgeen met het grootste succes bekroond wordt. Tegen inzending
of rembours van f 1,ontvangt men een fleschje met penseel en ge
bruiksaanwijzing.
Alleen echt te bekomen bg KRIEGER te Amsterdam, Kerkstraat 62.
VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK.
in gewoon Aardewerk en Graniet.
WASCHTAFELSTELLEN, in ruime keuze, enz. enz.
Zie de uitstalling van gewoon Aardewerk en de lage prijzen.
de manier die u het gemakkelijkst valt en
weet nog in het geheel niet of dankbaar
heid in den dooru bedoelden vorm betoond,
den man niet diep zou krenken. Leed moet
het hem zeker doen, ondankbaar zouden wij
in zijne oogen schijnen, wanneer wij hem
na een verblijf van eeuige uren binnen de
muren van het slot weder zijn ontslag ga
ven. Neen, neen, denk daarover zoo gij
wilt, maar ik wil niet den minsten schijn van
ondankbaarheid toonen tegenover den man,
die het leven mijner zuster gered heeft. Hij
heeft u het leven gered; o hoe dankbaar
moet ik hem wei zijn, wanneer hij er iu
slaagt ook mij gedeeltelijk van mijne zwakte
en verlamming te genezen. Ik laat hem
niet gaan!"
„Albert, ik bid u
„Neen, onder geen voorwaarde, welke
die dan ook zij!"
Albert," riep Rosamunda opgewonden,
terwijl haar de tranen langs de wangen
biggelden, „Albert, wanneer gij mij lief
hebt, voldoe dan aan mijn verzoek
Zij greep zijne hand en gleed van hare
stoel, zoodat zij geknield naast den wagen lag.
„Albert," ging zij voort, „ik bezweer u,
blijft bij hier, dan moet ik van schaamte
vergaan
„Gij zijt mij volkomen een raadsel, Ro-
samunda, ik herken u niet meer; doch sta
op, ik wil u nog wat anders zeggen.
De zuster stond op en nam weder plaats
op haren stoel.
„Zie eens naar buiten, Rosamunda, hoe
schoon de lente zich vertoont. De gansche
wereld is in een zee van licht gehuld; op
de groene bladeren, op de witte bloempjes
dansen de zonnestralen; Gods schoone zon
overgiet alles met nieuw leven, metnienwe
kracht, alles verjongt zich voor zijn nieuw
bestaan. Slechts een is uitgesloten om van
al tlie heerlijkheid te genieten en ziet uit
zijn kerker slechts een zeer kiein gedeelte
van dat alles. Een arme Lazarus, ziek en
zwak, met doode beenen, voor hem is het
ellendige leger waaraan hij geketend is
zijn geheele wereld. Hij moet alles ontberen
wat het hart vau een jongeling verheugt,
iedere vrije beweging is hem onmogelijk,
gekweld wordt hij door het brandend ver
langen om als andere menschen te kunnen
genieten van Gods schoone natnur, in bosch
en veld mot volle teugen de zoele lente
lucht in te ademen, blijven moet hij op de
plaats waar zijn oppasser hem heeft gelegd,
ontberen moet hij allee, wanneer hij het
uitzicht heeft dat het met hem nog eenmaal
anders zal worden, dat nog eenmaal de
schoone wereld zich voor hem zal ontsluiten.
Albert zweeg een oogeublik en vervolgde
toen:
„Daar komt een jonge man op het le
venspad van den zieke, die zich slechts als
dienaar heeft verhuurd, maar wiens geheel
uiterlijk zegt, dat hij geen bediende van
de gewone soort is. Uit zijn edele trekken
spreekt welwillendheid, uit zijne oogen
straalt verstand. De zieke komt ook spoedig
te weten dat zijn bediende het gymnasium
bezocht heeft, wegens gebrek aan middelen
zijn stadie moest staken en dat hij een
betrekking van ziekenoppasser heeft aange
nomen, om, daar het studeeren in de medi
cijnen zijn lievelingsdenkbeeld was, toch
de uitoefening van die wetenschap zoo nabij
mogelijk te zijn; dat hij zijne praktische
ervaringen door theoretische studiën zoo
ver heeft aangevuld, dat hij zich in staat
gevoeltin een land waar geen examen als
hier verlangd wordt, de artspraktijk uit te
oefenen, dat het hooge loon hem heeft doen
besluiten als bediende bij een zieken knaap
in dienst te treden, ten einde zoodoende
het noodige te kunnen besparen voor den
overtocht naar Amerika, waarvoor hem tot
heden het geld ontbrak. Een zonderlinge
sympatie ontwaakt in de borst van den
zieke. Uit het onderhoud blijkt, dat de be^
diende de goede vormen weet in acht te
nemen, van zijn overige talenten want
hij speelt en zingt stelt de zieke zich
zeer veel voor en hoopt nog menig genot
rijk uur met hem door te brengen. In het
gebeele voorkomen van den man ligt zoo
iets eigenaardigs, dat zijn meester hem eer
als vriend dan als gebieder kan behandelen,
eri vóór alles: de zieke weet dat zijn be
diende uit een inrichting komt waar alle
nieuwe uitvindingen op het gebied der ge
neeskunde, alle nieuwe middelen beproefd
en aangewend worden; hij heeft in hem
zijn vertrouwen gesteld, hij voelt in zich de
hoop op beterschap ontwaken, een hoop die
door het vertrouwen dat hij in zijn vriend
stelt, bijna aan zekerheid grenst; hij weet
ook dat de nieuwe ziekenoppasser buiten
kennis van de gravin Breitenbach of den
dokter die hem tot heden behandelde, zijn
arts worden zal, hem de zoo lang, zoo
smartelijk verbeide gezondheid zal weder
geven. En nu vraag ik u, Rosamunda, wat
is grootcr, nw trots of uwe liefde voor
uwen armen broeder Wordt nw medelijden
door uw egoïsme overschaduwd, vermeent
gij niet te kunnen verdragen den onderge
schikten man, den redder nws levens en
die ook thans mijn redder worden zal
voortdurend in mijne nabijheid té zien P
Wilt gij mij mij weder hem ontrooven,
die mij een troost, mijn eenige aanspraak
in eenzame uren is, die mij somwijlen mijn
lijden kan doen vergeten, wilt gij dien
man in den weg staan en daarmede mijne
genezing, waarnaar ik zoo vurig verlang,
zeg, wilt ge dat Rosamunda, herhaal dan
nog eenmaal uw verzoek!"
„Albert," riep zijn zuster en een nieuwe
tranenvloed stortte zich langs hare wangen,
„welk een alternatief stelt gij mij. Gij weet
hoeveel ik van u houd, hoe ik u van gan-
scher harte ben toegedaan, welk een diep
medelijdon ik met uw treurig lijden heb,
hoe het raiju eenige wensch is u weder ge
zond en vroolijk te zien. Wanneer gij
zoo tot mij spreekt, wanneer de zaken zoo
staan, dan kan ik, dan dnrf ik mijn ver
zoek niet weder herhalen en zal ik lijde
lijk dragen wat het lot mij oplegt. O,
Albertindien gij wist welk een ofFer ik u
breng, maar ik wil het u brengen, gaarne
brengen zelfs beoordeel mij niet valsch
God zal mij mijn lot helpen dragen."
„Wat is daarbij zoo zwaar te dragen,
Rosamunda? Ik begrijp dat niet goed.
Heeft nw verzoek een dieperen grond P Is
er tusschcn u en uw redder ook iets bij
zonders voorgevallen P"
„O, neen, zeker niet, geloof dat r.iet.
Wat zou er wel voorgevallen moeten zijn
„Of denkt ge wellicht, dat hij hier in
dienst getreden is met een andere bedoeling
dan hij heeft opgegeven
Toen zijn zuster zweeg vervolgde Al
bert
„Gelooft gij, dat hij geweten heeft wie
bij redde?"
„Ik weet het niet."
„Ik betwijfel het. Ik ben overtuigd, dat
indien dit het geval ware, hij hier niet in
dienst zou zijn getreden. En mocht ik mij
op dit punt vergissen, dan getuigt het in
ieder geval van bescheidenheid, dat hij zich
tegenover mij niet aanstelt als de redder
mijner zuster. Ik wil nu van hem ook het
een en ander omtrent uw redding verne
men."
„Gij wilt dus daarover met hem spre
ken P"
„Kunnen wij dan de daadzaken igno-
reeren? Zijt ge zelve niet verplicht hem
persoonlijk uwen dank te betuigen P"
„Ik, ik zelve zou dat moeten doenP"
„Kunt ge dat nog vragen P Zou hij u
niet voor een schepsel zonder hart houden,
indien gij het niet deedt?"
„Ook dat nogP O, mijn God!"
„Gij kunt daarmede nog talmen P"
„Hier ligt een geheim verborgendacht
Albert bij zich zeiven, „wellicht zal hij er
mij den sleutel tot oplossing van kunnen
geven."
„Nog heden," zeide hij luide, „moet
gij zelve, papa en grootmama de mededee-
ling doen, dat het mijn secretaris is, die
u gered beeft en hen verzoekon er over na
te denken wat de best passende belooning
voor hem- zoude zijn. Wilt gij dat doen
„Ik zal het doen
„Zoo, ga dan thans, Rosamunda. Of
schoon ik den heer Schwarz eerst tegen vijf
uur besteld beb, zou het niet onwaarschijn
lijk zijn dat hij reeds vroeger kwam en
ik zou niet gaarne zien, dat hij u zag in
een toestand als waarin ge u thans bevindt."
„Gij hebt gelijk ik zal mij verwijde
ren. O, verschoon mij, Albert, ik wil om
uwentwil alles doen, alles verdragen; denk
toch niet dat ik geen hart heb, dat ik
slecht ben."
Het jonge meisje drukte een zakdoek
voor bare oogen en verliet de kamer.
De broeder zag baar na en toen zij ver
dwenen was liet hij het hoofd hangen, als
ware hij in gedachten verzonken.
„Er moet bij deze reddingsaffaire 't een
of ander buitengewoons zijn voorgevallen,"
zeide hij bij zich zeiven, „iets bijzonders,
die deze onbegrijpelijke verandering bij Ro
samunda heeft doen ontstaan. Ik kan ech
ter niet denken wat dit wel geweest moet
zijn.
Hij zweeg eensklaps en riep „binnen,"
daar er aan de deur geklopt was.
„Het verheugt mij dat gij komt, mijn
heer Schwarz, riep hij den binnenkomende
toe, „ik verneem daar zooeven het verwon
derlijke nieuws, dat wij u de redding mij
ner zuster uit het brandende schouwburg-
gebouw/tëlïaïiken hebben.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.