'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1171.
Woensdag 7 Mei 1884.
Twaalfde Jaargang.
1
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Verichyni; Dinsdag- au Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Bureau: SPOORSTRAAT el ïiülDSTRAAT.
iLUvertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlqk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 6 Mei 1884.
Volgens annonce, in dit nommer
dezer courant voorkomende zal Don
derdagavond door de leden van 't
Israëlitisch collegie Nut en Vermaak"
in »Musis Sacrum" een tooneelvoor
stelling worden gegeven, waarop ter
herinnering aan Oranjefeesten, zal
opgevoerd worden Nederland en
Oranje," gevolgd door Tien dochters
en geen man." De bjjval, die vroegere
uitvoeringen van dit collegie mocht
te beurt vallen, doet ons ook nu een
goede opkomst verwachten.
Op Zondag 11 Mei zal de
Scherm en Gymnastiek-Vereeniging
Uitspanning door Inspanning" in
't lokaal »Tivoli" een openbare Uit
voering geven, door een blijspel ge
volgd. Daar de belangstelling in
gymnastiek- en wapenoefeningen in
den laatsten tjjd hier meer en meer
levendig begint te worden, vermeenen
we op een goede opkomst van 't
publiek te mogen rekenen, te meer,
daar de entree zeer billijk gesteld is.
Op de voordracht voor hoofd
der school te Zuid-West-Beemster
komt o. a. voor de heer R. Kuiper,
alhier.
Volgens bij de redactie der Zeepost
ontvangen telegraphisch bericht van
Madera, gedagteekend 2 Mei, is Zr.
Ms. stoomschip Atjeh" gerapporteerd,
als het eiland St. Helena te hebben
gepasseerd.
De heeren Koning en Co. te
Tessel, die eigenaars werden van een
door een visscherman uit de Zuider
zee opgevischt voorwerp, boden dit
bet museum van Natura ArtisMagistra
te Amsterdam aan. Vrijdag ontving
genoemde firma een dankbetuiging
voor dit geschenk, met mededeeling
dat het voorwerp een tand is van een
voorwereldlijken oliphant. (Elephas
primigenius).
Ten einde onbillijke behandeling
van vrijwillig dienenden, die de volle
geschiktheid bezitten, te voorkomen,
beeft de Min. van Oorlog bepaald dat
de miliciens-korporaals en miliciens
onderofficieren, met behoud vau hunnen
graad,moeten toegelaten worden tot
een verbintenis als vrij williger bij
het korps waartoe zij behooren, voor
zooverre daarbjj vacatures in hunnen
graad bestaan en zij, naar het oordeel
van den chef, de geschiktheid bezitten,
voor het bekleeden van dien graad
van de vrijwillig dienenden gevorderd
Voor zooveel zjj behooren tot de in
fanterie, tot de cavalerie, tot de veld
of vesting-artillerie, kunnen zij wan-
neer er geen vacature in hunnen graad
bestaat bjj het regiment van hetzelfde
wapen of onderdeel van het wapen
met eene vrijwillige verbintenis in
dien graad overgaan, wanneer daarbij
open plaatsen zijn, en zij de bedoelde
geschiktheid bezitten.
De Min. heeft bepaald dat de in-
gelijfden bij de militie te land, die in
aanmerking komen om voor eenen
graad te worden opgeleid, zooveel
mogelijk iu de kazerne bij elkaar
gehuisvest en des verkiezende, zoo daar
toe maar eenigszins gelegenheid is,
met elkander met de aspiranten-on
derofficieren of met de aspiranten
korporaals menage kannen houden,
mits zij alsnog binnen een maand
na hunne aankomst bij het korps
met goed gevolg het examen afleggen,
waarvan het programma werd vast
gesteld, althans voor zooverre zij niet
reeds vóór hunne inlijving aan bedoeld
examen hebben voldaan.
Een Peruische schokker, be
varen door stuurman Koster, is aan
den Nieuwen waterweg vergaan. De
bemanning is gered.
De Minister van Marine brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat
de betonning van het Noordelijkste
der betonde Tesselsche Zeegaten, het
zoogenaamde Oude Westgat, zoodanig
is gewijzigd, dat de minste diepte, bij
gewoon laagwater, 35 decimeter be
draagt, terwijl het aantal tonnen ver
meerderd is met een zwarte buikton,
tusschen de 4de en 5de ton aan den
Noordkant en een tweede witte ton
aan den Zuidkant, tusschen de uiter
witte ton en de bonte ton.
De kweekschool voor zeveaart
te Leiden is gedurende de maand
April met ruim een 30tal jongens
vooruitgegaan. Hun aantal aldaar
bedraagt thans weder 100.
Een jong mensch, die in den
vreemde thuis behoort, doch in den
Purmer onder de gemeente Purmerend
van tijd tot tijd vertoefde en aan
wien door twee veekoopers een en
dossement werd overgedragen om
daarop f 30.000 te halen aan de
Twentsche Bank te Amsterdam, is
met dat geld spoorloos verdwenen.
Men vermoedt dat hij naar Engeland
is scheep gegaan. De politie doet
onderzoek.
Een heer, die Dinsdagmiddag
in het O.-Ind. huis te Amsterdam
belasting betaalde, zakte aldaar plot
seling ineen bij de ontdekking, dat
een bedrag van ruim f 1000 ver
loren bad. Hij werd per vigilante
naar huis gebracht.
Men schrijft uit Ransdorp, dd.
1 MeiGisteren vertrok van Am
sterdam over de Zuiderzee naar Riga
het kofschip »De twee Gebroeders,"
kapt. J. Butler, welke zeker wel de
oudste Nederlandsehe gezagvoerder is
op de buiten vaart. Hij werd den
9den Januari 1802 op zee geboren
en is alzoo de 82 jaren gepasseerd,
doch de grijsaard loopt nog dagelijks,
zonder vermoeid te worden, wanneer
zijn vaartuig in het Oosterdok ligt,
van Durgerdam, zijne woonplaats,
over Zeeburg naar Amsterdam. Nog
vol moed en ambitie voor zijn werk
kring, doet het hem het meeste leed,
dat hg niet vooruit kan werken, maar
financieel steeds achteruit. Dat hg
zijn beroep nog steeds uitoefent is
dan ook waarlgk uit geen weelde.
Bij de opruiming van het puin
na den braud in de Kruisstraat te
Haarlem, zjjn Donderdagmiddag de
lijken der twee verbrande vrouwen
gevonden en naar het Gasthuis over
gebracht.
Na onderzoek is thans gebleken,
dat de brand vermoedelijk is ontstaan
door het springen van een brandend
petroleumlampje, dat in de Alkoof
tegen een houten schot, nabij het
ledikant van Ljjnkamp, bad gehangen.
Juffrouw De Njjs was 57 en haar
nichtje 21 jaren oud.
De marinier B. is door den
zeekrijgsraad in Indië veroordeeld
tot 20 jaar tuchthuisstraf ter zake
dat hij op den luit. ter zee T. een
schot heeft gelostxen, na misgeschoten
te hebben, dien officier met zijn ge
weer heeft geslagen.
Een Duitscher, zekere Ernst
Schaber, had zijn vaderland verlaten,
om te Amsterdam zich een bestaan
te verzekeren. Sedert kort had hij
zijn intrek genomen in een befaamd
huis in de Handboogstraat, en geraakte
hij in kennis met M. Klombs, welke
kennismaking eene meer innige ver
standhouding ten gevolge had. Spoe
dig echter ondervond Schaber dat,
althans iu zulk eene omgeving, de
liefde niet bestendig van duur is,
hetgeen in den morgen van Dinsdag
11., tusschen 10 en 11 ure, tot eene
treurige daad aanleiding gaf. Zjj die
hij lief had, was hem ontrouw ge
worden; er volgde twist, bjj welke
gelegenheid Schaber een bijl greep en
de vrouw eene ernstige wonde aan het
hoofd toebracht. Hij werd door een
agent van politie aangehouden, en de
vrouw naar het Gasthuis geleid. Na
verbonden te zijn, keerde zij in de
woning in de Handboogstraat terug,
doch werd door de houdster vau het
huis op straat gezet, waarna zij door
de goede zorgen der politie ter ver
dere verpleging in het Gasthuis werd
opgenomen. De dader werd naar de
cel gebracht.
Te Noordwolde in Friesland is
door een onbekende oorzaak de bak
kerij met woning van L. K. tot den
grond toe afgebrand. De knecht,
die boven de bakkerij, waar men
veronderstelt, dat de brand is aan
gekomen, sliep, kwam in de vlammen
om. Van den inboedel heeft men
weinig kunnen redden. Dank zij
het stille weer zijn de belendende
gebouwen behouden gebleven.
De zaak van Gjjsbertus van
der Voort, die op den avond van
den 258ten November Roodjes te
Zutfen van het leven beroofde, door
hem in den IJsel te werpen en dezen,
toen hij weer boven kwam, met
steenen den schedel te verbrijzelen,
werd (zooals reeds met een enkel
woord is gemeld) Vrijdag voor liet
gerechtshof te Arnhem behandeld.
Wel ontkende beschuldigde aan
vankelijk op de terechtzitting den
doodslag met voorbedachteu raad te
hebben gepleegd, doch kwam later
op zijne woorden terug en bevestigde
in alle deele zijne verklaring, voor
den rechter-commissaris afgelegd.
De adv.-gen., jhr. mr. Sandberg,
achtte zoowel den doodslag als den
voorbedachten raad bewezen en re-
quireerde dus, wegens moord, levens
lange tuchthuisstraf.
De verdediger, mr. K. M. G. de
Megier, oordeelde wel de bekentenis
door den besch. afgelegd, voor zoo
verre den doodslag betrof, door bij
omstandigheden genoegzaam gestaafd,
geenzins daarentegen don voorbedach
ten raad, die volgens spr., alleen
steunde op de bekentenis van den
beschuldigde, zonder ingevolge 439
S. V., door eenige omstandigheid
van elders te zijn bevestigd. Ver
dediger meende, dat iu dezeu geen
veroordeeling wegens moord, maar
alleen wegens doodslag moest
volgeu. De gulle bekentenis, door
den beschuldigde afgelegd, waardoor
deze de taak der justitie zoo gemak
kelijk had gemaakt, was meende de
spreker, zoo al niet een verzachtende
omstandigheid, dan toch een licht
punt in deze afschuwelijke zaak te
noemen.
De uitspraak werd door het ge
rechtshof op a. s. Donderdag bepaald.
Het volgende geval van kin
dermoord wekt te Nieuwepekela veel
ergenis. Voor eenige dagen werd
een kistje bezorgd bij een oud zee
kapitein, dat echter geweigerd werd,
daar de man afwezig was. Ook de
afzendster, een weduwe met drie kin
deren, wilde de kist niet terugnemen.
De politie, met de feiten in kennis
gesteld, deed onderzoek en vond in
de kist het lijk van een pas geboren
kindje. De weduwe is dan ook naar
Winschoten vervoerd en moet reeds
bekeud hebben het kind op den weg
tusschen Winschoteu en Pekela ge
dood te hebben. Zij had het plan
opgevat om naar Amerika te vluchten,
waarmede zij gelukkig wat laat is
geweest.
Verleden Dinsdag brak bij
den aardappelkoopman Van Z. te
Apeldoorn brand uit, terwijl de man
en vrouw afwezig waren. De brand
weer was spoedig ter plaatse aan
wezig en redde wat te redden was.
De oorzaak was toen onbekend. De
dienstbode die te huis was gebleven
is gisteren onder vermoeden van
brandstichting gevat en beeft reeds
bekend; zij zegt een ingeving te hebben
gekregen, om het misdrijf te moeten
volvoeren.
Geert Brouwer, te Rouveen,
kwam ter secretarie dezer dagen
aaugifte doen, dat zijn vrouw van
haar twintigste kind bevallen was.
Onder dit twintigtal komen geen
tweelingen voor.
Hoe oude menscheu aan eigen
haard hechten bewijst het volgende
te Oud-Beierland. De 82-jarige Mar-
tinus Fontijn bewoont ruim 60 jaar
aldaar hetzelfde huis. Om echter
in zijn onderhoud te blijven voor
zien werd het dezer dagen door hem
verkocht en zou hij zijn overige dagen
in een gesticht te 's Hage gaan
doorbrengen. Ook de geheele in
boedel kwam onder den hamer;maar
nu de tijd vau scheiden is aange
broken weigert de oude mau het
huisje te verlaten en ofschoon ver
schillende lieden hem huisvesting
hebben aangeboden, is hij niet te
bewegen en slaapt op stroo in het
ledige huis. Zijn huishoudster, de
oude Digeua, die ook reeds 75 zomers
telt, weigert eveneens en heeft niets
dan een stoel haar door de buren
verstrektzij wil in geen geval den
ouden baas verlaten.
Omtrent den brand te Elksloo
iu Drente, meldt men nog het volgende
De braud is ontstaan iu een arbei
derswoning. Spoedig deelden de vlam
men zich aan de belendende gebou
wen mede, en daar het vuur voedsel
vond in de rieten daken, stonden dra
een achttiental huizen in lichterlaaie,
welke bijna alle totaal zijn afgebrand.
Ouder de vernielde gebouwen is ook
bet gemeentehuis. Een spuit is te
Elksloo niet aanwezig, doch al ware
die er geweest, zij had tot het beteu
gelen van zoo'n vuurzee tocb weinig
of niets kunnen uitrichten.
Sommigen verloren alles, anderen
redden 't een en ander; schapen
en varken8 zijn bij enkelen verbrand.
Het huis van den winkelier en loge
menthouder Buesemaker, waarin het
gemeentehuis, is een puinhoophet
archief van de gemeente is met nog
enkele stukken behouden. Velen waren
verzekerd, doch daaronder enkelen te
laag, andereu hadden niets verzekerd.
Geheel gebrek aan bluschmiddele i en
de rieteu en strooien daken brachten
veel bij om den brand uit te breiden.
Vau audere zijde verneemt men,
dat het bericht als zou een vrouw
in de vlammen zijn omgekomen, op
een misverstand berustmenschen-
levens zijn bij deze ontzettende ramp
niet te betreuren. De behuizing,
waarin de brand onstoud was van J.
Belt. Het achttiental huizen werd
bewoond door twintig gezinnen.
Slechts zeer weinig is van de inboe
dels gered kunnen worden, daar de
vlammen zich ontzettend snel verspreid
den en om zich heen grepen. Ver
brand zijn o. a. 2 koeien, 4 kalveren,
3 varkens en 40 schapen. Op het
oogenblik, dat de brand uitbrak, was
er juist, gemeenteraadsvergadering.
Een der raadsleden spoedde zich naar
huis en had het geluk zijn paard te
redden, doch zijn rijtuig moest hij
brandende nog achterlaten.
De verwarring in de gemeente, waar
men slechts zelden van brand hoort,
was zoo groot, dat een begrafenis
plechtigheid halverwege gestaakt werd.
De familie Warring was even te voren
op weg getogen om haar overleden
moeder ter laatste rustplaats te leiden.
Vóór men de begraafplaats bereikte
brak de brand uit. Men liet het ljjk
nu midden op den weg staan en jjlde
naar Eksloo terug om te helpen, te
redden en te blusschen,
Over de oorzaak van den brand
loopen allerlei geruchten, waaruit het
niet wel mogelijk is een bepaald feit
op te sporen.
Te Frankfort a/M. kwamen
dezer dagen in een koffiehuis twee
soldaten met zilvergrijze baarden, die
zeer de aaudacht der overige gasten
trokken. Na allerhande vragen der
aanwezigen, vertelden de twee soldaten
hunne lijdensgeschiedenis. In 'tjaar
1870 hadden beiden aau de belegering
van Metz deelgenomen. Hier hadden
zi] zich aan eeu ouderofficier vergrepen
en werden daarvoor tot 15 jaren ves
tingstraf-veroordeeld. Veertien jaren
hadden zg van hun straf ondergaan,
terwijl hun een jaar werd geschonken.
Een der beide soldaten was uit Stettin.
Toen hij ten strijde trok, verliet hij
zijne vrouw en zes kinderen, zjjn
vrouw was in tusschen gestorven. De
andere soldaat kwam uit Hamburg
en was ongetrouwd. Beiden waren
zeer vroolijk gestemd, vooral gevoelde
de ongehuwde zich gelukkig zjjn
grijze ouders te zullen wederzien. De
gehuwde vreesde echter, dat zijn kin
deren hem niet meer zouden kennen.
Hoewel de uitspraak in 't proce3
van Tisza Esler pas heeft bewezen dat
de Joden niet schuldig waren aan
den moord van Esther Solymossy, bun
ten laste gelegd, heeft in de stad Tiflis
een gerucht van dergelijken aard de
ronde gedaan en tot een jodenver-