'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINTE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1189. Woensdag 16 Januari 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. iktoonnement per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversBERKHOUT Co. te Helder. Bsremu: SPOORSTRAAT ei ZUIDSTRAAT. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn. NIEU WST1J DIN GEN HELDER, 16 Jan. 188*. De netto opbrengst van de door de vereeniging Ontwaakt bg Tijds" gegeven liefdadigheidsvoor stelling bedraagt f 353.97%, waarvan aan de wed. Molenaar is afgedragen f200.en aan de twee bejaarde blinde lieden fl53.97,/s- Nog steeds tobt de Tesselsche schipperij met den onvoldoenden toe stand der haven, die vooral in de wintermaanden blijkt, omdat dan bjjna alle vissehers een schuilplaats in de haven zoeken. Zoo niet eenige tjalken van het eiland elders over winterden, zou de haven op verre na niet alle vaartuigen kunnen bevatten, welke op Tessel thuis behooren. Doch niet alleen de weinige ruimte, maar ook de ondiepte vóór de haven veroorzaakt aan de schipperij veel last. In adressen aan de Regeeriug heeft men op den onhoudbaren toestand gewezen en om verbetering gevraagd, doch tot dusverre zonder eenig guns- tig gevolg. Op de haven rust nog steeds een schuldenlast aan particu lieren. Deze omstandigheid schijnt het verbeteren van Rijkswege zeer tegen te houden. Ten gevolge van de aan het ministerie van marine plaats gehad hebbende enquête over het loodswezen zijn de inspecteurs door den minister aangeschreven om hun onderhoorige loodsschippers uit te noodigen ieder afzonderlijk, schriftelijk en door re denen toegelicht te kennen te geven, welk soort vaartuigen zij voor de uitoefening van den loodsdienst het best achten. Blijkens een bij het Departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Tromp," onder bevel van den kapitein ter zee P. Ten Bosch, adjudant van Z. K. H. den Prins van Oranje, in den na middag van den lOden Januari te Montevideo aangekomen. Naar men verneemt, zal in het voorjaar het schroefstoomschip »Van Galen" of »Zilveren Kruis" in dienst worden gesteld. Door den Minister van oorlog is bepaald, dat bij de regimenten infanterie de miliciens der lichting 1883 op den 30en April a. s. in het genot van groot verlof zullen worden gesteld, voor zooverre zij niet door het lot als bestemd voor het blijvende gedeelte zijn aangewezen. Onlangs werd gemeld dat voor- loopig geen werklieden aan 's Rijks werf te Amsterdam zouden worden ontslagen. Wij vernemen nader, dat dit jaar toch tot inkrimping van het personeel aldaar zal worden overge gaan. De gepens. kapitein ter zee K. C. Bunnik is in Den Haag overleden. De heer Willem van Zuylen ontbindt met Sept. a. s. zijn gezel schap en zal deel gaan uitmaken der afd. Rotterdam van Het Nederlandsch Tooneel." Volgens het G. P. N. is de Amstsrdamsche politie op het spoor van een bende straatroovers en heeft zg reeds eenigen achter slot gebracht. Zooals men zich herinneren zal, werd in het laatst van het vorig jaar in de Warmoesstraat bg een sigaren-winkelier een glas verbrijzeld en een paar kistjes sigaren ontvreemd. De bedrijvers van dezen en een aan tal andere diefstallen en straatroove- rijen zijn in handen der justitie. Het zijn knapen van 17 tot 20 jaar oud Deze dievenbende bracht reeds schrik onder het publiek en geen wonder als men weet, dat zij eerst den machi nist Ten T. van zijne portemonnaie met f4 beroofden en toen zij den man een poosje later weder ont moetten, hem brutaal vroegen hoe laat het was en met het horloge aan den haal gingen. "Eenige leden der bende zijn voorloopig op vrije voeten gebleven. Op den Dam te Amsterdam werd Zaterdag een net gekleed heer door een viertal soldaten opgepakt en naar de hoofdwacht gebracht. De man was, naar men mededeelde, een deserteur van het Koloniaal werfdepot te Harderwijk. Weder is in het Entrepót-dok te Amsterdam een diefstal gepleegd. Een-en-twiutig balen katoen werden ontvreemd. Men is de daders nog niet op het spoor. De vrouw van een werkman te Amsterdam verraste dezer dagen haar echtgenoot met de geboorte van twee meisjes en een jongen. Allen zgn welvarend. Te Westzaan kwam de vorige week de zwager van een landbouwer zijne aanstaande voorstellen. Na een gezellig samenzijn bleef het paar overnachten en vertrok den volgenden dag naar Amsterdam. Eenige dagen later bemerkte even wel de landbouwer, dat hem f 500 was ontstolen. Hg kreeg vermoeden op zgne logeergasten, ging dadelijk op reis om hen te zoeken, en kwam nu te weten, dat zij drie nachten in een logement te Amsterdam hadden doorgebracht en verder de reis naar Woerden hadden voortgezet, na hun rekening behoorlijk te hebben voldaan. Het verliefde paar werd teWoerden in een logement aangetroffen en het vermoeden van den landbouwer bleek juist geweest te zijn. Zij waren nog in het bezit van f 60. De rest was grootendeek besteed aan het koopen van gouden en zilveren voorwerpen. Zaterdagmorgen heeft men ge tracht den sneltrein, die te 10.15 ure van Luik te Maastricht aankomt, dicht bij laatstgenoemde stad te doen ontsporen. Er waren nl. drie zware blokken op den weg gelegd, juist ter plaatse waar deze met een kromming over de brug te Heer gaat. Gelukkig zgn geen ongevallen te betreuren. De justitie heeft een on- zoek ingesteld. Te Leiden schijnt de gruwelgke vergiftigingsreeks aanstekelijk te wer ken op de verbeelding. Een ingeze tene aldaar heeft namelijk tegen een als zeer bekwaam bekend geneesheer, dr. A. Nijkamp, een vordering van f 20,000 vergoeding ingesteld, op grond dat deze den eischer zou hebben ver giftigd door hem te groote hoeveel heden opiummiddelen toe te dienen, waardoor hg ongeschikt voor zgn arbeid is geworden. Het blijkt nu echter, dat die middelen hem zgn voorgeschreven met medeweten van prof. Rosenstein, wegens een zeer gecompliceerde ziekte. Zgn nieuwe geneesheer, dr. Rntgers van der Loeff, verklaart nu dat hij volstrekt geen verschijnselen van vergiftiging heeft opgemerkt, noch den patiënt met het oog daarop heeft behandeld, en teveus dat hij zgn verdere hulp hem heeft geweigerd na de onredelijke aanklacht tegen dr. N. te hebben vernomen. De geneeskundige praktijk wordt waarlijk nu nog veel gevaarlijker werkkring dan zij reeds is, wanneer de zieken van hun doctors schade vergoeding gaan vragen, omdat deze hen niet genezen of hun krasse mid delen voorschrijven. Te Utrecht stond Zaterdag voor de Arrondissements-Rechtbank terecht zekere V. B., uit Amersfoort, leveran cier van aardappelen voor het garni zoen aldaar. Hij werd beschuldigd den officier, die met de keuring belast was, te hebben willen omkoopen, na dat deze tweemaal zgne aardappelen had afgekeurd. Den eersten keer zond hij hem een kistje sigaren thuis, zonder den naam des afzenders bekend te makende tweede maal moest hij twee boeten betalen, elk van f10, maar legde in plaats van twee muntjes, er drie op tafel. Het Opeubaar Ministerie eischte voor hem een cel straf van 3 maanden en eene geld boete van f35 of 3 dagen subsidiair gevangenisstraf. Ter nadere voorbereiding van de in Februari in het geheele land te houden collecte voor de Maat schappij van Weldadigheid," heeft de Haagsche afdeeling dier Maat schappij dezer dagen eene openbare bijeenkomst gehouden. Verschillende sprekers, en bepaal delijk de heer Jhr. Mr. J. K. W. Quarles van Ufford, herinnerden hoe de werkzaamheid van deze Maat schappij vaak ten onrechte verward wordt met de bedelaarsgestichten Ommerschans en Veenhuizen. De ware beteekenis der landbouwkoloniën Frederiksoord c. a. is bij het Neder landsch publiek veel te weinig be kend, en vandaar dat het aantal contribuanten sedert 1818 van 20.000 tot 5000 ingekrompen. De hoofdaanleiding van de tegen woordige behoefte aan versterking van middelen is het ophouden van de vroegere jaarlgksche gift van f8000 door een onbekende, die volgens de mededeeling van den heer Quarles van Ufford, thans blijkt geweest te zijn Prinses Marianne der Nederlan den, wier niet genoeg te waardeeren weldadigheidszin in 18 jaren tijds een bedrag van f 117.000 aan de Maatschappij heeft doen ten goede komen. Nu deze steun aan de Maat schappg is ontvallen, doet het Bestuur met warmte een beroep op den wel dadigheidszin der Nederlandsche natie. Door de politie te Leeuwarden is tegen een wiukelier proces-verbaal opgemaakt wegens het verkoopen van sterken drank zonder vergunning. Hij had een flesch punch verkocht aan twee heeren, die geen anderen waren dan twee inspecteurs van politie. In de laatste dagen is door de open baarmaking van een aan den koning gericht adres een zaak ter sprake gekomen, die een droevig licht werpt op het leven van gevallen meisjes en op d'i verhouding van de politie tot haar, speciaal in het broei nest der onzedelijkheid, Brussel. Het geval heeft zich namelijk voorgedaan, dat een Haagsch vader aan de lauwheid der Brus- selsche politie te wijten heeft, dat zijn ge vluchte dochter naar ziel en lichaam ten onderging. Uit het adres en uit bijzonderheden, door „Het Vad." medegedeeld, is het volgende bekend geworden. De 19-jarige dochter van M. 's-Gravendijk, tuinier te 's-Gravenhage, een meisje van bijzondere schoonheid, als dienstbode te 's Hage werkzaam, verdween in 1876 plot seling met een vriendin naar Brussel. Hetzij ze daarheen waren gelokt of van hier af gehaald, beide meisjes vielen onmiddellijk in handen van personen, die niet bijzonder gunstig bekend stonden. Intusschen had baar rader, onmiddellijk na het ontdekken van haar verblijf dat was reeds twee dagen na haar vertrek van hier de polilie te hulp geroepen en den eisch gesteld dat hem zijne minderjarige dochter zou worden terug gegeven. Daar uit ontstond overleg tusschen de Haagsche en Brusselsche politie, die in den regel elkander behulpzaam zijn in het terug voeren van voortvluchtige minderjarigen, vooral meisjes. In dit geval echter scheen de administrateur „de la poliee de sureté" te Brussel tegen de overgaaf van het meisje aan de Hollandsehe politie aan vankelijk bezwaar te hebben. „Zoolang zij niet in volslagen staat van vagebondage verkeert, kan aan *w verzoek niet worden voldaan," schreef hij. Na lang heen en weer schrijven kvam de chef der politie te Brussel blijkbaar tot andere gedachten missohien ook was het ongelukkige meisje langzamerhand diep genoeg gevallen om naar de in dit geval gehuldigde begrippen te worden „gered". In elk geval: op ze keren dag kwam het bericht in Den Haag, dat de voortvluchtige met een „feuille de route" des anderendaags naar de grenzen zou worden vervoerd. Doch wè-1 de aankondiging, maar niet het meisje kwam. Wat er inmiddels ge beurd was, blijkt niet. De correspondentie duurde voort. Justitie en diplomatie werden door den vader en hen, die zich zijne be langen aantrokken, in den arm genomen, maar niets mocht haten. Eindelijk ging 's Gravendijk met zijne vrouw zelf naar Brussel. Dit was onge veer tien maanden na de Tlucht der dochter. Zij vonden haar in het hospitaal St. Jean in het kraambedhaar kind was uitbe steed zij was doodelijk zwak en een paar weken later stierf de ongelukkige. De be kende Belgische advocaat, Mr. Splingard, de dappere onvermoeide strijder tegen de prostitutie, die onder het pseudoniem „Lord Monroe" een zoo hoogstbelangrijk geschrift, over de traité des blanches heeft uitgegeven, trok zich de zaak aan. Hem is o. a. gebleken, dat het meisje eerst na de opvordering door de Haagsche politie ten val was gekomen en dat zij ge red zon zijn, zoo zij terstond naar het beste gebruik ware uitgeleid. Verder, dat het uitbestede kiud, waarvan het meisje is bevallen, spoedig is overleden en dat er een zekere geheimzinnigheid werd bewaard ten opzichte van de oorzaken van het over lijden van moeder en kind. Hebben wij hier niet vraagt „Het Vad." te doen met laakbaar plichtverzuim, zoo te erger, van de zijde der „poliee de sureté," die zich meermalen van ninder gunstige zijde deed kennen P De heer Splingard maakt zich sterk te kunnen ageeren, tegen den gewezen administrateur van dien tak van dienst, tegenwoordig secretaris gene raal bij het departement van justitie doch daartoe behoort hij kennis te hebben van de over deze zaak gewisselde stukken, die hij ons departement van binnenlandsche zaken berusten. Het adres aan den Koning strekt om teruggaaf van die stukken te verkrijgen. In een der dichtstbevolkte ge deelten van Birraiugham, waar ver scheidene gevallen vaa pokken voor kwamen en kort na elkander twee sterfgevallen hadden plaats gevondeu, heeft men dezer dagen een verschrik kelijke ontdekking gedaan, In de woning van zekeren Owen vond men namelijk een oude eikenhouten kist, waarin het lijk lag van zgne zuster die reeds in 1863 te Londen gestorven was. Men zegt, dat Owen zoo uiter mate aan zijne zuster gehecht was, dat hij haar niet wilde laten begraven. Hij bracht het lijk naar Birmingham en bewaarde het daar in zgne kamer, waar geen mensch ooit mocht binnen komen. De kist was vroeger met ijzeren banden goed afgesloten, doch de ongelukkige man had zich in den laatsten tijd door gebrek gedwongen gezien het gzer er af te nemen en te verkoopen. Waarschijnlijk hebben van dat oogenblik de schadelijke gas sen een uitweg gevonden, en is het uitbreken van de pokken in die buurt daaraan toe te schrijven. Een tiental jaren geleden had een linnennaaister te Parijs, zekere Justine Lambert, hare zaak van de hand gedaan en kon met de opbrengst daarvan, gevoegd bij hetgeen zg reeds bespaard had, onbekommerd leven. Doch op eens werd zg be stolen. En de arme linnennaaister zag zich beroofd van al hare middelen. Eenige dagen geleden ontving zij een brief van den dief, die haar mededeelde, dat hg zich in België had gevestigd en dat hg met het gestolen bedrag fortuin gemaakt had, waarom hij haar nu 25.000 francs terugzond. De vreugde greep de arme vrouw zoo aan, dat zij in on macht viel. Een dokter, die onmid dellijk geroepen werd, constateerde dat zg van vreugde eensklaps ge storven was. Een ijselijke geschiedenis wordt uit Malaga bericht. Twee onbekenden kwamen een metselaar halen voor een dringend werk. Zij stapten met hem in een rijtuig en blinddoekten hem, totdat hij zich bevond in een kleine kamer, waar hg een schreiende vrouw vond, aan handen en voeten gebon den. De metselaar werd gedwongen het kamertje dicht te metselen en toen weer geblinddoekt naar zijne woning teruggebracht. Hij heeft de zaak bij de politie aangegeven en deze doet onderzoek. Een gestolen pop. Voor een der strafkamers van de recht bank te Parijs stond de vorige week een man terecht wegens diefstal van speelgoed uit de stalletjes, die tegen Nieuwjaar aldaar op den openbaren weg mogen worden geplaatst. Hoe hij zich trachtte te verdedigen blijkt uit de volgende samenspraak. Beklaagde Thomas. Mijnheer de rechter als u in mijn plaats was geweest Voorzitter. Als ik in je plaats ware ge weest en gij cp mijn plaats zat, zoudt gij u geen oogenblik bedenken om mij te ver- ooTdeelen en ge zoudt volkomen gelijk hebben. Bekl. Maar mijnheer de rechter! Dat zou het grootste onrecht zijn. Weet u wat ik gedaan heb Ik slenter op oudejaarsdag langs den boulevard. Overal stalletjes met niet anders dan poppen, mooi gekleed of in een enkel hemdje. Ik had evengoed een mooi gekleede kunnen wegkapen, niet waar?... U ziet dus wel, dat ik een fatsoenlijk man ben. Voorz. Ge had geen enkele behooren weg te nemen, al had ze zelfs geen hemdje aan. Bekl. U hebt goed pratenIk had mijn kleine meid bij me en wandelde met haar al een uur langs de stalletje*. Al dat moois en al die lichtjes brachten haar van de wijs en al die kooplui die riepen: „Kijk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1