'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1157. Woensdag 19 Maart 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. öojaneiïi.©nt per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BsrcaaxSPOORSTRAAT e» ZUIDSTRAAT. Ad.vertewtl6n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 18 Maart 1884. De voorstellingen in Tivoli, door bet fantaisie-théatre van den heer S. Kinsbergen, hebben uitmun tend voldaan en werden ieder maal door een grooter aantal personen bezocht, 't Geheel is een navolging van den hier vroeger bekenden E. Basch. De goocheltoeren zijn aardig en verrassend en geven nogal eens aanleiding tot lachen. The fakir of de slapende Sylphide, de laatste be schenen door kalklicht, maakte een aangenamen indruk en wordt steeds gaarne gezien. Al ziet men 't be wegelijke Agioscopische wandeldio rama ook niet voor de eerste of tweede maal, 't wordt met genoe gen op nieuw beschouwd. De kroon op dat alles wordt gezet door ver schijningen van geesten en spoken en hierin heeft de heer Kinsbergen 't zoover gebracht, als 't ons inziens door middel der optiek te bereiken is. De tevredenheid vau 't publiek is voorzeker wel de oorzaak, dat er bij de volgende voorstellingen steeds meer bezoekers waren. Begunstigd door prachtig weder, trok de scherm- en gymnastiekver- eeniging Oefening kweekt Kunst," voorafgegaan door haar vaandel, Zon dag omstreeks een uur, naar 't station om naar Schagen te vertrekken en daar deel te nemen aan 't concours. De flinke houding der jongelingen wiede uniformpet kranig stond, maakte op de honderden toeschouwers in den omtrek van 't station een goeden in ruk. Aan dit concours namen ook deel eenige leden der militaire vereeniging Uitspanning door inspanuing"alhier. Den 2en Maart jl. is in een hulpbrievenbus alhier een brief ge worpen, geadresseerd aan den heer H. Fruin, Krommehang te Rotterdam, inhoudende 1 bankbiljet vau f25, gewikkeld in eene courant, welke brief niet bezorgd is. Bij den heer Justus Verschuur, (firma A. D. Verschuur) op het Dam rak te Amsterdam, zga ornamenten broches, spelden enz., met electrisch licht te zieu. De uitwerking is zeer aardig. Wan neer men b. v. de doekspeld op de das gestoken en met deu accumulator, niet veel grooter dan een gewoon zakboekje eu dus gemakkelijk bij zich te dragen, verbonden heeft, is het drukken op een knopje voldoende om een licht van zich te doen af stralen, zoo sterk, dat men er bij lezen kan. Voorloopig zijn slechts eenige mon sters voorhanden. Het bevalligste in vorm, dat wij zagen, is een rozeknop (broche), waarin de elec- trieke vonk van binnen gloort en de doorschgnende blaadjes een zachten gloed verleent. Is een dergelijke miniatuur accu mulator vier uren met de batterij verbonden geweest, dan is genoeg electriciteit verzameld om de vonk acht uur lang te doen branden. (N. v. d. D.) Aan de Haagsche Ct. wordt de volgende curiositeit geschreven »Men heeft bij het bezoek der Transvaalsche Deputatie veel geschre ven overfestiviteiten, audiënties, diners en soupersmaar nog nergens is ge meld hoe zwaar hare leden wegen. Welnu, bij hun bezoek aan de Polytechnische school te Delft op 4 Maart 11., hebben de heeren op het ijklokaal aan de waag uit aardigheid zich laten wegen, waarvan de uitkomst was: De Heer Du Toit 82 kilo, de Heer Krüger 96 kilo en de vecht generaal Smit, 103 kilo. Hoe zwaar de Transvaalsche heeren wogen, toen zij de Transvaal verlieten is ons niet bekend.* Men schrijft uit Breda van Vrijdag: Gisteren avond laat is de meester knecht van de sigarenfabriek van den heer Meeuwsen, genaamd Ballintin, onverwachts door de rijkspolitie an dermaal in hechtenis genomen. Naar het schijnt, staat deze arrestatie in verband met den postdiefstal. Bedoel de Ballintin is reeds eenmaal in voor loopig arrest geweest, doch onmiddel lijk daarna weder losgelaten. Een koe, toebehoorende aan den heer A. Kooloos, aan de Vliet onder Zoeterwoude, heeft drie kalveren ge worpen. Als een bijzonderheid deelt men dit mede en tevens dat het kla verblad een volmaakte gezondheid geniet. Tot en met den 14 dezer had de collecte, ten behoeve der Maat schappij van weldadigheid gehouden, blijkens de daarvan bij het bestuur ingekomen opgaven, opgebracht ruim f 48.000 bruto. Met de Duitsche boot kwamen Donderdagavond een aantal landver huizers te Arnhem aan. Een van hen, die, misschien uit smart en wan hoop zich te buiten gegaan had aan sterken drank, sprong in een vlaag van moedeloosheid over boord. De wachthebbende matroos volgde hem terstond in een boot en had het ge luk den drenkeling nog bijtijds to redden. De drankwet werkt beter dan wie ook had durven hopen. Het is volkomen onjuist, dat in weerwil van de Drankwet in 1883 weder een bedenkelijke toeneming van verbruik zou hebben plaats gehad. Wie dit bewereu schijnen te willen vergeten, dat de bevolking jaarlijks met anderhalf pCt. vermeerdert De gewone verhooging der opbrengst van den Rijksaccijns op het gedistilleerd was f200.000 jaarlijks. Zonder de Drankwet zou 1883 dus f400,000 meer dan 1881 hebben moeten op brengen. Met de Drankwet leverde 1883 nog f200,000 minder op dan 1881. Dit maakt dus een voordeelig verschil van f600.000. Voeg daarbij dat 1882 f600,000 minder opleverde dan 1881, in plaats van f200,000 meer, dan vinden wij hier een veschil vau 8 ton. Totaal f 1,400,000 vemindering van accijnsopbrengst in twee jaren, of een kapitaals-besparing van drie millioen gulden. Waarheid is het dat 1883 minder gunstig bleef dan 1882. Maar op de Amsterdamsche tentoonstelling zijn millioenen borrels gedronken, en in December deed men ruimen inslag van gedistilleerd, uit vrees voor accijns- verhoogiag. Wij zijn op verre na niet waar wij wezen moeten, maar wij zijn zeer zeker op den goeden weg. i (V olksvr.) Ten huize van ^en ingezetene van Leeuwarden viel eenige dagen ge leden, in een der kamers onverwachts het plafond naar beneden. Verschil lende voorwerpen van waarde, o. a. een kastje met kostbaar porselein, werden verbrijzeld. Bestrijding der veelwij verij bij de Mormonen. Iemand die het wel schijnt te weten, doet ten opzichte van de afschaffing der veel wijverij bij de Mormonen in Utah een voorstel, dat niet te verwerpen is. Men moest, zegt hg, in de woningen der Mormonenvrouwen, die zooals men weet, zeer eenvoudig leven, geen vrome tractaatjes, verhandelingen over de rechten der vrouw, voorlezingen over den onwaardigen stand, dien zij bekleeden, bij haar trachten binnen te smokkelen, maar geïllustreerde mode journalen zooals de Gracieuse, want vrouwen zijn vrouwen, en allen staan zij onder den invloed van den mode- duivel. Als maar bij de Mormonen- vrouwen evenals andere rechtgeloovige vrouwen, de oogen open gaan, als zij eerst met de klacht dat zij niets aan te trekken" hebben, van 's morgens vroeg tot 's avouds laat haar mannen verzoeken om nieuwen opschik, dan zouden de mannen al zeer spoedig inzien, dat één vrouw genoeg en zelfs meer dan genoeg voor een man is, die zorgen moet dat al die japon nen, hoeden, mautels, shwals, linten, strikken, enz. ook betaald worden. De geheele opheffing der veelwijverij zou dus slechts neerkomen op een quaestie van geld. De mode is volgens den schrijver, de eenige macht die den strijd tegen der Mormonen ge- loofswaau zegevierend zou kunnen volhouden. 't Was te beproeven Te Berlijn was eenige dagen geleden een 35jarige metselaar bezig op een dak den windwijzer vast te zetten, toen hij zijn evenwicht verloor en met den stang van den windwij zer in de hand naar beneden viel. De ijzeren stang kwam op de straat neder, doch de metselaar greep in zijn val de dakgoot en bleef daaraan op duizelingwekkende hoogte boven de straat zweven. Op zijn geschreeuw en dat der voorbijgangers schoot men toe om hem te helpen en na tien uiterst pijnlijke minuten trok men hem met behulp vau touwen weder in veiligheid op het dak. Ondanks den doorgestanen doodsangst verklaar de de metselaar zich een uur later weder bereid om het werk te her vatten. In het Parijsche Théatre de la Gaité werd dezer dageu een stuk la Charbonnière gegeven waarin een der acteurs, Romaiu genaamd op een gegeven oogenblik doodsbleek van ontroering moest worden, Die uiting van gemoedsbeweging wist hij te be werken door snel achter de schermen te gaan, waar iemand hem met een zachten borstel in een oogwenk het blanketsel van het gelaat veegde. Verscheidene keeren was dat good gegaanmaar toen onlangs Romain weer, naar hij meende, doodsbleek te voorschijn kwam, barstte het publiek in een schaterend gelach uit, waaraan geen eind scheen te zullen komen. De reden daarvan werd Romain dui delijk toen hg, van het tooneel gesneld in een spiegel keek. Hij zag nl. dat hg in plaats van wit zoo zwart was een neger. Een kunstbroeder of zuster had den borstel, die hem moest verbleeken, zwart gemaakt. In Denemarken is de laatste dugen zooveel sneeuw gevallen, dat het spoorwegverkeer vooral in het zuiden aanmerkelijk is gestoord. De dieven hebben het in Frank rijk op de kerken gemunt. Te Tou- louse heeft men uit de bussen eener kerk 50.000 frs gestolen, benevens allerhande zilveren voorwerpen. In alle spoorwegstations en politie-bureaux van Petersburg ziet men groote biljetten aangeplakt, waar bij 5000 roebels worden uitgeloofd aan hem, die, door voldoende inlich tingen te geven, medewerkt om Ser- gius iPetrow Degaieff, den moordenaar van Soudeikin, in hechtenis te doen nemen, en 10.000 roebels aan hem, die, na de politie zijn schuilplaats aangewezen te hebben tot zgn arres tatie medewerkt. Aan de vier hoeken van het biljet komt het portret van den moordenaar in verschillende op nemingen voor, als met en zonder baard, met pels en muts en zonder deze kleedingstukken. Naar de por tretten te oordeelen moet hg 30 35 jaren oud zijn. Het kostbaarste zonnescherm, dat ooit vervaardigd is geworden, bezit zonder twijfel de koningin van Engeland. Het is een geschenk van de rijke Oostindische Compagnie en de stoffen, tot de vervaardiging ge bezigd, komen uitsluitend in de In dische koloniën voor. De zijde waar van het bekleedsel is gemaakt, is tot dusver in fijnheid van weefsel nog niet geëvenaard en de zeldzaamste verven geven het de bontste kleur- schakeering. De stok is geheel van ivoor en van het kunstigste snijwerk voorzien, de stangen zijn van massief goud, evenals de steel en de ring, die het scherm omsluit. Een aantal diamanten en andere edelgesteenten, waarmeê en handvat en ring bezet zgn, verhoogeu de waarde van dit prachtstuk, dat de koningin alleen bij bijzondere plechtige gelegenheden draagt. Alles klaagt thans om ons heeu Ieder lijkt wel ontevreen Ja bijna in eiken stand, Heeft men, naar het schijnt, het land. De een zuchtfoeiwat winterweer, IJs en sneeuw ziet men niet meer De ander mortwat toch een wind, Baheen mensch waait bijna blind. Zelfs IJmuiden heeft het land, Wijl zijn haven wat verzandt, 't Neerlands volk heeft weer het land En spreekt nog gedurig schand Over 't Utrechtsch straatschandaal, En vooral om toon en taal Van den vice-president, Niemand zegt: „dat was patent!" De arbeidsman klaagt ook al sterk Uit gebrek van brood en werk Over dienstboon klaagt mevrouw En zucht„weg is orde en trouw Wijl de dienstmaagd op haar beurt Weer mevrouw's geklets afkeurt. Jonge lieden klagen licht Over den militieplicht. De ussuranties hebben 't land, Wijl zoo ijslijk veel verbrandt. Wie 't Schiedammer vocht bemint, Klaagt, dat hem de drankwet bindt. Aan vergunning heeft hij het land, En de postböo noemt het een schand, Dat hij sjouwen, slaven moet Met het postpakkettengoed. Lev'rauciers ook klagen zeer, Dat niet elk als man van eer Op zijn tijd zijn schuld voldoet. Wie per spoortrein reizen moet, Klaagt van koude in den trein; Daar zou toch wel raad op zijn Even luid* klaagt hier en daar Ook al menig echtlijk paar Over 't kroost, den duren tijd, Over lev'rancier en meid. Zoo is 't klagen vroeg en spa, Hier als in Amerika. Ja, de gansche wereld door, Klaagt de menschheid als in koor. Maar al hebben wij ook 't land, Toonen wij toch ons verstand; Want wat ook het lot ons biedt, 't Klagen, vrienden, helpt ons niet. Elk van ons verb'tre dan, Wat niet deugt, zooveel hij kan. De strijd by Tamnnieh. De Engelschen hebben in Egypte geze gevierd op de heuvelen en in de dalen van Tamnnieh, maar het is een dnurgekochte overwinning geweest. Vier uren lang heb ben de Britten moeten strijden tegen een uiterst dapperen vijand, alvorens zij in het bezit kwamen van het dusgenaamde kamp van Osman Digna in de bergengte van Tamaï of Tamnnieh, en dan eindigde de strijd eigenlijk „faute de combattants." De Arabieren gaven slechts met den laat- sten snik het vechten op. Ja, zelfs ge wond zetten zij de ongelijke worsteling voort. Zij kenden geen genade en ver wachtten er ook geen. „De Arabieren," zoo telegrapheert de berichtgever der Standard, „hebben 't bewijs geleverd, dat zij onder de ongeregelde troepen de geduchtsten zijn ter wereld. Hunne tactiek is goed. Zij openen hunne charge met een hevig musketvuur. Bij hun vooruitdringen benutten zij alle geboomten en dekking. Zij chargeeren met een on- stuimigen moed, die wel bij machte is de stevigheid der beste troepen ter wereld te schokken." Eenmaal waren de Engelschen bijna het slachtoffer geworden van zulk een woeden den aanval. De Arabieren vielen bij hon derden op het carré der Britten aan. Het was eene soort van overrompeling. Zij sprongen uit een hinderlaag met woeste krijgskreten voorwaarts. Talloozen werden neergeschotenmaar de overblijvenden drongen steeds voort, met de grootste min achting voor den dood. Nabij de Engelsche gelederen gekomen kropen zij, seint de cor respondent der Times, op hunne handen en voeten, onder dc spits der bajonetten en den mond der gardners en gatlings door, en buanden zich zoo een weg naar de binnenzijde van het carré, waar zij nu fluks eene vreeselijke slachting aanriehtten bij den strijd van man tegen man, die thans een aanvang nam. Zij maakten de bajo netsteken der Engelschen onschadelijk met hunne schildenen doorpriemden hunne vijanden met hun speren, alvorens dezen tijd hadden hunne bajonetten weder te gebruiken. De toestand werd hachelijk voor de En gelschen. Het 65ste regiment wankelde en deinsde achteruit en viei op de mariniers en het 42ste regiment, het geschut in han den der Arabieren achterlatende. Het terugdeinzen van 't 65ste regiment bracht de mariniers in verwarring en evenzoo de Black Watch, onlangs door het Journal des Débats voor negertroepen gehouden! Trots alle pogingen der officieren om de manschappen stand te doen houden, begon nu het geheele korps te wankelen en in één verwarden klomp achteruit te gaan. Het was iets soortgelijks, telegrapheert de correspondent der Daily News, als het ge beurde met Baker Pacha, maar er was toch een groot onderscheid. De Hooglanders en hunne wachters retireerden als leeuwen, die in hot nauw zijd gejaagd. Zij gingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1