DE VLIJT. ÓM lil TRICOT-ONDERGOEDEREN, LOTERIJ iRterDatiooalg TaMifii te Amsterdam. VERZEKERING-MAATSCHAPPIJ KUNSTTANDEN EN GEBITTEN. lil! H.L. DE LANGEN WENDELS, ra Afflsierflam. MONSTERZAKJES voor 0.H. Banöelaren. Hektjalk, L. ROOG, PEPERKOEK, G DE 8ARBANSON. !e Trekking 15 Februari 1884 DE BOER Jr. LOKAAL. TIVOLI. ander directie van A. VAN LIER, Woensdag 13 Februari 1884: f Tooneelspel in vier bedrijven naar 't Fransch (L'IDOLE) vau Crisafulli en Stapleaux, door C. T. P. Bigot. De hoofdrol zal vervuld worden door Mevr. FREVR EL-BOUWMEESTER. AANVANG ACHT UUR. l'rijzen der Plaatsen: Ie Rang f 1.49. 2e Rang f 0.75. Plaatsen ziju van af beden te be spreken. Uit de hand te koop |een goed onderhouden groot 114 ton, met completen IN VENTARIS. Te bevragen bij H. KLEIN, Binnenhaven, Nieuwediep. GOUD- en ZILVERSMID, maakt en repareert alle voorkomende DIAMANTEN-, BORDER- en ZILVEREN-WERKEN. Weststraat, Blok 2, L 35. grof, geurig en waterhoudend, a 80 Cent per 5 ons, bij 2Vs Kgr. franco naar buiten. W.J. MAALSTEE D, DUKSTRAAT, HELDER. Dopöt van uit ROTTERDAM. Uit de hand te koop: een net BURGER-WOONHUIS, met annex twee WONINGEN, aan de Binnenhaven. Te bevragen H. KLEIJN, Binnen haven No. 57. Worden TE KOOP aaugeboden, door vertrek naar elders: eenige zoo goed als nieuwe Tapijten, benevens Val- en Meubelgordijnen. Iuformatiën hieromtrent bij W. GOVERS, Kanaalweg 140. Voorradig een groote voorraad en volledige sorteering in witte Goederen, welke tot zeer voordeelige en de minst mo gelijke prijzen worden verkocht en voor soliditeit wordt steeds ingestaan. Oogjes-, Blokjes- en Servetgoed. Witte Katoenen, in alle breedten. Constitutions, Graslinnens, Wigans, Water twisten, Katoen-, Heel- en Half-Linnen, Bazijns, Amersfoorts, Kepers en Marseilles, Theedoeken, Tafellakens, Servetten, Matraslinnens, ongebleekte Katoenen en Watertwisten, onge bleekte Kepers, Pique's en Pique'-Moltons, Swandowns, James en Engelsche Kepers, Wieg- en Bed-Spreien, witte Zakdoeken, enz. De ruimste keuze in witte Voorhemden, Overhemden, Kinder- en Dames-Boezelaars. alle grootten, in drie kwaliteiten voorhanden. voor de nvniLiTJiE. Cebr. J. S. VAN DAL vraagt Plntttsvervilllgcl's ea ISTTilXX- merverwisselaars voor de lichting 1884. Aan te melden bij den Heer M. V APRAAG, Middenstraat te Helder. Het Kantoor bestaat al 40 jaar. VAN DE van do StiJaiiiiS IX a ÖO- De Loten der uitgelote Series evenals die van series 11 a 20, zullen deelnemen aan de Trekking der hoofdprijzen, gezamenlijke waarde f1350000. LOKAAL TIVOLI. TOOVEELVOORSTELLING op ZONDAG 1U FEBRUARI 1884, door h, Gezelsonap AURORA. Op te voeren: Beroemd Drama iö 8 Tafereelen, door W. A. vax Dolder. NOOIT ALHIER OPGEVOERD. Volgorde der Tafereelen: le Taf. Het gestolen lijk. 2e Taf. De Vader vloei 3e Taf. In bet bosck vau Foutainebleau. 4e Taf. De Moederzegen. 5e Taf. De Moord op het Rozenfeest. 6e Taf Onschuld en liefde. 7e Taf, De mislukte schaking. 8e Taf. De Vereeniging. Het stuk speelt nabij Parijs, iu het jaar 1789. Aanvang half acht nor. Entrée voor een Heer f 0.49, voor een Dame f' 0.2i ziju te bekomen bij de H.H. BAKKER, HES NING, BEUGELING, KOCfl en aan 't lokaal, alwaar van af h e d ej Plaatsen zijn te bespreken a 10 Cents extra. De ondergeteekeude is DOADERDAG 14 FEBRUARI te spreken en i ontbieden tot het plaatseu van ÜXinstt£lïlCi©Il er CSrOlOÏ't'töUi (geheel nieuw systeem) welke nimmer breken e de kleur van gebitten en van het taudvleesch niet te onderscheiden zijn hetwelk alle werk te boven gaat en tot zeer concurreereude prjjzen. Heel Gebitton föO.en honger, een Tand f4.—, meerderen f3.—, alle onder gnarautie. Adres en te spreken bij den Heer REIS, Oesterput, Molenplein Koningstraat. Helder. m Levering van alle Boekdrukwerken, als: BOEKWERKEN, BESTEKKEN, NOTITIËN, PRIJS COURANTEN, CATALOGUSSEN, CIRCULAIRES, REKENINGEN, NOTA'S, KWITANTIËN, ADRES- EN VISITEKAARTEN, PROGRAMMA'S, enz. ï3illiJl?LO prijzen. NETTE UITVOERING. SPOEDIGE AFLEVERING. FEUILLETON. De strijd om een millioen. ROMAN IN DRIE DEELEN, 22. naar 't Duitsch van EDWARD AUGUST Rö.UG, De Ommerborn's waren wel niet van adel, doch zij bezaten een bijzonder groot vermo gen en mochten er zich in verheugen zeer in aanzien te zijn. Hij had het eerste woord niet willen zeg gen, doch toen mevrouw Ommerborn bet ijs had gebroken en onverholen te kennen gat', dat zij deze verbinding wensebte, had hij oogenblikkelijk van dien wenscb gebruik gemaakt, mot het vaste vooruitzicht, dat de overeenstemming met deze dame voldoende was om de zaak tot een goed einde te brengen. Thans echter had de koopman Ommerborn bedenkingen in het midden gebracht en dreig den de wenschen van den generaal niet ge heel en al vervuld te znllen wordenbij was daardoor eenigszins bcleedigd en men kon het hem niet kwalijk nemen, dat hij voorwaarden maakte, waardoor hij zich zoo spoedig moge lijk zekerheid verschaffen kon. Ds generaal was, toen hij te huis kwam, in geen goeden luim, en zelfs Biola's vroolijk- heid was niet in staat hora weder in de rechte stemming tc brengen. Zij had haren vader, terwijl deze zwijgend het middagmaal nuttigde, veel te vertellen; zij had een bezoek ontvangen van twee dames Walter, met het doel huar omtrent de positie van den nieuwen huurder uit te hooren; de heer Gundelmmi had zich met gelijk doel reeds in verbinding gesteld met de huishoud ster, de keuken der tweede verdieping was aan den heer Borgraf afgestaan en dadelijk in gebruik genomen, in 't kort de generaal kwam een tal van nieuwtjes te weten, die hem echter in 't minst geen belang inboe zemden, daar zijne gedachten door geheel andere zakeu in beslug werden genomen. Vroeger dun bij gewoonlijk placht te doen, liet hij de Wel afnemen. „En hoe bevalt u de jonge Amerikaan P" vroeg hij, een steelscheu, uitvorschenden blik op het schoone, blozende gelaat zijner dochter werpende. „Ik kan nog geen oordeel vellen," ant woordde zij lachend, ,,ik heb bem nog maar eens gezien." „Hij zal mij heden namiddag een bezoek brengen, teneinde mij te vertellen wat hij al zoo doorleefd heeft," zeide de generaal, zijne dochter in de rede vallende, ik zal bet zoo iurichten, dat gij daarbij tegenwoordig zijt, wellicht zal zijn verhaal ook u belang inboezemen. Dit zeggende, verliet hij de kamer, om zich naar ziju rookkamer te begeven, waarin hij na het eten genuttigd te hebben, ge woon was zijn pijp te rooken. Aan een middagdutje was de generaal niet gewend; hij was van oordeel, dat dit een slechte gewoonte is, die de menschen week maakt. Daarentegen was hij er een minnaar van gedurende zijn siësta zich in tabakswolken te hullen en de couranten te lezen. Peter verwachtte zijn heer reeds, om hem zijn pijp en een brandende fidibus aan te reiken; de generaal nam plaats op de harde, met leder overtrokken sofa en blies de eerste rookwolken met welbehagen voor zich uit. „Nu wat wilt ge toobP" vroeg de gene raal, toen hij bemerkte, dat Peter beslui teloos aan de denr bleef staan. „Is er iets gebeurd, dat mij moet gerapporteerd worden P" ,Tot uw dienst, heer generaal," luidde het antwoord. „Nu, spreek op dau." „Alleronderdanigst moet ik u opmerk zaam maken, dat de oude vrouw van hier boven ons veel onrust in het huis bezorgt." De generaal trok de wenkbrauwen op en er werden plooien in zijn voorhoofd zicht baar. „De oude vrouw," herhaalde hij, „de huishoudster van den Amerikaan. Dat moet zij nalaten, uls ze niet buiten de deur ge zet wil worden." ,,Dat heb ik ook gedacht, heer generaal, doch ik kan dat eerst zeggen, wanneer zij de poppen aan 't dansen gebracht heeft. Hedenmorgen ia zij langen tijd bij de Wai- ter's geweest, daarna ging zij naar juffrouw Gundelmann en vervolgens wilde zij met onze Betje een gesprek aanknoopen, doch toen heb ik haar gezegd, dat zij op onze verdieping en in onze keuken niets te ma ken bad." „Goed," zeide de generaal, „en verder P" „Zij heeft daarna tot mij vragen gericht, die mij ergerden. Zij wilde mij ook uit- vorschen over uw persoon en vroeg of me- juffvrouw uwe dochter iemand is, die veel vermogen bezit en reeds een bruidegom heeft. Toen ben ik grof geworden en komt zij mij nog eenmaal met dergelijke vragen aan boord" „Ik zal wel zorgen, dat dit niet meer gebeurt," zeide de generaal, die blijkbaar geërgerd was. „Wat heeft het oude wijf zich om mij en mijae familieomstandigheden te bekommeren? Zou zij daartoe opdracht gekregen hebben," vervolgde hij, als tot zich zelf sprekende. „Sapprement, dat is geen goed teeken, een eerlijk man bewandelt den rechten weg en 't geen hij wenscht te we ten, zou zijn oom hem omstandig en beter kunnen vertellen. Let goed op, Peter, wan neer er in huis gekletst en gezanikt wordt, wordt de vrouw buiten de deur gezet. Hebt ge nog iets te zeggen P „Er beeft zich een man aangemeld, die de dakkamer wil huren. De eigenaar van het huis heeft hem gezegd, dat hij zich eerst bij den generaal moest vervoegen." „Is liet een fatsoenlijk manP" „Hij zag er ten minste zoo uit." „Laat hem hier komen." Peter verwijderde zicheen minuut later liet hij een kleinen, mageren man het kabinet binnen, die in zijn versleten kleeding bij den eersten aanblik een werkman geleek, welke in slechten doen was. „Hij kon nauwelijks veertig jaren tellen, doch desniettegenstaande droeg hij reeds eeu paruik, wiens vale kleur verried, dat ze reeds geruimen tijd gebruikt was. Zijn ge zicht was glad geschoren en de uitdrukking daarvan niet prettig; nu hij voor den ge neraal stond, wiens uitvorschende blik vast op hem rustte, verriedden zijne trekken niet anders, dan dat hij een arm geplaagd man was, die in den zwaren strijd om te zijn of niet te zijn, bittere ervaringen had op gedaan." „Gij wilt bier huren," vroeg de generaal na een korte pauze. „Slechts een dakkamer," luidde het schuch ter antwoord. „Dat kan ik wel begrijpen; om een ge- lieele verdieping te huren zouden uwe mid delen niet voldoende zijn. De eigenaar van het huis zal u gezegd hebben, dat hij zonder mijne toestemming geen nieuwe huurders kan aannemen, alzoo zult ge het u moeten laten welgevallen, dat ik n een weinig de biecht afneem. Voor alles wil ik rust in huis hebbenzanikers en liederlijke sujetten duld ik niet onder dit dak en om dat recht aan mij te houden, betaal ik een hoogeren huurprijs." „Ik ben geen van beiden." „Daar ziet ge ook niet naar uit, doch de schijn bedriegt dikwerf en daarom waar schuw ik een ieder alvorens bij hier huurt. „Ik heet Tobias Boumann," antwoordde de man, „en was vroeger onderofficier „Bij welk wapen?" „Bij de infanterie." „En waarom bebt gij den dienst verlaten „Wegens voortdurende ziekte. In den Sleeswijk-Holsteinschen oorlog beb ik in bet natte bivouak de jicht opgedaan „Dus volkomen invalideP" viel bem de generaal in de rede, die zich thans voor den man scheen te interesseeren en geen acht Bloeg op de loerende blikken, welke deze op hem wierp. „Neen, wel heb ik een klein invalide pensioen, doch dit is nauwelijks voldoende om er droog brood voor te koopen." „Hm, hebt ge iets andera gevonden om aan den kost te komen P" „Ik schrijf acten cn undere stukken over." „Daar zult ge ook wel niet veel mee verdienen P" „Veel niet, doch voldoende om in mijue behoeften te voorzien. In den regel werk ik op het kantoor van een notaris; ik ben zelden tehuis en een stille, rustige man, die een ieder zijn eigen weg laat gaan en tevreden is, wanneer hem zelf niet» in den weg gelegd wordt." De generaal blies den eopiïst eenige rook wolken iu 't gelaat en knikte bevredigend. „Dat verlang ik juist van al mijne me debewoners van dit buis," zeide hij. „Maar zoudt gij ook de huur prompt kunnen be talen „Mijn pensioen is daartoe voldoende." „De kamer is niet van meubelen voor zien." „Ik bezit de noodige meubelen, beer generaal." „Nu dan heb ik er niets tegen, men kan het in ieder geval beproeven; ga nu maar aan den huisheer zeggen, dat ik geen be zwaren heb. Al het overige hebt ge met hem zelf in orde te brengen." Door een bevelend teeken met de hand gaf de generaal den eopiïst een teeken tot afscheid en deze verwijderde zich zonder het minste gerucht te maken. Peter wachtte laatstgenoemde buiten de deur op, want hij wensebte hem aan te spreken. Boumann scheen van den bediende echter geen notitie tc willen nemen. „Hebt gij vergunning gekregen vroeghij. „Jawel, ik dank u," zeide Boumann zachtjes. „De generaal is een zeer vriende lijk menscli. Tot wederziens, mijn waarde, ik hoop, dat wij ook vrienden zullen worden.' „Een vreemde kerel," zeide Peter tot zich zelf, terwijl de eopiïst de trap afging. „Hij ziet er mij uit als een gluipert." Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Ja.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 4