'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL Woensdag 23 Januari 1884. Twaalfde Jaargang. No. 1141. A iDonnoment per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmers2 Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BureauSPOORSTRAAT el ÜSU1DSTRAAT. Advertentldn van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJ DAG8MORGEN8 vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEU W8TIJ DIJN GEJS HELDER, 23 Jan. 1884. Zr. Ms. 8toomkanonneerboot »Brak," liggende aan 's Rijkswerf te Amsterdam, zal in het begin van de maand April a. s. naar de Directie der Marine alhier worden overgevoerd, ten behoeve der oefeningen van de zeemiliciens. Naar men verneemt, zullen meerdere zee-officieren worden ge plaatst bij den marine-torpedo-dienst alhier. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Tromp, onder bevel van den kapitein ter zee P. Ten Bosch, adjudant van Zijne Koninklijke Hoogheid den prins van Oranje, in den voormiddag van 17 dezer van Montevideo vertrokken, ter voortzetting van den oefeningstocht. Aan boord was alles wel. Beroepen te Den Hoorn op Tessel ds. Wiers van Coehorn, te Horsen (Gelderland). Te Zaandijk hebben Woensdag avond naar men meldt eeuige jongelieden de baldadigheid bedreven om de groote draaibrug aan den dorps weg open te zetten en de gaslantaars uit te draaien. Gelukkig werd dit spoedig door de politie ontdekt, zoo- datgeene ongelukken ziju voorgevallen. Tegen de daders is proces-verbaal op gemaakt. Yan de voortrekkers tot stich ting van een Nederl. kolonie in de Zuid-Afrikaai;sche Republiek, is Don derdag bericht ontvangen uitErmeloo. gedateerd 6 December 1883, dat het personeel, voor zoover het nog bijeen is gebleven, in goeden welstand ver keert en voornemens was voorloopig zich te vestigen te Lijnden burg, op den grond van den ex-kafferkapitein Mapoch. Gronden, waarvan enkelen rijk moeten zijn aan metalen, waren aangekocht in de omstreken van Er- meloo. Het vee is er goedkoop, een koe met kalf werden gekocht voor f84het brood daarentegen kost f 1,20, het kruit f6 het kilogram enz. De gemeenschap is gebrekkig, zooals zij gelegenheid hebben gehad te onder vinden op de reis van Maritzburg naar Ermeloo, die met ossenwagens was gemaakt en 28 dagen had ge duurd. Het album van de Nederlanders, bestemd voor den President, was nog niet aangeboden, doch binnenkort hoopte de commissie tot dat doel de reis naar Pretoria te maken. Op het établissement Feyenoord zijn 31 personen wegens schaarsch- heid van werkzaamheden, in de ketel makerij, ontslagen. Daaronder zijn er die achtereenvolgens 28 jaar lang op die fabriek werkzaam zijn geweest. Uit Scheveningen meldt men Als een bewijs, dat een flink re sultaat bg de visscherijen een grooten invloed op de prijzen der vaartuigen uitoefent, kan dienen, dat in een publieke veiling twee schuiten op brachten f 11.259, waarvoor in 1883 geen f 8000 te bedingen was. Met het oog op de te Utrecht loopende geruchten is het lijk der onlangs overleden mevr. Boers we derom opgegraven en gerechtelijk geschouwd. Als deskundigen waren hiermede belast de hoogleeraar dr. W. Koster en dr. Yan Haren Nomau. Yan vergiftiging werden geen ken- teekenen, wel die van typheuse darm aandoening gevonden. Te Goes is beslag gelegd op een hoeveelheid kunstboter, die een handelaar trachtte te doen doorgaan voor natuurlijke boter. Een paar malen was dit reeds gelukt. De slimme gast presenteerde haar niet zelf, maar gebruikte daartoe een vrachtrijder als tussscheupersoon, die van den prins geen kwaad wist. Concurrenten hadden de politie met de verkeerde handelwijze in kennis gesteld. Voor 't gerechtshof te Arnhem zullen op Donderdag 24 Januari a.s. terechtstaan de heeren J. G. H. Wolters, oud 73 jaren, en L. J. H. Wolters, oud 60 jaren, bankiers te Venloo, bij vonnis der rechtbank te Roermond, failliet verklaard en thans gedetineerd. Na veroordeeling door het hof in den Bosch, de lste tot 2 jaar celstraf en 3 geldboeten, respec tievelijk van f 600, f 500 en f 5000, subsidiair voor de twee eerste boeten ieder een maand en voor de laatste boete 4 maanden celstrafde 2de tot 1 jaar celstraf en geldboete van f5000, subsidiair 6 maanden celstraf, zijn zij, met vernietiging van dat arrest, door den Hoogen Raad der Neder landen naar het hof te Arnhem ver wezen, ten einde de zaak op de be staande akte van beschuldiging op nieuw zou worden onderzocht en beslist. Beide beschuldigden hebben belangrijke fiuancieele betrekkingen te Venloo vervuld zoo was de lste president der Heutz-stichting aldaar, bestemd tot ondersteuning van ge brekkige armende effecten dier stichting, ten bedrage van ruim 100 duizend gulden, zou hij in zijn eigene zaak verbruikt hebben. Ook was diezelfde beschuldigde secretaris penningmeester van de R. K. bur gerlijke godshuizen, en ook een deel der gelden van die instelling zou hij tot zich genomen hebben. De tweede was president van het R. K. arm bestuur en wordt beschuldigd zich de effecten, die hij als zoodanig onder zijne berusting had, ten behoeve der firma te hebben toegeëigend. Het Openbaar Ministerie zal worden waargenomen door den advocaat- generaal jhr. mr. Sandberg, terwijl als verdedigers zullen optreden de hh. mrs. van Zinnicq Bergman, ad vocaat te 's-Bosch, en Van Oppen, advocaat te Maastricht. De arrondissements-rechtbank te 's-Bosch heeft den opzichter J. De Rooy, beschuldigd van manslag door onvoorzichtigheid wegens het ongeluk, dat 5 December 1882 aan de in aanbouw zijnde kerk te Yucht voorviel, veroordeeld tot 3 maanden celstraf, 8 geldboeten van f25 en 2 van f8 en in de kosten van 't geding. Te Ciwammen (Schotland) is een noodlottig ongeluk in een mijn voorgevallen. Elf mijnwerkers gingen des morgens iu de mand naar bene den, toen het touw van de mand, waarin zg plaats genomen hadden, eensklaps brak. De maud, was bij het bereiken van den bodem, geheel verbrijzeld, en de elf mijnwerkers waren gedood. Dagelijks vermeerdert het aan tal moorden, dat door den beruchten raenschen-slachter Hugo Schenk te Weenen in de laatste jaren is gepleegd. Het cijfer is nu reeds tot zeveu ge klommen en nu vermoedt men, dat hij ook twee mannen uit den weg heeft geruimd, die sedert 1880 spoor loos ziju verdwenen. De vader en moeder van Schlossarek zullen als verdacht van medeplichtigheid van Weisskirchen naar Weenen worden gebracht. Van de politie van Budapest is het verzoek ingekomen om het por tret van Scheuk te zenden. Voor enkele jaren zijn er ook daar ouder de genoemde omstandigheden jonge vrouwen verdwenen en nu wil men aan de familie het portret laten zien, of zij in Schenk ook den ontvoerder harer bloedverwanten herkennen. Een in het Zuiden, van het graafschap Wales wonende arts, dr. Price, schept er sedert eenige jaren behagen in om iu zijd leegen tijd als druïde" gekleed de bosscheu te door kruisen en den eeredienst te verrich ten, die het eerst door de Romeinen in Engeland werd verdrongen en latei- door het christendom geheel werd uit geroeid. Jl. Zondag echter maakte dr. Price het wat al te erg. Hij had niets minder gedaan dan op een heuvel niet ver van zijne woning een groote houtmijt opgestapeld, die hij als druï depriester aanstak en er om heen liep met mystieke gebaren. Daarbij hield hij een revolver in de hand en dreigde ieder neêr te schieten, die het wagen mocht, het offervuur" te na deren. De politie waagde hét noch tans, en daar zij in een soepterrine het lijkje van een klein kind vond, dat de druïde-dokter trachtte te ver branden; daar dit kind de keukenmeid van den dokter tot moeder had gehad en daar over de geboorte van het wicht weinig en over ziju dood in 't geheel niets bekend was, nam men den modernen druïde voorloopig iu hechtenis, om eerst naar de geheim- zinige geschiedenis een behoorlijk he- deudaagsch onderzoek iu te stellen. Uit Duitschland komt het be richt dat enkele der oorlogsschepen, op Duitsche werven gebouwd, vol strekt niet voldoen. Het ministerie zou voornemens zijn een nieuw cre- diet aan te vragen, om de vloot te veraterken.Gelijk men zich herinneren zal, werd een groot deel van de Fransche milliardeu besteed aan het vormen van een oorlogsvloot. Duitschland is bezig zijn leger- artillerie te versterken, terwijl Frank rijk het achterlaadgeschut van zijn gepantserde vloot verbetert. De ge schutgieterij te Rueile heeft pas scheepskanonnen van geheel nieuw model afgeleverd. Deze kanonnen zijn uitgevonden door een Franschen luitenant ter zee. Geen bijzonder heden betreffende de constructie worden gemeld, doch officieel wordt medegedeeld dat ze een draagkracht van 10 kilometers hebben, terwijl de kogels op 4600 meters afstand het dikste pantser van oorlogsschepen, dat tot nu toe is gebruikt, doorboren. Bovendien worden de schepen niet geschokt door het terugslaan van 't kanon, gelijk met ander zwaar scheeps geschut steeds plaats heeft. Onze Nederlandsche zee-officieren zullen met verlangen naar meer bij zonderheden betreffende dit wonder- kanon uitzien. Te Luik zijn door de politie de schuldigen aan den moord, die op den avond vóór Kerstdag te Keulen op Bernard Stockhausen en zijne moeder gepleegd is, door de politie in hechtenis genomen. Zij werden, vier in getal, Hans Tilmann, Wilhelm Platzheim, Therèse Stein en Sosa Merckel, te zamen in een kamer verrast, zoodat zij geen tijd hadden tegenstand te bieden, hoewel Hans Tilmann in 't bezit gevonden is van een geladen zesloops-re vol ver. Van deze belangrijke vangst is per tele graaf aan de justitie te Keulen kennis gegeven. Te Neukircheu, in het Pruische regeeringsdistrict Dusseldorf, was zekere Fuchs tot een boete en tien dagen gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij den zoon van zijn buurman Lottner had mishandeld en met een revolver nagezeten. Tegen dit vonnis was hij in beroep gekomen. Donder dag aanzegging ontvangende dat dit beroep was verworpen, geraakte hij in woede, liep met een slachtmes en geladen revolver naar den buurman, stak diens vrouw en 19jarige dochter dood, schoot den man neder, en gaf hem bovendien een steek door het hart, en loste op een toesnellende buurvrouw drie schoten, waarvan er één haar in den arm trof. Daarop ging hij naar zijn huis terug en deed de deur op slot. De politie sloeg toen een raam in, drong naar binneu en vond op den zolder het lijk van den moordenaar. Hij had zich den hals afgesneden. In zijne zakken vond men nog achttien patronen. Zekere Adam zoo wordt uit Rijssel gemeld werd eenigen tijd geleden in arrest genomen, als dader van een moord, op zekeren Delcroix gepleegd, wiens lijk men had opge- vischt. Adam bleef pertinent den moord ontkennen, en bij gebrek aan bewijs werd lig weder vrijgelaten. Dezer dagen nu voor zijn handel hij deed in beenderen de straten van Mouveaux, bij Tourcoing, door- loopende, bevond Adam zich eensklaps tegenover een concurrent, wat hem natuurlijk boos maakte. Wie schetst echter zijn ontsteltenis, toen hij, na derbij gekomen, in zijn concurrent den zelfden Delcroix herkende, dien hij heette vermoord te hebben, 't Scheelde weinig, of hij ware in zwijm gevallendoch de andere, zijn van schrik verwrongen gelaat ziende, trad op hem toe, en dealde hem mede, dat hij Rijssel verlaten had, om het bedrijf van beenderenkoopman, 't welk hem zeer winstgevend was voorgekomen, uit te oefenen, en thans gevestigd was in een stadje aan de Belgisch* grens, Adam ging te Rijssel onmid dellijk de politie in kennis stellen van het gebeurde, en deze, den rechter van instructie en de getuigen, die in den drenkeling Delcroix herkend hadden, stonden natuurlijk niet minder ver baasd dan hg. De Leidsche vergiftigingszaak. Omtrent de Leidsche vergiftiging deelt het VI. BI. de volgende bijzonderheden mede uit verklaringen voor den rechter commissaris te 's Hage afgelegd: Uit de verklaring, door dr. Rutgers van der Loeff afgelegd, blijkt, dat hij op een Zondagmorgen door Van der Linde, de man van de beschuldigde, geroepen werd om bij Frankenhuijzen te komen, in wiens huisje reeds de vrouw en een kind ontzield ter neder lagen. Frankenhuijzen was lijdende aan zware buikpijn en braking, hetgeen, in verband met eenige andere verschijnselen bij de reeds gestorvenen, bij den geneesheer het vermoeden deed ontstaan van vergiftiging door middel van rattenkruit. Voorloopig gaf hij den zieke eenig pijn stillend middel en wilde hij zich verwijderen, doch v. d. Linde hield hem staande, met het verzoek om een lij ken briefje voor het overleden kind. Aangezien deze geneesheer zulk een be wijs van overlijden slechts gewoon is af te geven voor patiënten door hem zelf behandeld of ingeval de oorzaak der sterfte met zeker heid kan aangewezen worden en daar boven dien het vermoeden van vergiftiging bij hem was gerezen, was hij terecht huiverig te voldoen aan dit verzoek. Hij zeide aan v. d. Linde, dat hij het briefje gereed maken zou en dat deze dan om 2 uren maar eens bij hem moest komen vragen. Na ernstige overweging begreep dr. v. d. Loeff de noodzakelijkheid, zijn vermoeden aan de politie te moeten kenbaar maken. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat een geneesheer er niet ge makkelijk toe zal overgaan, een vermoeden van vergiftiging aan te geven. Indien zijn vermoeden juist blijkt te zijn, brengt dit hem meestal in last en moeite. Is het daarentegen onjuist, wat toch zeer wel mogelijk is, dan wordt hem zijne aan gifte door het groote publiek allerkwalijkst genomen. In zooverre is de daad van dr. v. d. Loeff een daad van moed geweest. Toen Van der Linde des middags bij hem kwam, gaf hij hem dan ook een on ingevuld lijkenbriefje, maar tevens een ge sloten bericht aan den commissaris van politie, ten wiens kantore dit brief je moest worden afgeleverd, waarin bij zijn ver moeden mededeelde, dat dit sterfgeval aan misdaad was toe te schrijven. Van der Linde begaf zich naar het po litiebureau, onwetend van de vreeselijke beschuldiging betreffende zijne vrouw, die hij zelf in handen der justitie «tellen zo*. Wat er vervolgens op het commissariaat behandeld is tusschen hem en den com- missaris ligt nog in het duister; maar zeker is het, dat oogenblikkelijk daarop, terwijl hij in het politiebureau bleef, zijne vrouw gehaald en in verhoor genomen werd, nog voor er een gerechtelijke lijkschou wing was geschied. Waarschijnlijk is het, dat Van der Linde ten gevolge van de ondervragingen van den commissaris, eenig vermoeden tegen zijne vrouw moet hebben opgevat en geuit. Opmerkelijk is daarom de rol, die de echtgenoot der beschuldigde in dit geval heeft vervuld. Hij riep den geneesheer bij het slachtoffer zijner vrouw. Hij vroeg den geneesheer om het lijkbriefje van het gestorven kind, hetgeen het vermoeden van den geneesheer aan misdaad nog versterkte. En ten slotte was hij het, die onwetend het eerste bericht van de vreeselijke mis daden aan de justitie bracht. Uit dezen toevalligen samenloop van om standigheden wordt het zeer waarschijnlijk, dat op hem geen schnld kleeft. Onmiddellijk na de inhechtenisneming van vrouw Van der Linde kwam bij de politie het bericht van het huisgezin van Hammerling, dat ook da&r, bij nader inzien, vergiftigings verschijnselen waren voorgekomen, ofschoon de personen genezen waren door behulp van denzelfden geneesheer. De rechter van instructie stelde daarom Hammerling de vraag: „Hoe komt het, dat ge eerst met dat bericht bij de politie kwaamt, toen vrouw Van der Linde ge vangen genomen was f" Het antwoord

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1