T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL No. 912. Vrijdag 11 November 1881. Negende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per po«t75 Afzonderlijke nummers 2 UitgeversBERKHOUT Co. te Helder. BoreaalSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën. van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 18 m. Ondergang 4 u. 10 m. Zondag 13 Laatste Kwartier. Maandag 14 Dinsdag 15 Woensdag 16 Donderdag 17 Vrijdag 18 Zaterdag 19 NI EU WS'TIJ DIN GEN HELDKK, 11 No 1881. Kapitein Dahl, voerende het schip »Helena," van Soderham alhier binnen, rapporteert 3 dezer op 56° 10' N.Br., en 6° O.L. gezien te hebben een in zinkenden staat ver- keerende Ned. barkde equipage was nog niet voornemens het schip te verlaten. De Noorsche bark »Saga" neemt de geloste lading naphta weder in, om naar Bremen te worden ge sleept. Het stoomschip Wyberton" is met de 19 geredde passagiers van de Koning der Nederlanden" Dinsdag te Marseille aangekomen. Alles wel aan boord. Het schip moet twee of drie dagen quarantaine houden. Men leest in bet H. bl. De te Dondra (eiland Ceylon) aan gekomen sloep van het stoomschip Koning der Nederlanden") is hoogst waarschijnlijk zelf geland en niet aangebracht. In dat geval heeft de sloep met 27 geredden 32 dagen noodig gehad om van de plaats des onheils Ceylon te bereiken en heeft een afstand van ruim 300 mijl af- Moeten wij bij ons medelijden eer bied hebben voor den moed en de volharding der bemanning van die sloep, wij mogen bovendien onze bewondering niet onthouden aan de zeemanskunst, noodig om een der- gelijken afstand onder zulke omstan digheden met succes af te leggen. De grootste lading petroleum, die ooit door één schip naar Europa is aangevoerd, heeft het te Brouwers haven voor een paar dagen aange komen schip De Donald Mackay," kapt. Ihlow, aangevoerd. Het schip had nl. aan boord 16,045 ronde barrels. Te Deventer wordt in den laatsten tijd zeer veel schelvisch en kabeljouw aangevoerd, die voor 6 a 15 cent en kabeljauw voor 30 a 60 cent per stnk verkocht wordt. De oorzaak van den grooten toevoer wordt toegeschreven aan het steeds heerschende zachte weder, waardoor de visch niet geschikt is ter verzending. Men sclirgffc uit Ylissingen: Het vermoeden,dat reeds sedert eeni- ge dagen bestond, dat de bedrijver van den moord te Yeere zou aan te wijzen zijn schijnt thansgenoegzame zekerheid hekomen te hebben. Een jong menscb zoon der wed. R. aldaar, zou de af schuwelijke misdaad gepleegd hebben. Op den dag van den moord is bij 's avonds uit Yeere vertrokken en heeft later niets meer van zich doen hooren. De antecedenten van dit jonge mensch moeten verre van gunstig zjjn. Hjj was suikerbakker van be roep. Men zal zich herinneren dat er vermoeden bestoud dat de toege brachte steken aan het slachtoffer, door een vreemd soort mes, in dit geval een suikerbakkersmes, zouden zijn toegebracht. De familie van het ellendige jongmensch, die als al gemeen geacht bekend staat,, is ra deloos en in diepe smart gedompeld. Zijn moeder en zuster zijn ernstig ongesteld. De justitie zal de verdere zaken aan het licht te brengen hebben. Maaudag heelt de arrondisse- ments-rechtbank te Assen op de vordering van de vrouw, een huwelijk door echtscheiding ontbonden op grond van kwaadwillige verlating. De man, die anders niets tegen zijne vrouw had, beschuldigde haar van te kunnen tooveren en te behooren tot een familie, die reedi lang deze kunst verstond. Hjj schreef daaraan toe, dat zij een koe hadden verloren en hij eenigen tjjd ziek was geweest. Hij wilde daarom niet meer met zjjne vrouw samenwonen, bij wie hjj een kind had, verliet de gemeen schappelijke woning en weigerde de herhaalde aanzoeken, namens de .vrouw aan hem gedaan, om tot haar terug te keeren, te voldoen, tenzij de vrouw hem plechtig wilde beloven, dat hijnooit meer ziek zou worden. Op den straatweg tusschen Bergen-op-Zoom en Wouw is, op klaarlichten dag, een boeredochter door iemand aangerand, die haar onder bedreigingen hare mand eieren benevens haar geld afnam. Zij heeft daarvan onmiddellijk aangifte gedaan bij de maréchaussee. De dader is nog niet gevat. In het jaar van 1 April 1880 tot 31 Maart 1881 zijn op de Deen- sche kusten niet minder dan 154 schepen gestrand, waaronder 15 Ne- derlandsche. In 't geheel kwamen bij die strandingen 43 personen om het leven, terwijl 700 gered werden, dank zjj de voortreffelijke reddingssta tions langs de kusten. Wat deze sta tions vermogen, blijkt uit het aantal van 3784 menschenlevens, die door hunne tusschenkomst sedert 1850 van een wissen dood in de golven gered werden. Dezer dagen stond voor het gerechtshof te Bucha terecht de we duwe Johanna Bittner, die alles be halve een beminnenswaardige levens gezellin kan genoemd worden. Zjj werd beschuldigd herhaalde malen hare echtgenooten te hebben vergif tigd. Zij had vier mannen gehad, waarvan er slechts een zijn natuur lijken dood was gestorven. Haar eer ste man werd door haar na een hu welijk van vjjftien en haar tweede na een huwelijk van zestien weken vergiftigd. De rechtbank veroordeel de haar dan ook tot de doodstraf. Het Duitsche koopvaardijschip »Hugo," van Bremen, is in volle zee verbrand. De bemanning redde zich in de booten. Een daarvan, met den stuurman en vjjf matrozen, is door een Engelsche bark opgeno men. De kapitein en zestien man worden nog vermist. In het Zwitsersch kanton Neuf- chatel, hebben ernstige ongeregeld heden plaats gevonden. Een afdee- ling soldaten, die om schietoefeningen te houden, daarheen gezonden werd, Iroeg zich reeds onderweg'in den spoortrein zeer onbehoorlijk en de mannen kwamen sterk beschonken of veel te iaat in de kazerne aan. Daar bestormden zij de wacht, wierpen hst schilderhuis met schild wacht en al, omver, en dreigden zelfs de officieren te zullen dooden. De zaak wordt thans onderzocht, en zeker zullen de schuldigen streng gestraft worden, vooral daar in den laatsten tjjd iets dergelijks reeds meer onder de miliciens is voorgevallen. Bij kaap Gnardafui is onlangs een Engelsche stoomboot, die in mist gestrand was, door honderden gewa- penden wilden aangevallen. Daar er geen vuurwapenen aan boord waren, kon de bemanning zich niet lang tegen de overmacht verdedigen. Zij gingen daarom, toen de avond ge vallen was, allen in de booten en lieten het stoomschip aan zijn lot over. Den volgenden dag werden ;ij door een Engelsch schip opgenomen, dat hen dezer dagen te Cardiff aan tl zette. - De rechtstreeksche berichten uit Zuid-Afrika loopen tot 18 Oct. De Zuid-Afrikaanders in de Kaap kolonie voorzagen de bekrachtiging der conventie door de Transvaal, doch indien Engeland die te streng uit voerde of later niet wijzigde, zou de uittocht der ontevreden Boeren haar de Portugeesche bezittingen op grooter schaal volgen. Te Kaapstad wordt eene meeting voorbereid tot bevorde ring van Enropeesche landverhuizing naar de kolonie. De regeering van Zoeloeland bljjkt meer en meer op teleurstelling uit te loopen. De Ba- suto's en Pondo's zijn ook niet rustig. De Z.-Afrikaansche organen meenen altijd dat Engeland verkeerde staat kunde volgt. Aan de inboorlingen wordt te veel toegegeven, van daar voortdurend pennenstrijd over te groote immenging der Rjjksregeering in Zuid-Afrikaansche zaken. Die regeering heeft toekenning van ver antwoordelijk bestuur in Natal uit gesteld. Het vergaan van de Koning der Nederlanden. Door den heer C. Droogleever Portuyn, len officier van het stoomschip „Koning der Nederlanden," die door de „Wyberton" is opgenomen, is aan dedirectie der maatschappij Nederland de volgende brief uit Suez, do. 27 October, gezonden Het telegram uit Aden heeft u reeds iu kennis gesteld met het noodlottig ongeval, de „Koning der Nederlanden" overkomen, en ik haast mij UEd. eenige nadere bij zonderheden te doen geworden. Den 4en Oct. 11. waren wij stoomende onder vrij gunstige omstandigheden, flauwe zuidwestelijke koelte met hooge ZO. deining, hoewel r.iet hinderlijk voor de machine. Des avonds te 8 n. 45 m. begon eensklaps de machine vreeselijk snel te draaien, ver gezeld van een vervaarlijk geraas, gekraak en gestoot in het achterschip, 't best te vergelijken bij zeebeving of schuiven over koraal. Zoo Bpoedig mogelijk, ja bijna op hetzelf de oogeublik werd de machine gestopt en verklaarde de hoofdmaohinist, na gedaan onderzoek, dat de schroefas gebroken, de waterdichte schotten geheel ontzet, de kappen der metalen in de piek en tunnel gebróken en de pakkingsbossen pl.m. li Eng, duim vooruitgezet warendoor deze ont zetting kwam zeer veel water in piek en achterruim, doch niet zooveel als bij onder zoek bleek te, zijn in de provisie-magazijnen boven do piek, welke onmiddellijk na het gebeurde half onder water stonden, terwijl het water in de piek nog niet de hoogte van de schroefas bereikt had. Uit dat een en ander maakte de hoofd machinist op, dat of de schroefkoker gebro ken, of de achtersteven ontzet, öf wel beide het geval moest zijn. Middelerwijl waren de raketten en water dichte deuren gesloten, de stoom- en hand- lenspompen aangezet en onmiddellijk, na de zekerheid van het breken der as, de schroefas ontkoppeld en de machine gereed gemaakt om door middel van de bilgecircnlatie het schip drijvende te houden. Ten ongeveer 10.30" P. M. werd de machine met aan vankelijk goed gevolg aangezet, doch al spoedig bleek het, dat zij het niet lang zou kunnen uithouden, wegens ontzetting van verschillende machinedeelen. De kapitein en de hoofdmachinist tracht ten in de piek nadere bijzonderheden te weten te komen, bijv. of de schroefas buiten den schroefkoker gebroken was, of er soms een gat in het schip geslagen was, of wat dan ookdit onderzoek werd onmogelijk gemaakt door de hooge zee en duisternis alleen scheen het toe, alsof de bouten uit de stevenplaten gesprongen waren, en de schroef achteruit en kooger gezet was. Het water stroomde iutusschen uit ma gazijnen, kruitkamer, enz. in het achterruim; in het laatst van den na:ht begon het water in de machinekamer en stookplaats zoo geweldig te wassen, dat de lage vuren onder water stonden en door het slingeren van het schip de vloerplaten geheel opsloegen, zoodat het onmogelijk werd de vuren langer te voeden. Den gehcelen nacht waren equipage eu militairen bij de handlenspompen, tevens bij het overboord werpen van lading uit het achterruim, vooreerst om het schip iets over stuurboord te doen overhellen (ter verge makkelijking van het pompen met de ma chine) en zoo mogelijk het achterschip te doen rijzen. Daar, niettegenstaande alle mogelijke aangewende pogingen en werkzaamheden, het water steeds bleef wassen, de vuren uitgingen en de machine het niet lang zou kunnen volhouden, werd des morgens te 5 uur besloten het 3chip te verlaten. De sloepen waren uitstekend in orde, de equipage bij vertrek uit Holland, de passa giers bij vertrek van Batavia ingedeeld en genoegzaam geproviandeerd, de grootere voor plus minus 3 en de kleinere voor plus minus 4 weken ten ongeveer 7.30 u. werd het schip door de laatste sloep ver laten, zijnde bakboord no. 1. waarin kapt. Bruijns met scheepspapieren, de verschillende kommandauten overtuigd zijnde, dat niets vergeten was, wat voor de veiligheid nood zakelijk of dienstig kon zijn. Bij het ver laten van het schip scheen het den hoofd machinist toe, dat de kleine koker in den roersteven ook gebroken moest zijn, daar het zich voordeed, alsof nieuw metaal achter den roersteven uitstak; te 12 uur zonk de „Koning" in de diepte weg, een weinig rook de plaats aanduidende, waar dit edel prachtig schip verdwenen was, na velen onzer jaren lang tot woonplaats verstrekt te hebben. Eenparig besloten wij te trachten de Chagos-eilandcn te bereiken (432 Engelsche mijlen afstand) en, zoo mogelijk bij elkan der te blijven, hetwelk ons gelukte tot den volgenden (Donderdag) avoud 6 October toen werden wij door de duisternis, omloo- pende buien, zware regens en hooge deining van de andere sloepen gescheiden en hebben helaas! sedert niets meer vau heu vernomen. In het belang van de 38 personen in mijn boot vond ik mij des anderendaags niet gerechtigd lang naar de andere sloepen te zoeken, eu veranderde ik den door den kapt. opgegeven koers van O. N. en O. t. Z., zijnde dit de koers naar het midden van de Chagos-eilanden. Gedurende ons verblijf in de sloepen werden wij zeer geteisterd door regenbuien en hooge deining van het NO. en ZO. De regen stelde oub echter in staat nu en dan onze provisie water aan te vullen ieder der sloepen had, buiten de 2 daarin behooreade vaten, nog een vat extra van p. m. 80 liter inhoud. Do gezondheids- en gemoedstoestand bleven vrij goed, en ik twijfelde er ook niet aan, of wij zouden, na langer of korter tijd, de Chagos-eilanden bereiken, te meer daar de sloep iu de hooge deining uitstekend voldeed. Den llen October des morgens te zes uren ontwaarde de uitkijk een zeil en hielden wij onmiddellijk daarop aan. Wat wij op dat oogenblik gevoelden, laat zich moeielijk beschrijven de vreugde van een schip te zien en de angst van niet opgemerkt te zullen wordennaderbij komende, bleek het een stoomschip te zijn en wel de „Wybèrton," kapt. Blacklin, die ons te 7 uur 30 min. opnam wij kuuneu Z.Ed. benevens officieren en passagiers niet genoeg danken voor de liefderijke ontvangst en de ons bewezen hulp. Tot des avonds de donker inviel heeft kapt. Blacklin getracht, in verschillende richtin gen sturende, iets van de andere sloepen te ontdekken, doch helaas alles tevergeefs. Met eea bloedend hart verlieten wij de plaats, waar mogelijk al de andere sloepen in de nabijheid waren; de Hemel geve, dat zij de Chagos bereiken, of hun hetzelfde geluk als ons te beurt valle van door eeu of ander schip te worden opgenomen, hoe wel hiervoor zeer weinig kans bestaat en het als een wonder kan beschouwd worden, dat de „Wyberton" ons gevonden heeft. Het vertrouwen dat ik had, dat wij de Chagos zouden bereiken, gevoel ik ook voor de andere bootende afstand van de plaats, waar het ongeluk ons trof, bedroeg tot aan de Chagos 432 Eng. mijlende afgelegde afstand tot aan de plaats waar wij opge nomen werden, 190 mijlen, dus ruim 31 Eng. mijlen per etmaal gemdikt, onder zeer ongunstige omstandigheden. De voor ons nog af te leggen afstand tot de Chagos was, toen wij opgenomen wérden, nog 247 Eng. mijlen, dus hadden wij daar onder dezelfde omstandigheden na aoht etmalen kunnen zijn, en twijfel ik niet, of de andere sloepen hebben Ongeveer dezelfde vaart ge maakt en kunnen den 18en October de Chagos bereiken. In het belang van de overige schipbreu kelingen heb ik het Gouvernement to Aden en den Gouverneur-Generaal te Batavia ge smeekt om zoo spoedig mogelijk een stoom schip nit te zenden ter opsporing van de 175 schipbreukelingen of ter afhaling van degenen die de Chagos eilanden mochten bereikt hebben. Met het oog op de te Aden heerschende cholera, de daaruit voorsprui tende gestremde communióatie met den wal en quarantaine-maatregelen te Suez, heb ik kapt. Blacklin verzocht equipage eh mili tairen passage te willen verleenen, voorloo- pig tot Port-Said, in afwachting van later te bekomen instructiën en overeen té ko men voorwaarden; hetzelfde verzoek hebben de passagiers gedaan en heeft ZEd. oüs goedgunstig toegestaan. Gedurende de reis waren aan boord van de „Koning der Nederlanden" overleden de passagier 2e kl. Klitsch, en den 4n Oct. des avonds te 10 uren een soldaat, wiens naam mij onbekend is. De sloep met inventaris zal kapt. Blac klin te Snez achterlaten, en kan deze dan door kapt. Weber worden medegenomen. Voorts moet ik u nog doen opmerken, dat van bet oogenblik van het breken der schroef as tot het oogenblik van het verlaten van het schip de grootste kalmte en bedaard heid geheerscht heeft, met overleg gehandeld is, en ik overtuigd ben, dat alles aan gewend en niets vergeten is, wat dien stig of noodig had kunnen zijn om het schip drijvende te houden. Suez, 28 October 1881. De mailpakketten zijn in de sloepen ver deeld door toeval geen in mijn sloep. De „Wyberton" kan 'geen practica ver krijgen, zoodat niemand te Port-Said mag debarkeeren, en hij ons dus allen naar Marseille medeneemt; daar hoop ik dus vérdere instructiën van u te ontvangen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1881 | | pagina 1