T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL.
l\o. Ii86.
Zaterdag 28 Juni 1884.
'iwaalide Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
ItareaiiiSPOORSTRAAT ei ZUIDSTRAAT.
Advertentlfin
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JUNI, (Zomermaand), 30 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 42 m.
Onderg. 8 u. 24 m.
Zondag 29 H. Petros en Paulus.
Maandag 30 Eerste Kwartier.
JULI, (Hooimaand), 31 dagen.
Dinsdag 1
Woensdag 2
Donderdag 3
Vrijdag 4
Zaterdag 5 Verjaardag van Prinses
Wilhelmina, prinses von
Wied.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 27 Juni 1884.
Jl. Dinsdagavond werd door
den Raad dezer gemeente een zitting
gehouden, waarin aan den heer J.
C. flennis, benoemd tot onderwyzer
te Haarlem, op zijn daartoe gedaan
verzoek, een eervol ontslag werd
verleend, ingaande 1 Juli a. s. Eenige
af- en overschrijvingen op de be
grooting van 1883 werden met una
nieme stemmen goedgekeurd, nadat
door een der leden bezwaren waren
ontwikkeld tegen het zorgen yan
gemeentewege voor de verlichting
van het aan oen particulier persoon
behoorende lokaal voor den vischaf-
slag. Mededeeling geschiedde van
de laatstgehouden verificatie der ge
meentekas en van het zich in kas
bevinden der som van f 8415.14. Ver
der werd medegedeeld, dat op ver
zoek van den commissaris des konings
de tooneelvoorstellingen enz., wegens
het overlijden van Z. K. H. den
Prins van Oranje, tot 28 dezer zijn
gesloten. Toestemmend werd door
den voorzitter geantwoord op de
vraag vau een der leden, of het jaar
verslag der gemeente over 1883 reeds
in circulatie is.
Als een vervolg op de door
ons in 't vorig nummer medegedeelde
kermisberichten vermelden we, dat
't Tooneelgezelscbap ODder directie
van den heer van Lier op 't terrein
voor Tivoli in een ruime en sierlijke
schouwburgtent zal optreden.
In 't lokaal Tivoli zullen voor
stellingen gegeven worden door een
café-chantaDt gezelschap, bestaande
uit 20 personen, onder directie van
den heer G. Stroober.
Aan de Universiteit van Am
sterdam is met goed gevolg het 1ste
Natuurkundig examen afgelegd door
den heer A. W. Dry ver, van den
Helder.
In de aanstaande zomerverga
dering der Prov. Staten van N.-Holland
zullen o. a. behandeld wordeneen
voordracht van Ged. Staten, tot het
verleenen van provinciaal subsidie ten
behoeve van den aanleg van een lo-
caalspoorweg tusschen Medemblik en
Hoorn en een adres van veertien
waterschapsbesturen in het Noorder
kwartier, houdende verzoek om vast
stelling eener provinciale verordening
op de stoomvaart in de boezemwate
ren der provincie.
Nader verneemt de N. R. Ct.,
dat Z. M. de Koning niet op 28 Juni
naar het vaderland komt, maar op
dien datum van Carlsbad vertrekt
naar de badplaats Kreutz in Ober-
Beiereu. H. M. de Koningin zal Z. M,
te Munchen ontmoeten en verder ver
gezellen.
De predikant G. bad, volgens
»De Maasbode," Zondag onder de
godsdienstoefening in de Oosterkerk
te Rotterdam, nog voor het herstel
van den Kroonprins, wat groote
beweging onder de toehoorders veroor
zaakte.
Beter ingelicht, verklaarde hij het
overlijden dés Prinsen nog niet ver
nomen te hebben, wat zeker nogal
sterk is in een gemeente, welke in
't hartje van het algemeen verkeer
ligt.
Uit Delft wordt aan het Yad.
geschreven
De nieuwe Koninklijke grafkelder
alhier heeft nog slechts twee ledige
nissen: een naast de rustplaats vao
wijlen Prins Hendrik, en een naast
de lijkbaar van Prins Frederik; indien
op 's Konings last geen verplaatsingen
worden bevolen, zal het stoffelijk
overblijfsel van den Prins van Oranje
dus uaast dat van zgn oom of oudoom
rusten.
's Gravenhage, 25 Juni.
Ten 2 ure hedenmiddag ging de voor
deur van het paleis van wijlen den Kroon
prins voor het publiek open, dat in de
rouwkamer het gelaat van den afgestorvene
wilde aanschouwen. De stroom van belang
stellenden was groot en was steeds wassende,
zoodat de queue, die zich van den ingang
tot bet paleis vormde, als een breede draad
doorliep langs den Kneuterdijk, om diep in
de Parkstraat te eindigen. Bij groepjes
van 12 a 15 werd de steeds aangroeiende
menigte binnen gelaten.
Iedereen was in de gelegenheid de
rouwestrade te bestijgen en het lijk te
aanschouwen, waarvan het hoofd op eeu
kussen rust. Alles ging onder een plech
tige stilte voorbij en zij die de gelaats
trekken van den laatsten mannelijken telg
uit het Oranjehuis hadden gezien, verlieten
diep bewogen het Paleis.
De eikenhouten lijkkist, die de zinken
hermetisch dichtgemaakte omsluiting van
het lichaam draagt, werd overgezet in een
buiten-bekleedsel van gepolijst mahoniehout,
welk houtwerk rost op acht zilveren voet
stukken, in den vorm van leenwenklauwen.
In de wanden van de lijkkist zijn heng
sels van geglansd zilver, geschroefd met mat
gepolijste doodshoofden op de handvatsels.
De randen van het deksel zijn bezet met
glad zilveren knoppen, bestaande uit een
ornament van een bol op een kubus.
Ter hoogte van het hoofdeinde is op
deze dekplank een zilveren plaat geslagen,
waarin de voornamen, datum van geboorte
en overlijden van den Kroonprins gegra
veerd zijn.
Dit prachtig bewerkte stuk is, nadat
reeds op den dag van de hestelling de
beide eerste inliggende kisten gereed kwa
men, binnen den tijd van twee etmalen uit
de werkplaats van den heer P. F. W.
Mouton alhier voor zijne bestemming af
geleverd.
De gelaatstrekken van Z. K. H. waren
tijdens het nemen eener photographische
afbeelding nog gelijk bij zijn leveneen
vol gelaat, door de ziekte weinig vermagerd.
Door de autopsie is het gelaat van den
prins thans minder kenbaar. De zeer mi-
nitieus verrichte lijkschouwing zon hebben
aangetoond, dat het bloedverlies gedurende
de ziekte bloedarmoede heeft teweeggebracht,
welke als de onmiddellijke oorzaak van den
dood wordt beschouwd.
Bij het onderzoek moet de reohter hart
kamer bloedloos zijn bevonden, waaruit de
hartverlamming ontstaan zou zijn. Ver
schillende andere abnormaliteiten, in het
lichaam ontdekt, wezen op een korten le
vensduur. Zoo had de groote hartader
slechts een derde van de normale afmeting
en was de rechter long in vrij hevigen
graad ontstoken, zoodat de lijkschouwing
het bestaan der vroeger geconstateerde
pneumonie heeft bevestigd.
De hersenen van den Prins, eveneens aan
een medisch wetenschappelijk onderzoek
onderworpen, moeten fraai en schoon ont
wikkeld geweest zijn, waaruit zijn heldere
geestesgaven verklaard worden. Mag men
derhalve aannemen, dat de hersenen nor
maal waren, helaaseen helder hoofd werd
gedragen door een physiek, zwak lichaam,
hetwelk, als niet kunnende voldoen aan de
eischen van een gezonde beweging, onmo
gelijk bestand was tegen de inspanning en
vermoeienis van den zwaren geestesarbeid,
waaraan Z. K. H., vooral in de dagen vóór
de ziekte, zich heeft overgegeven.
In de zitting der Tweede Kamer
van Woensdag, is ingekomen de vol
gende Koninklijke Boodschap, me-
dedeelende het overigden van den
Prins van Oranje.
Mijne Heeren!
Het heeft den Almachtige behaagd
Z. K.H.Willem Alexander Ka-
rel Hendrik Frederik, prin
van Oranj e, Onzen beminden zoon,
den 21 dezer tot zich te nemen.
Dit verlies, dat opnieuw diepen rouw
over Ons en Ons Huis brengt, ver
vult Ons met groote droefheid. Wij
houden Ons overtuigd van uwe deel
neming in Onze smart, waarin voor
zeker ook geheel het Nederlandsche
volk van harte deelt en bevelen u
in Godes heilige beachez^iiog!"
Carlsbad, den 24 Juni 1884.
WILLEM.
Het bericht vau de Amst. Ct.,
dat de onlangs teu kantore vau de
Associatie-Cassa vermiste f 30.000
teruggevonden zouden zijn, is volgens
het N. v. d. D. volkomen onwaar.
Petersburg, 24 Juni.
Blijkens berichten, uit Nishny-
Nowgorod ontvangen, is het gepeupel
aldaar jl, Donderdag op gewelddadige
wijze tegen de Joden opgetreden.
Tegen half negen des avonds ver
spreidde zich in de voorstad Nunawino
het gerucht dat de Joden een kind
van Christenouders hadden geroofd
en in de Synagoge gebracht. Het
gepeupel schoolde dientengevolge voor
de Synagoge samen.
De politie kon er in den aanvang
niet in slagen den oploop uiteen te
drijven en verzocht versterking van
den gouverneur, die onmiddellijk last
gaf dat de troepen, welke zich in het
kamp op eenigen afstand van de
plaats bevonden, hulp zouden bieden.
Intusschen hadden eenige Joden,
welke zich op de straat bevonden,
reeds overlast van 't volk gehad en
waren ernstig mishandeld. Ook drong
het gepeupel de Synagoge binnen en
mishandelde de daar aanwezigen.
Tot een bende van circa 2000 per
sonen aangegroeid, ging de troep op
plundering uit en vernielde een huis
waarin een joodsche familie woonde,
terwijl andere geplunderd werden.
De joodsche gezinnen trachtten zich
door de vlucht te redden.
Aan de vereenigde inspanning van
de politie en twee compagnieën in
fanterie, mitsgaders een sotnie kozak
ken, gelukte het eindelijk tegen 10
uur de orde te herstellen. Er zijn
echter vermoedelijk eenige Joden ge
dood en verscheidene gewond, terwgl
zes huizen sterk beschadigd zgn en
een groote hoeveelheid meubilair,
hetwelk op straat werd geworpen, ver
nield is.
Den volgenden morgen is een ge
heel bataljou binnengerukt om de
orde to herstellen en herhaliug te
voorkomen. De mishandelden heb
ben, door tusschenkom8t der autori
teiten, hulp onvangen. Een 150-tal
personen zijn gevangen genomen. In
de voorstad woonden 10 a 15 Joodsche
gezinnen.
DE TROONOPVOLGING.
Tijdens de ziekte en bij 't overlijden
van den kroonprins hoorde men hier en
daar angstig vragen „hoe het nu wel met
de troonsopvolging zal gaan". Deie en
gene zegt zijne gedachten en op die manier
hoort men somwijlen de grootste zotternijen
debiteeren, die door onkundigen worden
geloofd en naverteld. Om onze lezers met
dit belangrijk onderwerp op de hoogte te
stellen, laten we hier de volgende artikelen
uit de grondwet volgen. Een oplettende
lezing zal ieder duidelijk maken, hoe de
kwestie der opvolging bepaald en geregeld is
Art. 11. De Kroon der Nederlanden is en
blijft opgedragen aan Zijne Majesteit Willet»
FrederikPrins van Oranje-Nassau, om
door Hem en Zijne wettige nakomelingen
te worden bezeteu erfelijk, overeenkomstig
de navolgende bepalingen.
12. De wettige nakomelingen van den
regeerenden Koning zijn de kinderen, reeds
geboren, of die nog mochten geboren worden,
nit zijn tegenwoordig huwelijk met Hare
Majesteit Frederika Louisa WilhelminaPrin
ses van Pruisenen voorts in het alge
meen alle afstammelingen, welke geboren
zullen worden nit een huwelijk, door den
Koning, met gemeen overleg der Staten-
Generaal aangegaan of toegestemd.
18. De Kroon gaat over door recht
van eerstgeboorte, des dat de oudstè zoon
van den Koning, of wel het mannelijk oir
van den oudsten zoon bij representatie, op
volgt.
14. Bij ontstentenis van mannelijk oir
nit den oudsten zoon gesproten, gaat de
Kroon over op diens broeders of hun man
nelijk oir, insgelijks door recht van eerst
geboorte en representatie.
15. Bij geheele ontstentenis van man
nelijk oir nit het Huis van Oranje-Nassan,
gaat de Kroon over op de dochters van
den Koning, door recht van eerstgeboorte.
16. Ook dochters van den Koning ont
brekende, brengt de oudste dochter van de
oudste nedergaande mannelijke lijn nit den
laatsten Koning de Koninklijke waardigheid
in haar Huis over, en wordt bij voor-over
lijden door hare afstammelingen gerepre
senteerd.
17. Zoo er geen mannelijke nedergaande
lijn uit den laatsten Koning bestaat, erft
de oudste nedergaande vrouwelijke lijn, des
dat de mannelijke tak vóór de vrouwelijke
tak, en de oudste vóór de jongere, en in
iedere tak mannen vóór vrouwen, en ouder
vdór jonger den voorrang hebben.
18. Wanneer de Koning zonder nako
melingschap sterft, en er geen mannelijk
oir nit het Huis van Oranje-Nassan overig
is, volgt hem zijne naaste bloedverwante,
mits van den Koninklijken Huize zijnde,
op, en wordt mede, bij vooroTerlijden, door
hare afstammelingen gerepresenteerd.
19. Wanneer eene vrouw de Kroon ii
een ander Huis heeft overgebracht, treedt
dit Huis in alle de rechten van het oor
spronkelijke Stamhuis, en de vorige artikelen
zijn op hetzelve toepasselijk, met dat ge
volg, dat haar mannelijk oir vóór alle
vrouwen of vrouwelijke afstammelingen erft,
en geene andere lijn geroepen wordt, zoo
lang iemand van hare nakomelingen in
leven is.
20. Eene Prinses, buiten toestemming
der Staten-Generaal, een huwelijk hebbende
aangegaan, heeft geen recht tot de Kroon.
Een Koningin, bniten die toestemming
een huwelijk aangaande, doet afstand van
de Kroon.
21. Bij ontstentenis van nakomeling
schap uit den tegenwoordigen Koning Wil
lem Frederik van Oranje-Nassau, gaat de
Kroon over op deszelfs zuster, Prinses
Frederika Louisa Wilhelmina van Oranje
douairière van wijlen Carel George August,
Erfprins van Bronswijk-Lunenburg, of hare
wettige nakomelingen, uit zoodanig nader
huwelijk, als door dezelve, overeenkomstig
art. 12, mocht worden aangegaan.
22. Indien ook de wettige nakomeling
schap van deze Vorstin ontbreekt, gaat
het erfrecht over op het wettig mannelijk
oir van Prinses Carolina van Oranje, zuster
van wijlen Prins Willem den Vijfden, en
gemalin van wijlen den Prins van Nassau-
Weilbnrg, insgelijks door recht van eerst
geboorte en representatie.
23. Wanneer bijzondere omstandigheden
eenige verandering in de opvolging van
den troon noodzakelijk maken, is de Koning
bevoegd, daaromtrent een voordracht te
doen, te behandelen op de wijze, ten aan
zien van verandering in de Grondwet, in
artt. 196, 197 en 199 voorgeschreven.
24. Hetzelfde vindt plaats, wanneer er
geen bevoegde opvolger naar deze Grond
wet bestaat.
Is de opvolger niet benoemd of ontbreekt
hij bij overlijden des Konings, dan geschiedt
de benoeming door de Staten-Generaal,
daartoe in dubbele getale bijeengeroepen,
in vereenigde zitting.
34. De Koning is meerderjarig als zijn
achttiende jaar vervuld is.
35. Zoolang de Koning mindeijarig is,
staat hij onder voogdij van eenige leden
van het koninklijk Huis en eenige aan
zienlijke Nederlanders.
36. De voogdij wordt geregeld en de
voogden worden benoemd door een wet.
Over het ontwerp dier wet nemen de
Staten-Generaal hun besluit in eene ver
eenigde zitting der beide Kamers.
INGEZONDEN.
ZONDAGSRUST.
Men beweert altijd hier te lande, dat de
post- en telegraafdienst geen meerdere be
perking toelaat. De eischen van 't groote
handelsverkeer onzer dagen veroorlooft zulks
niet.
De Pruisische regeering schijnt er even
wel anders over te denken. Zij tracht
zooveel mogelijk den Zondagsdienst voor de
post-, telegraaf- en spoorweg-beambten te
beperken, en hoewel reeds veel in deze is
gedaan, gaat zij toch voort om den arbeid
zooveel mogelijk stil te doen staan.
Zoo werd deze week medegedeeld, dat te
Berlijn, een stad waar het verkeer nog wel
wat grooter zal zijn dan in ons Amsterdam,
de post- en telegraafkantoren op Zon- en
Feestdagen slechts geopend zijn van 7 of 8
tot 9 uur 's morgens en van 5 of 6 tot 7
uur 's avonds. Postpaketten worden op die
dagen ten platte lande niet bezorgd.
Dezelfde beperking wenscht men ook nu
voor het personen-verkeer. Op de oostelijke
spoorwegen is door vermeerdering van per
soneel een grootere Zondagsrust in verge
lijkingvan vroeger reeds verkregen; op de wes
telijke spoorwegen wil men door dergelijke
maatregelen komen tot hetzelfde doel; men
heeft dit ook toegepast op het goederen
vervoer. Van de in 1883 aangekondigde
goederentreinen zijn 23 pCt. opgeheven,
zonder dat het openbaar verkeer er iets
onder geleden heeft.
Met het tellen van de „feestdagen" is
men eveneens niet karig bij onze naburen.
Tot zulke dagen rekent men niet alleen de
„tweede" feestdagen, maar ook Nieuwjaars
dag, Goede Vrijdag, de biddag van't gewas,
in eenige staten den Sacramentsdag, 's
Keizers geboortedag, en in iederen Staat
den verjaardag van den vorst des lands.
Vrage, wanneer dit alles in het groote
Dnitschland mogelijk is, waarom kan zulks
dan niet bij ons?
De behoefte aan rost op den heerlijken
Zondag is bij ons te lande volstrekt niet
minder dan bij onze naburen. Het eenige
verschil schijnt daarin gelegen te zijn, dat
zij, van wie het gezag uitgaat of die daarop
eenigen invloed hebben, zich weinig of niets
geen moeite geven om in dien geest werk
zaam te zijn.
Alleen dit zij nog opgemerkt, dat, ver
kregen wij onzen wensch, de besturen van
kerken en evangeliesatiën verplicht zonden
zijn mede te werken, dat ten minste de
Christelijke feestdagen zooveel mogelijk ge
heiligd worden.
Overgenomen nit het Doetichemsche
Weekblad.
Uw. Dw. Dr.
J. K.