Soirés Mnsicale, „VOORUITGANG." f3000 belooüiiig ATTENTIE. COMPLEET VUURWERK, PUBLIEKE VERKOÖPING TI VOL I. een zeer net Bovenhuis, een uitmuntende partij WRAKHOUT, PALEN, PLANKEN, TAILLEUSE Wed. VOORTHUIS, Laan. Woensdag 10 September 1884 te geveu door het Stafmuziekkorps der K. IV. Marine. Brillante verlichting- der terreinen. vervaardigd door J. B. BOKSTEN, van Amsterdam. NA AFLOOP BAL ENTRÉEf 0.50, voer Kinderen 1 0.25. Aanvang te 7 uur. Bewezen van toegang zijn van af heden aan het lokaal verkrijgbaar. Zie de groote en kleine biljetten. DE DIRECTIE. op ZONDAG IA SEPTEMBER, des avonds te 8 uren, in »MUSIS SACRUM." Programma's tevens strek kende tot bewijs van toegang, zjjo i 28 Cents verkrijgbaar bij de H.H. boekhandelaren STADERMANN, BERKHOUT Co., DE BUISONJÉ ZOON en Mej. de Wed. SAMWEL, benevens bij de leden der vereeniging en op den avond der uitvoering aan 't lokaal „MUSIS SACRUM." Te liuur voorzien van vele gemakken. Huurprijs ft8.— per maand, Adres BERKHOUT Co. aan diegene, die het lijk vindt of daarvan aanwijzing doet van mijn broeder A. KRAMER, die op de schuit UK. 133, in den storm van j.l. Vrijdagmorgen zijn leven in de golven verloor. Zij wor den vriendelijk verzocht zich te adresseeren aan K. KROON, te Helder, in de Brouwerstraat No. 428. Te KoOp voor billijken prijsSCHROTEN, SLIPPERDELEN en KOLDERS, PLANKEN, Vuren en Greenen PLAATSTUKKEN, Greenen PLA TEN en BADDINGS, van af 15 tot 24 voet, SPIEREN van af 40 tot 60 voet, per stok en bij partij. Bij G. BAS, Binnenhaven No. 4. Te Koop 3000 beste Riga SPARREN en SPIEREN, BADDINGS- EINDEN, SLIPPERDELEN en SCHROOTEN. J. DE LIEFDE, Binnenhaven 94. Een ieder wordt opmerkzaam gemaakt, dat de zaak van A. ENGLANDER„de Onnoozele Schaapjes," aan den Kanaalweg, USTIIBT verplaatst wordt, maar steeds aldaar blijft doorgaan. TEXEL, op VRIJDAG 12 SEPTEMBER a.s., des morgens 10 nur, op de haven OUDE SCHILD, van: enz. De Deurwaarder, KONING. De ondergeteekende maakt het geachte pu bliek bekend, dat zij zich hier gevestigd heeft als: en beveelt zich beleefd aan tot het maken van alle voorkomende cos- tnnies en Mantels, die naar de laatste mode gemaakt zullen worden. Mejuffr. M. E. SIEBES. Adres Wed. J. G. SIEBES, West gracht L 279. tegen verminderde prijzen. Radicale genezing, des- verkiezend wordt over eengekomen voor een bepaalden prijs, betaalbaar na genezing. Daartoe zijn 20 kamers ter beschikking der patiënten gesteld. WAERSEGERS,heelmeester v. breuken,Groeneplaats 35,te Antwerpen De ondergeteekende maakt zijn' plaatsgenooten be kend, dat hij zijn X 3NT X3L Jt±3 X-i lT> in de Keizerstraat heeft geopend. Van net en sterk werk kan men verzekerd zijn. Mij in ieders gunst aaubevelend, M. H. VERBURGT, Keizerstraat. Aan dillettanten of liefhebbers van CLASSIEKE MUZIEK, presenteeren wij onderstaand koopje, hetwelk in geen enkele muziek-collectie voor minderen prijs voorkomt: Fr. CHOPIN. Op 6. Quatre Mazurkas 1—4 8 pagina's 10. Douze grandes études20 12. Variatious brillantes sur Ludovic de Herold12 15. Trois nocturnes12 24. Quatre Mazurkas10 18. Grand Valse .brillante 8 26. Deux Polonaises No. 1 6 26. 2 10 >27. Deux Nocturnes 1 6 »27. 2 6 28. Vingt quatre préludes No. 1 8 28. 2 10 28. 3 14 29. Impromptu6 34. Valse brillante No. 2 (A-üur)6 34. >4 (BF-Dur) 6 35. Sonate (B-Mol)20 46. Allegro de Concert16 52. Quatriène ballade14 53. Huitièuie Polonaise12 R. SCHUMANN. 18. Arabeske (C-Dur)8 Te zamen 218 pagina's Wij bieden deze muziek per enkel stuk aan voor twee cent per pagina en die de gebeele collectie (218 pagina's) verlangt, betaalt daarvoor f" 2.SO. Naar buiten verzenden wjj op aanvrage, maar berekenen daarbij het porto. BERKHOUT Co., Muziekhandel. FEUILLETON. De Smokkelaar. I. Wij moesten du den morgen afwachten, begon Erederik weder, want in deze duister nis kunnen wij elkander op tien patsen af- atands niet zien. Waarvoor tien passen, zeide George, drie is ook voldoende voor hen, die zeker om leven of dood handelen. Een dezer pistolen is met een kogel geladen, het andere slechts met los kmit, gij zijt de uitgedaagdeu be hoort dus de keuze eu het eerste sciiot. Kiest gij goed, dan zijn dit mijne laatste woorden in dit lcveu, mislukt u echter de keus, dau kan uw koetsier tot ziju jougsten dag op u wachten. Gij of ik. Enfindit is ten minste beter dan een moord, zeide Erederik, wiens lichaam, door de koude van de morgenlucht bevangen, trilde. De lafaard beeft, snauwde de onverbid delijke hem toe. Zonder verder tegen te spreken, greep Ere derik een der twee fraai bewerkte wapens. George nam bedaard het andere en ging drie schreden terug. Zij zagen elkander strak aan. Ik ben bereid, gij kunt schietenzeide George bedaard met zijne zware welluidende stem. Nu, sterf dan, els gij den dood zoekt, antwoordde zijne tegenpartij, den haan over halende; hij mikte, de haan ging over en het pistool gaf een zwak schot. Erederik had het moordtuig voor George overgelaten. Hst schijnt dat bet noodlot mij ditmaal niet voor de lijdende partij uitgekozen beeft, sprak nu op somberen toon de beleedigde; zijn gelaat bleef rustig en behield zijne vroegere kleur, zijne oogen verblikten zelfs niet eens, toen hij in den moordenden loop van het wa pen zag. Zijt gij nu bereid te sterven P Verschoon mijn hoofd van het schot, en tracht liever mijn hart te treffen, zeide hij, zijn hoofd van het moordtuig afwendende. Leef gelukkig, Marie, sprak hij nauwelijks hoorbaar. George liet het reeds aangelegde wapen weder zakken. Bemint gij Marie, vraagde hij, door deze woorden getroffen. Marie's beeld zou toch uw kogel niet uit mijn hart kunnen scheuren. En gelooft gij, dat gij Marie gelukkig soudt kunnen maken. Gij alleen zult er de oorzaak vau zijn, wanneer ik het niet zal kunnen doen. Wanneer gij zweert, dat Marie, als nwe gemalin, nooit eene ongelukkige minuut aan uwe zijde beleven zal, dan zal ik u ver- schoonen. Erederik zag George twijfelend aan. Maak spoedig een einde aan de zaak, seide hij na eenige oogenblikken zwijgeus, en bespot mij niet in mijne laatste oogenblikken. Neen, ik wil uw moordenaar niet zijn, geen haar van uw hoofd zal ditmaal gekrenkt worden, wanneer gij op die voorwaarden eer. eed doet. Deze ernstige, welwillende woorden wek ten in den reeds aan den rand des grafs staan- den jongeling, den moed weder op; deinst voor bet leven greep hem met open arineD aan. Hij knielde, en zijn ongeladen pistool wegwerpende, hief hij zijne hand omhoog tot het doen van een eed. Hij zwoer Marie tot vrouw te nemen, haar in dit leven nooit de geringste oorzaak van ontevredenheid te ge ven, én integendeel haar, zoo veel in zijn ver mogen was, deze aarde tot een paradijs te maken. Menschsprak George met eene don derende stem. Mensch Het oogenblik, waar in gij uw eed vergeten zult, zal het laatste nws levens zijn. Tweemaal troffen wij elkan der in dit leven aan, zorg dat wij elkander niet voor den derden keer ontmoeten. Tweemaal had ik uw leven in mijne handen den eersten keer heb ik u uit een zeker rotsgraf geleid, wijl Marie er mij om smeekte, en haar kon ik het niet weigeren. Nu heb ik u gespaard, om dat ik Marie beloofd heb, haar geluk niet hin derlijk to zullen zijn. Ga uw lot te gemoet; gij kunt gaan waarheen gij verkiest, maar ik zal u getrouw en heimelijk volgen als uw schaduw; ik volg u en het meisje, dat ik beter ken, dan mijn eigen hart, wier gedachten ik uit hare ziel, oogen, woorden, ja zelfs uit haar ademtocht, lezen kan. Wanneer gij haar gelukkig maakt, ontmoeten wij elkander nooit meer, wanneer gij echter ook dezen tweeden eed breekt, wanneer in haar leven slechts een klein wolkje Marie's geluk komt storen, waarvan gij de oorzaak zijt, dan ziet gij mij weder, en dan, jawee dan u, eu mij! III. Op een helderen, warmen meidag van het jaar 1849, zat Peter Ahrens, in zijne koude, geheime grot, voor den schoorsteen, waarin, tusschen half afgebrande stukken hout, het overblijfsel van een sedert lang uitgedoofd vuur, eene koperen lamp zoo veel licht ver spreidde als de oude noodig had, om zijne banknoten, goud- en zilverstukken te kunnen onderscheiden. In de naast hem staande ijzeren kist schitterde het bleeke schijnsel van het edele metaal. De onde blikte met even veel genoegen en liefde op zijn schat, als eene jonge teedere moeder op haar eerstgeborene; hij sprak tot zijne schoon klinkende ronde schijven, telde ze met luider stem, om zijn genot nog meer te verhoogen, bezag ze stuk voor stuk en voor hij een wichtigen thaler, of een schoon klinkenden dukaat weder in de kist legde, bracht hij ze met verrukking aan zijne lippen. Al zijne verrichtingen verrieden de sints jaren aangewakkerde gierigheid. U, mijne kakelbonte papiertjes, moet ik cok nog in goud wisselen, zeide hij bin- nen's monds, terwijl hij twee pakjes bankpa pier in zijn zak stak, dan zullen wij tamelijk iu orde zijn. Wij hebben booze bittere tijdeu, zuchtte hijde arme man moet steeds op zijne hoede zijn, om niet te gronde te gaan. Mijne laatste leveranties zijn mij met een wissel op een bankier betaald, en dearom heb ik nu nog zulk een papiertje vau vierduizend thalers aan mijn been, maar ik zal het wel goed kwijt zien te raken. Mijne zaakgelastigden zullen voor taan geene wissels meer voor mijne waren aan nemen, want eer men het weet zijn die bee- ren falliet. Maar gij, mijne brave thalers, van u ben ik zekerder; 10,000 en 5,000 maakt 15,000! Zoo veel zilver, maar wat neemt gij veel ruimte in; dan zijt gij nog veel braver, mijne goede, lieve, nette dukaten, gij zijt zoo broederlijk onder elkander en met zoo wei nig plaats tevredenlaat ik n nog eens tellen. Hoeveel in dukatenhe! wie komt daar P Het kloppen op den ingang der grot drong tot het oor van deu gierigaard door; hij ver schrok hierdoor en trachtte met zijne magere, bevende handen, de hoopen goud te verbergen. Het kloppen werd voor de tweede en derde maal herhaald. Hij is het, ja, hij is het eindelijk; giste ren had hij reeds hier kunnen zijn, sprak hij met een diepen zocht, terwijl hij de verschil lende muntspeciën schielijk en stil in de kist borghij sleepte deze met veel moeite naar eene diepe kloof in den rotswand en bedekte de opening met een daarop juist passenden steenklomp. Peter Ahrens sloop nu zonder eenig geraas te maken naar den ingang der grot en luister de. Hij hoorde weder kloppen en te gelijk riep George met zijne bekende stem Oude, ik ben het, George, doe mij open Het geheim, om dezen steen van binnen te openen, was Peter alleen bekend, hierom ging hij behoedzaam te werk, om George dit spoor niet te ontdekken. Zijt gij daar eindelijk, begon de oude, nadat George binnengekomen en den ingang weder gesloten was. Van waar komt gij hier, met welk gevolg en waarom bleeft gij zoo lang weg P Eene helache hitte, niet waar P De binnengekomene wischte het zweet van zijn aangezicht af, zijne oogen gewenden zich langzamerhand aan de duisternis, die er in de grot heerBchte, in welke hij in het begin niets dan een bont geflikker en het zwakke schijn sel der lamp zag. Hij ging tegenover Peter Ahrens op een steenklomp zitten, stak zijn stok in den grond en daarop leunende, liet bij zijn hoofd sprakeloos en mismoedig op zijne borst zinken. Nu, jongen, spreek, zeide de oude on geduldig tot hem, beeft de kassier u in zilver of in goud betaald George zweeg, alsof hij niets gehoord had. WieP vraagde hij na eenigen tijd. Welnu, de kassier aan de overzijde. Nadat George weder eenige oogenblikken gezwegen had, vraagde hij den oude: Kent gij de rots der dwalend vrouw? Zou ik die niet kennen, antwoordde hij het is nu twintig jaar gelcdeD, dat mijne doch ter zich daar af in den daaronder bruischenden maalstroom van den Eger stortte. Sedert dien tijd heeft die rots dezen bijnaam gekregen. Maar, wat beduidt ditP En waarom deed dat uwe eenige doch ter P -* Zij was het schoonste meisje, tien mij len in den omtrek, en had zich door de schoon klinkende woorden van een hupsch jong mensch in Frauzensbad laten verleiden, ter ijl ik mijne bezigheden naliep; eenigen tijd daarna, toen zij mij eene kleindochter schonk, kwam de vrouw van dezen heer met een zes jarigen knaap aldaar aan; het geschenk hield ik, maar mijne dochter jaagde ik mijn huis uit; hare schande bracht haar tot wanhoop, toen ging zij nu hier en dan daar heen, eiken avond zong zij op die bergspits, tot zij van daar in den Eger sprong. Maar ter zake, heeft men u betaald P Waar ia het geld P Nog iets. Hoe heet haar verleider? O, dut weet ik niet; het is al zoo lang verleden, zijn naam ben ik vergeten. Zijne sombere vronw noemde den zesjarigen knaap haar lieve Frederik maar hemja, nu herinner ik het mij hem noemde zij Werner Almachtige God! riep George uit. Kunt gij zoo iets laten geschieden Hij, het kind haara vaders! Oude zondaar die gij zijt! Met deze woorden greep George den oude bij zijne magere schouders eu schudde hem hevig. Gij, oude, ellendige schurk, hoe zult gij dit voor den rechterstoel des Almachtigen ver antwoorden P Gij hebt, door uw snood bedrijf en de neiging voor uw afgod verblind, uwe dochter en kleindochter verwaarloosd en draagt alleen de schuld van de schande en van den èllendigen dood van beiden. Nadat de jongeling hem met geweld in een hoek geslingerd had, sprak hij hem op oen bitsen toon aldus aan Weet ge van waar ik komP Ik hoop van W. en K. De wissels Zijn weder met goud, noch zilver, noch bankbiljetten, maar met eene quitantie be taald, met welke gij gerust uwe pijp kuut aansteken. Yoor het overige bestaat er geene firma W. en K. meerdeze heeren hebben een bankroet van 500,000 thaler geslagen en ziju naar Amerika gereisd. Ha! Dat u de aarde verzwelge, dief, bedrieger, die mijn geld verbergt en mij met deze quitantie afscheped wilt; ik ben geplun derd, gij hebt mij te gronde gericht, 4000 thalers hebt gij mij ontstolen Woed maar, verstokte gierigaard, zeide George tandeknarsende, en word geheel waan zinnig, wanneer gij het overige verneemt. Weet dan, ik kom nu van de rots der dwalende vrouw, waar Waar gij misschien mijn geld verborgen hebt. Waar uwe kleindochter, die gij, even als hare moeder, door uwe zorgeloosheid aan schande en wanhoop prijs gegeven, en even als haar van u verstooten hebt ^en- blik der hoogste wanhoop, dezelfde wijze om tc sterven koos, tot welke hare moeder en nu zij zelve door uwe ongevoeligheid gedwongen werd. Gij verhaaldet mij ongevoelig hare ge schiedenis. Ook Marie is heden naur den Eger geëild, en voor ik haar bereiken kon, wierp zij zich met een scherpen gil van de rots der dwalende vrouw, in den onder deze rots verschrikkelijk draaienden maalstroom van den Eger. George hoopte dat zijne woorden den oude als een bliksemstraal zouden treffen, maar deze bleef gevoelloos, zijne geheele aandacht was op liet verloren geld en op zijne dukaten gericht. Nauwelijks hoorde hij de woorden van George; hij sloeg geea acht op de wan hoop van den jongeling, toen deze hem hare lotgevallen verhaaldehoe hare wispelturige tante in Dresden de met hare nicht verkre- gene gelden in soireën verbraste en nu hare pleegdochter de gelegenheid liet, het offer van een karakterloozen, lichtzinnigen man tc worden, die zich openlijk met Marie verloofde en haar, nadat hij liet hartstochtelijke meisje bedrogen had, aan hare schande overliet, om in een stroom haar graf te vinden. Ik wist het bromde de ongevoelige, mij heeft zij ook dat aardig verhaaltje verteld. Ik heb haar dikwijls genoeg gewaarschuwd, dat zij het voorbeeld harer moeder niet vol gen moest; dat zij aan de verzoekingen geen weerstand bieden kon, is mijne schuld niet, als ik het geld voor dien wissel maar had. Gelooft gij dan, dat gij met deze ligte uitvlucht uw vaderplicht genoeg verdedigd hebt, sprak George met diepe verachting; wanneer gij voor twee jaren onze vereeniging toegestaan hadt, dan waren al deze ongeluk ken niet geschied; wij waren na drie geluk kige mensohen geweest, en gij kondet, wan neer gij uwe lage ziel op deze aarde nog ergens mede verheugen wildet, het kind uwer klein dochter op uwe knieën schommelen. Maar dit geluk zijt gij onwaardig. Gij zult bitter voor uwe ongevoeligheid boetenellendig en verlaten zult gij op het laatst van uw leven zijnniemand zult gij hebben, die uwe oog leden toedrukken kan; nw lijk zal den raven tot spijs verstrekken, en uwe onbegraven been deren zullen tot Bpeelgocd voor de herders knapen dienen. Wilt gij mij misschien vermoorden P Maar daar zult gij geeu genot vau hekben, want buiten mij weet niemand, waar ik mijne met goud gevulde kist bewaar, be, he, he! Gij kunt mij vermoorden, maar mijn schat vindt gij niet. Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 4