'T VLIESEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL. No. 1219. Woensdag 22 October 1884. Twaalfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Atoonnemeiit per B maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. Bareani: SPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT. Advertentien ran 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 21 Oct. 1884. Op den 23en October a. s., zal de bronzen medaille voor trou wen dienst wórden uitgereikt aan den sergeant F. de Gelder, van bet 4e Regt. Yest.-artillerie. Genoemde onderofficier is geduren de dien tijd hier steeds in garnizoen In de Vrijdag te Alkmaar ge houden vergadering der centrale liberale kiesvereeniging zijn de af tredende leden, mrs. J. D. De Bruyn Kops en W. Van der Kaay weder tot candidaten gesteld, de laatste met algemeene stemmen, de eerste met 24 van de 45 stemmen, terwijl op mr. W. H. De Beaufort 19 waren uitgebracht. De minister van marine acht het wenschelijk dat spoedig aanduiding kunne geschieden van wrakken in de Zuiderzee. Naar aanleiding hier van is den commissarissen des konings in de provinciën door den minister van binnenlandsche zaken verzocht, de burgemeesters der kustplaatsen aan te schrijven om zoo dikwijls het zinken van vaartuigen ter hunner kennis komt, daarvan onverwgld mededeeling te doen aan den in specteur van het loodswezen alhier, ten einde dezen in staat te stellen tot het nemen van maatregelen ter aanduiding van het gevaar. De Willem Barents" is Vrij dagmiddag te IJmuiden geschut en naar Amsterdam vertrokken. Aan de kust te Scheveningen spoelen verscheiden stuks vee aan vóór het hotel Zeerust een schaap, iets verder bg de kanonstukken 10 tot 12 schapen, verder aan het strand een kalf, enz. Men onderstelt dat die beesten door eene op Londen varende boot zijn over boord geworpen. Vlissingen, 16 Oct, Het schip Ettrickdale, waarvan een boot alhier is opgevischt en Zondag een andere boot langs bet lichtschip op Schouwenbank dreef met het lgk van een zeeman er in, is volgens Lloyds register een ijzeren zeilschip, gevoerd door kapitein Moon, toebe- hoorende aan de reeders J. en A. Rouburgh te Glasgow. Het schip is 10 dezer van IJmuiden in zee gegaan. Vrijdagvoor middag te elf uur had er een vreeselijk ongeluk plaats aan de in aanbouw zijnde gasfabriek buiten de Willemspoort, te Amster dam. De nok van een achtergevel is gevallen en kwam terecht op een steiger, alwaar werkvolk aan den ar beid waseen metselaar, twee invoe- gers en een timmerman zijn zwaar verwond naar het gasthuis vervoerd, een hunner vooral moet in deernis- waardigen toestand verkeeren. Een man, die sedert tal van jaren het medelijden der Amsterdam- sche burgerij wist op te wekken door met een aankondiging rond te loopen, waarop het woord»doofstom"geschre ven was, werd om eenige reden door een paar politie-beambten aangehou den. Toen beiden een paar woorden wisselden en een hunner zich de woorden liet ontvallen: »daar staan twee jaren op", bemerkte men een- klaps met verbazing dat de doofstom me de schouders ophaalde alsof hij zeggen wilde: »er is niets aan te doen". Het vuur werd hem nader, aan de schenen gelegd en al ras bleek, dat de gewaande doofstomme zeer verstaan baar praten kon. Het is Donderdagnacht den in specteurs van politie Batelt en Diede- richs en den rechercheurs De Haan, Reine en Simons, te Amsterdam, ge lukt, een paar inbrekers in handen te krijgen. Sinds eenige dagen hadden de gan gen en verteringen van een paar Fransche werklieden, aan den Dam te Amsterdam woonachtig, de aan dacht der politie getrokken. Blik baar zonder behoorlijk beroep, wer den zij toch op alle uren van den dag in koffiehuizen aangetroffen. De politie besloot hunne gangen eens nauwkeurig na te gaan en daar om werden Donderdagnacht de heeren in den omtrek van hun woning op gewacht. Te half drie verlieten zg hunne kamer, onkenbaar gemaakt door valsche baarden, en begaven zich, door de dienaren der gerechtigheid gevolgd, naar het verkooplokaal op de Utrecht- schestraat. Met een stuk was werd daar een afdruk van het sleutelgat genomen en dit vergeleken met eea der twin tig sleutels, die zij bij zich droegen. Op dit oogenblik vond echter de po litie het gepast, hen in huune bezig heid te storen en werden^ beiden ge arresteerd. Dat met hunne arrestatie echter nog niet alle inbrekers bachter slot zijn gebracht, blijkt uit liet feit, dat Donderdagnacht in dë tapperij De Ruiter op de Prinsengracht een bru tale diefstal is gepleegd. De dader of daders zijn door het openschuiven van een raam in een naast het perceel gelegen gang weten te komen, waardoor zij irf de keuken terecht kwamen, alwaar de bewoners sliepen. Daar voorbijgaande, kwamen zij in een benedenkamer,' waar een kabinet stond, dat door verbreking van het slot is geopend en waaruit is ontvreemd een zakje, inhoudende ongeveer f 100 aan geld en muntpa- pier, een paar gouden oorbellen, een zilveren knipje met beursje, een gou den horloge-ketting en vier mesjes met zilveren hechten. Vervolgens hebben de heeren zich begeven naar de tapperij en de winkellade geledigd. Begrijpende, dat de ontdekkings tocht hiermede volbracht was, zijn zij gegaan gelijk zg gekomen waren. In de vorige week werd in schier alle bladen gewaarschuwd tegen een circa 28-jarig jongmensch, donker van uitzicht, niet eervol ontslagen uit den dienst der Nederlandsche marine, die hoewel daartoe onbe voegd, een O.-I. expeditiekruis draagt en door verschillende valsche quali- teiten aan te nemen en door zijn familienaam zich overal indringt en een ieder tracht op te lichten en te bedriegen. Ofschoon reeds ter zake van be- driegelijke oplichting door de politie proces-verbaal tegen hem is opge maakt, is het toch gebleken, dat deze chevalier d'industrie zijn kwade praktijken nog niet staakt. Hij heeft nu weder onder voorgeven van lui tenant-ter-zee te zijn en te Rotterdam> Glashaven 12 te wonen, getracht te Amsterdam een kist sigaren meester te worden, hetgeen hem evenwel niet is gelukt. Ook bjj die gelegen heid beriep hij zich op familieleden van gelijken naam, die blijkens in formatie, om zijn ongunstig gedrag, sedert jaren niets meer van hem willen weten. Als heer gekleed, zwerft hij nu te Amsterdam rond en geeft zich ook uit voor gepensionneerd O.-I. amb tenaar en opzichter of teekenaar bij den waterstaat. Een nieuwe waarschuwing tegen dien persoon schijnt niet ongeraden, opdat het aantal slachtoffers, dat hg reeds maakte, nog niet grooter worde. Zekere Orrock te Londen, een 21-jarige man was eenigen tjjd vóór een veroordeeling tot gevangenisstraf in 't huwelijk getreden. Hij had echter nog iets anders op rekening dan waarvoor hg gevangen zat. Een geruimen tgd was hg in de gevangenis, toen op zekeren dag een detective bij hem kwam. Deze be schuldigde hem twee jaar geleden een constable vermoord te hebben. Ik dacht dat die zaak vergeten was, liet bg zich ontvallen. Dus gg bekent? O, neen, de constable wilde mg gevangen nemen en toen heb ik hem alleen verwond. Ja maar gij waart niet alleen. Twee medeplichtigen van den diefstal van dien nacht hebben het feit met duidelijke bewijzen gestaafd. Gg hebt hem gedood. Orrock is dan ook ter dood ver oordeeld en verleden week in de ge vangenis van Newgate opgehangen. Vóór zgn dood heeft hij de misdaad bekend. Het afscheid van de vrouw, met welke hg slechts eenige dagen buiten de gevangenis, gehuwd was, had Vrij- dag plaats en was hartverscheurend. De stoom wedstrijd op den Atlantischen Oceaautusschen de America" van de National"-stoom vaartmaatschappij en de »Oregon" van de »Cunard"-stoomvaartmaat- schappij is Vrijdag geëindigd met de zegepraal der laatste. Bgkans gelgktijdig uit New-York vertrokken, is de »Oregon" nagenoeg zes uren vóór haar mededingster te Queenstown aangekomenna den ongelooflijken overtocht te hebben bewerkstelligd van zes dagen, twaalf uren en zeven-en-twintig minuten. Men zegt, dat te Sunderland niet minder dan 10,000 mannen zon der werk zijn wegens den stilstand in deu handel en dat 80,000 perso nen dientengevolge gebrek lijden. Naar de Old. Zeit. vermeldt, rond jongstleden Dinsdag aan de werf van den lieer Oltmann te Brake een voorval plaats, dat zeer treurige gevolgen had knnnen hebben, maar gelukkigerwijze goed afliep. Op gezegde werf stond de brik „Atlantic" op stapel, die des morgens te acht nar zoude afloopen en waarvoor alle voorbe- reidende maatregelen genomen waren. Op zeker oogenblik werd san boord van de „Atlantio" de vlag halfstok geheschen ten blijke dat het vaartuig gereed was om van stapel te worden gelatenbij derge lijke gelegenheid blijft de vlag steeds z66 lang halfstok wapperen tot het vaartuig goed en wel te water is. Midderwijl was het nieuwe stoomschip „Rheingold" in de haven gekomen en stoomde, niettegenstaande de aan boord van de „Atlantic" gegeven waarschuwing, verder, en het bracht een tros op een der pieren uit, ten einde rond te tornen. Het weder was zeer stormachtig, de tros brak en het stoomschip zwaaide met den stroom rond, moest het anker laten vallen en kwam juist in het het vaarwater te liggen, dat de brik bij het afloopen te doorklieven had. De toestand was allergevaarlijkstop de helling stond een schip zonder eigen hulpmiddelen en in het water lag een vaartuig dat elk oogenblik in den grond kon worden geboord. Gelukkig hielden de trossen, die nog van de „Atlantic" konden worden uitgebracht, het een oogenblik uit, gedurende welken tijd het de „Rheingold" met moeite gelukte eenigszins vooruit te komen, waardoor het vaarwater vrij kwam. Het was meer dan tijd geweest, want eensklaps knapten de trossen van de „At lantic" als glas af en het schip stoof te water. Wanneer het afloopen weinige seconden vroeger had plaats gevonden, zoude een vreeselijk onheil onvermijdelijk zijn geweest. Deskundigen zijn van oordeel dat de stoomer enkel en alleen schuld heeft, daar men aan boord van het schip het signaal van de „Atlantic" bepaald heeft moeten kannen zien en onderscheiden. FEUILLETON. Een onverbiddelijke Vijand. Vertaling 8.) van GERRIT J. „Na korten tijd," ging hij voort, „kwam er een brief van Klöber, die zijne gelukkige over tocht meldde en tevens berichtte, dat de heer Greif't niet lang meer zou maken. Aan 't slot stond: dat Isabella, zoodra Rita's toestand 't gedoogde, op reis moest gaan en dat hij hen bij hunne komst door een knecht zou laten brengen naar een hotel, waarvan hij den naam opgaf, wanneer de heer Greif nog in leven was en hij zelf niet kon komen. Rita was weer beter en Isabella wenschte niets vuriger, dan bij haar man te wezen. Te Hamburg aange komen, werden we opgewacht door een knecht, in diepen rouw gekleed, die ons meedeelde dat de heer Greif overleden was en dat de heer KlÖber, afgemat door 't vele nachtwaken, nu zelf op 't ziekbed nederlag. Hij kon 't bed nog niet verlaten, zeide de knecht, en verzoekt zijne vrouw dadelijk bij hem te komen. Stelt n de droefheid van Isabella voor, die zoo veel van haar man hield en op een vroolijk weder zien gerekend had. Met den eersten trein reisden we, Isabella, Rita, de kindermeid en ik, naar Berlijn. De tocht Bcheen ons eindeloos en nog herinner ik me de zacht van verlichting, die Isabella ont snapte, toen we aan 't station afstapten. De knecht, die ook was meegegaan, bestelde een rijtuig en we reden uren lang, tot we stilhiel den voor een oud eenzaam huis, dat aan een stroomend water lag. Zoodra we binnen wa ren, wilde Isabella haar man zienmaar de knecht verzocht den zieke eerst op hare komst te mogen voorbereiden en bracht baar in een vrij donkere kamer op de eerste verdieping. We wachtten, terwijl Isabella in doodsangst heen en weer liep. Een poos daarna werd de deur geopend en de man, die op me gescho ten heeft, trad binnen. Hij zag er ernstig uit, geleidde Isabella naar een stoel en deelde haar met de meeste omzichtigheid mede, dat Johannes Klöber dood en begraven was. Als een marmeren beeld had Isabella hem aange hoord toen hij geëindigd had sprong ze op en zeide, dat ze 't niet geloofde en naar haar in wilde. Schmidt, zoo heette de man, naar hij zeide, zwoer hoog en duur, dat hij de wasrheid ge sproken had en riep den knecht, die ons ge leid had, om zijne woorden te bevestigen. De man, die zich voor een ouden dienaar van den heer Greif uitgaf, verhaalde, oogenschijnlijk diep bewogen, hoe kapitein Klöber nacht op nacht had gewaakt bij zijn stervenden bloed verwant en na de begrafenis en de opening van 't testament nog denzelfden dag naar de haven gereisd was, omdat hij dacht dat zijne vrouw met zeker schip missehien zou aange komen zijn. Bij zijne terugkomst kreeg hij ten huize van den heer Schmidt de scharlaken koorts en was na drie dagen met den naam van Isabella op de lippen gestorven. Wegens 't gevaar van besmetting had men de begrafe nis niet kannen uitstellen tot bare komst. Daarna reikte hij een blad papier over^ waarop met een bevende hand geschreven stond „God zegene mijne dierbare vrouw en mijn kind." Isabella herkende Klöbers schrift, hield zioh overtuigd dat ze weduwe geworden was en viel in onmacht. De beer Schmidt droeg haar in een slaapkamer en liet haar aan de zorgen van een oude vrouw en Rita's kinder meid over. Toen ze ten laatste bijkwam, lag ze bewegingloos met starren blik, totdat ik Rita in hare armen legde en haar aan 't ver stand bracht, dat ze nu zich als vader en moe der van 't kind moest beschouwen. Toen be proefde ze te spreken en barstte in tranen los. Dezen dag at ik met den heer Schmidt. Hij vertelde me, dat hij advocaat van den heer Greif geweest was en de arme Klöber hem ge smeekt had, toen hij op sterven lag, zijne vrouw en kind te beschermen en voor hare belangen te zorgen. De stervende had echter geen tijd gehad hem wettig ais voogd te laten benoemen, omdat de ziekte zoo snel was toe genomen. Plotseling vraagde hij „Weetje ook, of hij vroeger een testament gemaakt heeft?" „Ik zeide 't niet te weten, want ik wan trouwde den man. Toen vertelde de heer Sshmidt me, dat hij voor eenige maanden dit huis voor mijne nicht gehuurd had. „Waarom P" vraagde ik." Zal ze dan niet direct de erfenis van den heer Greif in bezit nemen en zijn huis bewonen „Dat gaat zoo dadelijk niet," zeide hij, „want 't wordt verbouwd en ik durf haar, nit vrees voor besmetting, vooral voor 't kind, mijne woning niet aanbieden. De mennchen, die ons dit huis verhuurd hebben, waren voor heen bedienden bij een bevriende familieze waren getrouw en men kon zich op hen ver laten." Ik vraagde hem op welk kerkhof Klöber begraven lag en hij noemde na me plaats. Den volgenden nacht werd Isabella zwaar ziek, zoodat de dokter moest komen. Ik wil bij die vreeselijke dagen, die er volg den niet lang stilstaan. Mijne nicht had her senkoorts en zweefde dagen lang tnaschen leven en dood. Panlina, Rita's kindermeid, waakte bij haar, terwijl ik over dag me met 't kind bezighield. Daar Paulina ook wan trouwen koesterde, maakte ze zelf oub eten klaar." Eindelijk moest de koorts voor de kracht der jeugdige natunr wijken, en ofschoon haar hart gebroken was, mijne nicht keerde tot 't leven terug. De heer Schmidt bezoekt ons dikwijls en scheen zeer opgewonden. Zoodra Isabella in staat was uit te gaan, drong ze er op aan 't graf van haar man te be zoeken. Ik ging met baar mee. Op den steen, die volgens 't opschrift, zijn overschot be dekte viel ze onmachtig neer en toen ze weer thuis kwam, was ze verscheidene dagen on verschillig voor nlles. Ik werd erg ongerust over haar. 't Groote sombere huis droeg er niet weinig toe bij haar neer te drukken, 't Was een oud, vervallen gebouw met lage vertrekken, kron kelende gangen en verborgen kamers. Aan de achterzijde, beneden de trap, was een diepe put, waarvan de opening met een ijzeren hek was gesloten. Ik kon er niet naar zien zonder een rilling ie gevoelen. Onze zorgen ver meerderden. Panlina had beloofd voor Rita te zorgen tot we in Duitachland waren ge komen en Isabella zon haar dan ontslaan en naar Spanje terugzenden, waar ze in 't huwe lijk zou treden. Ze drong er op aan te mogen afreizen, daar ze reeds veel langer in dienst was gebleven dan ze verplicht was, en haar bruidegom in elkeu brief op hare terugkomst aandrong. Mevrouw kon, voegde ze er bij, ge makkelijk een andere kindermeid vinden. In 't geheim deelde ze me mede, dat ze dit alleen zeide om hare mevrouw te noodzaken hare onverschilligheid te laten varen en tot handelen aan te sporen. Isabella hoorde haar koelbloedig aan, alsof alle aardsche bekom meringen haar naai den heer Paulina te betalen. Dat werd haar dadelijk koud lieten; alleen vroeg ze ditmaal den heer Schmidt om geld, ten einde werd haar gegeven en de meid ontving daarenboven i een aanzienlijk geschenk. Na Panlina'a ver trek werd de toestand van mijne nicht beter, ze nam de zorg voor haar kind op zich en dat oefende een weldadigen invloed op haar uit. De oude vrouw had aangeboden voor Rita to zorgen, maar Isabella weigerde, omdat ze haar niet mocht lijden. Ze sprak er met den heer Schmidt over. Rita naar een gezonde landstreek te willen brengen, hetgeen hij goed vond ze moest, zei hij, echter nog wat geduld hebben en eer ze vertrok moest ze nog eenige papieren onderteekenen. Binnen kort zou hij die meebrengen en haar tevens den staat van haar vermogen overleggen. Op zekeren avond, toen ik gereed atond naar bed te gaan, kwam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1884 | | pagina 1