UITVERKOOP YAM .DE TIJDGEEST
VISSCHERS.
SPECIALITEIT
door de uitgebreidste keuze en vooral door gewaarbord solied
fabrikaat, zoowel in de meest gewone als tot de fijnste soorten.
'Alle WITTE Katoenen, Halflinnen en Linnen Goederen
Gewone prijzen van WIT T E GOED
PROCENT KORTING bovendien
TIEN
EREN, waarop extra nog
toegestaan zal worden:
1AP0NST0FF
van af 15 Februari,
Woensdag van 12 tot 5 uur UITSLUITEND opruiming van Lappen-
Door opheffing dezen Zomer van dit Magazijn aan de Hoofdgracht en verplaatsing van den
geheelen Winkelopstand uit dit naar een nieuw huis, wordt de zaak eenigen tijd gesloten.
Die artikelen welke aan beschadiging het meest blootgesteld zijn, zullen zooveel
mogelijk UITVERKOCHT worden.
worden tot de gewone bekende lage prijzen ran de Tijdgeest verkocht en daarenboven wordt een
extra korting van tion procent toegestaan.
Van AXlOWITTEGOEDEREN zyn groote Stalen met opgaaf van den waren inbond, z n i v e r e
breedtemaat en prijs, ter inzage beschikbaar.
Bjj eene eenigszins oppervlakkige vergelijking maar, zal men reeds een belangrijk voordeel in
de prijzen ontdekken.
BU aankoop van t3elailgrijlï.e kwantiteiten, worden extra prijzen berekend,
maar dient men alsdan aaH den winkel te komen.
Wit Voering-Katoen, van 6, 8, 10 Ct9. en hooger,
Sloopen-Katoen, 121/i, 15,171/»*
Zacht Macliine-Katoen, 10,15,20
Fransch Madapolam, 10, 15
Overhemden-Katoen, 17ys, 20
Breed Boezelaars-Katoen, 20
Dam.&Kind. Hem denkatoen 171/i»
6/4 Graslinnen, 121/s
EchtHalflinnen, 20
Echt Brab. Linnen, 30
Bovenstaande goederen in alle voorkomende
breedten voorhanden.
Witte Diemets of Bazijns, van 121/3 ct. en hooger.
Amersfoort, per stuk van 20 El. van af f 1.80
en per El van af 10 ct.
Eng. en Inl. Keper, van 10 ct en hooger.
Damast v. Ledikantbehang, v. 15 ct. en hooger
Katoen Werkjes, Oogjes en Blokjes van 10 ct.
en hooger.
halflinnen en linnen Oogjes en Blokjes, van
15 ets. en hooger.
Kat. Servet-& Tafelgoed,v. 12% ct. en hooger.
afgepaste Handdoeken, Luiers en Servetten,
van af 15 Cents.
afgepaste Ontbijtlakens, van af 25 Cts. en
Tafellakens van af 30 cts.
afgepaste Linnen Handdoeken, Luiers en
Servetten, van af f 3.50 per dozijn.
Tafelstellen, Vingerdoekjes, Theedoeken en
Vaatdoeken in soorten.
Zakdoeken, van af 25 Cts. per dozijn,
gekleurd, gezoomde, Cents.
Effen Luster en gewerkte Stoffen, 4/4 breed, van
10 cts. en hooger.
Effen kleuren gekeperde wollen Beiges, vroeger
30 cts. thans 15 cts.
Zwaar Koordrips, alle kleuren 5/4 breedte, van
af 20 cts.
Effen Diagonals, 5/4 breedte, van af 20 cts.
De algemeen bekende 7/4 Ripsen, van 25 cts.,
voor netto 18 cts.
Fransche wollen Popelines, 3/4 breed, van af 25 cts.
Gekleurde en Paarsclie Katoentjes, van af 10 cts.
Gekeperd Oxford, gewone streepen, van af 10 cts.
Fijne Siciliens of Panamas van af 25 ct.
Armures of Diamantés 35
Fransche wollen Diagonals 35
Gedrukte wollen Satins en Streepen» 25
mille carre's en garneerstoffen 20
Roode en donkere Schotsche ruiten 12j
Gekleurde zijde SATIJNS, DIAGONALS,
FLUWEELEN en RAMAGES en andere
GARNEERING-STOFFEN.
Alle wollen Fantasie WINTER-4RTIKELEN gedurende deze maand nog met 25 procent rabat op den gewonen
verkoopprijs. Alle Gordijn-Neteldoeken en Vitrages van gepasseerd jaar, tot de onde prijzen met 25 procent
extra korting; frisck goed. Op alle Omslagdoeken, zoowel doorgewerkte zwarte Thibet, Flanellen
Doeken en Kinderdoeken, wordt 25 procent korting toegestaan.
5/4 Zwart Merinos van 11, 17V8, 25, 30 en 40 ct.
5/4 Luster van 11, 25, 35 en 60 ct.
5/4 Paramat van 17Y2 en 7/4 van 25 ct.
7/4 Amerikaansche Thibets, van af 45 ct.
5/4 Koordrips, van af 1772 ct.
2 Els blauw en roode Fries-Baai, van af 60 ct.
2 Els echte, blauwe, zuiver, wollen Duffel, v. f 1,25.
Wollen Wiegdekens 80 cent en tweepersoons
van fl,80.
Engelsche Buksking, 2 Els breedte, van af 40 ct.
Zware Bukskings, voor Mansbroeken, 2 Els, van
75 cent.
Geheel wollen Buksking voor Kinderkleeding,
100 cents.
Zware wollen Bukskingvoor Heerenkleeding,
van 140 cent.
Grijze Brabandsche Voerings, van af 6 cts.
Witte Flanels van af 11 cts., tot in de fijnste soorten.
Duivelssterk, van af 20 cts. en 2els blauw Katoen,
van af 221/g ct.
2 Els gewoon Yriesbont, van 20 cts.
2 Els linnen idem, het zwaarste en breedste, v. 25 cts.
Zoogenaamd 2 Els Kettingbont, van 221/a ct., in
volle breedte 25 cts.
Beddebonten, zware kwaliteit, 14 cts. en fijne
van af 17Ys ct.
Blauw Linnen, voor Boezelaars van 20 cts.
Yriesbont Handdoeken, van af 127a ct.
Dubbeldraads of Boezeroenstreep, van af 14 cts.
Blauw en Indigo Diemets, Pilows en Engelsch
Leer, uitsluitend puik, solied fabrikaat, tot
zeer voordeelige prijzen.
STUKGOEDEREN of per El worden op die dag-en en die uren
NIET MEER VERKOCHT.
RESTANTEN van WOLLEN JAPONSTOFFEN van gepasseerd jaar alléén gedurende die nren vnnr 25 PROCENT
van de gewone verkoopwaarde, en restanten BEDRUKTE KATOENEN, prima kwaliteiten van 20 en 25 Gent
vooa 10 en 127» Cts. uitzoeken. Men doe zijn voordeel, door op die uren zoo vroeg mogelijk te komen,
daar het bij goed weder tusschen 3en 5 uur geregeld te druk is om behoorlijk geholpen te wordenvoortaan
sluit de Lappenverkonp precies vijr uur.
TE HEER op het Horntje te
TEXEL, nieuw aan te boawen WO-
M.VGEX met Tuingrond, zeer gunstig
gelegen tot uitoefening der GEEP-
en HARINGVANGST, Fuiken zetten
en andere Visscherij. Afstand
haven Nieuwediep 2500 Meter, veilige
ligplaats voor vletten en booten in
de Mok.
Adres KONING Co., Texel.
FEUILLETON.
Hoogmoed komt voor de val.
Roman naar 't Duitsch,
27. VA2Ï
FRIEDRICH FRIEDRICH.
„Mama, ik ben oud genoeg, om in zekere
opzichten naar mijne eigen overtuiging te
handelen," gaf Ada ten antwoord. Zij waB
op de kostschool en gedurende de lange
afwezigheid uit het vaderlijke hais zelf
standiger geworden als hare moeder dacht.
De „genadige vrouw" zag hare dochter
zeer verwonderd aan. Er lag in de oogen
van het meisje een kalmte en vastberaden
heid welke, haar aan Kurt herinnerden.
„Ik vermeen, dat zoolang gij in het
ouderlijke huis vertoeft, gij ook den wil
uwer ouders hebt te gehoorzamen," zeide zij
„Yolgt ge dezelfde grondstelling ook ten
opzichte van Heino P"
„Hij is ouder dan gij."
„Hij leefde reeds naar eigen welgevallen,
toen hij nog jonger was als ik thans."
„Ik weet niet in welk opzicht bij tegen
den wil zijner ouders gehandeld heeft,"
antwoordde de „genadige vrouw."
„Mama, hij vraagt u toch nooit iets,"
riep Selma. „Wij weten niet eens waar hij
is of wat hij doet."
„Zwijg. Daarover hebben zijne ouders
slochts te ocrdeelen," riep mevrouw Polier,
die ongeduldig was geworden. „Ik verlang
dat mijne kinderen mij gehoorzamen."
Ada begaf zich naar hare kamer, daar
zij wist hoe weinig hare moeder zich wist
te bebeerschen, wanneer zij toornig werd.
Zij gevoelde zich in de ouderlijke wo
ning niet te huis, daar zij noch bij hare
moeder, noch bij Selroa overeenstemming
vond. Wanneer haar vriendinnen een be
zoek kwamen brengen, ontving zij die steeds
in have kamer, omdat deze niet zouden be
merken boe weinig opvoeding mevrouw
Polier genoten had.
Meer en meer sloot zij zich aan bij Prida;
zij las met de gouvernante Pransche en
Duitsche werken, speelde met haar quatrc-
mains en de beschaafde en fijn opgevoede
Prida maakte zij al meer en meer tot haar
vriendin.
De „genadige vrouw" was dat volstrekt
niet aangenaam. Eerst haalde zij verachtelijk
de schouders op als gold het slechts een
dwaze luim van hare dochter, doch daarna
sprak zij openlijk hare ontevredenheid uit.
Ada bekommerde zich daarom niet, zij bleef
steeds kalm en afgemeten tegenover hare
moeder en zij joeg deze zelfs eeu gevoel
van vrees aan. De „genadige vrouw" on
dervond, dat hare dochter in kennis ver
boven haar stond en geheel de opvoeding
ontwassen was, die zij haar gegeven had
zij legde er zich derhalve slechts op toe
Selma op te voeden, die hare oudere zuster
steeds wat men noemt met scheele oogen
aanzag en zeer links behandelde.
Na verloop van vele dagen en eenige
vergeefsehe pogingen was het Ada eindelijk
gelukt Kurt'a woning uit te visschen eu op
een goeden morgen maakte zij zich op weg
om haar broeder te bezoeken. In een drosky
liet zij zich tot hem brengen en zij zag
niet weinig verwonderd op, toen het rijtuig
in een nauwe straat voor een armoedige
woning stil hield. Zij was in dat gedeelte
van de residentie nog nooit geweest en vroeg
daarom aan den koetsier of hij zich in de
straat niet vergist had, daar zij, die van
hare jeugd af aan weelde gewend was, maar
niet kon begrijpen, dat haar broeder in zulk
een huis zijn intrek had genomen.
Zij vroeg naar Kurt Polier en kreeg tot
bescheid, dat deze in het achtergedeelte
van het huis woonde.
Onthuts, daar al wat armelijk was haar
van jongs af aan had afgestooten, ging zij
over de donkere plaats en besteeg een smal
le, donkere trap, waarvan de afgesleten
treden, bij iederen tred welke zij deed,
piepten. De lucht, die zij inademde, kwam
haar bedompt voorzij schuwde met hare
kleederen de muren aan te raken, die oor
spronkelijk wit geweest, doch door den tijd
grauw en zwart geworden waren. Zij aar
zelde een oogenblik of zij niet zou terug-
keeren, want in welken toestand zou zij
wellicht den broeder vinden, die in zulk
een huis woonde.
Na twee trappen te hebben bestegen, las
zij op een tegen de denr geplakt visite
kaartje de woorden „Kurt Polier." Met
een kloppend hart bleef zij eenige seconden
staan, daarna tikte zij zachtjes. Met luider
stem werd geroepen„binnen." Zij herken
de de stem van haren broeder, en alles ver
getende, opende zij snel de deur en trad
binnen.
Kurt zat, met zijn rug naar de denr ge
keerd, aan zijn werktafel. Hij wendde even
het hoofd om, doch nauwelijks had hij zijne
zuster herkend, of hij sprong op en met de
woorden „Ada, Ada, gij," stormde hij haar
tegemoet en sloot haar ih zijne armen.
„Sedert wanneer zijt gij teruggekeerd,"
vervolgde hij, de beide handen zijner zuster
grijpende en zijne van vreugde stralende
blikken op haar vestigende. „Wat zijt gij
schoon geworden. De laatste maal heb ik
u als kind gezien, en thans Al de foto-
grafiën welke gij ons gezonden hebt gelijken
niet gij zijt veel mooier."
Een vluchtig rood vloog over het gelaat
van het jonge meisje.
„Kurt ik heb geweendtoen ik vernam,
dat gij het vaderlijk huis verlaten hadt,"
zeide Ada.
De tevreden trek week van het gelaat
van den jongeling; die woorden schenen hem
onaangenaam aan te doen, doch spoedig was
hij zich zeiven weder meester. y
„Ik kon niet blijven," antwoordde hij,
„en het is goed dat ik gegaan ben, want
thans eerst gevoel ik inwendig rust en vrede.
Ik leef voor mijne studie en weet dat mijn
vlijt en streven nu niet met leede oogen
worden aangezien. Geloof mij, het kwetst
iemand diep, wanneer men datgene, waar
voor men leeft en streeft, door hen die het
naast tot ons staan, uit gebrek aan verstand,
ziet verachten."
„Gij woont in een zoo armoedig huis,"
bracht Ada, welke niet in staat was zoo
spoedig den indruk te verdrijven, die de
donkere plaats en de uitgesleten trappen op
haar gemaakt hadden, in het midden.
„Wat bekommer ik mij om het huis,"
riep Kurt opgewonden. „Ik was gelukkig
toen ik deze kamer vond. Is het zoo ar
moedig Kijk eens rond. Zij is vriendelijk
en helder verlicht. Kom eens aan 't ven
ster. Is het uitzicht niet prachtig P"
Ada liet eerst haren blik door de kamer
wijden. Dezelve maakte inderdaad, niette
genstaande de hoogst eenveudigc meube-
leering, een zeer vrieDdelijkcn indruk. En
van uit het venster had men het gezicht
op een eenvoudigen tuin, dan op groene
weilanden en vervolgene op een zich scherp
tegen den horizont afteekenend bosch.
In het venster stonden bloempotten en
op de tafel een ruikertje van pas geplukte
veldbloemen.
„Nu, zijt ge nu nog niet verzoend met
mijne woning P" vroeg Kurt lachend. „Zie,
wanneer ik hier aan mijn werktafel zit,
dringt geen leven uit de stad, dat ik zoo
zeer haat, tot mijn oor door. Ik open het
venster en dan is het of de boschlncht mij
tegen waait. Mag het ook al verbeelding
zijn, onze meeste genoegeus zijn ook niet
meer dan dat. Ik gevoel mij hier vrij en
tevreden, meer verlang ik niet."
Ada zweeg
„En gij wilt niet tot ons wederkeeren,
Kurt vroeg zij eindelijk.
„Neen," gaf Kurt beslist ten antwoord.
„Kom, zet u hier naast mij," vervolgde hij,
terwijl hij zijne zuster op een stoel trok,
die naast hem stond en hare beide handen
vatte. „Ik weet niet of gij precies weet
waarom ik mij verwijderd hebmoeder zal
u dat wel verteld hebben, maar uit mijn
mond zal het geheel anders klinkenik
weet intnsscben dat gij mij weet te verstaan."
Hij verhaalde zijne zuster nu alles wat
had plaatsgegrepen en de oorzaak daarvan.
„Zoudt gij gebleven zijn P" voegde hij er
vragend aan toe.
„Neen," antwoordde Ada, terwijl zij haar
hoofd trotschen meteen gevoel van zelfbe
wustzijn ophief. „Ik zou niet gebleven zijn,
doch ik kan mij niet begrijpen hoe gij met
hen kunt verkeeren, die zoover beneden ons
staan."
„Ada, ook gij zijt hoogmoedig, ik weet
het," zeide Kurt kalm. „Ook u heeft de
weelde en de rijkdom waarin gij zijt groot
gebracht, verblind
„Neen," zeide Ada, hem in de rede val
lende. „Ik acht de weelde en rijkdom
alleen omdat zij ons in een geheel anderen
kring brengen en ons de middelen tot het
opdoen van kennis aan de hand doen, waar
van zij die geen geld bezitten verstoken zijn."
„Hoor mij kalm aan," vervolgde Kurt,
de hand der zuster vast in de zijne houv
dende, „Weet gij wat mij in de allereerste
plaats met wrevel tegen den rijkdom vervuld
heeft P Dat is het leven hetwelk Heino
leidt. Hij heeft niets geleerd en niets uit
gevoerd hij is er trots op dat de rijkdom
van zijnen vader hem veroorlooft het geld
met volle handen weg te werpen. Hij is
weinige jaren onder als ik en reeds is hij
geblaseerdzijn leven heeft geen doel of
streven er bestaat voor hem niets edels of
verhevens meer; hij ziet slechts met min
achting neer op hen, die minder geld zoek
maken als hij. Vader heeft mij diep ge
krenkt, daar hij ten mijnen opzichte on
rechtvaardig is geweest, maar toch acht ik
de kracht in hem, waardoor hij zooveel tot
stand gebracht en verworven heeft. Ook
gij ziet met minachting neer op hen, die
ons zoo na verwant zijn, alleen omdat zij
moeten werken voor hun dagelijksch brood."
„Zij behooren tot een geheel anderen
kring," antwoordde Ada. „Of wilt ge loo
chenen, dat tusschen rijkdom en armoede,
opvoeding en geen opvoeding een groote
klove bestaat P"
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Je.