'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINTE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1255. Woensdag 25 Februari 1885. Dertiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co, te Helder. BoreaalSPOORSTRAAT en Zt'IOSTRAAT. Aövortentl6n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 24 Febr. 1885. Volgens achterstaande annonce zal de scherm- en gymnastiek-ver- eeniging Oefening kweekt Kunst" Donderdagavond in 't lokaal Tivoli een openbare uitvoering geven. Velen herinneren zich waarschijn lijk met hoeveel succes de vereeniging in het laatst van 't vorige jaar, ter gelegenheidvan een volksbijeenkomst, werkzaam was. Daar de uitvoeringen in het vereenigings-lokaal meer een huishoudelijk karakter hadden, kan men dit -optreden als de eerste pu blieke uitvoering beschouwen. Daar de beoefening der gymnastiek hier meer en meer gewaardeerd be gint te worden, verwachten we een talrijk bezoek. Zaterdag had in de bouwzaal alhier de loterij plaats voor de lich ting van dit jaarwaaraan 222 militie-plichtigen deelnamen. Gisteren kwamen alhier de lote- lingen van de eilanden Texel, Vlie land, Terschelling en Wieringen, ten van 75 9 48 en 20. Mr. J. W. Lasonder heeft zijn betrekking als president van de kies- vereeniging Helder," nedergelegd. Blijkens het thans in druk ver schenen ontwerp tot wijziging der drankwet wordt vergund, na 30 April 1885 drank te verkoopen aan locali- teiten, waarin een andere winkel nering wordt uitgeoefend, mits de drankverkoop geschiede bij niet min der dan 8 deciliter en in gesloten fle8schen, kannen of kruikendat in de voor publiek toegankelijke locali- teiten geen aangebroken vaten, fles- schen, kannen of kruiken, sterken drank inhoudende, aanwezig mogen zijn, en dat het drinken van sterke dranken in die localiteiten niet wordt toegelaten. Voorts wordt opnieuw voorgesteld gelijkstelling van koek- en banket bakkers en confiseurs met koffiehuis houders, restaurateurs en dergejijken. In art. 6 is de speelruimte van f 100 huurwaarde verminderd tot f50. Strafbaar wordt voorts gesteld: ieder die op een publieke plaats aan kinderen sterken drank toedient. De machinist 1ste kl. S. Ver schoor wordt met 1 Maart op non activiteit gesteld en is bestemd om 14 Maart naar O.-Indië te vertrek ken als geleider van het transport machinisten. In zijne plaats wordt bij de conservatie te Hellevoetsluis geplaatst de machinist le kl. C. Over. Behalve Renke Van der Zee is ook Ringma met de beide be stuursleden van het Ned. Schaatsen- rijdersbond naar Christiania ver trokken. De wedstrijd op schaatsen tus- scben Paulsen en Van der Zee, te Christiania, zal hedeu plaats hebben. De minister van Marine heeft in de Staatscourant van 21 dezer een lijst openbaar gemaakt van nalaten schappen van schepelingen en mari niers, die in den loop van het jaar 1883 zijn beschikbaar geworden, doch nog niet door de erfgenamen opge- ëischt. Rechthebbenden kunnen zich bij adres wenden tot het departement van marine, met overlegging van een akte, opgemaakt door een kan tonrechter of notaris, waarbij deze verklaart »zich ten volle te hebben verzekerd, dak de daarin te noemen personen, met uitsluiting van alle anderen, eenig en alleen-bevoegden, gerechtigd zijn tot het in bezit nemen der nalatenschap," van welke akte en van de casu quo over te leggen volmachten, tevens een ongezegeld afschrift moet worden bijgevoegd. Donderdagavond had te Vlaar- dingen een groot opstootje plaats. De burgemeester had namelijk ver boden aan de jeugd, om vuurwerk (zoogenaamde klakkebossen) af te steken, iets wat op Koningsverjaar dag vroeger steeds geoorloofd was. Des avonds staken nu de jongens, niettegenstaande het verbod, toch vuurwerk af, wat de laatst benoemde inspecteur van politie wilde beletten. In een oogwenk werd genoemde in specteur omsingeld, waarbij zich ook grooteren aansloten en in optocht bracht men hem zingende en schreeuwende naar het stadhuis. De volkshoop werd naar het »N. v. d. Dag" meldt hoe langer hoe grooter, en vuurwerk werd naar hartelust afgestoken. De politie ver mocht niets tegen de overmacht uit. te richten, welke steeds aangroeide en luidruchtiger werd. Al zingende en schimpdichten uitschreeuwende, trok men de straten door. Deze schreeuwende hoop bracht vervol gens een serenade aan den burge meester onder het afsteken van allerlei vuurwerk, dat tegen de ra men van zijn huis aangegooid werd. Toen toog men naar het stadhuis, tevens politiewacht, alwaar men hetzelfde herhaalde. Intusschen had den sommigen een pekton gehaald, welke aldaar tegen 11 uur werd aangestoken en onder 't geschreeuw der menigte afbrandde. Eerst tegen 1 uur des nachts ging de menigte langzaam uiteen. De vrouw van een bewoner der Koningstraat te 's-Hage werd Vrijdagnacht gewekt door geritsel en beweging in den tuin achter haar huis. In den angst dat er dieven of inbrekers op het erf waren en verstoken van allen mannelijken bijstand, riep zij de hulp der nachtpolitie in. Twee nachtwakers onderzochten den tuin en vonden daar werkelijk een per soon, die niemand anders was dan de man der bevreesde vrouw. Hij gaf den dienaren der nacht politie op zoo luidruchtige wijze te kennen dat hij 't recht had in zijn eigen tuin te slapen, dat ook de buren in hun nachtrust werden verstoord. De politie heeft de geschiedenis van dit nachtelijk avontuur te boek gesteld in een proces-verbaal wegens burengerucht. JDonderdag is door den rechter commissaris te Amsterdam de instruc tie geopend in de nog geheimzinnige zaak betreffende het te water gera ken van een paard en rijtuig en het verdrinken van den daarin gevonden persoon even voorbij Halfweg Vrijdagmorgen had een meisje van acht jaren te Amsterdam het ongeluk een gulden in te slikken. De moeder spoedde zich hevig ont steld met het kind naar het gasthuis, doch kreeg den raad het geval maar voorloopig aan de natuur over te laten. noord en doodsla? aan boord van de Wellington. Eenige dagen geleden verschenen voor de Police court te Plympton vier opvarenden van het meergemelde barkschip „Wellington," aan wie ten laste werd gelegd, dat zij 26 Jan. 11. in volle zee den kapitein Charles Armstrong gedood zouden hebben. De gedaagden waren Charles Logan PatterBon, eerste stuurman, Jorgen Wadson Jergenseu, kok; Charles Jones en John Andrew Somensdyke, beiden matrozen aan boord van genoemd schip de timmerman Adolph Haase, die door den kapitein in den nek was geschoten en die dien morgen onder arrest in het hospitaal was gebracht, was medebeschuldigd aan het feit te heb ben deelgenomen. De opperconstabel, kapitein Cunningham, gaf te kennen, d.«t hij het geval zoo nauw keurig mogelijk had onderzocht en ver klaarde dat er geen voldoende getuigenis was tegen twee der gevangenen, Patterson en Jones, waarom bij aan de Rechtbank verzocht hen uit hun arrest te onslaan. Hieraan voldaan zijnde, werd Patterson als getuige verhoord. Hij verklaarde, dat hij op den dag toen het geval" plaats had, des morgens te 2 u. 30 m met den kapitein een glas sterken drank nuttigde. Vervolgeus ging hij aan dek en hoorde bijna onmid- dell'jk een schot. Hij riep den tweeden stuurman, wien hij mededeelde dat de kapitein aan het schieten was. Terzelfder tijd werd nog een schot gnhoord en gelijk tijdig kwam de kapitein bij hen en vroeg naar den bootsman. Getuige zeide hem, dat deze in de midscheeps was, waarop de kapitein zich eensklaps omkeerde en op hen beiden schoot. De tweede stuurman, Thomas Bridges, riep, dat hij geraakt was, ofschoon zulks niet waar was. Toen nam de kapitein Bridges bij den arm en schoot weder op hem, zonder hem echter te raken, waarna deze zich aan den kapitein ontworstelde en wegliep. Daarna riep de versla gene, dat hij op nieuw ging laden en iedereen zou neerschieten. Getuige zeide toen tot den tweeden stuurman, dat men iets moest doen, om den kapitein onschadelijk te maken. Deze kwam toen lachende uit de kajuit met den revolver in de hand, maakte langs dek jacht op de bemanning en schoot gedurig op haar, zonder nochtans iemand te raken. Daarna ging hij weder in de kajuit en men zou hem juist daarin op sluiten, toen hij weder naar buiten stormde met den uitroep„Ik zal u all. n ver moorden". Toen vloog hij weder, al schietende, de bemanning na. Een der manschappen, Martin Nest, vloog in het groot want. De kapitein schoot tot drie keer op hem en raakte hem in het oog. Al de schoten van de revolver waren weder gelost, waarop de kapitein weder in de kajuit ging en zeide, dat hij opnieuw ging laden en nog meer hunner zou neerschieten. Getuige hoorde den kapitein zeggen„Staat gij het nu allen toe Getuige begreep echter niet, wat de kapitein daarmede meende. Op hetzelfde oogenblik hoorde hij worstelen en zioh omkeerende, zag hij, dat de kapitein op zijn rug op het dek lag, en dat dc tweede stuurman op diens borst zat, terwijl twee andere schepelingen hem vast hielden. Daarna werden den kapitein op order van getuige de boeien aangedaan. Getuige zag dat het hoofd van den kapitein zwaar bloedde. Op zijn vraag verklaarde de drie gevangenen, dat zij hem geslagen hadden, Er lagen drie convijnagels op het dek. Daar de kapitein hevig worstelde en men bevreesd was, dat hij los zou komen, werd hij met de handen achter den rug geboeid. De kapitein is niet geslagen nadat hy geboeid wasmaar werd toen in zijn kooi gedragen. Getuige dacht dat de verslagene een schedelbreuk haddoch achtte het, daar deze niets deed dan worstelen en dreisen, noodzakelijk, hem in de boeien te honden. De kapitein vroeg aan getuige, hem de handboeien in plaats van achteren van voren aan te leggen, doch hij voldeed daaraan niet, omdat de kapitein niettegen staande Z'jne verwonding, zoo vreeselijk tierde. Toen hij daarna, ongeveer een kwartier uurs later, kalm werd, werd hij door getuige ontsloten. De verslagene was tot 20 minuten voor zijn dood bij zijn bewustzijn. Hij had on geveer 15 schoten gelost, waarvan geen sporen werden aangetroffen, behalve van één in de deur van de hofmeesters hut. Den volgenden dag werd het verhoor tc Knighton voortgezet on werd door Daniël Welchamber, stuurman ter koopvaardij, verklaard, dat hij verslagene sedert jaren kende en twee reizen met hem deed en dat hij hem kende als een bedaard man, die steeds vriendelijk voor zijne equipage was. De tweede stuurman van de „Wel lington" Thomas Bridges, nogmaals opge roepen, verklaart niet te weten, waarom hij den kapitein niet aanpakte toen deze hem in den arm greep. De timmerman, Haase, de kok Jergenseu en de matroos Somensdyke, waren de personen die den kapitein overweldigden. Hij had eerst ge- zeg1, dat hij niet wist welke personen dit deden. Dit kwam daardoor, dat hij de geheele bemanning nog niet kende. Hij zag dat de timmerman den kapitein, toen diens handen vrij kwamen, een harden slag met een convijnagel op het hoofd gal'. Toen de verslagene op het hoofd was ge slagen, worstelde en raasde deze verschrik kelijk. Daarna gaf de heer Edmonts, die den broeder van kapt. Armstrong ter terecht zitting vertegenwoordigde, te kennen, dat als het verhaal van laatstgehoorden getuige de waarheid bevatte, de verslagene, wan neer hij, nadat hij in zijn kooi was ge bracht, zijn bewustzijn bezat, hij vermoord was, nadat hij geboeid in zijn kooi lag. Het hoofd van den overledene was inge slagen en hij had onmogelijk kunnen wor stelen. Hij kwam tot zichzelven eer hij in de boeien werd gesloten. Een man der equipage, hij wist niet wie dat was, schopte den kapitein, nadat deze onder den voet was geraakt. De coroner deelde aan getuige mede, dat hij geen genoegen nam met de wijze waarop hij verklaring had gedaan en dat hij het er voor hield, dat door hem veel verbergen werd gehouden. Na het getuigenis van den stuurman Dan. Welchamber hoorde de rechter nog maals den eersten stuurman Patterson, die verklaarde, dat hij den kapitein in de kajuit trachtte op te sluiten, doch dat de manschappen zoo verschrikt waren, dat zij weigerden, hem daarin te helpen. Ver slagene hud aan boord, tot in den nacht waarin hij op zijne bemanning schoot, niets gedronken. Nadat de kapiten geboeid was. zag getuige, dat deze een gat in het hoofd had. Toen getuige verslagene uit de kooi nam, zag hij wonden, die eerst niet door hem waren opgemerkt. De matroos Charles Jones zeide, dat hij bij den kapitein was tot op het oogenblik van diens dood. Nadat de kapitein van het dek was gebracht, had niemand hem geslagen. De heelmeester Adkens verklaarde, dat verslagene overleden was ten gevolge eener schedelbreuk. Het kon zijn, dat iemand in zoodanigen toestand nog een weinig kon sprekendoch het gebruik zijner ledematen zou hem waarschijnlijk zijn verboden. Het was waarschijnlijk, dat in het lichaam van den overledene, vijf dagen na zijn dood, geen sporen van alcohol zouden worden gevonden. Sergeant Coles verklaarde, dat de ge vangeue Jergenseu hem mededeelde, dat Haase, Somendyke en hijzelf den kapitein met convijnagels sloegen. De bootsman van de „Wellington" deelde mede, dat hij sedert twee jaren met den overleden kapitein bad gevaren en dat kapitein Armstrong een vriendelijk, goed hartig man was. Hij had den kapitein slechts eenmaal, en wel dien nacht dat hij op zijn volk schoot, dronken gezien. Op dien Zondagnacht geleek hij op een waan zinnige. Getuige hield het er voor, dat de kapitein toen niet wist, wat hij deed. Of dit al of niet door den drank wa3, wist hij niet. De kapitein vloog over het dek en schoot op een ieder. Toen hij getuige uit de boeien liet, zeide hij„Beloof mij, dat gij het niet weer zult doen." Een lid der jury vroeg daarop, wat de kapitein daarmede meende waarop getuige hernam „Ik weet het niet. Hij was zinneloos." Daarna resumeerde de coroner de in structie der zaak. die naar hij beweerde, niet alleen voor de koopvaardij maar ook voor het groote publiek van groot gewicht was. Het kon zijn, dat deze schepelingen te zamen een verdicht verhaal hadden op- gedischt. Het stond aan de jury, om te verklaren, of zij getuigen al of geen geloof schonk. Het leed geen twijfel dat som mige bunner verklaringen waar, doch andere onwaar waren. Volgens het getuigenver hoor hadden de timmerman, de kok, en een matroos den kapitein met convijnagels op het hoofd geslagen en had een dier slagen zijn dood veroorzaakt. Kon men slechts voor een oogenblik aan nemen, dat de kapt. al die zonderlinge din gen kon doen, die men hem ten laste wilde leggen? Had de bemanning den kapitein niet reeds veel vroeger kannen omsingelen en on schadelijk maken? Het scheen, dat de kapt. door drie man overmeesterd werd en het ge tuigenverhoor toont aan, dat bij, nadat men hem meester was geworden, geslagen werd. Dit feit zou de misdaad van moord daarstel- len. Nadat de jury omstreeks een uur beraad slaagd had, gaf zij als haar gevoelen te ken nen, dat Charles Armstrong overleden was ten gevolge van hem door Adolph Haast, John Sonnendyke en Jergen Madsen Jergen- sen met convijnagels op het hoofd toege brachte slagen Daarop gaf de coroner te kennen, dat deze uitspraak gedaagden schuldig sprak aan moord met voorbedaohten rade, weshalve hij hen verwees naar het Hof van Assises. Later op den dag werd het bekend, dat de matroos Nest, die door den kapitein in zijn oog was geschoten, in het hospitaal bij South Devon was overleden. De coroner te Plymouth deed Zaterdag 1.1. onderzoek naar de reden van zijn dood. Ge noemde persoon was door kapitein Armstrong in het oog geschoten. Na zijn overlijden werd zijn hoofd geopend en werd het schot in zijne hersenen gevonden, alwaar dientengevolge een abces was ontstaan. De stuurman Pat terson verklaarde dat de kapitein overledene in het oog bad geschoten, tijdens deze in het want vluchtte. Volgens getuige verkeerde de kapitein destijds onder den invloed van den drank en verbeeldde zich dat de equipage tooverij op hem uitoefende. De heelmeester van het hospitaal, de wond van overledene beschrijvende, verklaarde, dat de kogel door den oogappel en de holte van de gezichtszenuw was gegaan, voorts door de hersenen was gedrongen en eindelijk in het a achterhoofd was terecht gekomen. De patiënt was tot aan zijn sterven bij zijn bewustzijn, doch zijn doodstrijd was zwaar. Hetgeen hij mededeelde omtrent de gedragingen van den kapitein kwam in hoofdzaak overeen met het geen d e stuurman en de overige schepelingen daaromtrent verklaarden. De jury verklaarde trouwens ook wijlen kapitein Armstrong schuldig aan moed willi gen manslag. Een belangrijk voorstel is ge daan door een Franschen ingenieur, n.1 oin de onderzeesclie kabels te gebruiken ten behoeve van het overseinen van berichten van schepen in vol zee naar het land. Volgens zijn voorstel zou den de kabels op korte tusscben- ruimten van draden voorzien worden, wier ééue einde op de oppervlakte van de zee drijft en door middel van hetwelk de schepen, die van den toe stel zijn voorzien, zich met het land in verbinding kunnen stellen. Dit denkbeeld zal nu dezer dagen in uit-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1885 | | pagina 1