T VLIEGEND BLAADJE
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. MIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1213.
Woensdag 1 October 1884.
Twaalfde Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
BureauSPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Onzen geaboniieerden
buiten de gemeente HEL
DER, wordt verzocht 't
abonnementsgeld voor 't 3e kwar
taal 1884, vóór 5 OCTOBER, in
Postzegels of per Postwissel te wil
len overmaken, zullende anders daar
over met 10 cents verhooging per
post beschikt worden.
DE UITGEVERS.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 30 Sept. 1884.
Naar men verneemt, bestaat
het voornemen, in het laatst van
November aaust. een transport van
20 machinisten en machinistleerliugen
der Kon. Ned. Marine naar Oost-
Indië nit te zenden.
De stoomkanonneerboot Vos,
commandant de luit. ter zee le kl.
L. C. Rovers, zal, na afloop der oefe
ningen te Willemsoord, naar Helle-
voetsluis vertrekken, om aldaar buiten
dienst te worden gesteld.
Hierachter vindt men een aan
kondiging betreffende het Stout der
heeren van Vollenhoven Co. te
Amsterdam, waarop wij de bijzondere
aandacht onzer lezers vestigen. De
zeer gunstige reputatie en het voort
durend toenemend debiet zijn de
beste bewijzen voor de uitstekende
eigenschappen dezer biersoort, welke
tegeljjk aangenaam van smaak, voed
zaam en versterkend is en zich ver
heugt in de aanbeveling van zeer
vele geneeskundigen, zoo hier te lande
als in het buitenland.
De toevloed van jongens, die
eene verbintenis voor den zeedienst
wenschen aan te gaan, is aan de
kweekschool voor jongens te Leiden
zoo groot geweest, dat de nieuwe
cursus met ongeveer 100 leerlingen
zal geopend worden.
Nicolaas Beets heeft de felicitatie
van het »Noordbrabantsche meisje"
(Keetje v. d. Made), een zijner figuren
in de Camera Obscura, niet onbe
tuigd gelaten. Eergisteren ontving
zij zijn portret in middelsoort grootte,
met het volgend eigenhandig ver-
eerend schrijven: Keetje v. d. Made,
met dankzegging voor haar vrien
delijk gedenken aan zijn 70sten ver
jaardag, met de hartelijkste wenschen
voor haar geluk, aangeboden door
Hildebrand."
Men schrijft uit Amsterdam, dd.
27 September:
Voor den bediende van het Café
Czaar Peter, aan de Rug terkade, is
thans in een der hotels van den
eersten rang alhier een millioenen-heer
Sedert een paar weken nl. wordt
dit café nog al druk bezocht door een
heer, die zich zeer moeilijk in het
Hollandsch uitdrukt, en dan ook
meestal door aanwijzingen in het buf
fet zich iets laat toedienen, wat door
hem slechts even geproefd wordt, maar
waarover hg niet nalaat, telkens zijne
goedkeuring te kennen te geven, en
ten bewijze hiervan dan ook telkens
den bediende een gulden fooi geeft,
al is het bedrag der consumptie ook
nog zoo gering. De bediende ver
diepte zich reeds in bespiegelingen,
of hg hier niet met een echten milli
oenen-heer zou te doen hebben. Men
hield den milden vreemdeling met zgne
bruine gelaatskleur voor een Ooster-
scheu nabob, toen hij plotseling heden
voor acht dagen door de buffetjuffrouw
onder de Russische bezoekers der
hoofdstad werd opgemerkt, aan boord
van het havenbootje, dat Grootvorst
Michaël met zgne zoons, de Groot
vorstinnen Olga en Wiadimir en de
Groothertogin van Mecklenburg heden
voor acht dagen naar Zaandam zou
voeren, ten einde een bezoek aan het
Czaar Peterhuisje te brengen.
Nauwelijks iewat nader met zijn
milden klant bekend, of de bediende
vliegt de trap op naar de balkous der
eerste verdieping, waar stadwaarts
de Nederlandsche en naar den kant
van de kade de Russische vlag wap
pert. Hg maakt de touwen, die het
dundoek aan den top van den stok
houden, los en begint nu tot driemaal
toe de vlag, als een saluut voor zijn
milden begunstiger, op en neer te
halen. Inmiddels was het touw los
gelaten en het bootje met zgne kost
bare vracht opgestoomd.
Maandag echter komt de vreemde
ling weder in zgn geliefd café terug,
wenkte deu bediende eu met gebaren
en in gebroken Hollandsch bedankt
hg voor de eer, den Russischen vreem
delingen op Zaterdag met de Russi
sche vlag bewezen. Alsnu helderde
zich tevens op, waarom de hooge be
zoeker zoo vele malen hg het café
bezocht, zich posteerde vlak voor 't
buffet en zijn oog gericht hield op
de eu relief zich daarboven bevindende
schilderij van het Czaar Peterhuisje
te Zaandam. Na een proefje van de
Friesche Boerenjongens genomen te
hebben, ontving de bediende alsnu een
2.50 stuk cadeau voor zgne attentie
van het salueeren met de Russische
vlag, wat dé hooge bezoeker verklaarde
nimmer te zullen vergeten.
Men leest in het Rott. Nieuwsbl.
De brief van den heer J. Dalen aan de
„Barents"-Vereeniging, zal misschien niet
iedereen overtuigd hebben van de belang
rijkheid dier kruistochten in het Noorden.
Ook ons niet. 't Eenige bericht, dat die
brief bevatte, was dat er een ijsbeer ge
schoten was en dat de docter de huid ge
prepareerd heeft, die naar men hoopte goed
zou blijven. Wezenlijk om een ijsberenhuid
behoeft men geene expeditie naar 't Noor
den te zenden.
Toch zou men verkeerd doen wanneer
men uit de onbeduidendheid van dien brief
tot de onbeduidendheid der „Barents"-
tochten besloot. Men proeft het uit eiken
regel, dat het een ongeoefende hand was,
die de pen voerde en die reeds blijde was,
dat zij het tot het opstellen van die dorre
„kroniek zonder feiten" gebracht had.
Dit den heer Dalen kwalijk te nemen,
ware dwaasheid. Hij is zeeman, geen schrij
ver. Waarom echter niet iemand aan boord
medegegeven, die de pen weet te hanteeren,
die de kunst verstaat om indrukken, waar
aan het aan boord en in die noordelijke
streken toch zeker niet ontbreken zal, weer
te geven met de pen, zooals de schilder
Apol het eenmaal met het penseel deed.
Zouden er onder de Nederl. schrijvers geene
zijn, die lust gevoelden om den tocht eens
mede te maken en om schetsen te geven
vol kleur en gloed van 't grootsche gezicht
dier ijsvelden, drijvende in de onafzienbare
zee en verhalen vol frissohe oorspronkelijk
heid van het leven aan boord P Het zou
in het belang der „Barents"-tochten wezen,
want die schetsen en verhalen zouden met
graagte gelezen worden, de „Barents '-toch
ten zonden meer belangstelling wekken bij
het publiek, dat thans wij wagen 't te
vermoeden de brieven van de „Barents"
ongelezen laat of onbevredigd ter zijde legt.
Wij geven het denkbeeld voor beter;
overweging schijnt het wel te verdienen.
In den nacht van 25 Sept. jl.
werd aan boord van het stoomschip
Prins Hendrik", vau de Maatschap
pij Zeeland, onder leiding van den
heer L. J. Lefébre, een proef geleverd
met Holmes Patent Lifebuoy Rescue
Signal" (»Flamos in the Sea"). In
tegenwoordigheid van den gezagvoer
der van dien bodem, den heer A. L.
Stasse, en|belangstellenden, werd voor
noemd apparaat van af de brug ter
hoogte van ongeveer 30 Engelsche
voet uit de waterlinie aan bakboord
zijde in zee geworpen (het was toen
1 uur in den nacht), waarop blik
semsnel de ontbrauding volgde en het
stoomschip en de zee te dier zijde
helder verlicht werd (een wit licht).
De luchtcirkel was in doorsnede ruim
100 Engelsche voet, terwijl de voort
branding, »in rechte lijn achter het
schip," gedurende den tijd van 14
minuten helder zichtbaar bleef. Daar
de boot een vaart had van ongeveer
16 Engelsche mijlen, kon men dus
tot op een afstand van omstreeks 21/<I
Eng. mijl het licht duidelijk zien. De
gezagvoerder verklaarde dan ook, dat
het apparaat Holmes," in verschil
lende omstandigheden aan de zeeva
renden ongetwijfeld belangrijke dien
sten zou kunnen bewijzen.
Yoor het Gerechtshof te Arn
hem stond Donderdag terecht H. St.,
oud 34 jaren, in Pruisen geboren,
beschuldigd op den 4den Juli jl. te
Weerselo, in Overijsel, Gerrit ter
Beek moedwillig met een knuppel
een slag op het hoofd te hebben
toegebracht tengevolge waarvan deze
den volgenden morgen was overleden.
Gerrit ter Beek had, naar de Arnh.
Ct. mededeelt, met zijn broeder Chris-
tiaan van een boerin, wier woning
zij met hun kar en paard voorbijreden,
toestemming gevraagd en verkregen,
om den stal binnen te mogen rijden,
om daar hun paard van voer te
voorzien. Beschuldigde was bij die
boerin als knecht werkzaam en kwam
een oogenblik later met zgn wagen
het erf oprijden. Na de aanvanke
lijke weigering van de gebr. Ter Beek,
om voor hem in zgn stal plaats te
maken, werd hg driftig en toen de
gebr. eindelijk sarrend aan zijn ver
zoek voldeden, doch hem een knup
pel uittartend tegenhielden en op
zgn nationaliteit toespelingen maakten
nam zijn drift dermate toe, dat hij
aan den verslagene met een knuppel
een slag toebracht op de hersenpan,
zoodat deze geheel uit elkander ge
slagen werd en waarop den volgenden
morgen de dood volgde.
De verslagene en zgn broeder ston
den zeer ongunstig bekend. Beschul
digde, die onder tranen volmondig
het feit bekende, was daarentegen
steeds van onbesproken levensgedrag
geweest. Op grond der verzachtende
omstandigheden, waaronder het feit
zich had voorgedaan, vermeende de
advocaat-generaal jhr. mr. Sandberg
hier geen tuchthuisstraf te mogen
eischen, maar requireerde een cel
straf voor den tijd van twee jaren.
De verdediger mr. C. baron van
Haersolte was van oordeel, dat hier
provocatie had plaats gehad, die dus
als een fait d'excuse zou moeten
worden in rekening gebracht. Met
het oog op het smetteloos verleden
van beschuldigde en de langdurige
preventieve hechtenis, die deze reeds
had ondergaan, riep verdediger in
deze zaak de clementie van het Ge
rechtshof in.
Eeu koopman in oude goederen
te Parijs had onlangs op een ver-
kooping in de bauk van leeuing een
matras gekocht. Toen bij deze ma
tras thuis had, gelastte hij een zjjner
knechts haar op de binnenplaats uit
te kloppen. Terwijl de knecht bezig
was, stond de baas op zgn gemak
zgn pijp er bij te rooken en scheen
blijkbaar te vreden over het koopje
dat hij gehaald had. Eensklaps klopte
de knecht op een hard voorwerp.
Men betastte en bevoelde het en de
koopman, het bekleedsel openknip
pende, vond er een oude portefeuille
in, waarin zich 13000 fr. bevond.
De knecht, die spijt had, dat hem
alleeu dat buitenkansje niet te beurt
gevallen was, gaf de politie van deze
vondst kennis en nu zal beslist
moeten worden wien de 13000 francs
toekomen.
Een Engelsch journalist op
Ceylon, de heer Ferguson, vertelt de
volgende eigenaardigheden der Chi-
neezen.
Toen hg van Singapore naar China
reisde, kwam hg met een tabaks
planter van Sumatra in aanraking,
die Chineesche koelies had geïmpor
teerd hij had contract voor ver
scheidene jaren met hen gemaakt
en de voorschotten die hij had moeten
doen, bedroegen zeven tot 10 pond
sterling per hoofd.
Eensklaps braken de pokken onder
de koelies uiteen Chinees sterft
liever dan dat zgn gelaat misvormd
wordt, want hij schrikt voor de ge
dachte om met een gezicht vol lit-
teekens de eeuwigheid te moeten
doorwandelen.
Er kwamen dan ook vele zelf
moorden voor en iederen morgen
kwamen de oppassers met het be
richt: Wederom dertig pond naar
de maau, er hangen weder drie Chi-
De planter deed daarop bekend
maken dat hij iederen Chinees, die
zelfmoord beging, aan stukken zoude
laten hakken en deze list gelukte,
want de zelfmoorden hielden op.
Wanneer Chineezen zich aan boord
van een schip verhuren, maken zij
de voorwaarde dat hun lichaam, in
geval zij gedurende de reis mochten
komen te sterven, naar hun vaderland
zal worden teruggevoerd. Op het
schip, waarmede Ferguson de reis
deed, kreeg een Chineesch machinist
een ongeluk en de geneesheer zeide
dat hij slechts dan kans had om te
herstellen,* wanneer zgn been werd
afgezetde man jammerde echter
dat dit niet mocht gebeuren en het
koor zijner landslieden stemde daar
mede op krachtige wijze in. Den
volgenden dag moest echter het been
worden geamputeerd.
De man stierf en de overige Chi
neezen waren woedend dat de dok
ter een deel van het lichaam had
gescheiden, maar er was nu eenmaal
niets meer aan te doen zjj balsem
den het geamputeerde been en namen
het, met het lijk van den machinist,
weder mede naar het hemelsche rijk.
Bg menig oesterpartijtje wordt
de vraag opgeworpengesteld één vau
ons vindt in de schelp een parel, be
hoort die dan aan hem of aan den
leverancier
Die vraag hondt thans inderdaad
de rechtbank van Pargs bezig. De heer
Vidal, uit een dorp bij Rouaan, be
vond zich, 14 dagen geleden, te Pargs
en bestelde, alvorens 's avonds huis
waarts te keeren, zijn maal in een
restauratie dicht bij het spoorweg
station. Een half dozgn oesters opende
het menu, en in een der schelpen
vond de heer V. een groote parel.
Hij liet niets merken van zgn vondst,
maar begaf zich na het einde van
den maaltijd terstond tot een zijner
vrienden, een voornaam juwelier, die
voor de parel 1200 frs. bood en baar
voor dien prgs kocht. In zijn vreugde
over dit onverwacht fortuintje keerde
Y. naar de restauratie terug om er
een flesch champagne te drinken,
waarvan hij een glas aan den restau
rateur G. aanbood, die, zeide hg, 't
wel aan hem verdiend had. Verba
zing van den restaurateurDe heer
V. verhaalde hem toen wat er gebeurd
was maar was weinig gesticht, toen
G. de 1200 frans voor zich vorderde.
V. weigerde en vandaar een proces,
waarbij de restaurateur beweert, dat
wie in een restauratie oesters eet, de
schelpeu steeds achterlaat en dus geen
recht heeft op hetgeen aan de schel
pen anders vastzit din de oester
zelf.
Maar nu kwam een derde in het
gedingde leverancier, die de oesters
aan den restaurateur geleverd heeft
en beweert recht te hebben op de
parel. Een moeilijk geval voor den
rechter
In 1871, zoo leest men in de Fran-
sche bladen, is iets dergelijks voor
gekomen, maar toen waren de par
tgen zoo verstandig, de 120 fra„
waarvoor de parel verkocht werd, te
deelen, in plaats van de opbrengst
aan deurwaarders, procureurs en ad
vocaten af te staan.
Een Elzasser dokter kwam dezer
dagen te Pargs aan en werd aan het
station aangesproken door een netge
kleed heer, die verklaarde de direc
teur van een hotel te zijn.
Nadat men het over den prgs eens
geworden was, reed men naar een
hotel in de rue Saint-Honoré. De
beweerde directeur betaalde het rgtuig
en was zelfs zoo beleefd, den dokter
op diens kamer bg het eten gezel
schap te houden, waarbg menig fleschje
geknapt werd.
Toen de dokter met een zwaar hoofd
naar bed ging, waarschuwde hem de
ander, dat hg niet schrikken moest
als te middernacht iemand in zgn
kamer kwam, want dat was een wa
ker, die de ronde deed. Te midder
nacht kwam dan ook die waker, maar
in de gedaante van den gewaanden
directeur, die weder verdween met
het gouden horloge en ketting van
800 fr. waarde en een portefeuille
met 15,000 frs., alles toebehoorende
aan den naïeven logeergast.
Een Amerikaansche advertentie.
Nieuwe uitvinding. Middel om te
schrgven zonder pen of inkt. Men
zende een dollar om franco het mid
del te ontvangen Volgt het adres.
Het antwoord luidde: gebruik een
potlood.