GROOTE OPRUIING VAN DAMES-, HEEREN- EN KINDER- ZOMER-KLEEDINGSTOFFEN,
yan el tot zes ir aanHedina ra ie restanten KLEEEINGSTOFFEN en andere
WISKUNDE.
Naaimachines.
NieweÉp. IHILDEfill. SporgracM0263
SINGIRS ORIGINEELS NAAIMACHINES,
DE GOEDKOOPSTE ALLER SOLIDE NAAIMACHINES.
t®f zeer ]age prijzen^ i® „de Tijdgeest," li© d© dagelijksche uitstallingen,
OSSENVIEESCH
MM in Si» Maifactnrii Caimay, ïn-M
DE CONCURRENT,
SPOORGRACHT O 263.
Eenig Depöt te Amsterdam: KALVERSTRAAT 25.
Nieuwediep: KANAALWEC 42.
L 87. WESTSTRAAT. L 88.
Nette Huwelijks-Brieven
BESSENWIJN,
THEEÉN,
E. BRANDSMA, te Amsterdam.
ADELAIDE,
PRIVAAT-0NDERWIJS(2 uur per week).
In lagere Wiskunde fS.00 per maand.
In hoogereWiskunde f6.00 per maand.
Brieven, onder letter W, teadres-
aeeren aan het Bureau dezer Courant.
stukjes gerookt
alles le kwaliteit.
ï3. Oetelmans,
HOOFDGRACHT.
Te koop
bij PEINS, Binnenhaven, een partij
PLANKEN, SGHROOTEN, PAALTJES,
enz., per stuk en per dozijn,
prijzen.
Do Haagscne
Dr. J. Th. MOUTON
levert prima kwaliteit, g>
randeerd zuiver.
Agent voor Noord-Holland
E.
De ondergeteekende maakt zijne geachte plaatsgenooten
opmerkzaam, dat zijn winkel van af heden GEOPEND IS, en zich be
leefdelijk aanbeveelt tot het leveren van alle soorten solide
NAAIMACHINES, terwijl de netheid even als de deugd
zaamheid der constructie, en de prijzen met alle bestaande concur-
reeren kunnen, en met de verbeteringen vele overtreft.
Reparatiën aan alle soorten Machines worden ten spoedigste afgewerkt.
waarvan reeds meer dan 4 millioen stnks in gebruik zijn, hebben tot nu toe reeds meer
dan 200 hoogste bekroningen en eerepryzen verworven.
Geen tweed.© JNTaaimactiirieraTDriels. der wereld
kan zich op znlk een succes beroepen.
Deze Machines worden op wekelijksche afbetaling van TTX.°f tegen contante betaling
met lioege korting afgeleverd en zijn niet alleen de door bet publiek meest gezochte, doch
sedert de laatste prijsvermindering
Grootste keuze in de nieuwste HANGLAMPEN. Hanglampen niet koperen hanger,
porceleinen kapen gronten brander,van at f 1.50. Hanglampenopschuifbaar met
tegenwicht, van af 14.00. Groote ronde branders van af f 0.75. Tweepits-
Branders met uitblusscher van af f 2.00. Vulkan-Branders, geheel nieuw, van af
f 2.00. Ballons voor Lampen van af f 0,25. Petroleumkannen van af f 0.25
Niagaraballnns, compleet met branders. Gasbranders in
worden in korten tyd en tegen de billijkste
prijzen vervaardigd aan de Drukkerij van
Spoorstraat. C. DE BOER Jr. Spoorstraat.
Roodle cSa Witte
15 en 50 Cent de flesch.
G. KROEB Sr., Spoorstraat.
GEURIGE WATERHOUDENDE
nit het Hagazjjn van
Losse Zwarte Thee 20 Cent per Ons.
Zwarte Thee in patjes van één ons 22
Allerbeste Stoftliee, id. 22
Prima Souchon Thee id. 26
Depóts: Spoorstraat en Zuidstraat.
E O E Y B E.
FEUILLETON.
Een verhaal van fit,ara Cbon.
Uit het Hoogduitsch vertaald door
(20.) j. W. BEVERSEN.
En wanneer Marianne en haar vader
zoo nu en dan wel eens met eenige
bekommering de aanmerking maakten, dat
bij er toch misschien wei spijt van had,
dan wist hij op vroolijken toon die bekom
mering te verdrijven en werkelijk was bij
toch ook al lang gewoon altijd zijn eigen
weg te gaan. Buitendien geloofde Marianne
niet alleen, gelijk ieder echt liefhebbend
hart, aan de groote voortreffelijkheid van
haar minnaar, maar ze vond ook en
daarin lag haar fout en vooral die van haar
vader in deze geheime verbintenis, in
deze innige, door oen trotschen vader be
dreigde liefde, iets bepaald romantisch en
daarom had ze voor haar een dubbele aan
trekkelijkheid. En zóó dacht de oude papa
er ten naasten bij ook over. Altijd had hij
voor zijn bevallig kind op een bijzonder
geluk gehoopt, altijd had hij verwacht, dat
het lot den geleden ramspoed nu eens met
haar zou vereffenen; en daarvoor was nu
het uitzicht geopend door den beminnelijken
en aanzienlijken minnaar. Dat duarbij nu
alles niet zoo gemakkelijk en voor den
wind kon gaan, dat er nu ook nog wat
zorg en angst bij moest komen dat was
immers niet meer dan natuurlijkMaar 't
einde zou dan toch in allen gevalle wel
goed zijn!
Zuster Ernestine en baas Brandt dachten
er echter anders over. Beiden waren van
meening, dat Mijnheer de referendaris zijn
Marianne nu openlijk en bij zijn familie
als zijn verloofde zou voorstellen, en daar
bet nu niet zoo terstond geschiedde, be
gonnen beiden met groote beslistheid The-
odoor te veroordeclen. Maar daarmee ver
korven ze 't bij Marianne en bij Papa; waar
bedaarde redeneeringen misschien nog een
goeden invloed zouden hebben knnneu uit
oefenen, ontstonden er door bare overdrij
vingen allerlei twisten en oneenigheden en in
plaats van enkel en alleen den aanval te
richten tegen deze handeling van Theodoor,
veroordeelde Ernestine, die bij zulke ge
legenheden al de opgekropte bitterheid van
het eigen leven eens ontlastte, zonder de
minste genade zijn hart en karakter.
„Hij geeft niets om jehij houdt je voor
den gek!" dat waren van die beweringen,
die gedurig terugkeerden, die Marianne
vreesselijk heleedigdeu, maar toch niet over
tuigden; want hoe donkerder bet uitzicht
werd voof haar liefde, des te krampachtiger
klemde haar hart zich vast, aan hetgeen ze
•honderdmaal op één dag bij zich zeiven
herhaalde: „Hoe de toekomst ook worden
mag, Theodoor bemint me toch
En in zeker opzicht had zc gelijk. The
odoor Madling beminde haar oprecht, maar
even als alle karakteriooze menschen, zocht
hij wel naar vervulling van zijn wenschen,
maar zonder er nn ook verplichtingen voor
zich nit af te leiden en altijd maar jagende
naar nieuwe genietingen, verloor de betrek
king tot Marianne al spoedig voor hem ds
aantrekkelijkheid van het nieuwe. Over
trouwen sprak hij in 't geheel niet, en
wanneer hij het noodig had gevonden, dan
zou zijn voortdurende afhankelijkheid van
zijn vader een voldoend voorwendsel zijn
geweest om zich te verontschuldigen.
Maar de arme Marianne wist reeds bij
ondervinding, dat zijn, buitendien reeds zoo
zeldzame bezoeken, nog zeldzamer zouden
worden, wanneer zij of vader, of Ernestine,
er hem op zouden willen wijzen, dat hij
met de aanvaarding harer liefde en trouw
tegelijk de verplichting op zich had geno
men om voor het geluk haars levens te
zorgen.
Ze waagde 't nooit te klagen, zij smeekte
haar vader dringend, om het ook nooit te
doen en zocht steeds te verhinderen, dat
Ernestine er kon zijn, wanneer Theodoor
zou hebben kunnen komen. Hij was haar
dankbaar voor die kieschheid, in zoo verre
hij dat zijn kon en zijn door en door zelf
zuchtig gemoed werd toch eensklaps sterk
getroffen door Hermsdorf's bericht nopens
de ziekte van den ouden Berndt.
Hij dacht aan Marianne en hoe hij weken
bad laten verloopen, zonder zich om haar
te bekommeren, om haar, die toch geen
geluk kende, dan hem te zien.
TIENDE HOOFD8UK.
De dokter had stilte bevolen in het kleine
vertrek en er was dan ook stilte gekomen
Ernestine had zich zoo wat half en half
met haar zuster verzoend, en was, na op
vrij koele wijze afscheid te hebben genomen,
heengegaan.
Maar in haar hart en in dat harer bloed
verwanten was toch ook al weer ceu angel
blijven zitten, die altijd na twist en oneenig-
heid achterblijft, vooral wanneer geen op
rechte vergiffenis wordt geschonken en men^
van beine kanten eigen onbillijkheid en
verkeerdheid niet inziet. Wél was Marianne
er altijd toegeneigd, haar zweefde altijd het
woord „vergeef me" op de lippen, in haar
zachte, blauwe oogen welden tranen van
berouw op, wanneer ze zich bittere woorden
hadlaten ontvallen, en toch zweeg ze maar,
want Ernestine wilde altijd gelijk hebben
en bet eene woord zou dan toch maar weer
op het andere zijn gevolgd.
En daar zat ze nu weer op haar plaatsje
aan het venster; 't was stil rondom haar,
maar niet in baar binnenste. De eene ge
dachte na de andere rees op in haar geest
met bittere smart dacht zo aan alles, wat
haar zuster zoo al tegen Theodoor had in
gebracht; ja, 't waren praatjes, lastertaal,
gelijk ze meende, ze wilde er niets van
gelooven. Dat had ze fier en met volkomen
zekerheid Ernestine betuigd en toch
toen ze daar zoo alleen zat en de opwin
ding en drift bedaarde, bleef toen dat ge
loof even krachtig tegenover de troostelooze
vragen van haar eigen hartP
En wanneer hij trouw was, wanneer hij
haar werkelijk liefhad, waarom kwam hij
dan niet bij baar, waarom kwam hij dan
niet om alle smart in vreugde, allen twijfel
in zekerheid te veranderen?
Ze was vindingrijk in liet opzoeken van
allerlei gronden om liem te verontschuldigen,
zij verplaatste zich in zijn levensomstandig
heden en wist met grootmoedig zelfbedrog
zooveel uitvluchten voor hem uit te denken,
dat ze er eindelijk toe kwam om hem nog
te beklagen. „O, hij zou wel gaarne komen,
maar hij kan en durft alleen maar niet!"
fluisterde haar onbaatzuchtig hart haar in,
maar desalniettemin bleef daartegen in
haar binnenste nog altijd een stem, hoe
zacht dan ook, zich verheffen, een stem,
die morde en klaagde.
En dan werd baar verlangen naar een
woord van liefde en geruststelling, naar
een blik van hem gedurig sterker; dat kleine
vertrek, haar geheele leven werd haar te
eng en benauwend, ze kon ten laatste niet
meer t'huis blijven, ze moest naar buiten.
Ze durfde haar minnaar niet opzoeken, maar
ze kon toch de straten doorloopcn, die hij
ook doorliep, ze kon toch het huis zien,
waarin hij woondeWanneer ze hem maar
had kunnen schrijven, dan zou dat toch
nog haar gemoed verruimd hebben; maar
dat had hij haar, eens voor altijd, kor tof
verboden, „Dat soort van brieven sticht al
tijd maar onheil" had hij gezegd, en wan
neer zij er zoo nu en dan toe kwam om
des noods de grootste ramp te verkiezen
boven de onduldb're smart van een ijdel
hopen en wachten, dan verweet ze zich zelve
toch die soort van gedachten met bitteren
rouw, want „hem mocht immers nooit bet
geringste onheil treffen
En zoo werd 't haar dien avond al ban
ger en banger om het hart't was vrij laat,
toch daarom bekommerde zij zich niet, maar
wat zou vader wel zeggen, wanneer ze nog
wilde uitgaan, om eenige noodige dingen
voor het kleine huishouden te koopen
Werkelijk had ze nog het een en ander
vergeten, maar bij wilde er niets van we
ten, dat ze nog uitging.
„Neem dan ten minste bet kleine meisje
van beneden meêzei hij eindelijk, toen
hij toestemde, gelijk altijd, omdat ze bleef
aanhouden en en Marianne snelde het
huis uit. Ze nam het kind mee, ze was
ook voor niets bang in de woelige en ver
lichte straten; buitendien had ze ook maar
één doel voor oogen, terwijl ze zich oi
niets anders in de wereld bekommerde; ze
wilde enkel en alleen maar het huis zien,
waarin Theodoor woonde.
Ze kocht in der ht<ast enkele noodzake
lijke dingen en snelde daarop naar den
buitensingel. Daar in de laan was het een
zamer, ze voelde zich daar minder op haar
gemak en bemerkte hier eerst, dat iemand
haar reeds sints eenigen tijd volgde. Wam
neer zij wat minder snel liep, vertraagde
hij ook zijn loop, ze waagde 't niet om te
zien en was zeer blijde dien stap niet te
hooren, toen zij het huis vau Madling na
derde. Geen mensch was ev in den omtrek
te bespeuren, ze kon een oogenblik stilstaan
en het huis, waarnaar ze zoo had verlangd,
van nabij beschouwen. Ach! wat was daar
alles schittterend verlicht! Er waien zeker
veel menschen en Theodoor moest er dan
immers ook bij zijn! Daarom kon hij
dus heden niet komen Het arme schepsel
vond 't altijd zoo aangenaam, wanneer zij
een verontschuldiging voor hem vinden kon.
Er was geen zweem vau wrok of haat en
nijd meer in haar hart, maar ze was droef
zeer droef gestemd. Haar verwijlen voor
dat schitterend huis vernederde haar iu
haar eigen oog, ze nam zich voor om
het nooit weer te doen en liever langzaam
van verdriet en heimwee te verkwijnen dan
haar vrouwelijke waardigheid, het eenigste
wapen, dat zij bezat tegen Ernestiue's ver
wijten, ooit weer uit het oog te verliezen.
Ze keerde zich om, ten einde terug te
keerendaar vernam zc, tot baar schrik, op
eens een vluggen stap van den kant van
het huis, ze wilde heensnellen, maar 't
was baar, terwijl haar het bloed bijna in
de aderen stolde, alsof zij dien stap en de
gestalte, die door den tuin naar haar toe
kwam, kende. Bij de groote gaslantaarns
aan het ijzeren hek ontmoetten ze elkander.
„Marianne riep de assessor met verbazing
uit, „Mariannewat is er toch gebeurd
boe kom je bier P" Hij stak zijn arm in
den haren ze trilde als een blad op een
boom, maar zijn nabijheid en zijn stem
stortte haar toch weer moed in.
„Ach vergeef me, Theodoorfluisterde zij.
„Maar wat is er dan toch gebeurd P Is
't met je vader weer minder goed?" vraag
de hij nog altijd op verbaasden toon.
„Hoe weet je dat P"
„Dokter Hermsdorf is bij u geweest."
„Ken je dien dan P"
„Och 't was een schoolmakker van me
en op mijn aanbeveling is hij dokter bij
mijn Pa geworden. Boven is partij, en ik
had den dokter ook uitgenoodigdhij kwam
wat laat en toen ik hem naar de reden
vroeg, antwoordde hij, dat hij in de Tuin
straat nog een patiënt, een ouden heer had
moeten bezoeken. Natuurlijk schrok ik en
dacht terstond aan u."
„En wilds je dan nn naar ons toegaan P"
„Wel zeker juist nu
„Goddank I" zeide het jonge meisje, met
een gelukkig hart naar de sterren opziende,
die weer kalm aan het uitspansel fonkelden,
nadat de nevel was opgetrokken.
„Maar," vroeg Theodoor, terwijl ze nu
weer vroolijk en dankbaar aan zijn arm
voortwandelde, „maar wat ter wereld heeft
je toch bewogen om zoo laat hier heen te
gaan en zoo alleen P Wat wilde je toch
eigenlijk P"
„Alleen maar je huis zien," zei ze zacht
en op een toon, waar al de hartelijkheid en
al het leed haars harten in samenvloeiden.
„Ik kon het t'huis niet langer meer uit
houden, Theodoorik was zoo ongelukkig,
Ernestine was er weer geweest en had weer
zooveel over je te zeggen
„Och, Ernestine is een gansbarstte
hij nit, „stoor je niet aan haar gesnater of
stuur zo naar huis
Ja, maar ge zijt er toch ook al in lang
niet geweest; vader was ziek geworden,
alles was bij ons zoo treurig
„Nu ja't spijt me ook, kleine zottin,
maar je ziet nu zelf, hoe 't gaat en dat
ik moeielijk komen kon. Heden is er bij
ons partij, gisteren moest ik bij mijn pre
sident zijn en ik weet niet, wat ik al voor
mijn genadige stiefzuster heb moeten uit
voeren."
„Maar Theodoor?"
„Wat wil je toch, mijn schatje Stil!'
Hy keerde zich haastig om en zag nog
juist een lange gestalte die in de schaduw
van een huis verdween.
Verwensehte kerel" mompelde de assessor
binnensmonds, terwijl hij tot nu toe,
opgewouden als bij was, tamelijk luid
had gesproken, zonder eerst veel te letten
op den man, die hem en zijn gezellin volgden.
„Heb je al lang bij ons huis gestaan P
Heeft iemand je gezien P" vroeg hij
„Neen." antwoordde Marianne „ik was
juist zoo even gekomen."
,ïïm, kleintje doe 't nu maar niet meer,
die dingen deugen niet
„Nu, wees maar niet boos" vleide ze
als je geen tijd meer hebt, ga dan nn
maar heenhier is onze straat en ik ben
al blij, dat ik je toch eens gezien heb."
(Wordt vervolgd.)