Heeren- en Kinder-KleedMstofen. K 85. K 85. HPiqM BOEKBINDERIJ BIEBHAL POLAK Go. J.C.QüBuisoüje&Zoou. EZELINNEN in WERKEZELS. J. E. DE JONGH, ff. LOÜRENS BAKKER L l LAGER. ffollfii Mm woröen maclaal piasscliea. ZEER GOEDKOOPE PRIJZEN GROOTE COLLECTIE GEWAARBORGDE KWALITEITEN MOLENPLEIN 1165. „DE TIJDGEEST B" MOLENPLEIN 1165. SIGAREN, BEDDEN-MAGAZIJN I, No. 88 I, V'. 83. Verkrijgbaar: beste Grasboter, Zoetemelksche Kaas en versche Eieren, bij K. H. PLATVOET, DE TTPHÏÏS. Net gemeubeleerde Zit- en Slaapkamer te huur Adres BERKHOUT Co. Te Hoop Bjj H. D E B L IJ, Rechter Rotte 36, Rotterdam. den Heer Bij deze heb ik de eer keu nis te geven, dat ik LA.MGESTit.4AT C 13», heb aangesteld als Agent mijner firma voor llelder, Nlenwediep en Omstreken. W. JAGER GERLINGS, firma J. 11. EASCHEDÉ, Wijnhandelaar, Haarlem. Door de vele vraag naar mijn prima kwaliteit bericht ik mijn geachten begunstigers, dat ik ze weder verkrijgbaar heb ge steld. M. O. KWIST, Spoorstraat No. 21. Oosterend Sterke Mans Image Schoenen f 2.75. Steekmoawen f 1.40. Maandagnamiddag; en Dinsdag OP RUIMING van RESTANTEN. Oostslootstraat. OverHeerlljli Bouwkundig Teekenen, dag- en avondlessen. SPOORSTRAAT 320. Naaikisten, Scheerdoozen, Geldknippen, Sigaren Tabaks- Pijpen, Eng. Tafelsteentjes, Kinderspeelgoederen, Tabaks potten, Tabaksdoozen, Kinder stoelen Kinder-Schommels, Kinder-Kaststoelen, Schilderijen ZEiïSTZ. OOSTEREND. - TEXEL. Nieuwe uitvinding van de Photographie. Instantinée, desrerkiezende zender koofdsteunsel. De Photogruaf A. SWAAB be richt het geëerde publiek van Helder en Omstreken, dat hg zich weder zal bezig houden met de vervaar diging van Portretten naar de nieuwste uitvinding, waarop de beel den door het nieuw aangebrachte gekleurde kunstlicht in zijn atelier, als levend voorkomen. Prijzen der portretten: 6 stuks net afge werkte Albumportretten k f I.—dito 2 Kabinetportretten k f 1.— 2 groot e Salonportretten ik f2.—. Ge- eraailieerde portretten, of portretten, overdekt met porceleinen glacékuid, het fijnste, en het mooiste, wat op het gebied der photographie bestaat, de 6 stuks fl.50, en 2 Kabinet portretten fl.50. ZELF werkzaam bty elke weersge steldheid. Het Atelier is geplaatst. Heldersche Kanaalweg, hoek Langesteey. CrOt. Oosterend, Texel. NAAIMACHINES, APPARATEN, NAAL DEN, OLIE, GAREN, ZIJDE, enz. Voorhanden: Het merk DELI, a f 20 per Mille. VERKOOPHUIZEN Arasterdam, Vijgendam. Amsterdam, Rembrandtspleiu. Rotterdam, Wijde Marktsteeg. Den Haag, Spuistraat. Leiden, Breedestraat. Utrecht, Choorstraat. Groningen, tusschen de Markten. Kampen, Oudestraat. DEPÓTS Schagen, bg W. Roggeveen Dz. Purmereude H. V. van Halm. Breda, F. de Koning. Helder, A. B. Weber. Den Bosch, C. van Wordragen. Koog a. d. Zaan, bij J. Kopper. Almeloo, bij L. A. Hubscher. Dordrecht, J. H. J. de Zoete. Batavia, G. W. Versteeg. Saiuarang, bij van Beuimel Co. Amsterdam, bij W. R. Meijer, Nieuwe Heerengracht 73. Hoofdgraont. Groote voorraad van ijzeren LEDEKANTEN, springveeren-, kapok- en zeegras-M ATRASSEN, vee- ren en kapokken BEDDENwollen en watten DEKENS, SPREIEN, enz. HZOX-JZMZTTXjXJEIS. van Leveren zoo spoedig mogelijk alle soorten BINDWERK. Solide bewerkt en matige prijzen. Tapper en Slijter, Kanaalweg No. 100, Nieuwediep. Eens in gebruik, altijd in gebruik, Ter besparing van ZEEP en SODA om het Linnen te wasschen en te bleeken, zonder hetzelve te verslijten, wordt door het groote gemak en be zuiniging, hierdoor verkregen, bij zonder aanbevolen. Prys per Pakje 8 Cent. Verkrijgbaar te Klenwedlep: BIJ H. ltIESSËLMANN. Bij de Uitgevers van dit Blad is te bekomen: Zijne vormen, verschijnselen, oorzaken, en de middelen om hem te voorkomen. Het aanwijzing hoe de leeken nit een dietetigcli hygiënisch oogpunt aan de behandeling deel kunnen nemen. Een raadgever voor iedereen DOOR Dr. J. HERM. BAAS. Uit het Dnitsch vertaald DOOE A. W.J.ZUBLI en A. Aro.J. QUANJER, Officieren van Gezondheid. Pqjs 60 Cent. FEUILLETON. De strijd om een miilioen. ROMAN IN DRIE DEELEN, 63. KAAK 'T DÜITSCH VAN EDWARD AUGUST K0NIG. Paul liet heden al vrij lang op zich wach ten hij kwam eerat na verloop van een kwar tier uurs en de generaal ontving hem met zijne gewone verwijten over zijn te late komst. „Ik ben eerst nog eens bij mijn advocaat geweest," verontschuldigde zich de jonge man. „Gij hebt gelijk, mijn eerwaarde oom schijnt geen nauwkeurig beheerder van hem niet toekomende kapitalen te zijn." „Hebt ge daarvoor reeds bewijzen P" vroeg de generaal. „Zijn advocaat wil de termijn, binnen welke de vaststelling van het kapitaal moet plaats vinden, verleugd hebben." „Laat u met die zwendclarij niet in." „Het gerecht heeft daarover te beslissen en daar het slechts een verlengiug van vijf dagen betreft, kan ik ook niet al te grof optreden." „Vooral in geldelijke aangelegenheden moet men niet vreezen onbeleefd te zijn," aeide de generaal, 't Is reeds een zeer kwaad teeken, dat de som niet dadelijk gedeponeerd kan worden. Ik vrees nog altijd, dat gij ten slotte niets zult krijgen." De stoker legde zijn hand op den arm van Boumann en greep naar zijnen hoed, die nevens hem op een stoel lag. Bouracnn stond zonder aarzelen opbeiden verlieten het koffiehuis en gingen spoedig daarop een bierhuis binnen. In dat bierhuis waren zij de eenige gasten, doch desniettegenstaande vingen zij niet eer het gesprek aan, dan nadat de kellner de volle glazen voor hen geplaatst en zich weder ver wijderd had. „Hij waB de vreemdeling," zeide de sto ker. „Ik heb hem oogenblikkelijk herkend." Boumann knikte bevredigend, men kon in zijne trekken lezen dat hij die verklaring ver wacht bad. „Koestert gij niet den minsten twijfel t" vroeg bij. „Niet den minsten. Niet alleen het gelaat, maar ook de stem heb ik herkend." „Goed, gij zult daaruit gezien hobbeu, dat ik op den goeden weg hen," antwoordde Bou mann, „mogelijk zou het kunnen zijn, dat gij uwe verklaring met een eed moet bevestigen." „Dat kan ik," viel de stoker hem in de rede, ik ben zeker van mijne zaak. Ik kan be zweren, dat die heer dezelfde vreemdeling is, welke den koster Burgraf vergezelde, toen deze de woning van Lamm verliet. Dat is dan alles wat ik weet, en met de vermoedens welke gij daarop grondvest, heb ik niets te maken." „Gij zoudt mij toch nog iets mededeelen wat op vrouw Lamm en den rijken erfgenaam betrekking heeft." „Ach ja, dat zou ik alweer vergeten heb- hebben. In ons huis woont zekere vrouw Srnidt, een oude waschvrouw, welke met vrouw Lamm zeer bevriend was." „Was zij dat?" viel Boumann bemin de rede. „Is zij het nu niet meer?" „Neen, vrouw Lamm is in den laatsten tijd hoogmoedig geworden, en dat kunnen lieden als vrouw Smidt niet verdragen. Wan neer men op hen in de laagte gaat neerzien, dan is het met de vriendschap gedaan. Alzoo op den laatsten avond zijn deze beide vrouwen nog eenmaal te zamen geweest, want dea vol genden ochtend is vronw Lamm aaar hier vertrokken. Ik moet op den voorgrond stel len, dat vrouw Lamm een gebrek heoft; zij drinkt gaarne zoete drank, nl. anisette, en vrouw Smidt spuwt daar ook niet in. Alzoo hebben die beide vrouwen onder een zoet slokje gezeten. Toen zijn zij samen druk aan 't praten gegaan en maakte vrouw Smidt hare vriendin de troostvolle opmerking, dat bet met bare gebeele heerlijkheid wel niet lang zou duren, want op een goeden dag zou de rijke erfgenaam haar buiten de deur zetten en dan zou zij maar moeteu zien waar zij bleef. Vrouw Lamm zag daarin leedvermaak en antwoordde dat zij niets te vreezen had de erfgenaam zon het geld krijgen, daarvoor zon zij zorgen, en hij wist zeer goed hoeveel er voor hem van hare getuigenis afhing. Vrouw Smidt gaf nu daarentegen als Hare meening te kennen, dat de erfgenaam dat wel spoedig zou vergeten wanneer hij het geld maar eenmaal had, want rijke lieden hebben op dit pnnt een zeer korte memorie en later zou zij hare getuigenis niet kunnen herroe pen, hoe gaarne ze ook dat dan zou willen. Daarop had vrouw Lamm spottend geant woord, dat de rijke man zioh wel zou wach ten met haar in vijandschap te komen, daar zij slechts met het gerecht te dreigen had, om alles te erlangen 't geen zij wilde. In fluweel en zijde, met vederen op den hoed, zou zij later, volgens haar zeggen, vrouw 8midt we der bezoeken, en dat laatstgenoemde over die hoogmoedige pralerij woedend is, laat zich bogrypea." Boumann had, al meer en ineer in span ning gerakende, toegeluisterdkoortsachtige vorwachting was thans nog slechts in zijne blikken te lezen, die als 't ware aan de lippen van den stoker hiBgeu. „Is dat alles?" vroeg hij. „Jawel, ik kan mij ten minste verder niets herinneren. Gij had mij naar vrouw Lamm gevraagd en toen dacht ik dadelijk aan vrouw Smidt, die mij 't best ophelderingen omtrent haar kon geven." „Alzoo kan zij den erfgenaam vernietigen en heeft zij met het gerecht gedreigd P" „Ten minste dat zegt vrouw Smidt." „Nu, dan moet die vrouw ook een gevaar lijk geheim bewaren." „Dat wij echter moeielijk te weten zullen komenvrouw Smidt weet verder niets, an ders had zij er wel over gesproken, want zwij gen kan zij niet." „Wie weet of wij er niet achter komen," zeide Boumann nadenkend, terwijl hij den kellner door een wenk beval de glazen weder te vullen, „hoor de vronw nog eens uit, wel licht weet ze meer als zij wel los wil laten." „Ik wil mijn best doen, doch geloof dat zij mij alles gezegd heeft wat zij wist, en enkel vermoedens kunnen u niet van dienst zijn." „Misschien wel; waarom zouden de ver moedens van andere lieden ook geen waarde kunnen hebben P Over het verleden van vrouw Lamm hebt ge zeker niets meer vernomen P" „Ik heb daarnaar niet gevraagdwanneer gij het wenscht kan dat nog altijd geschieden." Boumann knikte toestemmend; wat hij gehoord had nam zijn geheele denkvermogen in beslag. Hij werd karig met zijne woorden, en het was hem aangenaam dat de stoker weder spoedig rertrok om de terugreis te aanvaarden. Hij vergoedde hem zijne reis kosten, hernieuwde zijne belofte betrekkelijk de belooning, en toen hij afscheid van hem genomen bad, begaf hij zich onmiddellijk naar zijne woning. Hij hield zioh daar niet langer op dan hij noodig had om eenige acten onder den arm te nemen; toen ging hij de trap af en de oude Katharina zag verwonderd op toen hij onver wacht hare kamer binnentrad. De duisternis was reeds ingevallen, doch de onde vronw had de lamp nog niet aange stoken, en toen hij de eerste schrede in de kamer deed, meende Boumann dat zijne reuk zenuwen door eene sterke brandewijnlncht werden geprikkeld, die hem levendig aan de mededeelingen van den stoker herinnerde. „Altijd zoo geheel alleen," zeide hy deel nemend. „Het is werkelijk treurig, dat gij op uw hoogen leeftijd altijd zoo eenzaam moet zijn," „Voor mij niet," zeide zij eenigszins trotsch; „de eenzaamheid is slechts voor diegene drukkend,die een boos ge we ten heeft." „Zoo geiieel rein is wel niemauds gewe ten „Ach wat, onzinIk kan het best iu de eenzaamheid vinden; mijn geheele leven door ben ik een geplaagde arme vronw geweest en zal dat ook wel blijven." „Als de heer Ümmerborn de groote som krijgt dan geeft hij ook u „Hoe spreekt men in de stad daarover?" vroeg zij snel. „Hm, men duidt het hem ten kwade dat hij het proces begonnen is, men maakt daar uit de gevolgtrekking, dat hij niet zoo geheel zeker van zijne zaak is." „Kletspraatjes! zijne bloedverwanten had den hem het geld onmiddellijk moeten geven, dan was bet proces niet noodig geweeBt. De bewijzen zijn tocb alle voorbanden." „Ik begrijp daar niets van, docb men zegt ook, dat gij eene omgekochte getuige zijt, aan wier verklaringen men geen waarde kan hech ten." „Zoo, wil men thans van mij ook kwaad gaan spreken." „Nu nu, men kan den lieden den mond niet stoppen," zeide Boumann spottend. „Het zou in ieder geval beter zijn indien gij de waarheid uwer getuigenis bewijzen kondet. De advocaten grijpen ieder middel aan om het proces te winnen en er valt niets ge makkelijker dan een geloofwaardige getui genis ia twijfel te trekken." „Wat is er in twijfel te trekken P" vroeg de oude Katharina geërgerd. „Ik ben altijd eerlijk geweest en niemand kan mij bewijzen dat ik ooit gelogen heb." Boumann zat tegenover haar, doch het was te donker om haar in het gezicht te zien en de trekken van haar gelaat waar te nemen. „Dat alle6 wil ik gelooven," zeide hij, „doch ik heb voor mij zeiven de ervaring op gedaan, dat men arme lieden geheel anders behandeld, dan rijke. De arme is in do oogen van laatstgenoemden altijd een ellendig en tot alle slechtheden bekwaam mensch." De onde vrouw was in gedachten verzon ken. „Kunt gij de handschriften van anderen namaken P" vroeg zij na een oogenblik zwij- gens. „O ja," antwoordde hij, „dat kan ik wel, maar „Dat zal goed betaald worden." „Natuurlijk. Ik moet met zekerheid weten, dat men mij in ieder geval niets kan maken, want ik brand niet gaarne mijne banden." „O neen, koester daarvoor geen vrees. Zelfs in bet ergste geval zal uw naam niet genoemd worden." „Hier is alzoo quaeBtie van een document." „Neen, alleen van een eenvoudig stuk, waardoor alle moeielijkbeden ter zijde gesteld kunnen worden," zeide de onde Katharina zachtjes, „en wat het bevatten moet ia niets anders dan de waarheid. Het is trenrig ge noeg dat ook ware getuigenissen door schrif telijke stukken bevestigd moeten worden, doch vordert men die bewijzen, dan moeten zij verschaft worden, en daar zij in ieder geval niet kunuen schaden, maak ik er geen gewe tenszaak van „Ik zal dat ook niet doen, lieve vriendin, en wanneer mij stilzwijgendheid wordt toe gezegd, dan ben ik bereid. Alzoo, wat moet het stuk inbonden?" „Daarover spreken wij later, ik kan het u thans nog niet zeggen. In ieder geval moet ik eerst met den advocaat spreken, want zon der zijnen raad doe ik niets." „Hm, ik geloof, dat het beter zonde zijn indien hij daarvan niets wist; hij moet ver- nieenen dat het document echt is en met des te meer energie zal hij het verdedigen. Wan neer hij kennis draagt van de vervalsching wordt bij onzeker, en wellicht maakt hij er dan niet eens gehruik vandan zou het doel loos en de arbeid geheel te vergeefs geweest zijn." „Ik wil daarover nadenken," antwoordde zij, „wij spreken later nog wel eens over do zaak." „Heden avond P" „Zijt ge er zoo op gebrand iets te ver dienen P" „De tijden zijn slecht „Ja ja, ik weet wel, dat gij niet op rozen wandelt, doch heden avond gaat het niet, ik moet er nog eens ter dege over nadenken. Wellieht morgen of overmorgen; de jonge heer brengt iederen avond, wanneer hij zich niet bij den generaal bevindt, in de club door en zoo kannen wij das ongestoord alles be spreken." Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Ja.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 4