MELK-CONTROLEURS Van af f2.30 per 1000 TOT UITKEERING BIJ OVERLIJDEN. WESTSTRAAT, BEDDEN-KAPOK. GEDURENDE DEZE WEEK NOG OPRUIMING IN WITTE EN ZWARTE GOEDEREN IN „DE TIJDGEEST." Mig 71 tot Ïiit li 0PRÜII1NG VAN LIPPEN, ailirSaiii stort, (Hitst Mi Mig nbr.) WoslsiraatL87. De Concurrent. ffeststraaiM. ENVELLOPPES MET GEDRUKT ADRES. ttr dcliuUirU ra C. DE BOEE Jr„ Spoorstraat. Helder. Ur.ttHLniahr. tnAH lui coitrl AU! Hriivi lires KONING Co. GEBRS. DEKKER. j. c. STECHER, MAATSCHAPPIJ VERHUISD: Uwe aandacht wenschen wij te vestigen op onze puike STEENKOLEN, GAS-COKES en BRUINKOOL-BRIQUETTEN, doch vooral op de puike Engelsche KACHEL- en NUTS- (Neutjes) KOLEN, voorhanden in ons Magazijn Kraaijenhofstraat 17, (voormalig Funen.) Laagste prijzen. Aanbevelend IjEd. Dw. Dienaren, KANTOOR: BLOEMGRACHT 55. MAGAZIJNEN, PAKHUIS »ALPHEK." DE BEL. KRAAIJENHOFSTRAAT 17. Onmisbare Melkbeoordeelaar voor Landbouwers, Doctoren en practische Huismoeders. Dit toestelletje is zoo eenvoudig, dat ieder er met zekerheid zeer gemakkelijk mede kan omgaan en het vetgehalte van de Melk dadelijk kan bepalen door er een paar druppels melk of room op te leggen. De prjjs is slechts fl.Naar buiten franco tegen toezending van f X1S- IHilEiEnsriEIP- EIST A1TDBEB By grooter getallen zyn de pryzen lager, JbEUJLLLEiOJN. DE RECHTE ERFGENAAM. ROMAN 79. Uit 't Duitsch. Met gespannen ongeduld wachtte Albert na het souper de terugkomst van zijn se cretaris. Hij had gehoord dat deze van wege deu amerdienaar was uitgenoodigd om zich tot hem te begeven, daar zijn toe stand plotseling veel erger geworden was. Heinrich was Albert sedert hedennamid- dag, nadat deze den brief uit Amerika had ontvangen, een raadsel geworden, maar toch vermeende hij, alle omstandigheden in aan merking genomen, dat raadsel spoedig te kunnen oplossen. Uit hetgeen Heinrich zelf gezegd had kon hij als vaststaande aannemen, dat deze een ander was, dan waarvoor hij zich had uitgegeven. Hij was als vijand op het slot gekomen en zijn vriend geworden. Wat kon hem tot vijand gemaakt hebben Waardoor had de familie Breitenbach zich eeu vijand op den hals gehaaid? Geloofde deze vijand, dat hem een onrecht was aangedaan en welk on recht zou dat dan zijn? Voor zich zeiven voordeelen te behalen, daarvan wiide hij afzien, maar slechts voor dooden optreden. Welke dooden waren dat Albert dacht terug aan alles wat daar mede eenigszins m verband kou staanhet schoot hem te binnen welk een belang stelling Heinrich, gedurende den eersten tijd van zijn verblijf op het slot, gekoesterd had voor het lijk van graaf Anselm's vrien din; hij had voor korten tijd ook vernomen, dat onderscheidene personen in het dorp gezegd zouden hebben, dat de secretaris Schwartz zeer veel geleek op de gemalin van graaf Anselm, welke hen zeer vele weldaden bewezen had. Marianne had hem later verhaald, dat hare grootmoeder in haren waanzin Heinrich voor hare meesteres, met welke zij uit Amerika was gekomen, had aangezien. Alzoo ook de waanzinnige was door de gelijkenis op deze Constance in de war gebracht. Het jonge meisje had hem verder het dwaze gesprek der vrouw medegedeeld, die in Heinrich's tegenwoor digheid plotseling begonnen was iets anders te zeggen, dan haar eeuwig„Waar is Constance P" De oude vrouw had gezegd „Hoe kon ik mijn spraak verkoopen; het is niet waar dat ik een kistje met geld voor mijn zwijgen gekregeu heb." Albert wist dat Heinrich een half uur voor haar verscheiden bij de waanzinnige geweest was en geloofde thans dat hij wel met voordacht Marianne kon hebben weg gezonden, om als hij met de zieke alleen was, bij deze nadere ophelderingen in te winnen. De brief uit Amerika kon een ant woord bevatten op vragen, welke hij met betrekking tot die Constance gedaan had. Balthasar, die door den jongeu graaf dadelijk na het souper, toen allen zich verwijderd hadden, gelast was hem zonder omwegen alles te zeggen, wat hij over de verhouding van zijn grootvader tot Constance wist of daarover gehoord had, vertelde Albert, na hem gesmeekt te hebben, daarvan niets aan de oude gravin te zeggen, het volgende: De graaf Ansselmhad Constance, als mede een zoon medegebracht, toen hij van zijn reis terugkeerde; de laatstgenoemde liad hij als zijn wettigen zoon de eerstge noemde had hij als zijn wettige gemalin bij al zijn standgenooten voorgesteld. Hij had ook toen zij gestorven was, haar lijk als dat van zijne wettige vrouw in het fa miliegraf laten bijzetteneerst na zijn dood had zijn tweede vrouw zijn eerste huwelijk als ongeldig verklaard en het lijk van Constance uit het marmeren graf laten nemen, om het achter liet mausoleum ter aarde te doen bestellen, terwijl haar zoon uit het slot werd verdreven. Toen Albert dit hoorde steeg hem het bloed naar de wangen. Hij vermoedde, hij gevoelde het, dat hier een groot onrecht moest gepleegd zijn; hij beloofde Balthasar hem niet te zullen verraden, en gaf, toen deze hem verlaten had, gedurende langen tijd den vrijen loop aan zijne gedachten. Dat het de kamerdienaar was op welken de vijand zijn laatste hoop gevestigd had, viel niet meer te betwijfelen, sedert hij tot de overtuiging was gekomen, dat Heinrich een kleinzoon van die Constance was. Maar dan was het ook zijn bloed eigen neef! „Kwam hij toch maar," riep Albert, „opdat ik hem.zou kunnea toeroepen „Zijt mij hartelijk welkom als mijn beminde, waarden bloedverwantLaat mijne liefde voor u goedmaken, wat door den haat van mijne grootmoeder aan uwen vader mis daan is." Doch te vergeefs wachtte Albert op zijn vriend. Hij kende diens zelfopoffering voor zieken en te een ure legde hij zich einde lijk te bed, in bet vaste geloof dat Hein rich den gansehen nacht bij den zieke zou waken. Doch ook Albert waakte dien nacht; het was hem onmogelijk, door al de gedachten die zijn brein bestormden, den slaap te vatten. Ook den anderen morgen verscheen Hein rich niet. Te 8 ure kwam Balthasar de kamer vau zijn jongen meester binnen. „Gij ziet er zeer ontdaan uit," zeide Albert, ,Js u iets overkomen?" „Ik begaf mij voor ongeveer tien minu ten naar de tweede verdieping," antwoordde de bediende, om den kamerdienaar te vra Arabische Gomballen, van SÏÜPPL ta Al|iirsbach, tegen lioest, heesckhtid en uumloc ning d«?r slijmvliezen. Het is een losmakend en verzachtend middel, dat onmiddel lijk de prikkelingen in de keel, waar door het hoesten ontstaat, wegneemt. Doosjes van 20 en 40 Cts. Hoofd-Depöt bg A. W. GROOTE, Kal verstraat 43, Amsterdam, en ver der verkrijgbaar bij L. JELGERSMA Gz., Helder. De ondergeteekende bericht zijnen geachten plaatsgenooten, dat hij zich gevestigd heeft als aan de Westgracht No. 352. Hg beveelt zich in de welwillende gunst aan, belovende goed, degelgk ën net werk te zullen leveren. Nieuwediep, 10 Febr. 1882. WESTGRACHT No. 352. De ondergeteekende be veelt zich vriendelgk en min zaam aan tot het leveren van alle soorten van BOOM- EN HEESTERGEWASSEN, TUIN- EN BLOEMZADEN, fraaie BOUQUETTEN, VERSIE- RINGEN zoo ook in het aanleggen en onderhonden van Tuinen. W. JANSEN, BLOEMIST, aan de LAAN. gen zooals ik het gewoon was steeds om dien tijd te doen of ik hem de kcffie zou brengen. Doch verbeeld u mijne verwondering, mijnheer de graaf, toen ik in zijn slaapkamer tredende, hem dood op zijn bed vond liggen." „Dood? O, dan kan ik mij verklaren, dat mijnheer Scwharz hem niet wilde ver laten toen hij hem zag sterven. Was mijn heer de secretaris nog in de kamer?" „Bij het lijk? Neen." „Waar is hij dan P" „Dat kan ik uwe genade niet zeggen, ik heb hem nergens gezien?" „Zoek hem dan, Balthasar, want hij moet toch ergens zijn en wanneer gij hem ge vonden hebt, verzoek hem dan onmiddellijk hier te komen." „Zeer wei, heer graaf." Balthasar verwijderde zich en kwam na verloop van een half uur bij den ongedul dig geworden graaf terug met de boodschap, dat mijnheer de secretaris noch in 't slot, noch in 't park, noch in 't bosch te vinden was. Hij en nog eenige bedienden hadden al die plai.tseu doorzocht. „Zonderling," zeide Albert, terwijl hij Balthasar liet gaan. Met diepe zielesmart dacht hij cr aan, dat Heinrich bij nacht en in den mist het slot verlaten had, zonder van hem afscheid te nemen, zonder een groet voor hem aehter te laten. „En ik had hem zooveel te zeggen," zeide hij treurig tot zich zeiven, „zou hij wellicht vau deu kamerdienaar nog zooveel gehoord hebben, dat hij zich het een plicht rekent om ons openlijk rekenschap te vragenP En zou nu zijn goede gezindheid en zijn vriend schap het niet hebben toegelaten mij, daar ik tot de partij van zijn vijanden behoor, voor den strijd aanvangt nog eenmaal te zien Maar is hij dan werkelijk reeds vertrok ken ging Albert na een oogenblik van pijnlijk nadenken voort, „zou hij niet een groote wandeling maken, om zich, na een nacht wakens, door de morgenlucht te ver- frisscheu Kan hij niet naar het dorp ge wandeld zijn om William te bezoeken P Deze mogelijkheid kwam hem eensklaps zoo waarschijnlijk voor, dat hij heftig schelde en den toegesnclden dienaar de opdracht gaf naar den heer Tanner te gaan, om te vragen of zijn secretaris, de heer Schwarsz, zich daar ook bevond. Doch ook daar bevond deze zich niet, gelijk bleek uit het antwoord dat de bediende na verloop van korten tijd zijn heer bracht. „Nu, dan wil ik wachten tot hij wel licht nog komt of mij schrijft. En schrij ven moet hij, want al hetgeen hem behoort is nog hier en dat zal hij toch wel ver- Opgericht te Utrecht, 6 December 1847. DirecteurenW. P. I N G E N E G E R E N en I. P. BOL. Wiskundige Dr. G. J. MOLXIER. Deze maatschappij heeft ten doel, tegen een geringe wekelijksche premie aan de deelnemers een Uitkeering bg Overlijden te verstrekken, ter tege moetkoming der kosten die een sterfgeval altijd veroorzaakt. Zij onderscheidt zich door de promptheid, waarmede zij steeds hare uitkeeringen doet, zelfs in de jaren van groote sterfte als 1849 en 1866, toen de cholera en 1870 71 toen de pokken-epidemie zoo menig slachtoffer eischte. Over het jaar 1881 betaalde zij uit in 8639 gevallen voor een bedrag van f 257,886 en zag desniettegenstaande hare reserve met f 158,685,41* ver meerderen. Dat het nut en de soliditeit dezer reeds 34 jaren bestaan hebbende Maatschappij dan ook steeds meer en meer wordt ingezien, wordt wel ten duidelijkste bewezen door het dagelgks toenemende ledental, hetwelk thans reeds bedraagt: Nadere informatiën en volledige tarieven alsmede de inkomsten-rekening over het jaar 1881, zijn te verkrggen bij de Agenten D. VAN DER WIELE, te Oude Schild op Texel en H. F. METS, Langestraat No. 89, te den Helder. Zot Ma Dii Wc Doi Yri Zat van de KEIZERSTRAAT naar de bg den BLrUiSWÖg ÜNTo. 13. H G. VOLMULLER. Blgft zich beleefdelijk aanbevelen, tot het leveren en repareeren van alle soorten van NAAIMACHINES. laugeu dat hem nagezonden wordt. v Eenige uren later zat Rosamunda iu hare kleedkamer eu Dorette was bezig beur het haar te kappen. Voor een half uur geleden had gravin Louisa hare kleindochter laten verzoeken te half elf ure bij haar te komen, daar zij Roaamunda iets gewichtigs had mede te deelen. Wanneer zulk een bevel gegeven werd, wist ieder dat het iets ernstigs gold en dat men als 't ware in gala ge kleed verschijnen moest. Ook Rosamunda had het niet gewaagd in morgentoilet bij hare grootmoeder te komen, wesQalve zij dit voor een licht zomerkleedje verwisselde en zich het haar liet friseeren. „Wat is dat nu, Dorette?" zeide Rosa- munda, „gij begint met mij 't haar te vlechten even als of het avond was." „Ach, ik verzoek u verschooning „Gij zijt in den laatsteu tijd verschrik kelijk verstrooid, hoe komt dat P" Dorette zweeg. „Waar waart gij gisteren na het souper, toeu ik uwe hulp noodig had. Ik weetniet hoe dikwijls ik wel gescheld heb en toen gij eindelijk te tien ure met verward haar eu verhit gelaat u aanmelddet, heb ik u expres niet te woord gestaan, omdat me juffrouw Berghofer tegenwoordig was, doch verzoek ik u mij de vraag te beantwoorden." Doretta was aanvankelijk zeer verlegen en rood geworden, hetgeen hare meesteres ge lukkig niet bemerkte, daar de kamenier met kam en borstel achter deze stpnd. Een echte kamenier overwint een dergelijke emotie in den vregel zeer licht en zij antwoordde dan ook onbevangen „Ik heb het schellen niet gehoord, gra vin, ik dacht dat gij nog wat langer in de gezelschapskamer zoudt blijven en daar ik een ontzettende hoofdpijn had, heb ik mij den tijd te nutte gemaakt een weinig frissche lucht te scheppen en daarna mijn hoofd met koud water af te koelen. Rosamunda scheen dat antwoord aan te nemen, althans zij zeide niets meer en ver liet spoedig daarop, toen heur haar gekapt was, haar kamenier, om zelve, zooals zij steeds gewoon was te doen, de laatste hand asn haar toilet te leggen. Toen zij daarmede gereed was ging zij naar hare zitkamer en liet zich in ccn der hoeken op een stoeltje nedervallen, terwijl een diepe zucht aan hare horst ontsnapte. In gedachte verdiept keek zij een oogen blik strak voor zich uit, daarop zeide zij; „De kamerdienaar is gestorven, h ij heeft vau nacht bij hem gewaakt, men vermeent dat hij reeds vroeg het slot verlaten heeft, o, kwam hij maar nooit weder Zij zweeg andermaal, terwijl twee tranen hare oogen ontvloeiden en langs hare wan gevuld met prima gekaarde om blanke KAPOK. kei Prijs f 20.00 en hooger, TEXEL. Zal PÜ' is het me der y te gen vielen. „Mijn kracht is ten einde," zeide zij na verloop van eenigec tijd weder luide. „Ik kan de verschrikkelijke kwelling, die ik in mijn binnenste gevoel, niet meer verdragen. Moet ik nog langer dien dagelijkschen, die ieder uur terugkeerenden strijd van mijn hart doorstaan, dan zal ik bezwijken. Ik weet, dat iudien ik niet spoedig van mijne kwelling verlost wordt, de waanzin zich van mij zal meester maken. En hoezeer heb ik gestreden, doch alles, alles was te vergeefs. Ik heb hem bemind van het eerste oogen blik af aan, dat ik hem na mijne redding in de oogen zag. Slechts op den dag toen ik den god vau mijne droomen als een gewoon bediende wederzag, kwam er een gevoel van afschuw voor hem in mijne ziel op. Daar koos Albert hem op eens tot zijn vriend en kwam het aan het licht, dat deze door moeder natuur zoo rijk gezegende wan ook iemand was, die een edel hart in zich omdraagt en zeer verstandig is. Ik riep al den trots van mijn geboorte t9 hulp, ik wilde trachten die ongelukkige liefde uit miju hart te verbannen, maar die dagelijk- sche strijd zal mij, indien ik hem nog lan ger wil voortzetten, ten grare sleepen. Ik moet het eenige redmiddel aangrijpen, wat mijne grootman-.a heden van mij ver langt, heeft zij gisterenavond, toen ik haar goeden avond wenschte, duidelijk in hare woorden doen doorstralen. Als ik nu eerst zelf de brug achter mij verbrand heb, dan is iedere terugkeer onmogelijk en zal ik mijne rust weder terugkrijgen." Tien minuten later trad Rosamunda de kamer van gravin Louisa binnen. Laatst genoemde bevond zich alleen, en nadat zij hare kleindochter verzocht had naast haar plaats te nemen, zeide zij „Ik wil met u over een zaak spreken mijn kind, die ik eindelijk tot een resultaat moet brengen, Het is u bekend dat Rode- rich u lief heeft. Ik heb hem uwe hand natuurlijk met voorbehoud van uw goed vinden toegezegd uw papa heeft er niets tegen de geheele wereld ziet in u be reids de toekomstige gemalin van uwen neef hij heeft gisteren andermaal met inacht neming van alle vormen, om uwe hand aanzoek gedaan en mij om voorspraak ver zocht gij kunt u na die officieele aanvrage niet langer terugtrekken en zonder goede gronden hem niet langer uw antwoord ont houden. Wat zegt ge liiorop Rosamunda talmde een oogenblik met het geven van 't geen haar gevraagd werd en legde de hand op haar kloppend hart. Wordt vervolgd. den Wi her Zot da$ bic str »A lei ma Jol beu vt. hic ;do< de bef 3 v 25 ter zee 44 ric ma ka] 11 L1 pit lui ter le De spi kl. ofl Snelpersdruk van C. DE BOER Jr. 1 kl 3 tri id le ni H in 4 kl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 4