ROODE KOUS. Timmer- ea Branflliont, NATIONALE MILITIE-VERZEKERING lewtaapjBSiëropingwrai: Tooneelvoorstelling, ONTEISRD. IET BEIflCES DRIETAL Tb tor: iweo HUIZEN; i£ attest. VERKOOPHUIS eenige Spiegels, 3 Muziekkastjes, 2 Notenhouten Schrijftafeltjes, I idem Toilet, met marmeren blad en 4 Werktafeltjes, een klein partijtje fijne kristallen Madera- en Bitferglazen van 50, 45 en 40 cent, voor 25 en 20 ct. THEE van E. BRANDSMA, feuilleton. te geven door eenige ouderofficieren van liet 1ste regiment Infanterie, ten voordeele der vereeuiging van gepensioneerde onderofficie ren en minderen van liet Nederlandsche leger, in het Lokaal Tivoli, op Woensdag 11 Februari e. k. Op te voeren stukken Oorspronkelijk Tooneelspel in vier bedrijven, door den schrijver van j>De gifmenger of het offer eens vaders." e. a. Tot slot Oorspronkelijk Blijspel met Zang in één bedrijf, door M. J. Gillissen. Entrée-prijs voor een Heer f 0,75. eene Dame - 0,50. Aanvang te 8 uur precies. KAARTJES zijn te bekomen bij de HeerenSTADERMANN, HOL- MER en BAKKER. Plaatsen zijn te bespreken op den dag der voorstelling aan het lokaal, a f0.10 extra. zal, op DINSDAG 10 FEBRUARI a. s., des avonds 8 ure, in 't lokaal „Dlliffentia," aan den Kauaalweg, op den hoek van 't Westplein te Helder, voor den tijd van 3 jaar verharen Drie perceelen WEILAND, liggende in den Helderschen Polder, en welSectie A No. 687, groot 77 Aren, laatst verhuurd aam G. Moor man, voor f135 's jaars. Sectie A No. 747, groot 97 aren 50 centiaren, laatst verhuurd aan D. Dekker, voor f 180 'a jaars en Sectie A No. 931, groot 41 aren 70 centiaren, laatst verhuurd aan C. Molenaar, voor f93 's jaars. een ruim WINKELHUIS en een WOONHUIS, ook wel geschikt voor een Winkelhuis, staande beiden op een der beste standen te Burg op Texel. Adres J. Sz. DEKKER, aldaar. Bij de Nederlandsch-Amerikaanscbe Stoomvaart-Maatschappij bestaat gelegenheid tot plaatsing van enkele personen uls: PEOVIAN dmeestbp aan boord harer Stoomschepen, belast met de administratie van levens middelen en dranken. Bij voorkeur komen hiervoor in aanmerking gepensioneerde of eer vol ontslagen 8tuurlieden der K. N. Marine, die tijdelijk den botte- liersdienst hebben waargenomen. Zich, voorloopig schriftelijk, aan te melden bij de Directie der N. A. S. M., te Rotterdam. te Helder, zal op WOEASDAG 18 FEBhL'ARI 1885, des namiddags te 2 uren, in het Hotel TOELAST" aldaar, in 't openbaar verkoopen: een belangrijke partij afkomstig van het gesloopte Ne derlandsche Barkschip »SCHAGEN," bestaande in: EIKEN HUIDPLANKEN, zware DEKBALKEN, DEKDELEN, EI KEN STUTTEN, KROMMERS, enz. enz. Daags vóór en op den verkoopdag te bezichtigen aan de Achter-Bin nenhaven, ter hoogte van de Tele- Te koop voor billijken prijs PLANKEN, SCHROTEN, mooie SLIPPERDELEN, RIGA SPARREN eu KOLDERS, bij H. kleijn, Binnenhaven 57. Steenkolen 2 Heele beste, grove Schotsche KACHEL-STEENKOLEN, a 80 cents per mud. Bij H. KLEUN, Binnenhaven No. 57. De Drufveu-Borst-nonig van W. B. ZICKENHEIMER te Maiuz heb ik sedert vele jaren dikwijls voorge schreven en steeds bevonden, dat dezelve een zeer goed geneesmiddel tegen cbroniscben hoest, heeschkeid, enz. is. Ook heb ik de Druiven- Borst-Honig gedurende een kinkkoest- epidemie laten aanwenden. Terwijl deze hoest, met andere middelen be streden, steeds omtrent een halfjaar aanhield, was dezelve, door aanwen ding van de Druiven-Borst-Honig binnen eenige weken genezen. Ik kan alzoo den Druiven-Borst-Honig als een zeer voortreffelijk middel tegen hoest-, borst- en balskwalen aanbe velen. Grabow in Mecklenburg-Schwerin, den 24 Mei 1875. Dr. C. RÖST, Gezondheidsraad. Alleen echt verkrijg- baar in flesschen, van twee gulden, een gulden en 65 Cent, voorzien van neven staand fabriekstem- pel te Nieuwediep bij W. V. BRUIN V ISte Burg op Texel bij P. J. SMITte Wieringen bjj J. BRUUL. J« él SS e WA.M ü/jiLSfie Aan Ouders en Voogden van Militieplicbtigen voor de lichting 1885, wordt herinnerd, dat wij ons Kantoor, hetwelk bestaat sedert 1850, weder geopend hebben tot het sluiten van contracten voor het stellen van PLAATSVERVANGERS en NUMMERVERWISSELAARS voor genoemde lichting. kantoor Heerengmckt bij de Wijde Heisteeg No. 357, Amsterdam. N.B. PLAATSVERVANGERS en NUMMERVERWISSELAARS kunnen zich voor flinke prijzen aanmelden bij den Heer JVC. van Praasa te den helder. EE BETBEKKINGGIDS BEVAT DAGELIJKS alle vacante betrekkingen en aangeboden werk in ons geheele land. Prijs f 1.50 per kwartaal, per nummer 2l/8 Cent. Kan in geen Koffiehuis of Herberg ontbreken. Overal AGENTEN gevraagd tegen booge provisie. Uitgever: C. J. LANGENDAM, UTRECHT. Springweg E 163. Zeer beleefd wordt allerlei BindwerR gevraagd. Nette en so lide aflevering binnen 4 a 5 dagen. Goedkoope prijzen. STAALMAN, Hoofdgracht. Spoorstraat. Chem. Fabriek van H. van Kimbont te Emmerik a. d. Rijn. Tweevoudig bekroond Amster dam 1884." BOUST-PASTILLEA. In zakjes a 15 ets. en ia doosjes a 30 en 50 cents. SLIJM-MAAGPILLEA. In doosjes met 50 pillen 25 cents. TEER-CAPSULES. In flacons met 60 capsules 60 cents. Verkrijgbaar bjj W. V. BRUINVIS, te Nieuwediep, J. T. SMIT, Texel. TRAOE MARK Kalrerstraat 158, Amsterdam. Alleen in verzegelde pakjes, voorzien van bovenstaand gedeponeerd handelsmerk, verkrijgbaar te Ilelrfcr bij J. KORVER, Zuidstraat; Mej. C. ZUNDERDORP. Koningstraat Mej. J. CAARLS, Kanaalweg; Mej. L. SCHRöDER, Hoofdgracht: W. H. BURGERS, MiddenstraatG. OTTO, Kanaalweg; Mej. KORVER. Spoor straat; »DE THEEBOOM," Spoor straat; M. TISSING, Spoorgracht; T. STEEMAN, Middenstr.B. WEIJ- ENS, Middenstraat D 233-234J. HONDIUS, Kanaalweg. Te Texel bij J. M DEKKER; Mej. de Wed. JOH. ZIJM; Mej. ANNA BAKKER. In bet bijzonder wordt de aandacht gevestigd op SOUC1IOS THEE ii f 1.30 per 5 ons. Een onverbiddelijke Vijand. V ertaling 86.) van GEERIT J. Nog een lied, als ik u bidden mag. Wilt u een volksmelodie zingen?" Marie antwoordde niet, maar begon „Die letzte Rosé". Nog klonk hare sclioone stem door de kamer, toen Kurt, als tweede toe hoorder, binnentrad, maar op een wenk van Hobert bij de deur staan bleef. Toen 't lied geëindigd was stond 't meisje op. ,,Ik kan geen woorden vinden om u te dan ken," zeide de baron; nog nooit heb ik zulk een stem gehoord Welk een prima dona zou juffrouw Trouville kunnen worden, Kurt!" „Juffrouw Trouville zingt ongetwijfeld schoon," merkte deze koel op. „Wilt u ons reeds verlaten?" voegde hij er koel bij, toen Marie de kamerdeur reeds be reikt had. Kunt n niet nog een lied zingen om ons te verpliohteu Hij sprak zoo vormelijk en koud, dat Marie verschrikte en boos werd. Toch ging ze voor 't instrument zitten en zeide: „Met genoegen." Ze droeg daarop een ballade voor, waarin Ee aan haar beleedigd gevoel lucht gaf. Hoezeer voorzichtigheid hier noodzakelijk was, een liefhebbende vrouw kan niet onverschillig blijven bij de koelheid van den man, dien ze bemint. Kurt begreep haar; op zijn gelaat vertoonde zich een glim lach. Toen Marie haar gezang eindigde, lnidde de klok voor 't avondmaal. Met een zekeren trots sloeg ze de uitnoodigiug van Kurt, om aan tafel de honneurs waar te nemen af, onder voorwendsel dat ze verkouden was en brieven te schrijven had en ging heen, haar kostbaar werkmandje medenemende. In hare kamer las ze haar eersten minnebrief. Kurt schreef onder anderen: „We moeten geduld hebben en op elkander vertrouwen. Mijn schat, ik durf nauwelijks aan 't waagstuk denken dat je van daag hebt uitgevoerd. Ik meende, een onderhond bui ten 't huis zou veiliger zijn, daar in elk gezin een spion rondsluipt en we onze liefde toch niet tot een onderwerp van gesprek in de dienstbodenkamer willen maken. Toch heb ik gedwaald, maar zal 't niet weer wagen je te compromitteerenik zelf wil de onschuld be schermen, die nog geen wereldkennis verkre gen heeft. Tegenover baron Hellwig moeten we uiterst voorzichtig zijn, wanneer we ons in zijne tegenwoordigheid bevinden, want bij is zeer scherpzinnig. Ik verlang temeer naar grootmoeders herstel, omdat ik dan op reis kan gaan om nasporingeu te doen, ten einde je geheim te doorgronden. Morgen, aan 't ontbijt, zien we elkander. Slaap we!, lieve Marie!" Marie sohreef een antwoord, dat Kurt bij 't ontbijt zou in banden krijgen. Ze schreef, dat 't verkeerd van baar was geweest, naar 't visschershuisje te gam en hoe dankbaar ze was voor de zorg, die bij haar betoond had dut ze als vrienden moesten omgaan, totdat 't tijdstip kwam, waarop hij vrij voor zijne liefde mocht uitkomen. Ik kom me zelfs als een slecht en arglistig meisje voor, wanneer ik je grootmoeder en Emma zal ontmoeten. Mag ik Emma in 't vertrouwen nemen, of moet onze liefde eeu geheim tusschen ons beiden blijvec P Kurt beantwoordde de vragen, hem schrif telijk gedaan na 't ontbijt mondeling. „Laat 't een geheim blijven," zeide hij. Emma is eeu edelmoedig, verstandig meisje, maar ik geloof niet dat ze in staat is iets voor hare grootmoeder te verbergen. Daarbij heb ben we 't recht niet haur met ons geheim te bezwaren dat haar later, bij mogelijke ontdek king, tegenover grootmoeder in een vreemde stelling zou plaatsen. Neen Mnrie, laten we 't geheim in oute harten bewaren. Verder sprak bij hoe 't hem verheugen zou, Marie eenmaal, wanneer ze zijne vrouw was, aan tafel te zien zitten. Beiden ontwierpen plan nen om 't leven op een edele, gelukkige en nuttige wijze te besteden. De oogen van Marie vulden zich met tra nen van geluk. Kurt was opgewouden als een knaap, 't Was een recht prettig ontbijt, 't laatste dat ze onder vier oogen nuttigden, want Emma had geschreveu, dat mevrouw van Holtzendorff genoegzaam hersteld was en des namiddags thuis zou komen. „Grootmoeder," schreef ze, moest dadelijk naar bed, omdat ze nog erg zwak was. Wees dus zoo goed, lieve Kurt, aan juffrouw Schmidt te zeggen, dat grootmoeders kamer goed verwarmd moet worden en zeg aan Marie, dat ik haar spoedig uit hare onaange name positie zal helpen." „Ben je niet blij, Marie?" vraagde bij schalkachtig. „Ja zeker", was 't antwoord. Je ziet, ik ben thans aan een gevangene gelijk. „Maar met znlk een prettig ontbijt is 't ook uit." In den namiddag kwam de zieke thuis, die door haar liefhebbenden kleinzoon naar hare kamer gedragen en door Marie zorgvuldig te bed gelegd werd. Emma was blij, omdat ze weer thuis was, ofschoon mevrouw von Holt zendorff verzekerde dat ze zich druk 't hof had laten maken en bijzonder veel pret bad gebad. „Zeg er niets van aan Kurt," verzocht de oude dame, terwijl ze Marie een oogwenk gaf. 't Meisje ontroerde, daar ze gevoelde door baar zwijgen hare weldoenster te bedrie- gen. lederen avond gebruikten Emma en Marie 't souper met de heeren, en terwijl Kurt zich met Emma bezighield, kon Marie opmerken hoe aangenaam de barou zich in gezelschap wist voor te doen. Hij sprak over allerlei din gen, hoewel litteratuur en muziek de hoofd onderwerpen waren, en Kurt, die er oogen- schijnlijk niet op lette, was verrokt over de denkbeelden van zijne beminde, en over de ingenomenheid, welke zijn neef, die de wereld door ec door kende, 't eenvoudige, in 't kloos ter opgevoede meisje toonde. Baron Hellwig werd vergast op muziek, die hij zijn universeel geneesmiddel noemde. Mevrouw von Holt zendorff had iemand naar beneden gestuurd met verzoek dat Marie iets zou zingen, daar ze gaarne verwijderde, smeltende muziek hoorde en zoo ging de avond heef aange naam voorbij. Toen baron Hellwig zijne kamer had op gezocht, vraagde hij zijn kamerdienaar, die zijn vertrouwde was „Heb je nog meer van die sirene hier be neden gehoord?" „Jawel, heer baron, ik he'o tijdingen," ant woordde Erans met een veelbeteekend gebaar. „Die juffrouw is niet zoo geheel onschuldig als u gelooft." „Hoe weet je datP" „Nu, ik deed van morgen vroeg een wan deling; daar de juffrouw zich buiten waagde, deed ik 't ook. Ze maakte zulke aardige voet stappen iu de sneeuw, dat ik baar volgde. Zoo kwam ik aan 't visschershuisje. Met verwon dering zag ik, dat er rook uit den schoorsteen omhoog steeg; ik naderde en wilde de denr zacht openen. Daar hoorde ik eensklaps pra ten en onderscheidde duidelijk de stemmen van den heer Hagen en van de juffrouw. Hij zeide, dat hij hare ouders wilde opsporendie Bchijnen dus onbekend te zijn. In persoon wilde ik de santenkomst niet storen, en daar om zocht ik den tuinman op, wien ik vertelde, dat er landloopers in 't visschershuisje waren geslopen, die hij er uit moest jagen. Hij ging. De heer Hagen opende de deur, maakt hem een standje en zendt hem weg. Hij zag dien heer maar alleen. Toen de heer Hagen aan 't middagmaal zat, ging ik nogmaals naar 't visschershuisje. Ouder zeilen, die een goeden schuilhoek vormden, vond ik deseu strik." Hij toonde bij die woorden zijn heer zulk een voorwerp, 't Was eeu strik, die Marie gedra gen had. De baron zeida spottend: „Ik dacht dat er op duizend vrouwen eeu goede gevonden werd, maar ik heb de percen tage te hoog berekend, nn»»r 't schijnt. Die ontdekking is intusscken wat waard. Hier Frans!:1 Hij opende zijne portefeuille en reikte den knecht een banknoot toe. „Ik koop je dieu strik af." Terwijl de baron den strik in zijn porte feuille bergde, zeide hij: „Van nu af heb ik 't lot dier onschuldige zangeresin handen." Frans was een oogen blik niet op zijn ge mak, toen hij de onheilspellende blikken van den baron opving; zijn geweten liet zich even booren, maar hij stelde zicii gerust door de opmerking: „Bah! Wat maakt 't uit?" Ze deugt vast niet veel, anders had ze geen ge heime samenkomsten met den heer Hagen. Daarmede maakte hij zich van de zaak af en sliep weldra den slaap des rechtvaardigen, terwijl baron Hellwig zijne slapelooze uren besteedde om booze plannen tegen Emma's gezelschapsjuffrouw te smeden. XXVI. Mevrouw von Holtzendorff was, ondanks hare zwakte en ziekelijkheid, naar huis geko men, want zo gevoelde vreos voor Kurt, nu hij met zijn neef alleen was. Spoedig na hare terugkomst dreef diezelfde vrees baar aan, Kurt over te halen 't afgebroken bezoek bij zijn vriend te hervatten. Gaarne volgde Knrt dien raad Gp, daar hij van plan was, na een verblijf van eenige dagen aldaar, met zijne naBporingeu te be ginnen. Den dag nadat zijne grootmoeder teruggekeerd was, nam hij die uitnoodiging tot de jacht als voorwendsel om op nieuw op reis te gaan, zijn neef aan de verpleging der dames overlatende. „Waartoe ben ik thans nog nut?" vraagde Robert, terwijl hij de scliuudera ophaalde; „ik mag wel eens uitkijken of ik een jonge dame kan vinden, goedhartig genoeg om de verpleging van een zieke als ik op zich te nemen, misschien zijn mijn titel en geld een voldoend lokaas." „Zeer waarschijnlijk," stemde Kurt toe, „als je bij de aanstaande barones niet op ze delijke waarde ziet." „Daar heb ik al lang van afgezienik eisch geen onmogelijkheden. Tusschen ons; wat schoonheid en Btem betreft, zou de gezel schapsjuffrouw van Emma me wel lijken." Zijn doorborend oog, dat hij bij die woor den op Kort vestigde, bespeurde ras dat diens gelaat vuurrood werd. „Juffrouw Trouville heeft ook zedelijke hoedanigheden, zoo denk ik ten minste, zeide deze, die baar iu ieder opzicht de onschatbare eer waardig maken baronnes von Hellwig te worden." „Deukje? Dan wil ik hare aanspraken in overweging nemen," zeide Robert koel. Met van verontwaardiging fonkelende oogen zeide Kurt. „Ik geloof, Robert, dat 't beter is voortaan tusschen ons den naam vau een jong, on schuldig meisje niet te noemen." Robert maakte een buiging en zeide „Al uaar 't u behaagt, neef. Ik verzeker je, dat 't niet in mijne bedoeling lag iets min achtends omtrent die jonge dame te zeggen." Hij leidde daarna, met den tact en 't beleid van een advocaat, 't gesprek op een ander onderwerp. Kurt was niet op zijn gemak, 't Speet hem, dat hij in Roberts tegenwoor digheid gezegd had op reis te zullen gaan, daar hij begreep dat er voor Marie onaange name dagen konden volgen. Gelukkig kon hij baar des middags eenige oogenblikken rrij spreken. Toen bij haar met Emma op een wandeling aantrof, herinnerde de laatste zich gelukkig, dat ze in 't dorp nog iets in een win kel moest koopen. Toen verhaald# bij Marie, hoezeer baron Robert haar bewonderde en dat bij haar wellicht ten huwelijk zou vragen. ,,'t Zou een glansrijk huwelijk zijn," voegde hij er bijmaar zelfs, als je mijne verloofdo niet waart, zou ik je toch sraeeken 't niet te doen, want hij is een slecht meusch." „Kan je een óogèublik gelooven dat ik ja zou zeggen?" vraagde te verachtelijk. Al was mijn hart vrij, dan nog zon ik baron Ro bert niet kunnen beminnen, daar ik een af keer van hem heb. Daarbij is hij ond genoeg om mijn vader te kunnen wezen." „Dat is waar, Marie; ik heb er ook niet aan getwijfeld. Maar, lieve hg is een vastbe raden man, die genn aarzeling kent, wien allez gelukt, wat hij onderneemt, en ik vrees, dat hij je met zijne oplettendheden zal vervolgen." Wordt vervolgd. Snelpersdruk C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 4