KONINGSTRAAT I No. 511,
De Koningskroon.
taris nt Biliart
NBDBRL AMD-IN SULIN DB
MUZIEK VOOR DEN DANS,
PRIVAATLESSEN.
C. DE BOER Jr.
eikiinhontgn Linnenkast
voor billijken prijs, een partij
SGHROOTEN en SLIPPEROELEN.
NI. WAAS, Spoorstraat.
iiPUlKI»
NIEUWE VRUCHT.
Bij H. WITSENBURG, Hoofdgracht,
verkrijgbaar BOSSER ROGGEBROOD
van Iniandsche rogge, oogst 1803.
öe twee HuisKneclits
Ouitenlandsche Elerenhandel VAN SAXEN Cie., Leprozengracht 30, Amsterdam.
Aanvang 7 uur. F. S. G. HEKNING.
9}
Te Huur
een ruim Bovenhuis,
aan de Binnenhaven, voorzien van
vele gemakken. Huurprijs f 800.
per jaar. Adres Berkhout Co.
Adres BERKHOUT Co.
To ltoop
met twee Deuren,
een STORTBAD en een TRAP-
NAAIMACHINE (goed).
Adres Molenplein I 158.
To lioop
Binnenhaven No. 62.
Uit de hand fe koop
een H uis
in de Brouwerstraat No. 424. Te
bevragen bij J. BONT, Brouwerstraat
No. /422
PAS ONTVANGEN:
groote SPEK-BOKKINGS 6 Ct. per
stuk. Nieuwe ZOUTEVISCH 22 Ct.
de 5 ous. Nieuwe groote BOOTS
MANSHARING 5 en 6 Ct. per stuk.
HARING om te marineeren f 2.50
per 100.
Ter overname aangeboden
Adres BERKHOUT Co.
To lioop
eenige zuivere houten
SLAAP-KRIBBEN,
f 2.00 per stak, bij JOH. KRUGER,
Spoorgracht.
Volkomen genezing door
de Bandage Régulateur
v.Dr.wa'ersegers,gebreveteerdBreuk-
meester' der Hospitalen, Commandeur
en Ridder van verschillende Orden.
Groenplaats 35, te Antwerpen.
VAN ALLE SYSTEMEN
worden spoedig en nauwkeurig
afgewerkt,
M HILDERIiN'G,
Spoorgracht 263.
Geen grijs kaar
meer
De Nieuwe
London doet het
grijze haar bin
nen eukele da
gen verdwijnen,
maakt het glans
rijk en zacht,
belet het uitval
len, geeft groeikracht aan de jeugdige
haren en is geen verfstof.
Prijs f 1.50 per flacon, bij CAREL A.
J. van ROSENDAAL, te Nieuwediep.
In den trant van Paris Mnrcia en Paris Isckia zal nog deze
maand bij den ondergeteekende een
verschijnen.
H.H. LetterkundigenToonkunstenarenTeekenaars en Schilders
worden beleefd en dringend opgeroepen, ten
hunne bijdragen aan den ondergeteekende te zenden,
Onmiddellijk na verschijning zal het blad bij de Uitgevers van het
Vliegend Blaadje verkrijgbaar zijn.
De Uitgever,
F. B. VAN DITMAR. - Utrecht.
LOiiAAL. T I V O L. I.
FEUILLETON.
GETEOTrWD.
Novelle van H. Wild.
4. (Naar liet Hoogduitsch.)
Een dubbelzinnige verbazing teekende
zich op de donkere gezichten afdaarop
volgde een gemompel, dat ongeveer de
meening verkondigde, dat het omringende
bosch boomen genoeg bevatte, om den ge-
heelen troep slavenhouders aan hunne takken
te zien hangen en dat vau daar niets ge
makkelijker was dan dezen enkelen weer-
loozen Duitscher van een gepaste galg te
voorzien.
De mulat knikte opnieuw. Op zijn
bronzen gelaatstrekken teekende zich een
bittere spotternij af, doch ook maar voor
een oogenblik; hij richtte het hoofd op en
er ontstond weder een ademlooze stilte.
„Hij heeft den dood verdiend," zeide hij
met luider stemme. „Wij staan intusschen
niet alleen. Aan de Vereenigde Staten,
aan de bevrijders der slaven, zijn onze dien-
aten gewijd en generaal Grant betaalt met
een milde hand elke tijding, die wij hem
brengen. De uitspraken van dezen man
kunnen hem en daardoor ook ons van dienst
zijn. Laat hem daarom aan mij over Ik
zal hem wel weten uit te hooren, en gij
zult allen over mij tevreden zijn."
Weder deed zich een gemompel te midden
der verzamelde menigte hoorenna een
kort onzeker dralen volgde eindelijk de
eenparige goedkeuring. De mulat scheen
niets anders verwacht te hebben. Bedaard
wenkte bij een paar mannen naar zich toe.
„Brengt den gevangene in veiligheid
zeide hij. „De nacht is aangebroken; gij
zult wel moede en hongerig zijn een vaatje
mm staat voor u gereed. Gaat heen en laat
het u goed smaken."
Een oorverdoovend gejuich was het ant
woord op deze toespraak. Weder werd
Walter opgetild en weinige minuten daarna
bovond hij zich in een soort van schuur
die, ruw uit boomstammen opgetrokken,
tot bergplaats van kisten en allerlei voor
raad diende. De zware deur werd gesloten
en een ijzeren stang van buiten daarvoor
bevestigdde jonkman was alleen en had
den tijd over zijn toestand na te denken,
voor zooverre namelijk de bedwelming,
waarvan hij zich nog altijd Diet kon be
vrijden en het pijnlijke knellen zijner ban
den hem de maoht daartoe lieten.
Walter geloofde niet, dat Melazzo het
op zijn dood toelegde, en toch als er
geen ander middel ter redding bestond,
dan een, dat de krankzinnigheid blijkbaar
had uitgedacht, de ziel van Walter hui
verde bij dc gedachte daaraan. Moest hy
eenc vrouw uit deze met bloed bezoedelde
hand ontvangen, dan scheen hem zelfs de
dood eene verlossing toe.
Maar de dood is geen gast, dien men
met open armen en met een lach om de
lippen pleegt te ontvangen, en Walter had
zooveel, wat hem het leven dierbaar maakte
een gewichtige werkzaamheid, den roem van
een geleerde, en bovenal het ouderlijk huis,
waarvan hij nu eerst gevoelde, hoe sterk 't
zijne ziel boeide.
Het was voor hem geen paradijs geweest,
dit onderlijk huis, want Walter was 't kind
van arme lieden eu had tegen de bezwaren
des levens strijd moeten voeren, dit was
hem gelukt en hoeveel bevatte dit ou
derlijk huis bovendien nog niet, hoeveel,
dat hem dierbaar was De laatste brief,
dien hij aan zijne moeder geschreven had,
zon nu de laatste blijven in alle eeuwigheid.
Het hart van Walter was van een diepe,
onuitsprekelijke smart vervuld. En daarbij
kwam gedurig weder het lichamelijk lijden
en steeg tot eene ondraaglijke kwelling.
Hij kon niet schreeuwen, want de prop
rukte zijn mond uit elkander en drukte
hem de uitgedroogde tong tegen het bran
dende gehemelteach en hij zou alles
gegeven hebben, wat hij op aarde bezat,
voor een enkelen lavenden dronk.
Eindelijk kreeg de koortsachtige bedwel
ming gedurig meer de overhand en bracht
hem in een toestand van halve vergetelheid.
Daar deed een gedruiscb, dat zich voor dc
schuur verhief, hem uit zijne verdooving
ontwaken. De ijzeren stang werd van de
deur weggenomendeze ging open licht
drong naar binnen, en Melazzo vertoonde
zich op den drempel. Een jonge neger
achter hem droeg een fakkel, die h»j aan
den muur in eene kram stak, daarop boog
hij zich naar den gevangene voorover, nam
de prop uit zijn mond en bracht hem in
een zittende houding, waarna hij zich zwij
gend verwijderde.
Melazzo had het geheele voorval zwijgend
en met gekruiste armen aangestaardnu
trad ook hij te voorschijn, legde met den
voet een groot blok hout goed en zette,
zich neder. Daarna haalde hij doodbedaard
een sierlijk bewerkten zilveren sigarenkoker
te voorschijn, die zeker wel niet langs een
wettigen weg in zijn bezit gekomen was,
nam er een Bigaar uit en begon met de
uiterste kalmte te rooken, terwijl hij daar
bij met blijkbare tevredenheid zijn gevangene
beschouwde.
Walter wendde de oogen af, om zich den
aanblik van den gehaten man te besparen.
Melazzo rookte onbekommerd voort. Ein
delijk had hij ziju sigaar opgerookt, en nu
gevoelde Walter, dat op het blijspel het
treurspel zou volgen.
„Ge ziet, dat ik mijn woord weet te hou
den wij zien elkaar weer," met deze woor
den begon Melazzo het gesprek. „Kunt ge
niet spreken, of hebt ge mij niets te zeg
gen P" vervolgde hij, daar de Duitscher het
stilzwijgen bleef bewaren.
„Wat moet ik zeggen P Wij zien elkan
der weer, het hoe en het waarom en de
gevolgen, die dit wederzien zal hebben,
moogt ge voor uw geweten verantwoorden."
De mulat haalde de schouders op.
„Het waarom hebt ge vroeger al gehoord,"
zeide hij bedaard.
„Ik heb u niet verraden."
„Dat weet ik."
„En toch behandelt ge mij als een erken
den misdadiger."
„Kunt ge aan mijne manschappen bewij
zen, dat ge onschuldig zijtP"
„Ik niet, maar gij wel. Spreek verstandig
met deze menschen, en zij zullen u ge-
looven."
„Brengt men een woedende menigte door
de stem der rede tot bedaren Alleen de
verzadigde tijger voldoet aan het bevel van
zijn oppasser."
„Is dat nu uwe rechtvaardigheid P" zeide
Walter met een zucht.
„Wat hebben wij met rechtvaardigheid te
maken P Wordt do natuur door rechtvaar
digheid beheerscht P Als de orkaan den
palmboom velt, is het dan de rechtvaardig
heid, die zijn stam breekt P"
„Neen, maar ge weet, dat ik onschul
dig ben."
„Ook dc antilope ia onschuldig, en toch
treft haar het lood van den jager."
Hij zweeg, en gedurende eenige oogen-
blikken vestigde zijn blik zich peinzend op
den gevangene.
„Waar zoovele schuldigen er ongestraft
afkomen," vervolgde hij bedaard, „wat doet
het er toe, of ééa onschuldige te gronde
gaat P Denk aan de geslachten van kleur
lingen, die, door uwsgelijken aan hun vader-
landschen grond ontrukt, in den vreemde te
midden van martelingen leefdeute midden
S4
te geven door 't College „ENTRE NOES,"
op DINSDAG 25 SEPTEMBER 1883, ten 8 ure,
ten behoeve der slachtoffers vau de ramp, die Java en Snraatra heeft geteisterd.
PROGRAMMA.
Marscli aus der opera Zehn Madchen uud kein Mann v. Suppé.
Lustspiel OuvertureKéler Béla.
Duo Concertant pour deux Clariuets avec accom
pagnement de Strijk-QuartetMuscat.
Yoor te dragen door de HU. J. Bohne en M. P. Gijswijt.
Vroolijke schets in één Bedrijf, door Arnold.
Grande Concert PotpourriL. A. Schouten.
»Freuet euch des Lebens," WalzerStrauss.
Adagio"y. Massenet.
Muzurkav. Popper.
Solo voor Violoncel, voor te dragen door den Heer H. Craner.
8. Stud.entenstrels.en.
Blijspel met zang in één Bedrijf, door W. M.
ENTRÉEvoor een Heer f 0.99, voor een Dame f 0.49.
Kaartjes zijn te bekomen bij de Heeren H. A. STADERMANN en BERK
HOUT Co., alsmede aan het lokaal, alwaar ook plaatsen zijn te bespreken.
No. 1.
2.
5.
6.
7a.
7b.
Leveren door geheel Nederland Italiaansche en Duitsche EIF'iEX, in kisten
van 1440 stuks of halve kisten van 720 stuks, tot prijzen b meden alle con
currentie elke week versche aanvoer. Conditiëncontant franco Spoor of Boot.
tfc Cie.
onder directie van W. en S. POLAK, bij gelegenheid der Har d-
dr averij, op WOENSDAG den 19 SEPTEMBER, op de
bovenzaal van het Cafe' Noord-Holland."
van martelingen stierven, en allen, allen in
wanhoop van hier gingen, en beklaag er u
dan over, dat uw lot te hard is! Neen,
ge moet sterven, als ik u niet red, en
daartoe bestaat slechts één middelge moet
met het meisje trouwen, dat ik voor u be
stemd heb
„Dat nimmerriep Walter in zijn wan
hoop uit.
„Ge moet met haar trouwen, of morgen
hangt gc als een lijk aan een der boomen
hier in den omtrekdat is de zachtste dood,
dien ik u beloven kan."
„In Gods naam riep Walter met een
soort van wrevelige gelatenheid uit. „Wilt
ge mij vermoorden, maak 't dan ten minste
kort met mij 1"
„Luister naar mij 1 Het meisje is jong,
schoon, rijk, welopgevoed, van goeden huize.
Honderden zullen u benijden." En hij voeg
de er met cynische ironie bij „Zij heeft
zelfs de eer, aan mij verwant te zijn."
Walter huiverde, en onwillekeurig kneep
hij de oogen dicht, als kon hij het daardoor
mogelijk maken, haar niet eens in gedachten
te zien. Eensklaps bedacht hij zich,
„Als zij dat alles is, waarom trouwt ge
dan zelf niet met haar P" vroeg hij.
„Dat was ook mijn plan, maar zij wil
mij niet hebben. Ja," herhaalde hij en
sloeg een blik op zijn forsche gestalte, als
kon hij zulk eene verblinding niet begrijpen,
„zij wil mij niet hebbeu. Zij heeft verklaard,
dat zij zich, liever dan nog eenmaal van
een huwelijk met mij ook maar te hooreu,
van het leven zou berooven, en de kleine
heks," voegde hij er met een soort van
verbeten glimlach bij, „is werkelijk in staat,
dit te doen. Overigens ben ik intusschen
al getrouwd. Volg mijn voorbeeld en neem
een rasch besluit 1 De tijd is kort."
„Maar lieve hemel 1 ik kau nu eenmaal
niet trouwen 1" riep Walter wanhopig uit.
„Het is mijn schuld niet, maar ik heb een
onoverwinlijkeu afkeer van het huwelijk,
en mijn beroep
„Nu, ge moet het zelf weten, of ge lie
ver hangen wilt," viel Melazzo hem droogjes
in de rede.
„Bedenk wel, dat mijne regeering, dat de
Amerikaansche regeering, dat generaal Grant,
dien ge dient, nimmer zulk een handelwijze
zal gedoogen 1 Bedenk, dat zij een moord,
die op een vreedzamen reiziger en boven
dien op een vertegenwoordiger der weten
schap gepleegd wordt, gestreng zullen
straffen."
„Wat bekommer ik mij daarover P" bracht
MeLzzo hiertegen in. „Wat vermogen zij
in deze bosschen tegen mij? Waar de leeuw
brult, moet zelfs de tijger wijken P Waar
Melazzo staat, daar kau geen andere ge
bieder nevens hem zijn."
„Zal dat altijd zoo blijven P Zult ge nim
mer de bosschen verlaten P"
„Met mij heeft de regeering niets te
maken," antwoordde de mulat bedaard.
„Mijn slachtoffer zijt ge niet, vergeet
dat nietmaar dat mijner manschappen,
die in u een spion der secessionisten zien.
Ge verweert u vruchteloos, en uw dood is
zeker, als ge u niet overeenkomstig mijn
wil gedraagt. Maar ik haat u nietof ge
leeft dan wel sterft, wat kan mij dat sche
len Er vallen reeds genoeg offers van
mijne wraakik heb u daartoe niet noodig,
en zelfs in datgene, wat ik van u eisch,
heb ik het niet op uw ongeluk voorzien.
De lotgevallen mijns levens mogen u mijne
handelwijze verklaren. Ik ben de zoon van
een blanke en van een zijner slavinnen. Ik
had een liefderijkeu vader, maar daaren
tegen koesterde diens broeder eene des te
heviger antipathie tegen zijn bastaard-neef,
en menige straf en vernedering, die mij in
mijne jeugd trof, heb ik aan hem te dan
ken. Hij deed meer hij, die oom," de
oogen van den mulat fonkelden en zijne
vuisten balden zich, „hij heeft na den
plotseliugen dood van mijn vader mijne
moeder in verre streken verkocht en ons
beider vrijbrief, die zich in de nalatenschap
bevend, verbrand. Hij was immers voogd
over mijn lieven hal ven broeder, wien de
erfenis ten deel viel, en dit broertje
ha, ha 1 dit was het sprekend evenbeeld
v&n mijn oom, en ik was voor hem „de
hond van een slaaf." Terwijl mün oom
zich in Europa vermaakte, hield zyn neef
hier op zekeren dag op te leven. Ik had
toevallig een strop gevonden, die hem paste.
Sedert dien tijd heb ik in de bosschen op
de terugkomst van mijn oom gewachten
ik moest lang wachten, totdat de oorlog
uitbarstte Toen kwam hij hierheen en
begon mij te kwellen."
De mulat zweeg een oogenblik en barstte,
als verdiepte hij zich in eene herinnering,
iu eeu luidruchtig lachen uit.
Wordt Vervolgd.
Snelpersdruk van C. de Bobu Je.