Specialiteit in nilsMtend eerste kwaliteit Macüaal selireiie Tricot-OMersaeüeren teer Hm, Daies ep Kinderen. DE HAAN SLEUTELS. DE WETENSCHAPPELIJKE NEDERLANDER, T KARPETTEN, Gordijn-Neteldoeken, Gordijn-Katoenen en Franjes, Gordijn-Tijken en Damasten, Gordijn-Cretonnes en Ledikant-Behangsels, Groen Merinos, Saai en Wol Damast, Tafelkleeden, machi naal bewerkte gestikte Dekens, Piqué-Overspreien, witte Molton Dekens, gemaakte Bed-, Peluw- en Kussen-Tijkengewaste en ongewaste Looze Tijken en linnen BedovertrekMatraslinnenlinnen Overloopen, Handdoeken, Afneemdoeken en verschillende andere artikelen tot de voordeeligste prijzen en in de grootste sorteering voorhanden in het Magazijn „DE T IJ D G E E S T," Hoofdgracht. Stoom-Bierbrouwer ij en H. H. HARMS, Stuoadoor, WESTGRACHT 300, NAAR AMERIKA! Prins Zwanenburg Ontvangen 6, 8, GORDIJN-LINNENS. 9 en 10-kwart Gestreepte WOLLEN DEKENS worden machinaal gewasschen. HOLSMULLER. voor Dames, Heeren en Kinderen, ADELAIDE. AMSTERDAM. De ondergeteekenden hebben de eer de bewoners van het eiland TEXEL kennis te geven, dat de Heer Jë3£„ KLOPPHSN XJz., te Oude Schild aldaar, door hen als DEPöTHOUDER is aangesteld en zg bevelen hem aan voor de levering van al hunne Biersoorten, zoowel op fust als op flessehen. Amsterdam, April 1882. P. S. RENDDRP. blijft zich steeds aanbevelen voor Stucadoors- en Witwerken, belovende een nette en solide bedie ning. Boodschappen worden ook aangenomen bij Mej. de Wed. VELD HUIZEN, Oostslootstraat. lij de Uitgevers KüPPERS LAUREY te Haarlem is verschenen onder redactie van J. W. BROUWERS, Tweede Jaargang, N°. 1. Van dit tijdschrift verschijnt om de 14 dagen een nummer van min stens 8 pagina's in 4° formaat; 24 nummers vormen een jaargang. De inteekenaren ontvangen gratis een fraaie gravure, voorstellende „de Vondeiskerk te Amsterdam." Meerdere platen zullen van tijd tot tijd afgeleverd worden. De prjjs is f 8.per jaargang, franco per post f 3.25, voor België f 3.75. Men abonneert zich voor een geheelen jaargang. De laatste pagina van elk nummer wordt gereserveerd voor het plaatsen van advertentiën, waarvan de prjjs is 10 cents per regel. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaats welke zij innemen. De namen van den redacteur en van de vele letterkundigen en geleer den, zooals Dr. Dupont, Hoogleeraar aan de Universiteit van Leuven W. J. van Hooff, te Brussel, een der vier Bollandisten J. A. Alberdingk Thijm, Hoogleeraar aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam; Professor AllardProfessor van den Anker; Pater van SchijndelPastoor Brinkman, den gevierden astronoom Pastoor Hubets, den bekenden archeoloog; Pastoor van Etten en vele anderen, die hunne medewerking hebben toegezegd, zijn ongetwijfeld waarborgen te over voor de degelijkheid van dit aan wetenschap en kunst gewijde tijdschrift. ABONNEMENTEN worden door alle Boekhandelaren en Postkantoren aangenomen. Te huur ol te keep een welingelicht WOONHUIS EN ANNEX PAKHUIZEN, staande aan de Spoorgracht. Informatiën bg M. WITSENBURG Jr. T© huur een logeabel BOVENHUIS, direct te aanvaarden. Adres P. DUINKER, Ankerpark K. 211. d'r*cte Per speciaal voor passagiersvervoer ingerichte snelvarende le klasse Stoomschepen Nemesis, 10 Het. Snrrey, 17 Het. Pollux, Kapt. MALLINCKRODT, 24 Het. Stella, HARMSSEN, 31 Hei. Jason, HINLOPEN, 7 Juni. Castor, VISSER, 14 Juni. Laagste Passageprijzen Geene logieskosten te Amsterdam. Nadere informaties adres te Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Harlin- gen, Hamburg of hunne Agenten. J FEUILLETON. Een verhaal van Claba Cron. Uit het Hoogduitsch vertaald door (11.) J. W. BEVER8EN. VIJFDE HOOFDSTUK. De beide oudere dames verlustigden zich in dien kout, maar er kwamen nog andere bezoeken en Adelaïde wenschte naar huis terug te keeren. Reeds vroeg in den morgen had ze een brief ontvangen van Melanie, de jonge Barones Friesing, haar meest ver trouwde vriendin eu daarin had ze vrij krasse verwijten gelezen ten aanzien van haar onverklaarbaar stilzwijgen. Nu wilde ze dan toch werkelijk schrijven en Melanie nitnoodigen. Sedert Nienwejaar was ze reeds met vier brieven aan haar vriendin begonnen, en, gansch en al tegen haar gewoonte, was ze geregeld in de eerste regels blijven steken. Het voorval in den Nienwejaarsnacht, de hevige ziekte van het kind, het levensgevaar, de redding, had ze willen verhalen ze had willen gewagen van den jongen arts, waarin ze zooveel belang stelde, maarwonderlijk genoeghet wilde maar niet gaan. Eerst scheen het haar toe, dat al die dingen zeer gewichtig waren, dat zij ze noodzakelijk vermelden moest, en was ze dan werkelijk begonnen, dan wilde haar niets uit de pendan scheen 't haar toe, alsof alles dwaas, nietsbeteeke- nend, hoegenaamd niet geschikt was voor een brief! Neen, Melanie moest bij haar komen en wanneer ze dan in haar vertrek bij elkander zaten en praatten, zie, dan zon alles wel van zelf voor den dag korncn Ze besloot dan nu eindelijk werkelijk te schrijven; maar het zon slechts een zoo dringend mogelijke nitnoodiging wezen tot het thé dansant voor Melanie en haar echtgenoothaar vader, de heer von Sterne, ontving er eene voor hem en de zijnen van Theodoor. Als gewoonlijk gedroeg zich deze uiterst beleefd en welwillend en zijn vader spoorde hem daartoe nog meer aande geheimraad had hem zoo gaarne de belofte afgeperst om deze partij tot een engagements-feest te maken. Maar dat deed hij toch niet 't 8cheen, alsof er in dezen geest, die allerlei plannen smeedde, een zekere angst woonde voor ronde verklaringen tegenover zijn naaste omgeving, vooral sedert eenigen tijd, waarin hij, die immer en altijd bezig was, soms zoo'n koortsachtige gejaagdheid kon doen blijken, 't Kon ook wel aan zijn li chaamsgestel te wijten zijn; hij verouderde ziehtbaar. En dan was 't ook niet te ver wonderen, dat hij zoo nn en dan zijn ver kwistenden zoon van die wenkjes gaf om wat zniniger te leven. Maar Theodoor be kommerde er xicb evenmin om als vroeger. Hij wist toch immers zeer goed, dat zijn vader zelf ook niets zuiniger leefde en zelfs nog meer dan vroeger speelde; hij geloofde toch ook even als iedereen, dat de oude geroutineerde man van zaken de rijke in komsten van zoo vele jaren wel tot een aardig vermogentje voor zich en de zijnen zon hebben opgestapeld. De administratie van vele gemeenschappelijke ondernemingen en van veler bijzonder vermogen had men immers aan hem toevertrouwd; hij stond immers aan het hoofd van allerlei soort van maatschappijen en zijn raad ten aan zien van het beleggen der kapitalen gold een orakel Hij zou toch natunrlijk voor zioh zeiven wel het best gezorgd hebben, en wanneer men er hier wel eens op zinspeelde, dat hij nog al veel geld noodig had, dat erbij hem kanalen waren voor den afvoer van groote sommen, welke hij maar liefst zoo veel mogelijk zocht te verbergen, zóó was toch het geloof in zyn vermogen, in zijn bedrevenheid, wat zaken betrof, en het ge loof in zijn crediet, onwankelbaar bij de groote menigte. Dat geloof woonde buitendien ook in een man, die overigens in het geheel geen vriend was van Madling, maar die sints jaren met hem deed, te weten, in den heer von Sterne, den toezien den voogd van Adelaïde. De degelijke, rechtschapen land-edelman, die uitsluitend leefde voor het onderhonden van zijn landgoed Rauschfeld, voor zijn huisgezin en voor de belangen van zijn stand, had niet veel gemeens met den ju rist, die in de stad met allerlei dingen zich bezig hield en steeds zich midden in al het stadsgewoel bevond. Als voogd was hij verplicht voor het welzijn van Adelaïde te waken en dat had hij dan ook, op zijne wijze, steeds met nauwgezetheid gedaan. Met de geldelijke aangelegenheden der wees had hij zich slechts in zéé ver te bemoei en als hij moest zorgen, dat het haar aan niets ontbrak, wat ze noodig had om over eenkomstig haar stand en vermogen te le ven en in dit opzicht had hij ook nimmer reden tot klagen gehad. Hij ontveinsde 't zich zelren niet, dat Madling in allen gevalle het plan koesterde om door een hn wel ijk Adelaïde met haar vermogen aan zijne familie te ketenen; hij had er dikwijls met zijn vrouw over ge sproken, wanneer zij, terwijl de kleine pu pil met Melanie de vacantie bij hen had doorgebracht, hnn eigen plan bespraken, om het lieve kind eenmaal hun eigen zoon Arthnr tot vrouw te geven. 't Was een eerlijke man, die geen onge paste middelen wilde bezigen om zijn doel te bereiken en daarom kwam 'ter voor hem allermeest op aan, waarop de vrije nei ging van het meisje zich zon vestigen, maar als vader en edelman was hij toch bevooroordeeld genoeg om te hopen, dat Adelaïde eer zijn zoon, dan Theodoor Mad ling zon kiezen. Arthnr Sterne zelf was op dit punt oneindig meer gerust. Deze namelijk meende, dat hij zoo goed als on weerstaanbaar was! 't Was werkelijk ook een knappe jonge man, en menige dame mocht hem wel benijden om zijn fijne ge laatstrekken, zijn blanke tint en zijn kleine voeten. Hij was vriendelijk van aard, een voortreffelijk zoon en broeder en zonder in 't minst geestig te zijn, had hij zich een veelzijdige kennis eigen gemaakt. Zoo ijverig mogelijk had bij zich toegelegd op de theo retische studie der landhuishoudkunde en toen hij die t'huis met de veeljarige prak tijk zijns vaders vereenigde en daardoor op het geliefde Rauschfeld verrassende uitkom sten verkreeg, begon de oude man van lie verlee met eerbied tegen zijn zoon op te zien, die voor zijn moeder buitendien reeds het volmaakste was, dat deze zich kon den ken. Daarmee was Arthnr 't trouwens vrij wel eens, en wanneer de aardige Melanie, zijn verstandige zuster, die op de kostschool wel geleerd had, dat de wereld niet op Rauschfeld begon en eindigde, zoo nu en dan wel eens kettersch genoeg was om aan de broederlijke onfeilbaarheid te twijfelen, beminde ze hem toch te veel om er zich wat ai te luide over uit te laten. Dat ze al spoedig na haar terugkeer in huis een jongen buurman, den Baron Friesing een grootere plaats in haar hart schonk dan aan hare broedern, vergaf men haar ge- reedelijk, naardien 't al spoedig bleek, dat het aardige paartje elkaar innig en oprecht liefhad. Spoedig daarna traden ze in den echt en nn werd de omgang met het ouder lijk huis en met Arthnr van dien aard, dat de hoofdpersonen zich daarin meestal van hnn aangenaamste zijde voordeden. Ook Friesing waardeerde zijn zwager, wiens hoofdgebrek, dat in onbegrensde zelf vergoding bestond, zich tegenover hem wei nig openbaarde; ja, hij verwonderde er zich dikwijls over wanneer hij bemerkte, hoe weinig Arthur bemind was in rnimere krin gen, hoewel de jonge lieden die hem ken den toch nog voorzichtig genoeg waren om in zijn tegenwoordigheid hun sarkasmen in te houden. Wanneer hij er zoo nn en dan wel eens met zjjn Melanie over sprak, dan zuchtte ze wel eens en zei„Onze goede Arthur is werkelijk wel een beetje ijdel!"en dacht dan tegelijk aan de baldadige plagerijen, die hij daardoor van Adelaïde von Sieg- wart, toen ze nog op de kostschool was, zich op den hals had gehaald. Maar Arthur wilde wel gaarne geplaagd worden; hij be schouwde het als een bewijs van belang stelling in hem en begreep maar ai niet, dat het meer haar bedoeling was hem af te stooten dan aan te trekken. Later, toen ze volwassen was en hun omgang iets vormeiijker werd, trad een toon van vroolijke onverschilligheid in de plaats der vroegere plagerijen, maar ook dat ver ontrustte hem niet 't minsthij beschouwde dit als een nienwe phase harer meisjesach tige neiging. In zijn gelijkmatige, bijna pedante manier van overleggen en handelen had hij besloten om zich eerst te verloven, wanneer hij vijf en twintig jaar oud was gewordentot op dit oogenblik gedroeg hij zich tegenover haar als den beleefdsten rid der en hield hij zich tegelijk tegenover haar op den afstand van iemand, die zich van zijn zaak volkomen zeker is. Moeielijk zou hij dat hebben kunnen vol houden, wanneer de Freule von Siegwart in een grooteren kring zich bewogen had en wat dringender bewijzen van hulde had ontvangen. Maar haar eigenaardige levens omstandigheden, de degelijke en ernstige gemoedsrichting, die ze aan den omgang met Emilie te danken had en de geheime nevenbedoelingen harer omgeving, gaven aan haar leven iets bijna klnizenaarsachtigs. 't Is waarze vond het in 't geheel niet aan genaam altijd onder de hoede van Madling en steeds door Theodoor begeleid, in het openbaar te moeten verschijnen, en wanneer iets binnen in haar de wenschen van Emilie en Eugenius of die van Arthur had be gunstigd, dan was 't voorzeker het ongeduld geweest, waarmee zij dikwijls smachtte naar een verwijdering uit het huis van haar stiefvader, en vooral uit de nabijheid zijner vrouw, wier kwalijk verborgen afgunst en afkeer zij dikwijls genoeg op pijnlijke wijze bemerkte. Trouwde ze, dan werd ze vrij! Ja, dan kon ze zelve geven gelijk ze verlangde; Eugenius von Siegwart zou ook als echtge noot ongetwyfeld voor haar dezelfde be reidwillige cavalier blijven en al kon ze dit minder van Arthur von Sterne verwachten, toch was ze aan zijn zijde verzekerd van een zeer geachte en veilige plaats; beide partijen brachten haar aan het hof, midden onder de eerste kringen, indien zij zelve maar wilde en met haar vermogen de mid delen daartoe verschafte. Maarwaar bleef bij dat alles het geluk» waarvan haar zacht gemoed in de eenzaam heid zoo vaak droomde P Zou ze dan nooit zalig herkennen en vinden beleven, waar door Melanie zoo gelukkig was geworden en dat zoo'n ommekeer in haar leven had gebracht. Zou dat diepe heimwee harer ziel naar een liefde, die haar geheele zijn en bestaan moest vervullen, gansch en al on bevredigd blijven P 't Is waar sprak zij die gedachten, zij het dan ook eenigszins verholen, in vertrou welijke nnrtjes tegenover Emilie uit, dan antwoordde deze haar met de voorzichtig heid van een goed, maar toch altijd door het verstand bestuurde hart; dan merkte deze aan, dat die hooggeprezen en verheer lijkte liefde enkel alleen in de poëzie zoo blijvend van duur was. Het hart der menschen, wankelmoedig en zelfznchting, vooral dat der mannen, had voor zijn gewaarwordingen volgens haar zeg gen, stoffelijke stennsels en grondslagen van noode en daar kon men het meest op geluk hopen, waar praktische beweegredenen van beide kanten tot een verbintenis voor het geheele leven drongen. Wel moest er een zekere sympatie aanwezig zijn, dat wilde ze gaarne toegevenmaar die bestond er nn immers reeds lang, zoo als zij beweerde, tnsschen Eugenius en Adelaïde! „Ge zoudt een recht gelukkig paar wor den, mijn beste Idy!" zei ze dan gewoon lijk „maar, de hemel beware me, dat ik je tot een beluit zon dwingenAls je me al leen maar belooft, om je door den invloed van je stiefvader niet te laten bepraten en overheerschen, dan ben ik tevreden. Ge zijt nog zoo jong, en Eugenius geduld zal zeker uwe goede gezindheid ten zijnen op zichte vergrooten." Soms wenschte Adelaïde zelve, dat het zoo mocht worden; ze stelde levendig be lang in alles, wat haar neef betrof, zij deelde hem vrij groote sommen mee van haar zakgeld, dat lang niet gering was, maardat was het nu juisthaar geld, haar vermogen had hij noodig-, maar haar zelve nietWanneer ze zich haar leven aan zijn zijde dacht, zooals het zijn stand en gewoonten meebracht, dan vond ze daarin eigenlijk niets, dat haar bijzonder in de ziel aangreep. Voor den officiersstand had ze geen bijzondere voorliefde; hij bood aan de vrouw zoo weinig gelegenheid tot deelneming aan en toch stelde zij zich voer dat het zoo schoon moest zijn om de plan nen, de zorgen en moeiten, maar ook de resultaten van een man in zijn beroep, sli het ware mee te kunnen doorleven. Wordt vervolgd. Gedrukt bg O. de Boer Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 4