SPARREN te toep,
MARINE.
Levering van Aarflaplfli
BOUWTERREIN,
No. 88
AARDAPPELEN,
Eenige perceelen
Aangezien het getal inteeke-
naren op het Kohier van den
Hoofdei ij ken Omslag te gering is,
zal de uitgave, althans dit jaar, niet kunnen
geschieden.
BERKHOUT C°,
een PAKHUIS niet mi
S. BAKKER Co.
i, V'.
ADELBORSTfiN-IARSCB
BERKHOUT Co.,
OPENBARE AANBESTEDING
bij de Directie der Mariue te Wil
lemsoord, op Vrijdag deu 30en Mei
1884, des voormiddags ten 11 ure,
vau
Het vernieuwen van den
Noord- en Zuidgevel van het
magazijn voor gezaagde en
ongezaagde houtwaren.
De bestekken liggen ter lezing
bij het Departement van Marine te
's Gravenhage en bij de Directiën der
Marine te Willemsoord, Amsterdam
en Hellevoetsluis, alsmede in de loka
len van de Provinciale Besturen van
Noord-Brabant, Limburg, Gelderland,
Overrjsel, Zeeland en Friesland en ter
Secretaire van de Gemeentebesturen te
Rotterdam en Dordrecht.
Voor zooveel de voorraad strekt
zijn op franco aanvrage de bestekken
ter Griffie van de Directie der Marine
te Willemsoord te verkrijgen.
De noodige aanwijzing in loco zal
geschieden op de twee, de aanbeste
ding voorafgaande werkdagen, des
voormiddags ten 10 ure.
Verdere inlichtingen kunnen ver
kregen worden ten Bureele van den
Hoofdingenieur der Marine te Wil
lemsoord.
De inschrijvingen op gezegelde
biljetten, bevattende de aan nemings
som in cijfers en letterschrift en de
namen van aannemer en borgen,
zonder doorhalingen en bijconditiën
en door den inschrijver onderteekend,
moeten vóór of op den dag der aan
besteding, des voormiddags ten elf
ure, vrachtvrij bezorgd worden bij de
Directie der Marine te Willemsoord.
Willemsoord, den 20 Mei 1884.
De Vice-Admiraal,
Directeur en Commandant der Marine,
W. K. VAN GENNEP.
De GARNIZOENS-VOEDINGS-
COMMISSIE zal op den 3 JUNI 1884,
des middags ten 12 uur, ten bureele
van den Garnizoens-Commandant,
onder nadere goedkeuring van den
Minister van Oorlog, am den minst
inschrijvende», in liet openbaar
aanbesteden de levering van
voor de menages der troepen
alhier in garnizoen, voor het
tijdvak van 15 Juni tot 1 No
vember 1884.
De voorwaarden liggen ter lezing
in het bureau vau gemelden Comman
dant, van af den 26 Mei tot op het
uur der aaubestediug', van des morgens
10 tot des namiddags ten 2 ure.
Helder, 17 Mei 1884.
De Gamizoens Voedings-Commissie,
De Majoor, Voorzitter,
VAN DEN BOSCH.
De le Luitenant-Kwartiermeester,
Secretaris,
JAC. VAN BAAK.
Te koop wegens vertrek:
een net KIPPENHOK met gegalvaniseerd
ijzeren bedekking en Loop van
gevlochten IJzerdraad.
Adres bureau dezer Courant.
gelegen aan de KEIZER- en WEE-
ZENSTRAAT, worden tegen billijken
prijs, per perceel te koop aangeboden.
Adres P. DUINKER, Aannemer,
Nieuwediep.
uitgevers.
Gegadigden voor de levering van
versche GROENTEN, VRUCH
TEN en STOKVISCH, ten dienste
van het Kon. Instituut voor de
Marine te Willemsoord, gednrenile
<lc maand JUNI 1884, wordeti ver
zocht hunne inschrijvings-biljettea in
te zenden vóór of op den middag van
den 31 Mei e.k. aan het adres van
den Officier van Administratie bij
genoemd Instituut.
T© nuur
een HUIS, aan de Dijkstraat H 388a.
Iuformatiën H 387.
Op zeer aannemelijke voorwaar
den te koop aangeboden
zeer gemakkelijk tot twee Woningen
iu te richten, staaude aan de Binnen
haven. AdresP. DUINKER,
Ankerpark K 211.
bij J. KUIPER,
BINNENHAVEN No. 101.
Gegadigden tot het huren van
LANDERIJEN in den „Prins
Hendrikpolder" op 't
eiland Texel, tegen 20 Maart
1835, vervoegen zich bij den
administrateur van voornoem
den polder, den Heer J. E.
WINKLER, aldaar.
H 4 Cents per stuk.
Weêrverkoopers totSchager marktprijs.
HOEN DERFOKKER J
te Oosterend, Texel.
VAN ALLE SYSTEMEN
worden spoedig en nauwkeurig
afgewerkt,
M. HILDERING,
Spoorgracht 268.
Bij den Uitgever van dit Blad is
te bekomen
HARTZIEKTEN.
hare vormen, oorzaken en de mid
delen cm ze te voorkomen en np
de beste wijze te behandelen,
door
Br. J. HERMAN BUS.
Met 3 Figuren.
Uit liet Buitsck vertaald door
A. W. J. ZUSLI en A. Arn. QU ANJER,
Officieren van Gezondheid.
l*r(js 50 Cent.
voor Piano.
Gecomponeerd door G. A. W. Bernhardt.
De nog voorhanden zijnde
exemplaren dezer compositie
zijn in ons bezit en verkrijg
baar a 1.—.
MUZIEKHANDEL.
Radicale genezing, des-
verkiezend wordt over
eengekomen voor een bepaalden prijs,
betaalbaar na geneziug. Daartoe zijn 20
kamers ter beschikking der patiënten
gesteld. WAERSEGER8,heelmeester v.
breuken,Groeneplaats 35,te Antwerpen
FEUILLETON.
De strijd om een millioen.
ROMAN IN DRIE DEELEN,
50. HAAR 'T DÜITSCH VAN
EDWARD AUGUST KONIG.
DERDE BOEK.
Het einde draagt de last.
I.
Met bet scboone, trotsche hoofd op den
arm geleund zat de vrouw van den koop
man Ommerborn in haar boudoir, terwijl
haar blik gericht was op den tuin, waar
van de paden en de bedden met een dunne
sneeuwlaag bedekt waren.
De chef van het huis, „Anton Ommer
born en Zonen" was juist binnengetreden,
hij stond nog aan de deur en zijn geheele
wezen toonde aan, dat hij geen prettige
boodschap aan zijne vrouw kwam brengen.
„Ernestine," zeide hij.
Mevrouw Ommerborn, die in gedachten
verzonken was, zag om alsof zij uit een droom
ontwaakte en richtte hare blikken vol ver
wondering op haren man.
„Zijt gij hetP" vroeg zij, „wat voertuin
dit uur hierheen P"
„Een mededeeling die ous beiden betreft,"
antwoordde hij met licht bevende stem, die
verried wat- er in zijn binnenste omging. „Het
antwoord uit Amerika is gekomen."
„Voldoet het niet aan uwe verwachtin
gen
„Wel aan mijne verwachtingen, doch niet
aan mijne wenschen. Het document is als
echt erkend en daardoor zal ik dus het pro
ces verliezen."
„Weet ge dat vooruit reeds met zekerheid,
dan is het moer beter dat go het proces niet
voortzet," zeide mevrouw Ommerborn de
schouders ophalende. „Geef deu jongen man
het geld en laat hem dan verder aan zijn lot
over."
„En hebt ge reeds vergeten, wat ik u zoo
dikwijls gezegd hebP" vroeg hij op bitteren
toon. „Op het oogenhlik kan ik niet betalen,
ten minste niet alles, en word ik daartoe ge
dwongen, dan ben ik geruïneerd."
„Gij wilt mij schrik aanjagen!"
„Dat zou een leelijke grap zijn en gij weet
dat ik daarvan niet houdt," vervolgde Richard
Ommerborn, terwijl hij langzaam op en neer
door de kamer wandelde. „Gij kent de oor
zaken, die mij langzaam en zeker tot dien val
gebracht hebben; ik heb het aan waarschu
wingen en ernstige voorstellen niet laten ont
breken en nu is bet mijn ongeluk, dat ik te
zwak was om aan alles paal en perk te stel
len."
Een bittere trek speelde om de vast op el
kander geklemde lippen van de vrouw.
„En wat zou er thans door uwe verwijten
verauderd worden P" zeide zij. „Zij kunnen
alechts verbittering verwekken."
Diep zuchtende was de koopman aan het
venster blijven staan.
„Niets," antwoordde hij. „Ik moet nu
boeten voor de zonden van anderen."
„Maar, mijn neme!, alles is nog niet ver
loren, de catastrophe is nog niet ingetreden.
Een proces kan gerekt worden en voor liet
einde daarvan hebt ge niet te betalen. Iu dien
tusschentijd kan het ontbrekende aangevuld
worden en eenige gelukkige speculatiën doen
het verlorene weder terecht komen."
„Gelukkige speculatiën," herhaalde hij op
snijdenden toou. „Hoe dikwijls hebt ge daar
op uw hoop gebouwd, wanneer ik bedenkin
gen en vrees koesterde. Hoe dikwijls hebt ge
mij aangeraden langs dien weg mijne inkomsten
te verdubbelen. Het is een slechte raad
en ik zou een dwaas zijn indien ik baar op
volgde. Inderdaad klampte ik mij ook aan
die laatste hoop vast, want men gelooft zoo
gaarne wat men wenscht. Dergelijke specu
latiën hebben mij reeds zeer veel verlies ge
baard, en de bittere ervaring, daarbij opge
daan, kan mij niet aanmoedigen dien weg nog
eenmaal te betreden."
„Alzoo zijt ge het aan uw eigen onvoor
zichtigheid verschuldigd, dat ge thans geruï
neerd zijt."
„Ernestine, dat verwijt kan en moet ik
terugwijzen. Ben ik niet gedwongen gewor
den de onvoorzichtigheid, zoeals gij haar ge
lieft te noemen, te begaanhebt gij mij daar
toe zelf niet den raad gegeven P En de beta
ling laat zich nn niet meer uitstellen; zooev6n
is mij de acte ter hand gesteld, waarbij ik
wordt gelast het mij toevertrouwde kapitaal,
nevens de renten op renten, bij de konink
lijke bank te deponeeren eu het bewijs daar
van bij liet gerecht over te leggen."
„Uebben wij dat aan onzen neef te dan
ken P" vroeg zij getroffen.
„Ja, en nu het gerecht besloten heeft aan
dit zijn verzoek gevolg te geven, is daartegen
niets meer in te brengen."
„En welken tijd is u gesteld."
„Slechts drie rtagen eu het is mij niet mo
gelijk in dat tijdsverloop het ontbrekende
geld bij te passeneen kwart millioen vindt
men niet op straat
„Maar met het crediet, dat gij geniet
„Bouw daarop uw hoop niet. Wanneer ik
thans mijn crediet te halp roep, dan zal die
bron zeer spoedig opgedroogd zijn. Men zal
oogeublikkelijk raden wat mij daartoe dwingt
en de deur voor mijn neus sluiten."
Mevrouw Ommerborn haalde ongeduldig
de scnouders op en met hare fijne handen
rangschikte zij met koortsachtige haast de
planten, die op de ryk gevulde bloemtafel
stonden, waarvoor zij zat.
„En wat zal er nu gebeurenP" vroeg zij.
„Ik weet het niet. Ik zal waarschijnlijk
dit huis met het grootste gedeelte van '*t geen
er zich in bevindt moeten verkoopen, maar
de vraag is of zich daarvoor zoo spoedig een
kooper zal opdoen."
„Richard."
Hij lachte hitter; het was de lach van een
wanhopende, die al zijn hoop tea grave ge
dragen had.
„Wat dan aan het geld nog ontbreekt,
moet ik van bet kapitaal afnemen, waarmede
ik mijne zaak drijf," vervolgde hij, „hoe ge
vaarlijk het ook moge zijn, dat kapitaal te
verzwakken. Ik zai natuurlijk alles in 't werk
stellen om ëen faillissement te voorkomen,
doeh een geweldigen stoot zal ons huis krij
gen en het ligt niet in mijn vermogen, dat
te verhinderen. Ik heb geen vriend, die mij
een kwart millioen kan voorschieten en zelfs
wanneer ik er zoo een kon vinden, zou ik nog
voor zijne mogelijke onbescheidenheid moe
ten vreezen."
„Het huis verkoopen," zeide de trotsche
vrouw onthutst. „Dat zou een bron van spot,
hoon en leedvermaak opleveren en voor aller
lei geruchten de deur openen."
„Met het geven van soirées is het dan
voorbij."
„Wilt gij de scherpte van uw hoon reeds nn
op mij beproeven P"
„Ik zeg slechts een waarheid."
„En daartoe dwingt u niet mijne maar uw
eigen schuld," zeide mevrouw Ommerborn op
opgewonden tooa. „Ik kon niet weten hoe
ver ik met mijne uitgaven mocht gaan, het
was uwe zaak mij daaromtrent ophelderin
gen te geven en gaf ik u bij mijne volle onbe
kendheid met den stand van uwe zaken een
raad die u verderfelijk werd, dan had ge dien
niet moeten opvolgen. Hadtgc vau het begin
af aan open met mij gesproken, dan zou ik mij
in de beperking uiijuer uitgaven hebben kun
nen schikken, later kon ik dat niet meer en
wel op grondeu, dio ik u niet zal behoeven
op te helderen."
„Maar thans moot ge toch welP"
„Zoo treft dan alles te samen om mij het
leven te verbitteren," klaagde de trotsche
vrouw, „de ongehoorzaamheid van onzen
zoon, het afbreken der relaties met de fami
lie v. Sommer, waarover ook in onze kringen
boosaardige aanmerkingen gemaakt worden,
het grof optreden vau deii neef, en nu ook
nog dit ik bezit de kracht niet dat alles
te verdragen, niet den moed om aan die stor
men het hoofd te kunnen bieden."
„En toch zal dat moeten gebeuren," zeide
hij. „Het einde draagt de last en dat treurig
eir.de is onze eigen schuld."
„De mijne niet," antwoordde mevrouw
Ommerborn geraakt. „Ik heb aan de schip
breuk geen schuld en men zal het mij dan
ook uiet ten kwade duiden als ik die ontloop.
Ik kan hier toch niets doen om haar te voor
komen en ik zou bestormd worden met be
zoeken van deelnemende bekenden, wier boos
aardige en van leedvermaak getuigende aan-
en opmerkingen ik geduldig zou moeten aan-
booren. Gij zult niet willen dat dit mijn lot
zal zijn en het kan ook u niet dan aangenaam
zijn, wanneer wijjin zulke treurige dagen naar
geen gehuichelde betuigingen van deelne
ming behoeven te luisteren."
Richard Ommerborn zag zijne vrouw strak
aanhij scheen den zin harer woorden niet
zoo spoedig te kunnen vatten.
„Gij wilt mij verlaten P" vroeg hij zwaar
ademhalende.
„Sleohts voor korten tijd," gaf zy ten ant
woord, „tot zoolang hier alles geordend is.
Nog eens, wat moet ik hier doen P Ik heb
I geen plan naar verwijten van zoogenaamde
deelnemende vrienden en vriendinnen te
luisteren. Dat kunt gij niet verlangen en ook
voor Paula zal het 't best zijn, wanneer zij
eerst later verneemt hetgeen hier op 't punt
staat plaats te grijpen."
De koopman ging de kamer weder op en
neder. Tegen de laatste opmerking was in
derdaad niets in te brengen. Paula kon men
al deze onaangenaamheden en opgewonden
heid besparen, wanneer men haar het ouder
lijke huis deed verlaten, en ten slotte nu
ja, ten slotte kwam het den koopman inder
daad wenschelijk voor wanneer zijne vrouw
de eerstvolgende dagen niet meer in de ge
legenheid was hem met verwijten te overla
den en hem door hare klaagliederen nog meer
het hoofd op hol te brengen. Dat zij hem be
moedigend zou troosten, durfde hij toch niet
van haar verwachten.
„En waarheen wilt ge u dan begeven?"
vroeg de koopman na een korte pauze.
„Naar mijne zuster."
„Thans, midden in den winter. Dat zal
opzien verwekken."
„Toch niet. Zij woont in de residentie
eu daar kan men haar slechts des winters
bezoeken."
„En wilt ge Paula medenemenP"
„Ja, want onze reis zal daardoor minder
opzien verwekken. Ik kan dan voorgeven,
dat ik mijue dochter in hoogere kringen
wil binnenvoeren."
„Iu ieder geval zal men daarover spreken."
„Daar kan ik niets aan doen," gaf zij, de
schouders ophalende, ten antwoord, „doch
wat er ook gebeuren raag, hier blijf ik niet.
Naar ik hoop zult ge nog middelen weten te
beramen om de schipbreuk te voorkomen,
doch kunt ge dat niet, vnu dan moeten wij ons
later maar gewennen aan de noodzakelijk ge
worden inkrimping onzer uitgaven."
Richard Ommerborn schudde het hoofd.
Hem scheen dit voorstel nog maar niet te
bevallen.
„En wanneer wilt ge vertrekken P" vroeg
hij.
„Morgen vroeg."
„Zonder alvorens hier eu daar een afscheids
bezoek te brengen P"
„Waartoe zou dat noodig zijn P Ik zou dan
tal van nieuwsgierige vragen moeten beant
woorden en daartoe ben ik thans niet gestemd.
Ik zal aan mijne bekenden visitekaartjes zen
den en dat is voldoende."
„Ja, dat is voldoende," herhaalde Ommer
born op bitteren toon, „later zullen de men-
schen toch wel de ware rede vsn uw vertrek
te weten komen. Ik kan ondertusschen zien
hoe ik mij er doorhaspel en in de dagen van
nood en gevaar zal niemand mij ter zijde
staan."
„En welk voordeel zou het voor u hebben
wanneer ik u ter zijde bleef staan P" vroeg
mevrouw Ommerborn spottend. „Ik kan n
noch raden, noch helpen
Op dit oogenblik vertoonde zich een be
diende in de denr met de kennisgeving, dat
de heer Eeilenhauer den heer Ommerborn ver
langde te spreken.
Laatstgenoemde streek met de hand over
do oogen en verliet zonder nog een woord te
spreken het boudoir.
Advocaat Eeilenhuuer stond met een bun
del acten onder den arm in bet kabinet van
den koopman en nam ongeduldig het eene
snuifje na het anderehij was niet gewoon
dat men hem liet wachten en dat kwam dan
ook zeer slecht overeen met zijne steeds drukke
werkzaamheden.
De koopman reikte hem de hand en bood
hem tevens eeu stoel aan.
„Ik zou naar u gekomen zijn, wanneer gij
mij niet die eer betoond had," zeide Ommer
born. „De zaak begint thans eerst zeer
ernstig te worden."
„Zeer ernstig," antwoordde de advocaat.
„Ja inderdaad, de erfgenaam vordert vaststel
ling van het kapitaal en het gerecht heeft op
zijn verzoek gunstig beschikt. Dat was het
't geen ik u wilde mededeelen, doch naar ik
bespeur zijt ge dat reeds van een anderen kant
te weten gekomen."
„Eenige oogenblikken geleden heb ik de
gerechtelijke acte ontvangen, waarbij ik tot
het vaststellen van het kapitaal ben uitge-
noodigd,"
„Zoo gauw nl! Men schijnt u niet te ver
trouwen vergeef mij de uitdrukking
maar waarom zou ik mijn gevoelen onder
stoelen of banken steken."
„Dat is nog niet alles," zeide de koopman,
terwijl hij eenige beschreven stukken papier
van zijno schrijftafel nam. „Hier hebt gij de
gerechtelijke bevestiging vau het naar Ame
rika gezonden document, dat ik voor een uur
geleden terug ontving."
„Er schijnt dus geen twijfel aan de echt
heid daarvan te bestaan vroeg de advocaat,
vluchtig de stukken doorlezende.
„Niet de geringste. De sheriff of vrederech
ter heeft het stuk nogmaals voor echt ver
klaard."
„En de getuigen
„Moeten dood of niet te vinden zijn."
„Moeten dat zijn. Zulks is niet voldoen
de. Ilun dood moet officieel worden vastge
steld; in 't tegenovergestelde geval moet
men zich in Amerika moeite geven hen op te
sporen."
„Dat zou noodelooze moeite zijn, beste
heerde verklaringen der getuigen zijn in dit
stuk opgenomen."
„Kunnen dio getuigen niet omgekocht ge
weest zijn," viel de advocaat hem in de rede.
„Weet men omtrent hun persoon of verleden
iest naders P Zij moeten naar hier worden ont
boden, hier voor 't gerecht moeten zij verklaren
't geen zij weten
„En wat denkt n daardoor te bereiken P"
„Niet veel. Mijns inziens kunnen wij het
proces niet winnen, doeh het zou mogelijk
zijn door een vordering als de zooeven ge
noemde de te nemen eindbeslissing nog een
jaar te doen verdagen."
Wordt vervolgd.