BOEKEN Bedden van Kapok, 5Sgï^«5- rti°vcie E87.1* jt ;7;fS:e»«w:,r Nationale Militie Yerzeterino-Haatschagoü. Bakjes zwarte Terf. eea aet WINKELHUIS, VISSCHERS. NUTSKOLEN. feer® S?e4o<fen- E *0rden met1tnet*- BROUWER VAN DAL, AHSTERD AM. IEDER DOE ZIJN VOORDEEL. H, PIETERS, verkrijgbaar bij - Be ondergeteekende beveelt zich be leefdelijk aan tot het leveren en leggen van Hui8-Telegraphen, Bell-Telephonen en Electri- sche Schellen, op verschillende afstanden. ,er8treki M. HILDERING. en R "0ff ilt «p de korting aa ^passeerd iaa 'trapes en 6orrf^ 'n9 (,00r °»overtrefa f) rps****** Opgerlolit Ao. 184S Geschikte PLAATSVERVANGERS en NUMMER- VERWISSELAARS gevraagd voor de lichting 1883. Zich te verveegen bij JI. VAN PR4AG, den Helder, voor de hoogste som. Brouwer tfc van Dal FEUILLETON. Hoogmoed komt voor de val. Roman naar 't Duitsch, 26. van FRIEPR1CH FRIEPR1CH. Het zwaarst door dit alles leed Frida. Zij voelde zich in de woning van Polier nog immer volstrekt niet te huis, ja zij ion deze reeds weder verlaten hebben, wan neer zij voor de tegenover haar gehuisveste oude vrouw, bij welke zij des avonds menig uur doorbracht, geen symphatie had gekregen. Sedert het bezoek des konings gedroeg Sel- ma zich zoo trotsch en neuswijs tegenover Frida, dat zij 't bijna niet meer kon ver dragen. Zij beklaagde zich daarover bij de moeder van 't meisje, doch deze voer als- toen op de heftigste wijze uit en vond het, volgens haar zeggen, zeer impertinent, dat Frida zich over hare dochter kwam bekla gen. In tegenwoordigheid van 't verwende meisje zeide zij der gouvernante, dat zij scheen te vergeten in welk huis zij diende en niet wist wat haar paste. Selma vatte nu het besluit op Frida zdd lang te plagen, totdat deze het huis ver liet. Van den eersten dag af aan had zij hare gouvernante met minachting behan deld, doeh sedert zij had gezien, dat de aan de overzijde van haar woonachtige luitenant, op welken zij alleen aanspraak meende te hebben, Frida op een goeden dag, toen zij de deur uitging, lang en op in 't oog vallende wijze nakeek sedert dien tijd haatte zij hare gouvernante, vond haar schuw leelijk en koesterde zij niets anders dan den wensch haar zoo spoedig mogelijk van de baan te kunnen schuiven. Die wensch werd door hare zuster Ada, welke inmiddels van de kostschool was te ruggekomen, verijdeld. Met haar kwam er een geheel andere geest in het huis, welke echter aanvankeijk niet prettig werkte. Ada had drie jaren op een kostschool doorge bracht, waarop niets dan kinderen van zeer rijke of hooggeplaatste personen werden aangenomen. Het ouderlijk huis was haar vreemd geworden. Zij had andere, fijnero manieren geleerd en voelde zich nu door den hoogmoed en slechte opvoeding van hare moeder en door Selma^s eigen «innige trots en neuswijze aanmerkingen dikwijl: zeer boleedigd en teruggestooten. Ada was een vroolijke, slanke verschijning hare bewegingen waren gemakkelijk en vast, hacr gelaat was fijn gesneden en hare donkere oogen blikten beheerschend, Om haren kleinen mond speelde dikwijls een spottend lachje en inderdaad kon zij dan ook vaak zeer sarcastisch en scherp zijn. Ook zij was trotsch, ja wellicht nog meer dan hare moeder, doch haar trots waB niet zoo plomp, herinnerde niet steeds aan een parvenu en bleek ook niet alleen door uiterlijk vertoon. Zij schatte den rijkdom haars vaders zeer hoog, omdat zij alleen daar door toegang op de kostschool bekomen had, doch zij pronkte niet met dezelve maar zag die aan als iets dat van zelve sprak, als iets noodwendigs om zoo te zeggen. Ver mogend waren al de ouders van de jonge meisjes waarmede zij op de kostschool had vertoefd, en sommigen daarvan nog veel meer dan hare onders; zij had daardoor alzoo niet het minst voorgehad. Tot hare meestvertronwde vriendinnen behoorde de dochter van een generaal en die van een zeer vermogend koopman, wiens firma tot een der oudsten en aanzienlijksten in de residentie behoorde. De „genadige vrouw" had zich over Ada'; terugkeer zeer verheugd, wijl ze dan in de gelegenheid zou zijn kennis te maken met de voorname lieden, waarmede het meisje verkeerde, doch Ada was te trotsch en te fijngevoelig om op die wijze den hoogmoed harer moeder te dienen. Zij sloeg het al dadelijk af om zich als een wonderkind door hare mama aan hare kennissen te laten voorstellen en daardoor krenkte zij de „genadige vrouw" niet weinig, iets waar van deze echter niets wilde laten blijken. Geheel en al verstoord was Ada over de brutaliteit en trotschheid harer zuster en over den ruwen en uitdagenden toon, waarop zij tot Frida sprak. Zij verweet het eigen zinnige kind die onhebbelijkheden, doch Selma verlangde in 't allerminst niet door Op nieuw ontvangen: J SNOOIJ SPOORSTRAAT. (firma PEETERS STEIJAART,) ia verüuisd. naar de To liuur van alle gemakken voorzien. Adres Berkhout Co. TE HUUR op het Horntje te TEXEL, iiieuw aan te bouwen WO- .\L\GE\ met Tuingrond, zeer gunstig gelegen tot uitoefening der GEEP- en HARINGVANGST, Fuiken zetten en andere Visschery. Afstand haven Nieuwediep 2500 Meter, veilige ligplaats voor vletten en booten in de Mok. Adres KONING Co., Texel. VAN D. KLEIN Jr., Kanaalweg I 145, prijs per Hectoliter 7 0 CENT. M. KLEIJN, BINNENHAVEN 59. Uitverkoop tegen uiterst lage prijzen, van alle voorhanden zijnde HAND-NAAIMACHINES; desverkiezende worden zij allen geleverd met het bekende Rose-Stop-Aparaat. FE. CHOPIN, Op 6 Quatres Mazourka's 8 Pag- 32 Ct. 10 Douze graudes Etudes 20 80 12 Variatons brillantes 12 48 15 12 48 18 Grand valse brillante 8 32 26 Deux Polonaises No. 1 6 24 2 10 i 40 27 Nocturnes 1 6 24 2 6 24 24 Quatre Mazourka's 10 40 d 28 Vingt quatres Préludes livre 1 8 a 32 2 10 40 3 14 56 29 6 24 34 Trois valses brillantes No. 3 ,6 24 4 6 24 35 20 80 46 Allegro de Concert 20 80 52 Quatrième Ballade 16 64 53 Huitième Polonaise 14 56 R.SCHUMANN 18 8 32 226 pag. f9.04 Slechts nog weinig stellen van bovengenoemde muziek kunnen wij afleveren. Een enkel stuk hieruit wordt berekend tegen den zeer lagen prijs van 4 et. per pagina, maar zij, die het geheele stel wenschen, betalen hier niet meer voor dan vijf gulden. Men profiteere van deze zeldzame gelegenheid, welke bij niemand anders bestaat dan bij ondergeteekenden. Op aanvrage met bijvoeging van het bedrag in postwissel, zenden wij franco naar huiten. HELDER. BERKHOUT cfc Co. Prijsopgaaf wordt op franco aanvrage SPOORGRACHT, O, 268. hare zuster terecht gezet te worden en ging er dwars tegen in. Selma was nijdig op hare zuster Dat dezelve mooi was moest zij volkomen toe geven en zij vreesde dat haar luitenant zijne aandacht nu meer zou schenken aan Ada dan aan haar. Het was ook reeds daarom onaangenaam dat de zuster weder in huis was gekomen, daar zij nu zeker, als jonger zijnde, slechts een tweede rol zou spelen. Zij had zich bij de zwakheid van hare moeder reeds vele rechten aan gematigd en wilde nu van niet een daar van afstand doeu. De „geHadige vrouw" trok partij voor bare verwende lieveling. Zij hield zich zelve voor verstandig genoeg om over 't geen al dan niet paste te oordeelen. Ada was diep bedroefd dat Kart, van wien zij steeds 't meest van haar broeders en zusters gehouden had, het ouderlijk huis waa ontloopen en hij was de oorzaak, dat zij reeds den derden dag na hare tehuis komst met hare moeder heftig kibbelde. Nog was zij niet te weten gekomen wat Kurt gedaan had, want op hare desbetref fende vragen had hare moeder slechts kort ten antwoord gegeven, dat Kurt zich on waardig gedragen had. Nadat de tafel wa8 afgeloopen, zat zij in de kamer van hare moeder, die zoolang zij was op een divan lag, terwijl Selma aan het venster stond. „Eet Heino niet meer met n vroeg Ada, daar zij sedert hare tehuiskomst dezen slechts tweemaal vluchtig gezien en hem aan tafel gemist had. „Hij eet meest met zijn vrienden," ant woordde de „genadige vrouw." „Hij is hun die beleefdheid schuldig, want zij be- hooren meest tot de voornaamste kringen; zijn boezemvriend is de baron von Meppen, een innemend rnensch. Hij heeft hem aan mij voorgesteld; en gij zult u er over ver heugen hem te leeren kennen." ,Mama, ik vind hem in 't geheel niet innemendhij ziet er zoo naar uit," riep Selma van af hare standplaats. Het meisje, dat nauwkeurig iedereen opnam welke voor- bijging, was niettemin geen enkel woord van 't geen er in de kamer gesproken werd ontgaan. „Kind, daarover hebt gij geen oordeel uit te spreken," zeide de „genadige vrouw." „Nu, maar ik weet toch hoe hij er uit ziet," zeide de neuswijze. Hij is een zeer beminnelijk man en ik ben gelukkig dat Heino met hem verkeet," bevestigde mevrouw Polier, zich tot Ada wendende, en daarop schilderde zij hare dochter al het schoons van den dag waarop de wedrennen gehouden waren en waarbij Heino's paard de overwinning had be haald. „Wat is Heino eigenlijk?" vroeg Ada. „Ik begrijp u niet," antwoordde mevrouw Polier, ofschoon zij zeer wel wist wat hare dochter met die vraag bedoelde. „Waarmede houdt hij zich bezig vroeg Ada nog duidelijker. De „genadige vrouw" deed deze vraag on aangenaam aan, want zij wilde niet zeggen dat haar zoon, op welken zij zoo trotsch was, niets was en zich ook met niets bezig hield. „Waarmede zouden de zonen van rijke ouders zich wel bezig moeten houden P" vroeg zij. „Ik denk dat hij niet noodig neeft een beroep uit te oefenen en ik weet ook inderdaad niet welk vak bij wel zon moeten kiezen. Wellicht zet hij later de on dernemingen van uwen vader voort." „Ik geloof niet dat hij daarvoor de noodige kennis en den gevorderden lust bezit zeide Ada. „Mama, Heino heeft gezegd, dat het hem onbegrijpelijk was hoe iemand er behagen in kon scheppen huizen te bouwen," viel Selma in. „Hij inteiesseert zich slechts voor paarden en het ballet." Hoe waar deze woorden ook genoemd mochten worden, toch deed mevrouw Polier alsof zij hare lieveling niet hoorde. .Waarom heeft Kurt het huis verlaten P" vroeg Ada verder. „Ik heb n de reden daarvan reeds ge noemd," antwoordde hare moeder, welke ongaarne op dit punt terugkwam. „Gij hebt mij slechts gezegd, dat hij zich ongemanierd heeft gedragen, zonder meer," vervolgde Ada. De „genadige vrouw" begon nu met klaagliederen aan te heffen over haren tweeden zoon. De grondtoon daarvan was dat Kurt niet als de zoon van een rijk man had geleefd. „Eu gij hebt niets gedaan, om uit te vorschen waar hij zich bevindt P" vroeg Ada. „Uw vader wil niets meer omtrent hem hooren," gaf de „genadige vrouw" ontwij kend ten antwoord, al de schold van het gebeurde op haren echtgenoot trachtende te laden. „Mama, Kurt woont hier in de stad," zeide Selma. De „genadige vrouw" wierp op haar ver wende dochter een veelbeteekeneuden blik, want het was tegen haar wil, dat hare oudste dochter dit dadelijk te weten kwam. „Kurt woont hierP" vroeg Ada. „Heino zou hem voor korten tijd gele den gezien hebben," zeide mevrouw Polier half verlegen. „Heino heeft hem zeer zeker gezien," zeide Selma, welke niet eens den boozen blik van ha ren moeder had bemerkt,daar zij naar de straat stond te tnren. „Hij is hem tegengekomen, toen Knrt met zijn fraaie nicht aan het wandelen was." „Met welke nicht vroeg Ada. „Kind, hij heeft zich reeds zoo ver ver geten, dat hij met lieden verkeert, die zich f voor bloedverwanten van uwen vader uit geven, doch die wij nooit zullen erkennen, want zij zijn niet meer als bedelaars." Ada had den broeder van haren vader en diens familie nooit gezien. Ook zij ge voelde zich te trotsch om met hen te kannen omgaan. Hare gedachten waren thans alleen op Kurt gevestigd. „Ik zal Kurt opzoeken," zeide zij. „Zijne woning zal ik wel spoedig uitvinden." „Dat zult ge niet doen," zeide de „ge nadige vrouw." „Uw vader wil niet eens den naam van Kurt hoorenhij zon dus r verstoord zijn, wanneer gij hem bezocht, die zich van ons heeft afgescheiden." „Ik heb mij niet van hem gescheiden," antwoordde Ada op kalmen, vasten toon. „Ik zal hem bezoeken." „Neen ik verbied het u," zeide mevrouw Polier driftig, terwijl zij opstond." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 4