Markt-Berichten. legercorps van 25,000 man met 15,000 man reserve in Egypte zullen con- centreeren. De troepen zullen dan te Aboukir landen en in twee rich tingen tegen Alexandrië opereeren. De berichten, uit Alexandrië ontvangen, zijn van weinig bevredi genden aard. Wel is de arbeid aan de vestingwerken gestaakt, maar de paniek, zoowel in genoemde stad als te Cairo, blijft voortduren, om dat men ieder oogenblik een bom bardement verwacht. Verschillende maatregelen zijn genomen, om de Europeanen, de archieven der con sulaten, de kas der publieke schuld enz. in veiligheid te brengen. Alle vluchtelingen kunnen echter aan boord der voor Alexandrië liggende schepen geen plaats vinden, zoodat zij genoodzaakt zijn, naar de stad terug te keeren. Te Weenen is op klaarlichten dag een brutale diefstal gepleegd. Voor een schoenenmagazijn in de Zieglerstrasse, een drukke straat, waar o. a. ook het postkantoor is, hield omstreeks één uur, toen de werksters reeds waren gaan eten, een rijtuig stil, waaruit twee deftig gekleede heeren stapten. De eigenaar Jozef Merstallinger ontving hen zelf en vroeg wat zij verlangden. DA. heeren kwamen groote inkoopen doen, zooals zij zeiden en volgden den schoenmaker in zijn magazijn. Maar nauwelijks hadden zij een paar woorden over de waren, die hij hun liet zien, gewisseld, of de gewaande klanten pakten den schoenmaker beet, duwden hem ondanks zijn tegen stand, een in chloroform gedoopten doek onder de neus en lieten hem, toen hij het bewustzijn had ver loren, in het magazijn liggen. In- tusschen braken de dieven een geld kast in de woonkamer open en vonden daar 800 florijnen aan comptanten en verschillende voorwerpen van waar de, die zij medenamen. Daarop stapten zij weer in hun rijtuig en reden weg, zonder dat de politie een spoor van hen heeft kunnen vinden. Ofschoon de schoenmaker geen letsel van belang heeft gekregen, duurde het toch geruimen tijd voordat hij zijn bewustzijn had teruggekregen en een geregeld verhaal kon doen, van hetgeen er met hem gebeurd was. Volgens bericht van Saint-Jean (Terte-Neuve) is de Fransche visch- sloep Sirene den lOden Juni bij bank Saint-Pierre gezonken en de epuipage, bestaande uit 17 man, daarbij omge komen. De sloep werd aan stuurboord zijde door zulk een verbazenden ijs klomp aangevaren, dat ze onmiddel lijk zonk, zoodat de in de nabijheid zijnde vissehers geen tijd hadden de drenkelingen te redden. Stoomvaart-Berichten Het stoomschip Prinses Amslia passeerde 6 Juli Aden op de reis van Amsterdam naar Batavia. Het stoomschip Prins Hendrik, van Ba tavia naar Amsterdam, vertrok den 8n Juli van Marseille. Het stoomschip Insulinde, van Amsterdam naar Batavia, vertrok van Port Said den 9en Juli. Het stoomschip Madura vertrok 8 Juli van Padang naar Amsterdam. Het stoomschip Koningin Emma passeerde Carboeira met bestemming naar Padang. Het stoomschip Celebes vertrok 8 Juli van 8uez naar Amsterdam. Alkmaab, 8 Juli. Aangevoerd 3 Paarden f 90 a 100. 17 Koeien en Ossen f 140 a 260. 21 nucht. Kalveren f6 a 17. 93 Schapen f 18 a 30. 40 Lammeren f10 a 15. 53 magere Varkens f 16 a 26. 202 Biggen f 6 a 9. 3 Bokken en Geiten f 4 7. Boter per kop ('s middags 12 uur) f 0,80 a 0,90. Hoobn, 8 Juli. Tarwe f12, Gerst f5 ft 6, Haver f 4 6, witte Erwten f 10, groene dito f 11, grauwe dito f 16, vale dito f 9, bruine Boonen f 11, 23 Paarden f 70 a 280, 40 Schapen f26 a 36, 24 Kalveren, f9 a 20, 25 Varkens f 18 a 26, 3 Zeugen f 40 a 60, 160 Biggen f6 a 13, 6000 Kippeneieren f 3,25 a 3,50, 1126 koppen Boter f 0,66 a 0,70 per kop. Visscherij-Berichten. 10 Juli nm. 30 korders met 20 tot 70 kleine tongen, per stuk 15 cent., 1 tot 3 mandjes kleine schol, per mandje f8 af 10; weinig vangst. 11 Jnli vm. 40 korders, met groote tongen, 10 tot 35 stuks, per stuk 60 a 70 ct., scharren per mand f10 a f 12, kleine schol, meest doode, per mand f2.20. Burgerlijke Stand Helder. Van 7 tot 11 Juli. ONDERTROUWDGeene. GEHUWDGeene. BEVALLENC. A. Berkhout, geb. Beets, Z. A. Bruin, geb. Zweerus, Z. E. de Vries, geb. Quak, Z. J. Knnst, geb. Lastdrager, Z. M. v. Verre, geb. Riekivel, D. E. Pareau, geb. Vergragt, Z. OVERLEDEN W. A. Rietveld, 3 m. P. Wouterse, 72 j. J. Wijker, 22 j. J. Dalmeijer, 31 j. H. Zwaai, 7 w. G. Wagenaar, 20 j. Vervolg- der Berichten. Omtrent de noodlottige schip breuk van »de Adder" knnnen we nog mededeelen: Alle pogingen tot opsporing aan gewend door de sleepboot Hercules, het ramschip Schorpioen en de Frans Naerebout zijn tot heden vruchteloos geweest. Ze hebben niets anders dan eenig wrakhout aangebracht, afkom stig van den monitor. In het Hospitaal alhier zijn neder- gelegd de lijken van 1 officier, 1 machinist en 17 mindere schepelin gen en mariniers. Hiervan zijn reeds ^herkendde luit. ter zee 2e kl. Gr. Jonckheeren de machinist 2e kl. J. Dalmeijer. Voorts: H. Scholtz, kon stabel; D. van Brederode, botteliers- maat; C. L. Teeuwes, matroos le kl. L. Kremer, matr. 2e kl.A. W. A. van Driel, J. Jutte en J. Reiziger, matrozen 3e kl.C. Buijssen, lichtmatroosGr. Wagenaar, zeemilicien; J. Scbieveen en J. W. Caspers, mariniers 3e kl. De namen der andere drenkelingen hopen we in ons volgend nummer te kunnen mededeelen. Het lijk van een marinier, in sterke ontbinding verkeerende, wordt beden, terwijl de overigen Donderdag a. s. worden begraven. Het stoffelijk overschot van den ma chinist Dalmeijer, dat door de familie' is opgevraagd, werd hedenmiddag ten 1 uur ter aarde besteld. Een groot aantal zijner collega's volgden den jeugdigen doode naar zijn laatste rust plaats. Een fraaie krans was door hen op de baar nedergelegd. Het lijk van den luit. Jonckheer wordt naar Breda overgebracht. Dat het lijk van den kommandant gevonden zou zijn, is tot heden nog niet bevestigd. Gaarne voldoen we aan de opmer king van een onzer plaatsgenooten om aan de inwoners te verzoeken de luiken van hunne woningen bij het passeeren der lijkstatiën gesloten te houden. In den jaszak van luitenant Jonck heer werd de volgende wachtaantee- kening gevonden, die met potlood was geschreven Passeeren ten 10 uur de piers. Sturen koers magnetisch Z. W., stuurkompas Z. t. W. ï/i W., stan daard Z.W. y4 W. Koppelen roer- stoombeweging af. Bergen brug- tentkleeden; sjorren toren; zetten alles zeevast.Water bij de pomp. Trachten te 6 uur te draaien, om Ymuiden te bereiken, doch bet schip weigert herhaaldelijk met schroeven; sturen daarop Z. t. O., om minder water over te nemen." Het horloge van genoemden lui tenant stond op 9 uur. De lijken, welke hier aangebracht worden, vertoonen duidelijke sporen van een martelende doodstrijd. Het gezicht van al die ongelukkigen maakt een droevigen indruk, te meer nu het middel, dat allen tot redding aan grepen, hun lijden zoo heeft verlengd. De ramp is ontzettend en de juiste oorzaak zal vermoedelijk niet opge helderd worden, maar wel de vragen, die alom gedaan wordenwaarom niet reeds Donderdag middelen tot opsporing verricht werden Blijkt er verzuim te hebben plaats gehad, dan is dat schandelijk, en de schuldigen daaraan zijn voor bet grootste deel oorzaak van den dood dier mannen. Het schip had met zijn état-major medegerekend, ruim 60 man aan boord gehad. Het was gebouwd in 1870- 71, met 27 palm diepgang en twee getrokk. kan. van 23 cM. en voorzien van een machine van 140 pk. Be stemd tot verdediging onzer binnen wateren, is het geheel gebouwd om onze rivieren te kunnen opstoomen en schijnt- het roekeloos een schip met zoo weinig diepgang en met zulk een zwaren bovenbouw in zee te zen den. Zoo oordeelde er althans voor korten tijd de schout hij nacht over, toen in Hellevoetsluis van het Dep. van Marine bevel kwam een monitor buitenom naar Amsterdam te zenden hij weigerde toen kortweg de verant woordelijkheid daarvoor op zich te nemen. Vermoedelijk heeft dan ook slechts het kalme weder van Woens dag den commandant tot dit waagstuk verleid, en heeft hij willen beproeven, door dicht onder de kust te blijven, de plaats van bestemming spoediger te bereiken, dan binnendoor mogelijk was geweest. Uit IJmuiden meldt men nog het volgende Er is geen twijfel meer, of de Adder" is met man en muis ver gaan. Met betraande oogen en bloedend hart waren wij zooeven getuige van het binnenkomen van de »Simson," die te 10 uur 's avonds van zijn kruistocht binnenkwam, met de lijken van drie jonge mannen, twee mari niers en een matroos, met teekenen van doodstrijd op het nog frissche gelaat. Welk een doodstrijd de on gelukkige hadden geleden bleek uit de houding der handen, die kramp achtig zich van den hun lichaam om- knellenden kurkgordel schenen te willen ontdoen om een einde aan hun martelend lijden te maken want God weet hoe lang de onge lukkigen hebben gedreven voor de dood een einde aan alles maakte. De lijken werden terstond gekist en hier tijdelijk geborgen. De Simson is den ganschen dag ter opsporing uit geweest, heeft de lijken gevonden ten noorden van IJmuiden, naar ik meen op de hoogte van Kamperduin, en stoomde giste rennamiddag voorbij, seinende lijken te hebben gevonden. Hij zette ten zuiden de opsporing toen voort, doch zonder resultaat. Wat de Adder betreft, het schip stoomde Woensdag 11. bij zuidelijken wind en flauwe koelte en motregen naar zee. Te ongeveer 12 uur des middags schoot de wind plotseling naar het WZW., met hevige kracht, zóó dat de regenwolken als wegge vaagd werden en een heldere zonne schijn alles verlichtte. Iedereen die het Poolschip Varna met de Dickson- haven-reizigers vergezeld heeft, weet hoe hard 't te 3 uur woei, toen die boot in zee stoomde. Toen was echter aan de Semaphore van de Adder niets meer te zien. Te 4 uur nam. werd het schip gezien door kapt. F. Brou wer van de sleepboot Kinderdijk (hier gisteren binnen) ter hoogte van Sche- veniugen en te 6 uur nam. zag een zich thans hier in de haven bevin dende visscher, die aan de bevoegde autoriteiten daarvan verslag heeft uit gebracht, de Adder mede op de ge noemde hoogte. De monitor vorderde toen niets en de zee sloeg over het geheele schip, tot zelfs over den schoorsteen. De visscher, (zijn naam mocht mij niet gelukken op te sporen) zag niemand op het dek, ook geen noodsein en passeerde het oorlogsschip aan de landzijde, merkte op dat het slecht stuurde en veel gierde. Aldus verneem ik van personen, die geloof waardig zijn. Nog dit, het bedoeld vissehers vaar tuig behoort tehuis in de Zuidelijke havens en kwam hier binnen wegens ruw weder. Het totaal der hier tot gisteren aangebrachte dooden is dus vijf, na melijk het lijk van den loods Duin- ker, dat heden wordt begraven, en de lijken van den te Egmond ge vonden marinier en van de gisteren avond aangebrachte twee mariniers en een raatroos. Geheel IJmuiden deelde in de rouwmen spreekt van niets anders, en hoort van niets an ders. Algemeen gelooft men, dat de Ad der Woensdagavond reeds bleef; het horloge in den zak van den loods Duinker gevonden, stond stil op 9.10 ook vermoedt men dit aan den toe stand der lijkendit zal ook door schouwing van deskundigen zijn uit te maken. Omtrent de oorzaak van deze droe vige gebeurtenis, en voornamelijk over de vraag of de geheele bemanning omgekomen is, verdiept men zich in allerlei gissingen. Van springen meent de een kan kwalijk sprake zijn, omdat daarbij de tijd om zich van zwemgordels te voorzien, ont broken zou hebben. Aanvaring door een schip van groot kaliber acht men van diezelfde zijde niet waarschijnlijk, omdat de seinlichten er van voor den monitor een waarschuwing ter uit wijking zouden zijn geweest, en van een kleiner vaartuig is zulks ook wel niet denkbaar, omdat dan de stoot wel het kleinere vaartuig zou hebben doen zinken en de Adder vermoedelijk ongedeerd zou zijn gebleven. Men denkt dus, dat het schip in de Noord zee, bij het onstuimige weder, door dwarszeeën is beloopen, die het vuur in de machinekamer gebluscht, waar door de Adder, welke tot die vaar tuigen voor de binnenwateren en de kust behoort, die niet veel storm of zee kunnen verdragen, vol geloopen en gezonken is. In elk geval moet het gevaar plot seling zijn opgekomen, en als, wat men verzekert, het waarheid is dat zoowel de bevelhebbende als de ove rige officieren nimmer bet comman do op een monitor hadden gevoerd, dan kan een en ander hebben bijge dragen tot de groote ramp die het vaartuig vermoedelijk heeft getroffen. Het Braziliaansche oorlogsfregat »Vital de Oliveira" heeft gisteren ochtend onze haven verlaten, met bestemming naar Amsterdam. De kermis - vermakelijkheden spoeden ten einde: de heeren van Ollefen, Moor Veltman annonceeren nog twee schoone tooneelproducten, die zeker veel bezoekers zullen trek ken. Hedenavond: »Zij is krank zinnig" en Woensdag, tot sluiting, Engeland in 1651." Het Cagliostro-Théatre van den Heer E. Basch zal ook Woensdag de laatste of afscheidsvoorstelling ge ven. Zij, die nog geen bezoek brach ten verzuimen niet hiervan nog te piofiteeren. Een belangrijk schrijven is, naar men ons meldt dezer dagen ontvangen bij 't Plaatselijk Comité tot ondersteuning der vervolgde en hulpbehoevende Israëlieten in Rus land, in antwoord op 't adres aan 't Centraal-Comité, houdende aan- 'drang tot het nemen van maatre gelen om de Russische Regeering de afkeer te betuigen van 't Neder- landsche volk over de gruwelen, tegen de Israëlieten gepleegd. Het Centraal-Comité te Amsterdam ont raadt op onderscheidene gronden de inmenging met binnenlandsche aan gelegenheden door vreemden en verwacht voor 't vervolg veel goeds voor 't lot der Israëlieten van een betere geest, die thans blijkbaar heersebt bij de Regeering van Rusland. Texel, 10 Juni. Nu 't weer zich eenigszins droger houdt, is men allerwege ijverig in de weer om het hooi binnen te halen. Heeft de regen in de laaggelegen velden nog al schade aan het hooi teweeggebracht, op de hoogere landen is weinig nadeel berokkend. Over het geheel is men tot heden nog al gelukkig zoowel wat de quantiteit als de qualiteit, van het hooi betreft. Oudeschild, 10 Juli. Het rogvisschen, zoolang een rijke bron van inkomsten voor tal van vis sehers, wordt binnengaats van dag tot dag minder. Vele vissehers weten dientengevolge letterlijk niet wat zij moeten uitvoeren, daar er op andere wijze met hun vaartuigjes niet veel valt te verdienen. Aan dien toestand komt waarschijnlijk eerst in 't late najaar weer een einde, als de gar- nalenvisscherij weer begint. Vrijdag jl. zijn door een vrouw, wonende in een keet buiten de Wil lemspoort te Amsterdam, bare drie kinderen, van 6 tot 2 jaar, achter gelaten, nadat de man reeds eenigen tjjd afwezig was. De politie trok zich hun lot aan, nam hen 's nachts in het naastbij gelegen hulpbureel om te kunnen slapen en bracht -/.e Zaterdag weder naar de keet, om te zien of de ouders waren teruggekomen. Te vergeefs. Na den volgenden nacht weder aan het politiebureel te hebben doorgebracht, zijn de kleinen Zondag in de inrichting voor stadsbestede- lingen opgenomen. Naar aanleiding van den zwaren regen der laatste dagen, schrijft de »Leidsche Courant:" Deze regen, van zoelte vergezeld, heeft de kiem der aardappelziekte, die altijd aanwezig is, spoedig uit gebreid, zoodat vrij algemeen meer dan het loof ook de knol is aange tast. Het vorige jaar was de aard appelteelt zeer gelukkig en niettegen staande op het laatst van Juli hevige regen losbarstte bleef ook zelfs de late aardappel bijna van die ziekte bevrijd. Ook thans is dit natuurlijk zoo veel later ontwikkeld gewas nog niet door die ramp bezocht. Wat er kan plaats hebben, zal van het weer afhangen, dat volgt. Met de teelt der snij boonen en augurken is het slecht gesteldde koude dagen in Juni hadden bovendien den groei tegengehouden. Eenige zonnige dagen hebben de landlieden te baat genomen om te hooien met goed gevolg is voor een groot deel de barg reeds gevuld met geurig hooi. Het weiland heeft gras en het overtollige water is door wind of stoom gemakkelijk te loozen. Onder het gebloemte prijkt de roos in al hare schoonheid. Zij ducht niet spoedig de regenvlagen, maar verbleekt veeleer bij straffen zonneschijn. Tot ons leedwezen ontvangen wij uit goede bron bet bericht, dat de cholera op de schepen ter reede toeneemt. Gisteren nacht overleden twee van de bemanning der Emma en gisteren werden twee anderen aan getast. Deze uitlooper der epi'demie, dien wij tharte hier in Tndië beleven, en die Padang, Banjoemas, Djokdja, Cheribon en ook weder eenigszins Batavia tot veld van verwoesting ge kozen heeft, is gelijk ook in Europa met dergelijke uitloopers het geval pleegt te zijn, van een zeer hevig karakter. Verreweg de meeste geval len zijn doodelijk. (Java-Bode.) Te Madras werd onlangs een weduwenvergadering gehouden. Vele honderden Indische vrouwen, die haar echtgenoot door den dood verloren hadden, waren saamgekomen om over het treurig lot van haren stand te beraadslagen. Zooals bekend is moet, volgens de leer van Bralima, de we duwe zich tegelijk met het lijk van haar man verbranden of, zoo zij daar in geen lust heeft, moet zij, wil zij haar godsdienst getrouw blijven, al de jaren van haar volgend leven in ongebuwden staat doorbrengen. Deze vergadering werd geleid door een jonge weduwe, Dischnagur genaamd, een gevierde schoonheid die door de jongelingschap harer omgeving met begeerige oogen werd aangezien. Verschillende spreeksters voerden het woord en enkelen wezen vooral op het gelukkig lot der weduwen in Europa. Met genoegen werd in deze vergadering dan ook geconstateerd, dat het een groote zeldzaamheid was dat een weduwe zich liet verbranden, dan gaven zij toch nog de voorkeur 1 aan den ongehuwden staat. Een der spreeksters stelde een motie, die aan genomen werd en volgens welke een adres aan de Koningin van Engeland ook eene weduwe zal aange boden worden, opdat zij het haar Indische lotgenooten mogelijk zou maken weder te huwen. Ook bij de Indiërs schijnt dus de natuur boven de leer te gaan. Naar wij vernemen zal de begra fenis der alhier aangebrachte slacht offers van Zr. Ms. monitor Adder" welke Donderdag ten 10 ure zal plaats hebben, aldus worden geregeld: le. Tamboers en Pijpers. 2e. Mu ziekkorps der Marine. 3e. Detache- j ment Mariniers. 4e. Lijkwagens en 1 Slippendragers. 5e. Familieleden. 6e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 2