'T VLIE&END BLAADJE. KLEINTE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TESSEL No. 1113. Dinsdag 16 October 1883. Elfde Jaargang Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Atoonnoment per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BureauSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. AdvertentlSn van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NI EUWSTIJ DINGEN HELDER, 16 Oct. 1883. De heeren S. Gijsberts en L. van der Ploeg, beiden van hier, heb ben te Haarlem voldoend examen af gelegd voor onderwijzer. Bij de gouvernements-marine in Nederlandsch-Indië kunnen wor den geplaatst vijf 2de machinisten, bg voorkeur personen die bjj de Ne- derlandsche zeemacht in die qualiteit hebben gediend. De vereischten en voorwaarden voor een aanstelling ver meldt de St. Courant van 12 October. Bij koninklijk besluit van 6 dezer is de eerste luitenant bij het korps mariniers E. A. R. Verbeek, met 15 October 1883, op zijn ver zoek eervol ontslagen uit zijn tegen woordige betrekkin gen met deu löden daaraanvolgende benoemd tot tweeden luitenant der infanterie bij het leger in Nederlandsch-Indië. Het overbrengen van den dienst der Stoom vaart- maatschappij Neder land van de Rietlanden naar de nieuw gebouwde etablissementen, gelegen aan de westzijde der handelskade, zal op de volgende wijze plaats hebben Het stoomschip Prins van Oranje," dat ongeveer 17 dezer te Amsterdam wordt verwacht, zal terstond bij de aankomst meren aan de Handels kade, om aldaar de passagiers en de lading te ontschepen. De later in komende stoomschepen zullen insge lijks voorgoed van die aanlegplaats gebruik maken. Van de uitgaande schepen zal de Voorwaarts," welke 27 dezer ver trekt, de laatste zijn, die van de Rietlanden afvaart, zoodat de s> Prins Frederik," op 7 November van daar stoomende, de rij zal openen van de schepen, die van de Handelskade worden geëxpedieerd. De eerste trekking der loten van de Internationale Tentoonstelling zal, zooals blijkt, op Zaterdag den lOden November a. s. plaats hebben en wel van de seriën 1 10, elk van 200,000 nummers. De loten, op welke de premie valt, zullen voor de latere trekking der hoofdprijzen, over alle 30 seriën ver deeld, worden afgestempeld. Aan het departement van Ko loniën is een telegram ontvangen van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, waarin gemeld wordt, dat op den 2n dezer de le luitenant der infanterie L. Thonus (gedetacheerd van het leger hier te lande) in Atjeh is gesneuveld, maar dat onze troepen, onder aanvoering van den kolonel-commandant Dem- meni succes hebben behaald, Bjj de centrale commissie tot het inzamelen van giften ter leniging der ramp in Nederlandsch-Indië, is op den lOen dezer het telegraphisch bericht ingekomen, dat het comité te Batavia, samengesteld uit de heeren Levyssohn Norman, Pfeffer, Van Al phen, Cameren, Lohr, Hnher Noodt, Steinbrugge, Stibbe, Suermondt, Yan den Berg en Beers, secretaris, een som van f800000 (waaronder f315000 uit Nederland) ontvangen heeft, dat de geheele omvang der behoeften nog niet bekend is, dat de giften waar schijnlijk voldoende zullen zjjn om in den grootsten nood te voorzien, maar niet om geleden verliezen te vergoeden, en dat het comité voort gaat met het inzamelen van gelden. Niettegenstaande het aanzienlijke bedrag der aldus ter beschikking van het comité te Batavia staande mid delen, nog vermeerderd met een som van f 45000, het den 9en dezer, door de eentrale commissie overgemaakt, is deze, met het oog op den inhoud van bovengenoemd telegram en de verder ingekomen berichten betref fende den omvang en de gevolgen der ramp, van oordeel, dat zjj hare taak niet als gedaan mag beschou wen, maar dat zij moet voortgaan met het inzamelen van giften en het overmaken daarvan aan het comité te Batavia, waarvan de samenstelling een waarborg is, dat de toevertrouwde gelden goed zullen worden besteed. Volgens het Bureau Veritas zij u in de maand Augustus verongelukt 83 zeilschepen en 24 stoomschepen, en wel: Zeilschepen: Amerikaansche 4, Braziliaansche 1, Deensche 3, Duit- sche 7, Engelsche 39, Fransche 5, Grieksche 3, Nederlandsehe 3, Ita- liaansche 4, Noorsche 7, Russische 4, Zweedsche 3. Stoomschepen: Amerikaansche 1, Belgische 1, Engelsche 19, Ne derlandsehe 1, Portugeesrhe 1, Spaan- sche 1. Men schrijft uit Venendaal vau 13 dezer De schade, die men door de werk staking der Yenendaalsche wevers lijdt, begint zich te doen gevoelen. Yooral de bakkers, winkeliers en ver huurders van week woningen zien alles behalve vroolijk. Heden drong men wederom op werk aan; de heer Whalley, directeur der inrichting, deelde mede, dat hij niets bniten de directie te Amsterdam kon doen. De menigte blijft rustig en het is zeker te hopen, dat onze fabrieks arbeiders door de schadedie zij zichzelven berokkenden, wijzer zijn geworden en niet weder zoo spoedig het werk zullen staken. Zaterdagvoormiddag is aan het station Wjjchen een conducteur van een aldaar stilstaanden trein door den voorbijstoomenden trein, die te 9.50 van Tilburg naar Njjuiegen vertrekt, overreden, ten gevolge waarvan de ongelukkige onmiddellijk werd ge dood. 't Hoofd werd hem van den romp gescheiden en een der beenen verbrijzeld. De auditeur-militair in het 2e milit. arrondissement te 's Bosch heeft, op grond van het voorloopig onder zoek, verklaard, dat er geen termen bestaan om den milicien M., die het noodlottige schot op den kapitein Bergé gelost heeft, gerechtelijk te vervolgen. Een Londensch werkman en zjja kind zjjn dezer dagen vergiftigd door petrolenmdamp, ten gevolge van zgn gewoonte om 's nachts een pe troleumlamp, met de pit laag neer- gedraaid, te laten branden. Het kind kreeg hevige stuipen en viel plotseling bewusteloos neder de vader leed aan kramp in het lijf en zware hoofdpijn, en het bleek onderzoek, dat die kwalen alleen veroorzaakt waren door het inademen van den petrolenmdamp in de kleine kamer, welker luchtrerversching veel te wenschen overliet. Dè beide lijders zijn herstellende. Ongelukkiger liep het af met een dienstbode te Brightou, die in de badkamer van het huis een bad nam en het gas, waardoor het water ver warmd werd, liet branden. Men vond haar, toen zjj vermist werd, letterljjk gekookt in de kuip liggen, waaruit bijna al het water verdampt was. Zij was, in het slecht geventileerde vertrekje door den walm van het gas bedwelmd geraakt en bewuste loos in het water blijven liggen, waar zij jammerljjk den dood vond. Te Gibraltar heeft een hevige storm gewoed, waarin verscheidene schepen verongelukten. Het Russische pantserschip »Minnin" raakte aan den grond en kwam in aanvaring met de Eng. stoombooten »Fitzroy" en sRedesdale." De Eng. stoombooten Tramore" en Patriot" en 't Portugoesche schip »Unido" vergingen in den storm. Vreeselijke ellende heeft de beman ning van het Engelsche schip Knight of the Bath, dat den 17en Juni op de Arabi sche kust schipbreuk heeft geleden, en waar van de zeven overgebleven matrozen voor eenige dagen te Liverpool zijn aangebracht, uitgestaan. Het schip voer tegen een rots en wé^ns den sterken golfslag was het der bemanning onmogelijk het wrak te verlaten. Met groote moeite gelukte het een boot uit te zetten, waarin zes matrozen en de derden stuurman plaats namen. Toen de boot af zou varen, werd zij met kracht tegen het wrak aangeslagen en uit angst sprong een der matrozen in 't water en vond zijn graf in de golven. Daarna dreef de boot in zee en werd niet meer gezien. Een tweede sloep bleef steeds in het gezicht van het wrak, waarvan door de stortzeeën langzamerhand 16 matrozen in zee werden geslingerd. De kapitein nam van zijn broeder, die ook tot de equipage behoorde, juist afscheid, toen zij door een golf in zee werden geworpen. De kapitein zag zijn broeder in de diepte ver dwijnen en ook hij was op het punt van te zinken, toen hij door de tweede boot werd opgenomen. De boot dreef toen eenige da gen op zee rond en de mannen waren onder de brandende stralen der zon aan honger en dorst ten prooi. Eindelijk bereikten zij het eiland Cnria-Maria. Op de plaats, waar zij landden, was geen spoor van leven zicht baar. Nauwelijks hadden zij een voet aan wal gezet, of uit de boschjes kwamen een paar honderd wilde inboorlingen, die de schipbreukelingen omringden en hen de kleeren van het lichaam rukten. Zij waren op het punt hen te slachten, toen de vrouwen der inboorlingen tuaschenbeide traden en dit voorkwamen. De ongelnkkigen, 7 in getal gingen naakt en uitgeput van de doorge stane ellende het land in en werden door arme visschers opgenomen, die hun karig voedsel met hen deelden. Eindelijk werden zij door een schip naar Bromberg gebracht, van waar de reeds lang verloren gewaanden naar Liverpool werden vervoerd. Het vergaan van Tjiringin. Door een ooggetuige. Zondag werkte de Krakatau meer dan gewoonlijk en daarom gingen de lieden naar het strand op hun gewone avondwandeling er naar kijken. Weldra begon de zee te werken, zoodat de dessa Tjiringin-lor al om 7 ure gedeeltelijk geteisterd was. Dit ging de heer Gaston den ads.-resident melden, en toen reeds verzocht mevrouw v. d, Bosch haar man naar elders de wijk te nemen (8 uur). Tegen dien tijd sloegen vele huizen aan het strand, door opgeslagen golven, tegen den grond en deden, door het omvallen der palita's, tot drie keer branden ontstaan (9 nur). Mevrouw v. d. Bosch met de geredde vrouwen en kinderen vluchtten tegen dit uur naar kampong Siroeng, waar de con troleur woonde en welks plaats gunstiger gelegen was, meer naar het binnenland. De heeren en het inlandsch bestuur ble ven tot 3 uur 's nachts met de herhaalde branden bezig, en zijn vervolgens gaan slapen. 's Morgens (Maandag) tegen half zeven kwamen de dames even terug naar den ads.-resident om koffie, te drinken, maar om weldra weer de controleuren op te zoeken. De ads.-resident bleef achter brieven schrijven en de opzichter van de B. O. Werken, Gaston, ging de werken nakijken. Op 3 paal afstand benoorden Tjeringin vond hij de kampong Tjerita, waar een ijzeren brug henenlei, weggevaagd. De heer Gaston wilde dit gaan rappor teeren naar den ads.-resident en wendde den teugeil naar Tjeringin. Nauwelijks één paal van Tjerita hoorde hij een verschrik- kelijken slag van den Krakatau en korten tijd daarna nam hij een vermeerderde wer king van de wateroppervlakte waar. Weldra bereikten de golven, die heel in de verte kwamen aanrollen, zulkeene hoogte, dat hij ook met een dollen rit geen kans zag den ads.-resident, dien hij in de voor galerij zijner woning vertwijfeld zag rond- staren, nog tijdig te bereiken. Bijna gelijktijdig zag hij de golven vóór en achter zich het strand en den aloon aloon oprollen. Op het punt zich den weg afgesloten te zien, rende hij nu naar den controleur, waar de dames en kinderen bij elkander vergaderd stonden. In allerijl vluchtten allen nu meer naar 't binnenland en tegelijk naar een heuvelmaar toch zoo snel konden zij niet loopen, of zij zagen het rivierwater tot een moddervloed van vele meters opgestuwd en in dien vloed een massa inlanders omkomen en daaronder den Regent. In dien vloed bleven de ads.-resident v. d. Bosch, die bij zich had den luitenant- opnemer Dessauvagie en den controleur Schalk en twee paal zuidelijker de mili.- opnemer Hofmann. Ook de geheele familie van deu Regent, 65 leden tellende, verder de Patih, wiens lijk zonder hoofd is terug gevonden, de wedans met zijn familie, de ondercontroleur, die weigerde te vluchten en cp de, 48 jaar onder zijn beheer zijnde geldkist, is blijven zitten. Ook 's lands kas, waarin zich ongeveer f 40.000 bevond, verdween in de golven. De vluchtelingen intusschen bleven we gens de duisternis op een heuvel (ongeveer een half uur van de kust, en pl. m. 12 M. hoog) halt honden en er voegden zich een 150-tal inlanders bij hen. 't Was stikdonker en een sterke modderregen viel intusschen. Op den tast vond men later op den dag den weg naar Pandeglang en voelde men zich gered. De hoofdinspecteur dr. Sollewgn Gelpke, die met den heer D. H. Le vyssohn Norman naar Serang geweest is, heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt om een. groot deel der re sidentie Bantam te bezoeken. Daar omtrent heeft hg bij den President vau het Centraal Comité voor de noodlijdenden een verslag ingezonden, waarin hg het volgende mededeelt Aan den voet der heuvels, en tusschen de teenen harer uitloopers woonde op eene alluviale vlakte, in tal van dessa'B eene dichte bevolking. Yele palen lang was de plek waar bijv. de hoofdplaats Tjeringin lag. Evenals Anjer, als Tjerita, Pasaroeran en Tjeberum, als zoovele andere dorpen, bestaat Tjeringin sinds den 27u Augustus niet meer. Zoover het oog waarnemen kan staat daar niets meer overeind dan één enkele boom, een reusachtige doerian, ver scheurd en zonder takken of bladeren. Hij vormt het grafteeken van een hoop krengen en lijken, bedolven onder daken en huizen en boomstammen. Dit graf ziet men over de vlakte honderd voudig, ofschoon in kleiner afmetingen, her haald. De omgewoelde aarde bedekt dan telkens slechts een lijk, waarbij een stuk klappemerf of bamboe overeind wordt ge stoken, om voor het Bestuur tot controle te dienen. Duizenden lijken van menschen en dieren wachten nog op hun graf en geven van hun aanzijn blijk door een onbeschrijfelijken stank. Zij liggen in kinwen en wrongen, niet te ontwarren uit zichzelve, en dikwijls nog met klapperstammen, doorstoken tus schen al hetgeen aan die duizenden heeft gestrekt tot woning, tot huisraad, tot be planting en versiering van huis en erf. Het werk der verwoesting heeft niet lang gednurd; een golf slechts is gezien; een tweede en derde is mogelijk gevolgd, maar niet waargenomen. De zee voerde koraal rotsen mee van honderden picols zwaar, en liet die op de vlakte achter. Daarentegen ontwrong zij aan het land aanzienlijke uit gestrektheden, zoodat hare bedding nu zich uitstrekt tot den grond, die de moskee, de pasar en een deel der Chineesche wijk droeg. De wegen zijn niet te herkennen. In de Europeesche wijk moeten de fundamenten tot wegwijzers strekken. De adsistent-re- sidentiewoning met hare zes kamers kan ien terugvinden in zes vlakken, doorstee- nen muurtjes afgescheiden an met rottend zeewater gevuld. Het kantoor er naast heeft nog een vloeranders zijn die ver dwenen, zooals uit de grondvesten der wo ningen van den regent en controleur. Men kent het getal der Europeesche slachtoffers. Ook dat der inlandsche ambte naren, tot een feest met hunne vrouwen en kinderen bij den Regent verzameld. Van diens familie waren allen, met uitzondering van twee neven, bijeen. Yan de familie, die 57 leden telde, kwamen er 55 om. De Chineezen verdronken allen op een SOtal na. Dezen weten te vertellen van den militairen opnemer Hoffmann, die niet scheiden wilde van zijne kaarten en instrumenten, en daar mee het leven liet. Verscheidene verhalen zijn in omloop over de laatste oogenblikken der voornaamste slachtoffers, b. v. van den adsistent-resident, den regent, den contro leur, maar zij zijn niet geloofbaar. Het lijkenveld biedt in weerwil van zijne verschrikkingen een ongewoon levendig schouwspel. Met kracht is de controleur Tromp opgetreden om de lijken te begra ven, tegen eene betaling van f 5 per stuk. Daartoe worden dessa'sgewijs de menschen opgeroepen. Maar met de begravers togen duizenden mede, voorzien van koevoet of puntig hout, om als werktuig bij het zoeken naar eigen have, of het rooven van hetgeen anderen toebehoorde, dienst te doen. Want roof is het eenige doel, waarvoor zich honderden van allerlei leeftijd en beiderlei kunne wil len wagen naar Tjeringin, waar politiemid- delen nog niet veel voorhanden zijn. Op mijne nadering vlood eene groep uit elkan der, om dadelijk als hyénas naar het slag veld terug te keeren, indien de teugel ge wend werd. Vele groepen bleven nog stelen, alsof zij eigenaars waren van de goederen, die ze opdolven. Aan sommigen der roovers moet de vindplaats bekend zijn der verdwe nen gouvernementskassenalthans zoo moet men vermoeden naar de aanzienlijke som men, gevonden bij enkele lieden, die onder Pandeglang werden aangehouden. Aangrijpend voor den toeschouwer is het gezicht op de lijken en hunne begravers, maar niet in een rapport behoort daarvan de beschrijving; wel dient te worden ver meld, dat geen lijk te herkennen is, zelfs naar den landaard, zoodat alle verhalen over herkenning der lijken niet moeten ge loofd worden. Onmiddellijk met de eerste heuvelrij op 1 11 paal van de zee tusschen Tjeringin en Anjer tot 5 a 7 paal in Panimbang scheidt in eens alle ravage door de vloed golf nit. Naar die plaatsen en nog hooger gelegen dwsa's vluchtten duizenden, den kende dat er elk oogenblik een herhaling van de golf zou plaats hebben, en daar door niet willende terugkeeren. Maar dat is ook niet mogelijk naar die krengenvelden met hunne poelen en lagunen van rottend zeewater. Intusschen blijven de vluchtelingen tot last van de bevolking. In een dessa Ta-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 1