MARINE.
Bedden van Kapok,
een iet WINKELHUIS,
Nationale Militie Teizeieriag-Maatscitaij.
BROUWER VAN DAL. AMSTERDAM.
NDTSROLEN,
IEDER DOE ZIJN VOORDEEL.
WIJTING VAN DER VËGT,
D 263. I. HILDERING.
De ondergeteekende beveelt zich be
leefdelijk aan tot het leveren en leggen
van Huis-Telegraphen, Bell-Telephonen en Electri-
sche Schellen, op verschillende afstanden.
c. F. POULI,
Binnenhaven, hoek
Watersteeg No. 98.
s°°^arte 1hl£*derPaW»esen
Flanette" e Qoeken e" „0or *%rages va"
door^er,JJaoHS en g^oeVw* en tanlen
AV-Lt WJLi dnn-NeW sW^s en>rd
het vorige l,„to, ^an
Zomer-VaP°"s -T",fctiitow**£j
b est 9°e^l!"?hie4W'„e,!"HO-
versteekt. f H1LDERIN&.
Oud-Officier van Gezondheid,
Geneesheer te Eyerland, bericht dat
hij driemaal per week te Oosterend
zal zijn te consulteeren, Maandag,
Woensdag en Vrijdag voormiddags,
ten huize van den Heer J. MA NT JE,
Logementhouder, aldaar, bij wien
ook BOODSCHAPPEN worden aan
genomen.
Prijsopgaaf wordt op franco aanvrage
SPOORGRACHT, O, 263.
Opseriont Ao. 1845.
Geschikte PLAATSVERVANGERS en NUMMER-
VERWISSELAARS gevraagd voor de lichting 1883.
Zich te verveegen bij H. VAN PRAAG, den Helder, voor de hoogste som.
Brouwer tfc van Dal.
OPENBARE AANBESTE
D I N G bij de Directie der Marine
te Willemsoord, op WOENS
DAG den 7en FEBRUARI 1883,
des voormiddags ten elf uur, van
Het maken van DRIE
HOUTEN TORENS met Ce-
mentbestortingen, elk om
geven door een houten ge
bouw op steenen voet, op
's Rijks werf te Willems
oord.
De bestekken liggen ter lezing bij
het Departement van Marine te
's Gravenhage en bij de Directiën dei-
Marine teWillemsoord, Amsterdam en
Hellevoetsluisalsmede in de lokalen
van de Provinciale Besturen van
Noord-Brabant, Limburg, Gelderland,
Overijssel, Zeeland en Friesland
ter Secretarie der Gemeentebesturen
te Rotterdam en Dordrecht.
Yoor zooveel de voorraad strekt,
zijn op franco aanvrage de bestekken
ter Griffie van de Directie der Marine
te Willemsoord te verkrijgen.
De noodige aanwijzing in loco zal
geschieden op de twee de aanbesteding
voorafgaande werkdagen, des vo
middags ten 10 uur.
Verdere inlichtingen kunnen ver
kregen worden ten Bureele van den
Hoofd-Ingenieur der Marine te Wil
lemsoord.
LOK.AAL TIVOLI.
BURGERKR I N G HARMONIE.
RICHARD MOOR.
Drama in vier bedrijven. Voorafgegaan door:
TJTTK. TE LAAT.
Voorspel in éen bedrijf. Uit het Fransch van H. Meijer, door C. R. H. Spoor.
met Costnmes naar den tyd, van mevrouw de Wed. DAVIDSON.
H.
LOT IS DOOD
Blijspel met Zang in éen bedrijf.
Na afloop BAL. Aanvang 71/, uur.
ENTRÉEvoor een Heer f 0.49, voor een Dame f 0.25.
Kaartjes zijn te bekomen bij de HH. H. A. STADERMANN, A. G. J.
DE VRIES, J. VENNIK, J. SELMAN, bij Mej. de Wed. J. CAARLS.
bij B. J. BAKKER en aan bet lokaal Tivoli.
T© Koop
een VISCH3CHUIT,
met volledigen Inventaris,
alsmede VISCHTUIG voor Kor-,
Beug- en Ansjovis-Visscberij.
Nadere informatiën bij den Heer
TIENSTRA alhier, of bij den eigenaar
G. DE VRIES, te Enkbuizen.
(firma PEETERS STEIJAART,) is
verliuisci
naar de
T© Huur
van alle gemakken voorzien.
Adres Berkhout Co.
prijs per Hectoliter
7 O CENT.
M. KLEIJN,
BINNENHAVEN 59.
Ondergeteekende verzoekt vriende
lijk aan Reeders, Gezagvoerders en
schippers van tjalk envischscbuiten om
Zeilmakerswerk.
Belovende sterk en net werk, tegen
goedkoope prijzen.
De inschrijvingen op
biljetten, bevattende aannemingssom
in cijfers en letterschrift en de namen
van aannemer en borgen zonder door-
balingen en bijconditiën en door den
inschrijver onderteekend, moeten vóór
of op den dag der aanbesteding des
voormiddags ten elf uur, vrachtvrij
bezorgd worden bij de Directie der
Marine te Willemsoord.
Willemsoord, den 25 Jan. 1883.
De Vice-Admiraal,
Directeur en Kommandant der Marine,
D H A E S.
Uitverkoop tegen uiterst lage prijzen, van alle voorhanden
zijnde HAND-NAAIMACHINES; desverkiezende worden zij allen
geleverd met het bekende Rose-Stop-Aparaat.
verkrijgbaar bij
FEUILLETON.
Hoogmoed komt voor de val.
Roman naar 't Duitsch,
24. VAN
FRIEDRICH FRIEDRICH.
Gekleed in een zwarten iok en wit vest
liep hij zijne kamer haastig op en neder;
hij rekte zijn gedrongen gestalte nog uit,
ten einde grooter te schijnen, want hij
achtte zich nu een voornaam man; de
koning toch kwam om zijn straat in oogen-
Bchonw te nemen.
Hij bevond zich in onzekerheid of hij
den vorst niet met een toespraak moeBt
begroeten, maar zijn opgewonden hoofd was
niet in staat een gepaste aanspraak te be
denken. Te vergeefs streek hij zich over
het voorhoofd; eenige goede volzinnen kon
hij niet bij elkander flansen. Hij wilde
Tappert laten roepen en toch mGcht hij
dezen niet verraden, dat hij niet in staat
was een vorst te begroeten.
Mevrouw Polier en Selina waren gedu
rende dien tijd niet minder druk bezig.
Beiden maakten groot toilet, want zij wil
den minstens van 't venster nit den koning
begroeten, en mevrouw Polier hield het in
het geheel niet voor onmogelijk, dat de
vorst naar haar zou vragen en verlangen
haar te zien.
Selma vroeg herhaalde malen of de ko
ning ook van jonge officieren vergezeld
zou zijn.
Ten vier nre zou de koning de nieuwe
straat in oogenschouw nemenreeds eeu
half uur te voren zat de „genadige vrouw"
met hare dochter, op zijn schoonst gekleed,
voor het geopende raam en trachtte zich
met een waaier te verkoelen. De lucht was
niet warm, doch hare wangen gloeiden,
want zij had als 't ware een voorgevoel,
dat haar een buitengewone onderscheiding
ten deel zou vallen.
Polier liep in zijne straat ongeduldig op
en neer. Hij betreurde het nog niet met
den bouw van meer huizen te hebben doen
aanvangen, doch stelde zich gerust met de
overtuiging, dat de vorst zijn onderneming
nog wel meermalen in oogenschouw zou
nemen.
Eindelijk kwam de koning aangereden;
mevrouw Polier en hare dochter stonden
voor het geopende venster. De opgewonden
dame knikte en boog voortdurend, doch de
koning zag niet eens naar 't raam op. En
nog een andere teleurstelling zon haar ten
deel vallen. Zij had gemeend dat de koning
met een voorrijder en in een met minstens
zes paarden bespannen rijtuig en een talrijk
gevolg zou komen en zich reeds verheugd,
dat de gebeele buurt zou uitloopen. In
plaats daarvan kwam echter slechts een
met twee paarden bespannen rijtuig, naast
den koetsier waarvan een lijfjagcr gezeten
was, terwijl de koning door niet meer dan
een adjudant vergezeld werd.
Polier ging het niet veel beter. Van
opgewondenheid bevend, met den hoed in
de hand, stond hij midden op zijn Btraat,
doch het rijtuig reed hem voorbij en hield
eerst voor de bijna gereed zijnde huizen
stil. Ademloos liep hij 't voertuig na en
boog, toen hij 't had ingehaald, nog dieper
als zijne vrouw reeds gedaan had.
Belangstellend zag de koning om.
„Gij zijt de aanlegger van deze straat P"
vroeg hij aan Polier.
De gelukkige bouwheer bracht stotterend
een toestemmend antwoord nit.
„De straat belooft zeer schoon te worden,"
vervolgde de vorst. „De huizen zijn met
smaak opgetrokken, alleen de plek daar
komt er leelijk tuaschen in," zeide hij, met
den vinger op den grond van mejnffi-ouw
Emmeline Zeifig wijzende.
Polier stotterde dat die grond hem nog
niet behoorde.
„Dan moet gij hem koopen, want het
gezicht daarvan zal de geheele straat be
derven," bemerkte de koning. „Het ver
heugt mij dat mijne residentie een zoo
fraaie straat rijker zal worden."
Polier haalde adem, om den koning de
overdreven vorderingen van de oude juf
frouw mede te deelen, doch het rijtuig stelde
zich weder in beweging en reed weg eer
hij nog in staat was een woord uit te bren
gen. De geheele bezichtiging had geen
drie minuten geduurd.
Tamelijk verbluft zag Polier het ver
trekkende rijtuig na, want hij had zich
geheel iets anders voorgesteld, en in de
vaste overtuiging geleefd, dat het hem ver
gund zon geweest zijn zijne majesteit door
al die huizen te voeren; daarom had hij
dan ook de trappen zooveel mogelijk doen
schoonmaken en met tapijten beleggen.
Tappert naderde den bouwheer. Hij
lachte toen hg diens verbluft gelaat zag.
Juist tegenover hem moest Polier in 't al
lerminst van zijne teleurstelling doen blijken.
„Zijne majesteit heeft zijne bijzondere
tevredenheid over mijne onderneming be
tuigd, hij was daarover verrukt," zeide hij.
„Alleen die plek gronds van het waanzin
nige mensch wekte het misnoegen op van
den vorst."
„Dat wil ik gaarne gelooven," antwoordde
Tappert.
„Natuurlijk. Die grond zal en moet ook
mijn worden,"riep Polier, dien de vriendelijke
woorden, tot hem door den koning gespro
ken, nog trotscher gemaakt hadden. „Ik
zeg, die grond moeimija. worden.
„Dan zal u niets anders overblijven als
hem te koopen." zeide Tappert, de schou
ders ophalende.
„Ik zou daartoe ook bereid zijn, wanneer
dat mensch een niet zoo ongehoorden prijs
vroeg."
„Zij zal dien niet verminderen."
„Hebt gij met haren neef gesproken P"
vroeg Polier zachtjes, terwijl hij dichter
bij den bouwmeester ging staan.
„Zeker, en hij zon het gaarne doen, doch
hij is veel te angstig om iets te durven
wagen."
„Hij moet het doen," riep Polier.
„Ik geloof dat ge daardoor dan nog
minder ver zoudt komen als thans," ver
volgde Tappert. „Ik heb mij in nw be
lang nauwkeurige inlichtingen verschaft.
Worden de geestvermogens van de oude
juffrouw als gekrenkt beschouwd en zij
onder curateele gesteld, dan moet het ver
mogen door een van rechtswege aan
te stellen curator beheerd wordendeze
alleen zon niet gerechtigd zijn den grond
te verkoopen en gij zoudt dan wellicht
voor lange jaren verhinderd zijn de straat
te voltooien."
„Ik kan toch onmogelijk zestig duizend
thalers voor dien grond betalen," riep Polier.
„Ik hoop, dat de dame zich zal laten
bewegen met vijftig duizend thalers tevre
den te zijn."
„Neen, neen, ook die geef ik nietver
volgde de bouwheer. „Zie alles te doen
om haar tot rede te brengen en ik zal u
daarvoor rijkelijk beloonen."
Hij ging naar huis om zich van zijn rok
en wit vest te ontdoen.
Terzelfder tijd besteeg mevrouw Polier,
van Selma vergezeld, het voor de deur barer
woning wachtende rijtuig, ten einde hare
vriendinnen te bezoeken en dezelve omtrent
het bezoek des konings mededeling te doen.
Dat dit bezoek van zeer korten duur ge
weest was zou zij natuurlijk verzwijgen,
en er geheel en al niet over spreken of
de koning ook haar bezocht had. Zij ver
beeldde zich bij voorbaat reeds aan de ja-
loersche blikken van hare vriendinnen te
zijn blootgesteld.
De aanmoedigende woorden des konings
zouden voor Polier geen goede gevolgen
hebben. De trots van den bouwheer was
daardoor tot den hoogBten sport gestegen
reeds zag hij in verbeelding zijne borst met
ridderorden versierd; hij hield zich voor
een groot man, wien alles gelnkken moest
't geen hij ondernam. Zijn plan was oor
spronkelijk geweest aan den aanleg van
de straat eenige jaren te besteden, thans
was hij echter tot het besluit gekomen, hi>t-
geen nog aan de voltooiing ontbrak, eens
klaps onderhanden te doen nemen. De
koning zon er over verwonderd staan hoe
spoedig hij, Heiiirich Polier, een der groot
ste straten als 't ware uit den grond liet
verrijzen.
Hij wist zeer goed, dat zijn eigen, mid
delen daartoe niet voldoende waren, want
hij had reeds gedeeltelijk met het geld
van vreemden gewerkt. Zou, nu hij zoo goed
onder bescherming van den vorst stond,
hem iemand crediet durven weigeren F
Hij scheen voor overleg niet meer vat
baar te zijn en de voorzichtigheid geheel
en al nit het oog te verliezenhij leefde
als in een soes en schrikte voor niets meer
terng. Het moest gelukkenEn had hij
de straat voltooid, dan kon hij op zijne
lauweren gaan rusten, dan moest hij rijk
zeer rijk zijn.
Wordt, vervolgd.
Snelpersdruk Tan O. DE BOER Ja,