Eerste kwaliteit Engelsche €ORES, Vrij aan huis 48 €ents per Hectoliter. Aires VAN GIJN C°., Antepark, of aan oos PakMs, boet Telearaafsteea, Bil!*™. ffeststraatL87. Mem. MstraatM Efiflio Depot te NIEÜWED1EP, KANAALffEG 12. HUTSPOT, ORIGINEELS NAAIMACHINES, Oillili stik steek Handnaaimachines van af D« milt Erloiiio. gelrokken lil ie i®w#®it®i ilain ias-Kolon, P. OETELMANS, Hooftinraclt. BERNHAKDINER SINGER'S de goedkoopste aller soiide Naaimachines. De extra fijne, maagverste LIKEUREN iterkende alsmede het Boonekamp-IVIaagbitter der Firma WAUTERS DE BUS- SCHER, te Mechelen, Hofleverancier, Succursale Fabriek Rosendaal, bekroond op negen verschillende ten toonstellingen, zijn te bekomen vol gens prijscourant, bij of door tusschenkomst J. DAARNHOUWER, Dijkstraat, en J. DITO, Kruisweg, alsmede bij den ondergeteekende. J. J. MEIJER, vertegenwoordiger, ANKERPARK. HEL Koffiehuishouders en Slijters genieten rabat. Ie kwaliteit (Jeldersclie in vaatjes van 10 en 20 kiln. Ook bij mindere hoeveelheid ver krijgbaar. To Koop ongeveer 20000 pond Te bevragen by P. KEETMAN, aan de van Ewijcksluis, Anna Paulowna. Arabische Gomballen, van STUPPEL te Alpirsbach, tegen boest, heeschheid en aandoening der slijmvliezen. Het is een losmakend en verzachtend middel, dat onmiddel lijk de prikkelingen in de keel, waar door het hoesten ontstaat, wegneemt. Doosjes van 20 en 40 Cts. Hoofd-Depot bij A. W. GROOTE, Kal verstraat 43, Amsterdam, en ver der verkrijgbaar bij L. JELGERSMA Gz., Helder. Attentie B. v. PRAAG, Kuiperstraat, koopt Lompen, Beenderen, oud Touw, Koper enz., tegen de hoogste prijzen. Tevens te koop Boter en Wagensmeer. echte Alpen Krniden Elixer van: Wallrad Ottmar Bernhard, te Munchen, Hofleverancier van Z. M. den Koning van Beieren. Fabriken te Zurichin Zwitserland en te Kuf- stein in Tyrol. Is bereid uit de meest bloedzuiverende en fijnste bergplanten der Tyroler en Zwitsersche Alpen, bekroond op verschillende tentoonstellingen scheikundig onderzocht en aanbevolen door autoriteiten der medische wetenschap, hetzelve regelt direct alle functiën der maag is het beste middel bjj gebrek aan eet- er slaaplust, slechte spijsverteering en maagcatarrh, reinigt het lichaam van zieke lijke aandoenningen, versterkt zenuwen en spieren, en is door zijn Aroma en smaak het fijnste Bitter Elixer. Men neme slechts een proeve. Verkrijg baar in flessehen met uitvoerige gebruiksaanwijzing f 2.75, f 1.50 en f 1. te Enkhuizen bij C. P. DE JONG Co.te Alkmaar C. J. DE WIT. In alle plaat sen worden Wederverkoopers gevraagd. 3^" Aanvragen aan W. SARDEMANN, te Arnhem. g-C-JtiJf Bij P. SELDERBEEK, IPvf hoek O ra nje straat, kisfeiilSÊSVischmarkt, is ver krijgbaar dik vet le kwaliteit Rund- vleeseh, prijs als volgt: Lapjes 40, Karbonade 37i, Biefstuk 45 ct., alles per 5 ons. Een groote keuze van de minste tot de fijnste Artikelen, voor huishoudelijk gebruik, als; KARAFFEN GLAASJES SUIKERVAZEN WATERKARAFFEN MELKKANNEN BOTERVLOTEN ASCHB4KJES. van af f 0.20 -0.06 -0.20 -0.14 -0.12 -0.30 -0.05 BORDEN SCHALEN TREKPOTTEN KOFFIEKANNEN STROOPKANNEN BOTERVLOTEN KOP en SCHOTELS. van af f 0.05 -0.06 -0.20 - 0.45 -0.18 - 0.26i -0.07 De prijzen der Origineele Singer-Naaimachines zijn HAND-MACHINE. zonder Kast i 30.— met - 35. TRAP-MACHINE zonder -40.-. met - 45. - Voor Hand en Trapbeweging zonder -50. met -55, Centraal Naaimachine-Magazijn van C. B. SCHULNIAIJER Co., SPOORSTmtT Q 17, HELDER. waarvan reeds méér dan 4 millioen stuks in gebruik zijn, hebben tot nu toe reeds meer dan 200 hoogste be kroningen en eereprijzen verworven. Geene tweede Naaimachine fabriek der Wereld kan zich op zulk succes beroepen. Deze Machines worden op wekelijksche afbetalingen van f 1»of tegen contante betaling met hooge korting afgeleverd en zijn niet alleen de door bet publiek MEEST GEZOCHTE, doch sedert de laatste prijs vermindering ook FEUILLETON. ROMAN 67. Uit 't Duitsch. Ik vergat somwijlen, dat in mijne onmiddel lijke nabijheid een slimme intriguant, een tot alle slechts daden in staat zijnd mensch vertoefde, een mensch, welke het zevende gebod dikwijls op zoo onbeschaamde wijze overtrad, dat het mij vermaakte. Wat gij mij ontstolen hebt, Lühneburg, kan ik ont beren; gij eigendet u een geschikte keuze, doch, God zij geloofd, nooit voorwerpen toe, die voor mij of mijne familie herinnerings- waarde hadden. Ik heb het oogluikend toe gelaten, had ik dat niet gedaan en je ge zegd: gij hebt mij bestolen, dan had ik u dadelijk moeten ontslaan. Ontslaan wilde ik u echter niet, omdat ik uwe wraak vreesde. Maar ik vrees haar, zooals ik u reeds daar straks zeide, alleen, omdat uw praatjes mij in opzien had kannen brengen, niet omdat ik vreesde dat de tegenpartij mij een proces zou kunnen doen verliezen, want nooit meer kan het grootste fidei commis van het koningrijk op een bastaard overgaan, die een vierendeel jaars na de kerkelijke inzegening van het huwelijk geboren werd. Daarentegen zou de geheele adel, zelfs de koning protesteeren. Thans zou zulk een proces niet meer mogelijk zijn, want de dooden staan niet meer op en de zoon van Constance is dood. Gij hebt n ingebeeld mijn vertrouwen te bezitten. Gij waart een dwaas zulks te doen. Zou ik een man met zulk een verraderlijke ziel, die zijn beer verried en zijn meesteres bestal, mijn vertrouwen schenken P Ik heb alleen 't dan gedaan, wanneer ik daarbij voordeel zag te behalen. Dat ik u in vele zaken de vrije hand liet, geschiedde uit gemakzucht eu uit afschuw mij met de kleinste dingen te bemoeien en meer dan een van uwe raadgevingen heb ik opgevolgd, omdat zij uit een sluw, listig brein ontsproten waren en ik dezelve voor goed hieid. Ik heb 't al gezegd, ik vergat somwijlen dat alles, wanneer ik n in mijne nabijheid duldde, maar dacht ik er aan, welk een lage ziel in uw lichaam huist, dan gevoelde ik dikwijls zulk een afschuw, dat het mij moeite kostte roet u een vnendeiijk woord te wisselen. Als mijnen kamerdienaar zijt gij ontslagen en waag het niet weder met een voet mijne vertrekken te betreden om hier echter alle opzien, dat ik haat, te vermijden, moogt gij tegenover de wereld als gepensioneerd dienaar doorgaan, en het genadebrood zal u in het slot tot aan uwen dood niet ont houden worden. Ga nu heen en maak mijnentwege zooveel kabaal als ge wilt, doch dat zeg ik u, speelt gij andermaal de verrader en deelt gij aan mijnen zoon, mijn kleinzoon, of eenig ander raenschelijk we zen een woord mede van het geheim, dan laat ik u dadelijk als dief gevangen nemen en in de gevangenis kunt gij alsdan uw laatste dagen slijten. Ik weet nog verschil lende voorwerpen op te noemen, die gij mij ontstolen hebt. En nu, verlaat de ka mer!" Als een mokerslag had ieder woord van de gravin den ouden dienaar getroffen, maar ook ieder woord had zijn woede doen toe nemen. Wat hem het zwaarste had getrof fen was niet, dat zij hem van diefstal, van hebzucht beschuldigde, want die ondeugden kon men ook haar verwijten, maar dat hij nooit haar vertrouwen-had bezeten en juist daarop, dat de gevreesde alleenheerscheres in dit slot hem tot haar vertrouweling ge maakt had, was hij zoo trotsch geweest. Nu was ook aan dezen trots den bodem ingeslagenzij had hem van hanr afge- stooten, hem als haar bediende ontslagen en nooit meer zou hij haar kamer mogen betreden. En dat waagde zij hem te doen, hem, die wel haar medeschuldigdemaar ook de medeweter van haar misdaad was. Uiterlijk was hij kalm de hooge ouder dom had nog geen afbreuk gedaan aan het meesterschap om van zijn inwendig gevoel geen blijk te geven en zijn gelaatstrekken te beheerschcn. Deze kalmte had ook ten deele haar grond in het bewustzijn, dat hij zich in de volgende minuut voor de onge hoorde beleediging, voor den ongehoorden smaad, welke deze vrouw hem had aange daan, zich op verschrikkelijke wijze zou kunnen wreken. Op nederigen toon en met zachte stem, die echter al meer en meer in kracht toe nam, antwoordde hij „Ik moet u nederig verzoeken, uwe gra felijke genade, om alvorens ik ingevolge uw bevel deze kamer voor altijd verlaat, mij nog te vergunnen een paar woorden te spreken. Inderdaad heb ik mij sedert vele jaren verheugd met de gedachte uw volle vertrouwen te bozitten, en hoeveel ik mij ook te verwijten heb, van datgene wat wij onder vier oogeu verhandeld hebben, heeft nooit een sterveling een sylabe ge hoord. Met het oog daarop heb ik mij ook niet het geringste te verwijten en ben daarin zoo trouw tegenover uw persoon geweest, als ooit een dienaar zal kunnen zijn. Het is daarom bitter hard nu te moeten verne men, dat alles slechts schijnvertrouwen ge weest is en uwe grafelijke genade mij slechts nu en dan haar vertrouwen ge schonken heeft, wanneer zij daarmede haar voordeel kon doen. Nog harder echter is uwe 'oekententis, dat gij voor mij afschuw koestert. Nu ja, ik kan ook wel begrijpen, dat u een medeschuldige van zoo geringe Rfkomst, nadat hij heeft medegeholpen, den rechtmatigen erfgenaam te verdrijven en nadat hij door zijn zwijgen u het groote grafelijke landgoed als 't ware in den schoot gelegd heeft, tot last worden kan, maar toenmaals had ge noch van mij, noch van do misdaad die ik ten uwen vourdeele pleegde, afschuw. „Pas op uw tong, Lühneburg," zeide de gravin, die, toen de kamerdienaar begon te spreken, weder was gaan zitten. Lühneburg scheen op het gezegde van de gravin geen acht te slaan en vervolgde op kalroen toon „Gij zijt een zeer kloeke en geleerde vrouw, grafelijke genade; ik begrijp het daarom niet hoe gij over een zoo alledaag- sche rechtsquestie duidt mij die uit drukking niet ten kwade nog een zoo kinderlijk oordeel hebt. Ik heb hierbij op het oog de wetttigheid van het eerste hu welijk van graaf Anaelm v. Breitenbach, De wettigheid van een echt hangt af van de wetten van het land waarin het huwe lijk voltrokken is. In Amerika bestaat se dert jaren en jaren het burgerlijk huwelijk. Wie daar door den daartoe aangewezen be ambte in 't huwelijk verbonden worden, behoeven hun huwelijk niet kerkelijk te laten inzegenen. Men is dan man en vrouw even als het tegenwoordig ook bij ons ge schiedt. Of een kerkelijke inzegening volgt of niet, dat doet er niets toe, men is vol gens de wet gehuwd. Het is waar het ker kelijk huwelijk van den graaf heeft een half jaar na het burgerlijke plaats gehad, doch dit had zijn goeden grond, want in Cordova, waar graaf Anselm huwde, zijn er, of waren er toen geen protestantsche geestelijken, want de geheele stad is katho liek. En zelfs wanneer wij dit laten rusten, zelfs wanneer het kerkelijk huwelijk noodig is, dan is een zoon, welke uit die echt verbintenis gesproten is, al ware hij ook veertien dagen na de voltrekking van den echt geboren, wettig. Gij kunt den gan- schen adel en zelfs den koniug er bij halen, doch is geen hunner in staat het erfrecht van den uit het huwelijk van den graaf geboren zoon te betwisten. „Daarover wil met u niet verder rede kavelen, aangezien er geen zoon meer is." „Wie weet dat. grafelijke genade P" „Indien gij mij nog meer te zeggen hebt, dan verzoek ik u kort te zijn, want ik moet nog een brief afschrijven, die met de eerstvolgende post moet verzonden worden." „Ik heb u in ieder geval nog iets te zeggen, 't geen zoowel voor u als voor mij van groet belang is. Doch alvorens dat te doen, zij het mij veroorloofd nog zeer kort op de mij gedane verwijten terng te komen. Gij hebt mij een hebzuchtige, een dief ge noemd. Wel heet het hebzucht. Nu, noem het mijnentwege zoo. Ja, ik heb den harts tocht mij in het bezit van alle mogelijke voorwerpen te stellen. Ik verheug mij er iu tot mij zeiven te kunnen zeggenal die voorwerpen bebooren u. Ik wil ook gaarne toegeven, dat ik mij somwijlen voorwerpen heb toegeëigend, welke mij niet behoorden; een onwederstaanbare lust be kroop mij dikwerf, aangemoedigd door haren glans en door uw vriendelijk uiter lijk, voorwerpen aan mijne verzameling van zeldzaamheden toe te voegen. Ik had daar bij mijn eigen inzicht. Ik vroeg mij af wie ontneemt gij deze voorwerpen P Zeker niet der gravin Breitenbach, want haar be hoort er geen enkele van en de rechtmatige erfgenaam, de man aan wien zij behooren, is afwezig. Gij hebt de woorden hebzucht en diefstal gebruikt, grafelijke genade, gij hebt die op een vasten toon uitgesproken, alsof ge niets meer weet van hetgeen er heeft plaats gehad. Ik zou echter wel eens willen weten, wie van ons beiden het meest hebzuchtig is, wie zich het meest aan dief stal heeft schuldig gemaakt. Mijne hebzucht bestaat slechts in het bijeenbrengen van een verzameling, mijne diefstallen bepalen zich slechts tot het mij toeëigenen van voorwerpen van geringe waarde, maar uwe hebzucht heeft er niet voor geaarzeld om den rechtmatigen erfgenaam van het graaf schap Breitenbach te verjagen, ten einde u zoodoende in het bezit van millioenen te stellen, waarop ge niet het minste recht hebt." De gravin stond op en wilde spreken doch Lühneburg liet haar niet aan het woord komen, en vervolgde met verheffing van stem: „En weet gij waarom ik u daartoe de hand geleend heb? Omdat ik graaf An selm haatte. Alvorens hij Constance leerde kennnen, beminde ik haar, ik die ze van den dood gered en verpleegd heb totdat zij genezen was. Toen kwam de graaf en ont roofde mij het meisje, naar wie ik alleen het recht had de hand uit te ste ken, want mij behoorde haar leven, ik had dat tegenover den dood in bescher ming genomen. En evenals ik den graaf haatte, haatte ik zijn evenbeeld. Mijn han deling had tot grondslag gekrenkte liefde, en de wraak die daaruit ontstond is dus nog eenigszins verschoonbaar; gij, mevrouw de gravin, hebt gestolen louter uit win zucht." Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 4