'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1232.
Zaterdag 6 December 1884.
Twaalfde Jaargang.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Verachijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Bareaox: SPOORSTRAAT eo ZUIDSTRAAT.
Advortontiön
ran 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en V7RIJDAG^MORGJENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 7 59 m.
Onderg. 3 u. 45 m.
Zondag 7 2de Advent.
Maandag 8 Maria Ontvangenis.
Dinsdag 9 Laatste Kwartier.
Woensdag 10
Donderdag 11
Vrijdag 13
Zaterdag 13
nieuwstijdingen'
HELDER, 5 Dec. 1884.
Dinsdagavond gaf de heer Bot-
tinga, van Harlingen, een declamato-
rium in Tivoli. Jammer voor den
declamator, dat 't ongunstige weder
oorzaak was van een geriuge opkomst.
Die de gladde straten trotseerden,
hebben zich niet beklaagd. Opnieuw
toonde de heer B. dat hij zijn audi
torium weet te boeien en aangenaam
bezig te houden. Zijne klankrijke
en buigzame stem maakt een goed
effect en door bij afwisseling ernstige
en luimige voordrachten te houden,
bracht hg in 't door hem gegeven
declamatorium een gewaardeerde ver
scheidenheid. Bjjzonder vielen in den
smaak Langs den meer en meer ge-
bruikelijken weg" en »Een wedstrgd
in 't reciteeren.
Tot kapelaan te Leidschendam
is benoemd de heer C. H. Bramlage,
van hier.
Aan het strand nabg Huisdui
nen is aangedreven een stuk van de
verschansing van een schip, voorzien
van een naambord, waarop »Magda".
Op eenigen afstand daarvan is een ge
deelte van een scheepsdek drijvende
gevonden.
Iu de duinen van Terschelling
is een kistje gevonden, waariü zich
eenige stukjes ijzer eu koper bevon
den, benevens een medaille, waarop
de Nederlaudsche Maagd, met de vrij
heidsmuts op en een bundel pijlen
in de hand, gezeten is op een leeuw
met gekroonden kop. Volgens het
Oudheidkundig Genootschap" is dit
eenzeldzaam exemplaar eener medaille,
welke ten tgde van Alva is geslagen,
volgens het jaartal 1570, dat er op
staat.
Iu verschillende dagbladen trof
fen we een bekendmaking aan van
het vermissen van den heer H. C.
Stork, die Vrijdagmiddag per treiu
2.57 van Delft naar Botterdam zoude
vertrekken om verder via Arnhem
per Rijnspoor naar Almelo te reizen.
Iuformatiën omtrent genoemden heer
berichten, dat hij, na in 1883 aan
de Polytechnische School te Delft het
diploma v. Mijneniugenieur hebben te
veikregeu, onlangs door den Minister
vau Koloniën ter beschikking was
gesteld van den Gouverneur-Generaal
vau Nederlaudsch-Indië. Binnen be
trekkelijk korten tijd zoude hij dan
ook de reis naar Java aanvaard
hebben, doch hield zich nog tgdelijk
alhier op. Gedurende zijn studententijd
zich steeds als een jongmensch van
solide levenswijze hebbende doen
kennen, is zijne verdwijning des te
raadselachtiger, nu ook zijn ge
zichtsvermogen, dat niets te wen-
schen overliet, niet de oorzaak kan
geweest zijn van eenig hem over
komen ongeluk. Zijne verdwijning
is voor zijne familiebetrekkingen des
te treuriger,daar zijne ouders Zaterdag
jl. hun veertigjarig huwelijksfeest
zouden vieren, tot de bijwoning waar
van hg dan ook van hier zoude
zgn op reis gegaan. Allerwegen zgn
te Rotterdam, op de aanplakborden,
bekendmakingen vastgehecht, waarbij
van de vermissing wordt mededee-
ling gedaan en een belooning van
f500.toegezegd voor degenen, die
inlichtingen verschaffen.
Ondanks de herhaalde waar
schuwingen om geen petroleumlampen
in gesloten vertrekken te laten branden,
blijft men daarmede roekeloos voort
gaan. Toen Maandagochtend de stoom
boot ï>Johan de Wit II" van Dord
recht naar Gorinchem zou vertrekken,
miste men de keukenmeid. Bij nader
onderzoek bleek, dat zij nog in hare
hut op het dek lag te slapen. De
kleine ruimte was echter geheel met
deu dikken walm eener nog bran
dende lamp gevuld, eu de dienst
bode was geheel bewusteloos. On
middellijk werden ijverige pogingen
in het werk gesteld om haar het
bewustzijn weer te geven, terwijl
uaar Gorinchem geseind werd om haar
daar, bij aankomst der boot, zoo
noodig geneeskuudige hulp te vcr-
leenen. Gelukkig was die ;niet meer
noodig: de vrouw was .zoo goed
als hersteld. Bovenstaande moge
velen opnieuw tot waarschuwing
strekken. (D. C
Soerabaja 25 Oct. De wegens
feitelijke insubordinatie tot de staf
des doods met den kogel veroordeel
de Europeesche militair Marchaud,
in het militair provoosthuis alhier
zich bevindende, heeft gratie van de
doodstraf gekregen, welke straf ver
anderd is in die van zes jareu mili
taire gevangenis en vervallenverkla
ring van den militairen stand. Den
delinquent werd deze beslissing heden
morgen op de gebruikelijke wijze aau-
Door de gezamenlijke fabrikan
ten van kunstboter te Osch is in het
belang der openbare veiligheid de
volgende maatregel genomen. Ieder
arbeider, die wegens dronkenschap
bekeurd wordt, kan bg geen hunner
gedurende een half jaar iu de fabriek
werk bekomen. Opdat de politie
scherp zal toezien op ieder die in
kennelijken staat verkeert, wordt eene
premie van f5 voor elke bekeuring
uitbetaald.
Men schrijft uit Nieuw-Appel-
scha:
De lage prgs der aardappelen is
oorzaak, dat er iu onze gemeente en
omliggende dorpen ongewoon veel
varkens worden gemest. Er zgn vee
houders, die vroeger uiet meer dan
twee varkens op 't hok hadden, en
nu 8 a 10 mesten. Omgekeerd staat
het met de arbeiders De geringe
verdiensten lieten niet toe, biggen
te koopeu, en te mesten. Tal van
veenarbeiders, die vroeger in December
een dik varken slachtten, zijn er nu
zonder.
Te Nieuw-Amsterdam overleed,
na een smartelijk lijden, een 17 jarige
knaap, die door onvoorzichtigheid
van een kameraad een geweerschot
in het been kreeg, waardoor de ge-
heele knieschijf verbrijzeld werd.
Onlangs werd een tandmeester te
Sint-Petersburg in het hartje van den nacht
op onstuimige wijze opgescheld.
Een knecht deed open en liet een heer
en een dame binnen„zeg aan den dokter",
riep de heer op barschen toon, „dat ik
hem onmiddellijk moet spreken, hij moet
een tand uittrekken."
Eenige oogenblikken later kwam de
tandmeester, die uit zijn bed gehaald was,
bij het paar. „Trek die dame dadelijk
een taud uit," zeide de onbekende op be
velenden toon, terwijl hij op de sidderende
en weeneude vrouw wees.
„Ik moet den tand eerst zien," ant
woordde de dokter, „wellicht is trekken
overbodig en kan eenig ander middel worden
aangewend."
„Malligheid," schreeuwde de vreemdeling,
„trek haar een tand uit, 't komt er niet
op aan welkeik betaal je er vijf en
twintig roebels voor en als het beel veel
pijn doet vijftig roebels."
De tandmeester vond dit voorstel na
tuurlijk buitengewoon zonderling en ver
langde nadere opheldering.
„Opheldering P" brulde de onbekende,
„nu die zal ik je geven: die dame is mijne
vrouw,jawel het is mijne vrouw,
zij stond beden nacht plotseling op, klaagde
over tandpijn en beweerde dat ze onmid
dellijk naar een tandmeester moest rijden.
De zaak kwam mij al dadelijk verdacht
voor, want mijne vrouw heeft nooit aan
tandpijn gesukkeld en ik zeide dat ik met
haar mede zou gaan, maar zij verlangde
dat ik „bij de kinderen" zoude blijven.
Zij zou wel een dienstmeisje medenemen.
„Goed", heb ik gezegd, „ga je gang",
maar ik besloot om haar na te gaan.
„Onmiddellijk nadat mijne vrouw was
weggereden, nam ik een rijtuig, volgde
baar en ontdekte dat mijn argwaan gegrond
was geweest, want zij ging niet naar een
tandmeester, weet je waar zij been ging
dokter P.Zij ging naar een club, naar
een bal-masqoé, waar zij vermoedelijk
iemand een rendez-vouz bad toegestaan.
Juist toen zij bet gebouw wilde binnen
treden, heb ik baar gegrepen en ik besloot,
teneinde baar te straffen en een nuttig
lesje voor bet vervolg te geven, om haar
een tand te laten uittrekken. Nu hebt ge
opheldering dokter, treuzel nu niet langer,
bier is je honorarium
De tandmeester liet zich niet door de
groote geldsom verlokken, maar weigerde
zeer bepaald om tot de operatie over te
gaan, daar bij, naar hij zeide, wel een ge
neesheer maar geen beul was.
Vloekende en tierende sleurde de moderne
Otbello zijne ontrouwe en snikkende gade
naar een' anderen tandmeesterbet is
echter niet bekend geworden of hij iemand
gevonden beeft, die aan zijn verzoek beeft
willen voldoen.
Door nasporingen bleek bet, dat de on
bekende een schatrijk koopman in vruchten
is, die eerst weinige jaren geleden huwde.
Londen, 2 Dec. Iu het Hoo-
gerhuis brak Lord Northbrook een
lans voor den toestand van de vloot.
De Regeering (zeide bij) is besloten
Engelaud's voorrang ter zee te hand
haven. Engeland beeft veel meer
schepen dan Frankrijk, en legt op
bet oogenblik aan pantserschepen
ook veel meer ten koste. Zoo spoe
dig mogelijk wordt er met het aan
bouwen van de op stapel gezette
pantserschepen voortgemaaktook
bestaat er plan op bet aanbouwen
van nog verscheidene nieuwe pantser-
schepen, als twee torpedorammen, vijf
kruisers, tien advies-jachten en dertig
torpedo-booten. De kosten daarvan
worden, met inbegrip van versterking
en wapening der kolenstations, op
5Ya millioen p. s. geraamd, over de
eerstvolgende vijf jaren te verdeelen.
Aan Sint Nicolaas.
Goede Sint Niklaas, mag 'k weder,
Bij de nadring van uw feest,
U mijn wenschen kenbaar maken P
Gij zijt steeds zoo goed geweest
En zult mij nu ook wel booren
Breng dan uitkomst in den nood
Geef, bij 't nadren van den winter,
Duizenden weer werk en brood.
Schenk in Atjeb ons den vrede
Breng de zonen, die zoo fier
Daar voor land en koning streden,
Bij hun bloedverwanten hier.
Stort in Neerland's leege schatkist
Wat millioenen, zoo ge wilt,
Opdat men ons eerlang hier niet
Scheert, en daarna wellicht vilt;
Geef in 't harre jaargetijde
Ieder voedsel, deksel, brand
Breng ons d'oude eenvoud weder,
Opdat elk blijv' in zijn stand.
Geef hen, die het trouwen schromen,
Toch een pijl van Cupido
In het hart want te onverschillig
Zijn er veel meer dan te bloo.
Breng in de vernieuwde kamers,
Eu ook in den achtbreu raad,
Ycel tot heil van alle menachen
Geef dat m' er elkaar verstaat.
Breng toch liefde en eeasgczindheid,
Daar, waar thans partijgeest woedt,
Lieve SintIk zal u loven
Zoo gij aan dien wensch voldoet.
Dat gij 't kind niet zult vergeten,
Weet ik wel vooruit; wil dan
Ook voor de arme kindren wezen
Sinterklaas, goed heilig man
FEUILLETON.
Een onverbiddelijke Vijand.
Vertaling
20.) van GERRIT J.
Zeker, anders was ze niet hier. De priorin
schreef me, dat ze een gebrek bad, namelijk
bare eigen denkbeelden te hebben en daaraan
met de grootste hardnekkigheid vast te hou
den. Emma hield veel van baar, toen ze bei
den in 't pensionaat waren, en verzocht me
haar te engageeren in plaats van een vreemde."
„Emma heeft u en dus weet ik niet, waar
toe ze een gezelschapsjuffrouw noodig beeft,"
zeide bij, terwijl hij ontevreden keek.
„Jeugd en ouderdom kunnen niet altijd bij
elkander zijn, Emma beeft behoefte aan iemand,
die met baar kan zingen, spelen, verre wande
lingen maken en vroolijk met haar lachen.
Voordat alles bad ze een gezelschapsjuffrouw
noodig. Wanneer jij thuisgebleven waart, zou
alles misschien anderB geloopen hebben."
Kurt haalde de schouders op en zeide:
„Voor deze rol is juffrouw Trouville ge
schikt. Wanneer ze onze lieve kleine Emma
maar niet meer tot schade dan tot nut is."
„Ik sie geen grond voor zulk een vrees.
In sommige familiën zon hare schoonheid een
struikelblok kunnen worden, maar ik ben niet
bang dat Kurt Hageu eeu mésalliance zal be
gaan."
Wees daaromtrent onbezorgd, grootmoe
dertje, „zeide hij en koste de oude dame op
beide waBgen. Goeden nacht."
XII.
Marie kreeg schik in 't leven op 't kasteel.
Mevrouw vou TÜoltzendorff nam Bnel in beter
schap toe, opgevroolijkt door 't gezelschap
van haar kleinzoon, die van plan scheen, zijne
zucht tot reizen een tijd lang aan banden te
leggen en thuis te blyven. Bezoekers kwamen
nu en dan en bleven op 't kasteel dineeren.
Emma, die gevoelde dat de bijzondere klee
ding van Marie voor deze hinderlijk kon zijn,
drong er op aan een voorschot op haar salaris
te geven, waardoor ze in staat werd gesteld,
zioh eenige lichte zomerkleedjes en een staat
siejapon te laten maken. En verloor Marie
daardoor ook iets van hare betooverende kalm
te, zoo gaf 't baar in andere opzichten voor
deel. Bij 't eerste diner tooide ze Emma zorg
vuldig. De gasten waren, de beer superinten
dant en zijne vrouwdokter Hesse, zijne
vrouw en dochter; de beer HeijJuck met
vrouw en dochterde laatste was een schoon
en aanvallig meisje, wier broeder, reeds ge
noemd, tevergeefs naar Emma's band bad ge
dongen; freule Matbilda Calman, een onge
trouwde dame, zeer geniaal en onderhoudend;
de heer Calman, baar broeder, die een der
schoonste landgoederen in den omtrek bezat
de predikaut Falke met zijne zuster en zijn
kweekeling, een jonkman, die zich voor de
akademie bekwaamde; en eindelijk twee offi
cieren, die in de naaste stad in garnizoen
lagen.
Met niet geringe verbazing werd juffrouw
Trouville aangestaard door ben, die hare
positie bij de familie kenden. Mevrouw Heij
duck beklaagde mevrouw vou Holtzeudorff iu
stilte, d*t ze zulk een meisje dagelijks zoo
intiem met haar erfgenaam liet omgaan en
was ijverzuchtig op een schoonheid, welke die
van hare dochter Augusta in de schaduw
stelde. Mevrouw Hesse bad reeds vriend
schap met 't meisje gesloten eu had er niet
eens aan gedacht dat haar verblijf in 't kasteel
iemand gevaarlijk kon worden. Freule Cal-
mann verheugde zich over de aanwezigheid
van Marie en berekende reeds dat ze, met een
toereikende huwelijksgift, geen slechte partij
voor haar broeder sou ziju, een hardnekkig
vrijgezel, die ze gaarne onder de pantoffel zou
willen brengen. Een der officieren, kapitein
Arnheim, geleidde Marie aan tafel. Hij
vraagde of ze 't seizoen in Berlijn bad door
gebracht en verwonderde zich, toen bij boorde,
dat ze Berlijn in 't geheel niet kende.
„Ook nog niet ten hove voorgesteld, denk
ik?" merkte bij op.
„Dat zou moeielijk gegaan ziju, waut ik
kom pas van een Franscb kloosterpensicnaat,
om hier de betrekking van gezelschapsjuffrouw
bij freule Emma waar te nemen."
De offioier was ten hoogste verwonderd.
De voorname, vorstelijke blik bad hem een
vrij wat hoogere maatschappelijke positie doen
vermoeden.
„Inderdaad P En bevalt u 't Duitscbe land
leven"?
„Buitengewoon goed, bier is alles ver
rukkend mooi
„En u verkiest de wereld boven 't klooster
leven P"
„O, ja; ofschoon ik 't in 't klooster zeer
goed heb gehad."
,Een tevreden natuur", zeide de officier
lachend, waarna ze bun gesprek prettig ver
volgden.
„Mijnheer Hagen, wanneer hebt u 't laatst
bericht van Filip von Renken ontvangen?"
vraagde Arnheim na een poos.
Toevallig keek Marie bare vriendin aan eu
zag met verwondering, dat ze bij die vraag
sterk bloosde.
„Dat is lang geleden; maar ik verwacht
ieder oogenblik de tijding dat bij te Hamburg
binneugeloopeu is was 't antwoord.
„Een kapitale kerel! riep kapitein Arn
heim uit. Ik wa9 op een reis bij hem aan
boord als passagier en heb een aangenamen
overtocht gehad, 't Is een beste kapitein en
daarbij eeu edelman in den volsten zin des
woords."
„Kurt knikte toestemmend.
„Zekere dame, een der medepassagiers, ging
de kapitein voort, was tot over de ooren ver
liefd op hem en, bad bij gewild, hij zon een
rijke weduwe hehbeu kunnen huwen."
„Maar hij wilde uiet om geld huwen,"
merkte Kurt aan.
„Dat geloof ik ook; maar de dame was
daarbij jong en schoon en bij had wel een
slechter keus kunnen doen."
„Naar ik hoor, mevrouw von floltz€ndorff,
zal uw neef, Robert Hellwig, iu den adelstand
worden opgenomen," zeide de heer Heijduck.
„Die jongo beer is als wonderlijk door 't
leven gerold, eerst op de advocatenbank en
daarna in den Rijksdag."
„Ja, was 't antwoord, Robert gelukt alles."
„Ik moet zeggen tot mijne verwondering,"
zeide de heer Heijduckik bad dat van hem
vroeger niet verwacht."
„Hij wassteeds voorziohtig en voorzichtig
heid wint 't soms van bekwaamheid," wierp
dokter Hesse er tusschen in.
„Hij was uw leerling, beer predikaut, en u
zult dus wel trotsch op hem zijn," sprak de
heer Heijduck.
,,'t Verwondert me dat hij niet trouwt,"
was de opmerking vau mevrouw Heijduck.
„Zijne gezondheid is zwak," verontschul
digde mevrouw von Holtzendorff.
„Hij lijdt aan neuralgie en is danrdoor soms
niet eens in staat met de uenscben te spreken.
Robert zou reeds bezweken zijn, had hij zich
niet met kracht tegen zijne, ziekte verzet. De
pijn maakt hem wrevelig en daarom is hij bij
dames minder op zijne plaats."
„Zijne positie en zijn rijkdom zouden tegen
dat gebrek wel opwegen," zeido freule Cal-
mann sarcastisch. Ze dacht aan den tijd toen
Robert Hellwig haar of huar geld 't hof
gemaakt had, terwijl hij zelf arm was.
„We verwachten hem hier, als de rijksdag
afgeloopen is," zeide mevrouw von Holtzen
dorff; hij is sedert jaren hier niet geweest.
Daarna bepaalde zich 't gesprek tot dage-
lijksche voorvallen. Ten laatste werd Marie
verzocht te zingen; ze bracht haar toehoor
ders door hare prachtige stem en uitmunten
de voordracht spoedig ia verrukking. Kurt,
die haar nog niet had hooren zingen Lustorde
met de grootste belangstelling en verrukking,
tot groote ergernis van mevrouw Heijduck.
Wordt vervolgd.