'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 126Ö.
Woensdag 15 April 1885
Dertiende .laargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
k'X„ gaf reeds haar toestemming eer
-e>i
ts.
o-
n
at.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co, te Helder.
Bureani: SPOORSTRAAT en ZCIOSTRAAT.
üdv ertentlëxi
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 14 April 1885.
i
Zaterdagavond werd door de
Onderofficiers-vereeniging voor Zee-
]Q en Landmacht, Vaderland en
Oranje", met veel succes in Tivoli
opgevoerd, 't drama: »Een Oude
jaarsavond". De opvoering was aan
OD £oe(*e banden toevertrouwd en we
geven daarvan gaarne een loffelijke
cLLfc,vermelding. Joris Krook wist van
'zijne rol uitmuntend partij te trekken
[en bracht een aangenaam relief in
de meestal ernstige tooneelen; ook
ij een'*1 spe* van ^are* Hulstein verdient
woor(^ Yan bijzondere waardee-
l Centr*Dë* Bijgestaan door de overige
uitgg.spelers, vormde 't een goed geheel.
't Nastukje: »De Buren," van den
»n geestigen Jnstus van Maurik, viel al-
gemeen in den smaak.
Zondagavond werd de voorstelling
herhaald voor een goed bezette zaal.
De spelers gaven bij die gelegenheid
hunne talenten ten beste tot onder-
S steuning van de weduwe Olivier.
I Men deelt ons mede, dat de
voordracht, op de laatste Volksbij
eenkomst door den heer C.. D. Zur-
muhlen gehouden, in druk zal ver-
U0 ichijnen.
Aangaande den dubbelen moord,
iw» te Maastricht gepleegd, wordt van
daar nader geschreven
De moordenaar, Cesar Timmermans,
winkelier te Heerle, kwam bij den
advocaat Van Oppen, vader, en trof
daar den bij dezen inwonenden zoon,
mede advocaat. Wat er tusschen
hen is voorgevallen weet men nog
nietde vader hoorde echter een
ischot vallen en snelde, evenals de
'dochter, daarop toe. De moordenaar
wendde zich nu tegen deu vader,
RIT k wien hij met een revolver een doo-
Mü, delijk schot toebracht, terwijl hij
l« jvervolgens ook de dochter met een
dolk doodelijk wondde. Deze laatste
eerd is een uur na den vader overleden,
dder tterwijl de zoon, behalve een schot,
Mej. ook onderscheidene dolksteken in
den buik heeft ontvangen, die voor
zijn leven doen vreezen. De dader
,H.
to, r
)or-
die in de worsteling gewond werd,
werd ontwapend eu in hechtenis
genomen door den conciërge van
het hypotheekkantoor Legras, tot
wien hij zeide: ik heb mij gewroken."
De aanleiding tot den moord schijnt
gezocht te moeten worden in een
geding, door mr. Van Oppen voor
Timmermans gevoerd en dat, door
het verhaal der daarop gevallen
kosten, eindigde met den financieelen
ondergang van Timmermans. Over
dit proces heeft laatstgenoemde twee
algemeen verspreide brochures tegen
mr. v. O. geschreven, waariu hij zegt,
dat door dit proces zijn toestand
onhoudbaar is geworden, terwijl hij
eindigt met de woorden »dat dan
ook de gevolgen der vertwijfeling
komen over hem, die ze veroorzaakt
heeffc."
Van andere zijde meldt men uit
Maastricht de volgende eenigzins
afwijkende bijzonderheden
Math. Cesar Timmermans, voorheen
een tamelijk welgesteld man uit
Heerle, die, tengevolge van een lang
durig proces, dezer dagen zijn laatste
huis zag verkoopen, bevond zich
Donderdagnamiddag om lVj uur in
een koffiehuis op het Vrijthofplein
en vertelde aldaar zijn laatste on
geval, zeggende, dat hij thans niet
raeer naar Heerle durfde terug te
keeren. Van daar begaf hij zich
naar het bureau van den heer mr.
Eug. van Oppen, procureur en ad
vocaat, dien hij reeds jaren als den
voornaamsten bewerker van zijn
ongeluk beschouwde. Slechts eenige
oogenblikken schijnt C. Timmermans
zich bij den heer v. Oppen te hebben
bevonden, toen hij vier revolver
schoten op hem loste. De oudste
dochter en een zoon van den heer
v. O., die op het schot ter hulp
toeschoten, werden beide mede ge
wond de dochter kreeg een snede
met een ponjaard over den arm, en
bezweek binnen het uur door zwaar
bloedverliesde zoon kreeg een
snede in den buik en 2 kogels in
den arm.
De heer van O., vader, vluchtte
de straat op, doch kreeg nog ver
scheidene steken en sneden in den
rughij zeeg op straat neder en
werd in een huis aan de overzijde
binnengedragen, waar hij al spoedig
overleed.
Timmermans werd onmiddellijk
gearresteerd en in verzekerde be
waring gebracht.
Het Hbld. meldt nog het volgende
De geheele stad is nog onder den
indruk van den Donderdag gepleeg-
den dubbelen moord op mr. Eug.
Van Oppen en zijne dochter. De
heer V. Oppen, 53 jaren oud, was
een der bekwaamste juristen dezer
stad en een sieraad der balie. Zijne
dochter, een aanvallig meisje, telde
nauwelijks 19jaren. Demoordenaar,
Cesar Timmermans, uit Heerlen, 54
jaren oud, heeft zijn misdaad ten
volle bekend. Hij ontkent echter
met voorbedachten rade te hebben
gehandeld. De revolver bezat hij
reeds twee jaren en hij heeft daarvan
evenals van zijn dolkmes, eerst ge
bruik gemaakt, toen mrs. Van Oppen,
vader en zoon, met de handen een
beweging maakten als om hem de
deur uit te drijven. Toen heeft hij
als in 't wilde om zich gehakt en
geschoten, 't Was ook zijne bedoe
ling niet een ander dan den vader
te treffen zelfs wist. hij niet, dat hij
ook de dochter gedood had. Wel
had hij eenige vrouwelijke personen
gezien, zonder te weten of het de
vrouw, dochter of dienstmaagd is
geweest. Hij gevoelt geen berouw
over zijne daad. Timmerman is ge
huwd en heeft vrouw en kinderen.
Eerst dezer dagen werd ziju huis ge
rechtelijk verkocht.
Vrijdagnamiddag is de moorde
naar Timmermans van de gevange
nis naar het gesticht Calvariënberg o-
vergebracht, teneinde met de beide
slachtoffers van zijne wraak te worden
geconfronteerd. Hij legde daarbij
de grootste onverschilligheid aan den
dag en hield vol, dat het hem voor
de dochter speet maar dat hij over
den moord, op den vader gepleegd,
niet in het minst berouw gevoelde.
Wat den toestand van mr. van
Oppen, den zoon, betreft, deze is naar
omstandigheid bevredigend. Toch is
het gevaar ook voor hem nog niet
geweken en zullen alle middelen der
kunst noodig zijn om hem te behou
den. De deelneming in dit treurige
drama, dat op klaarlichten dag, in
het midden der stad, werd afgespeeld,
is algemeen.
Ten huize van den landman
A. B. te Beemster heeft, in den
nacht van 4 op 5 April jl., een vrij
hevige ontploffing plaats gehad van
dynamiet of buskruit, naar men ver
moedt. De kelder werd erg be
schadigd en vele meubels omverge
worpen. 's Avonds te II ure waren
de bewoners wakker geworden, door
dat het vertrek, waarin zij sliepen,
vol rook stond. Men deed onderzoek,
doch voncl niets dat rook kon ver
oorzaken en ging toen weer te bed.
Een paar uren later werd een
hevige slag vernomen en toen men
nu nader onderzoek deed, vond men
aan de buitenzijde van het huis bij
het kelderraampje asch en doove
kolen, benevens een stuk geelbruin
papier, waarin men denkt dat de
ontplofbare stof is vervat geweest.
Er waren blijkbaar pogingen aan-:
gewend om het kelderraampje open
te krijgen, ten einde de ontploffing
in den kelder te doen plaats hebben,
naast welken zich de bedstede be
vindt, waarin B. en zijne vrouw
sliepen.
De justitie schijnt tot heden vruch
teloos naar den dader te zoeken.
Op Zondag (der vorige week),
meldde zich bij een familie te Rotter
dam een persoon aan, zeggende dat
zekere tienjarige jongeheer dadelijk
met hem mede moest komen. Daar de
zejongeheer aldaar wel eens Zondags
avonds op bezoek was, doch nu juist
niet, en daar toen de heer des huizes
zich naar beneden begaf, de vrager
verdwenen was, komt de zaak ver
dacht voor en waarschuwt de politie
voor dergelijke gevallen. De dienst
meid zag den persoon aan voor een
neger, doch men vermoedt dat hij
zich zwart had gemaakt en opzettelijk
gebroken Hollandsch had gesproken
om zich onkenbaar te maken.
De politie te Krommenie heeft
Donderdagnacht de hand gelegd op
een man en een vrouw, omtrent
wier verblijfplaats in het Politieblad
door den officier van justitie te Alk
maar bericht was verzocht. Het
zijn W. Planke en M. A. D. Lahaije,
reizende kooplieden in fieschjes me
dicijnen, die hun, zooals zij voor
geven, verstrekt worden door de
vereenlging Het Roode Kruis. Zij
worden verdacht van diefstal van
een juweelen slot en van bedriege-
lijke oplichting te Oude-Niedorp, op
15 en 16 Maart jl. gepleegd.
Men schrijft van Zaterdag uit
Brussel
Armand Peltzer is Vrjjdag in de
gevangenis te Leuven overleden.
De gevangene had sedert het zicht
baar verergeren zijner kwaal ver
gunning verkregen, dagelijks eenige
oogenblikken zijne moeder en ziju
broeder te zien. Donderdagavond
waren zij nog bij hem geweest en
hadden hem schijnbaar in eenigs-
zins gunstigen toestand verlaten. Toen
echter Vrijdagochtend de geneesheer
aan het ziekbed kwam, zag deze
terstond dat er in den nacht een
volkomen omkeering in den toe
stand gekomen was en het einde
zeer nabij was. Terstond werden
per telegraaf de moeder en het
dochtertje van den zieke ontboden,
doch toen zij kwamen was hij reeds
overleden.
Léon Peltzer kreeg Vrijdagochtend
vergunning om tot zijn broeder te
worden toegelaten, maar hij werd
door Armand niet meer herkend.
Te ruim 1 uur in den namiddag
blies deze den laatsten adem uit,
met het hoofd leunende tegen den
schouder van hem, die de uitvoer
der was van zijne misdaad. Armand
is gestorven zonder dat ooit een
erkentenis over zijne lippen is ge
komen, dat hij de misdaad heeffc
bedreven, waarvoor het Hof van ge
zworenen hem ter dood veroordeeld
FEUILLETON.
>0£- j Een onverbiddelijke Vijand.
:Ïj-
j.
58.)
V ertaling
tab GERRIT J.
cht
2 k
Kurt ging in den nanacht wat slapen.
Toen vrouw Jordan bet ontbijt in zijne
,k»mer bracht, bleef hij doorslapen, totdat
er een band op zijn schouder werd gelegd
en hij, de oogen opslaande, Marie's schoon
maar bleek gezicht over hem zag heenge
bogen. Hij sprong op en omarmde haar.
„Mijn liefste," zeide hij, „wat een geluk,
je bij mijn ontwaken voor me te zien.
Ach, Marie, hoeveel angst en kommer heb
.ik om je uitgestaan
„Dat spijt me," zeide ze hartelijk en
voegde er lachend bij„ik hoop, dat het
me za! gaan als andere verloren dingen,
die hooger geschat worden, als men ze
Iterugvindt."
„Wees daar zeker van maar wat zie je
bleek P"
„Ik heb in lang geen frissche lucbt in
geademd en zou gaarne eens wandelen. Zijn
Emma en grootmama wel f"
„Zoo wel als bij zulk een angst mogelijk
is. Iets goeds kan ik je mededeelen groot
moeder zal je met genoegen als haar
kleindochter ontvangen."
Marie's oogen schitterden bij dit bericht.
„O, Kurt!" was alles wat ze kon uit-
ze nog wist, dat Marie Rita is en daar
bij Filips nichtje en een rijke erfgename."
„Heb je dat in Trouville vernomen?"
vraagde ze
„Neen, in dit huis."
„Die oude vrouw, die ondanks haar leelijk
gezicht toch zoo goed is, noemde me steeds
juffrouw Rita en zeide, dat ze me als kind ge
kend had. Vertel me eens hoe dat zich heeft
toegedragen, Kurt."
„Eerst zullen we ontbijten, Marie."
Na 't ontbijt verhaalde hij, wat we reeds
weten, waardoor hare zenuwen zoodanig wer
den aangedaan, dat hij haar haastig toeriep
„Mevrouw Klöher leeft
„Maar waar is ze, waar?"
„Schrik niet, Marie, ze is hier in dit
huis
„O, Kurt, breng me dadelijk bij haar."
„Later, mijn kind, we moeten haar eerst
op haar geluk voorbereiden. Volgens 't zeg
gen van Hellwig moet ze erg ziek wezen."
„Zijne belofte, me bij baar te brengen, was
dus geen logenMaar, boa kwam mijne moe
der hier en hoe kwam 't dat baron Hellwig
me kent? Wie is vrouw Jordan
„Vrouw Jordan is de oude vrouw, die in
dit huis aau den vloed woonde, toen Filip
met je vluchtte. Die mijnheer Schmidt was
helaas, mijn neef; vergeef om mijnent
wille, mijn bloedverwant, wat hij tegen je
misdreven heeft."
Nauwelijks was Korts verhaal geëindigd,
of hij werd bij baron Hellwig ontboden. Aar
zelend vraagde hij
„Marie, mag ik hem zeggen, dat je hem
vergiffenis schenktP"
Met een rilliug gaf ze ten antwoord
„Ik wil 't beproeven, Kurt, maar 't valt me
moeielijk, wanneer ik bedenk wat Filip en
mijne moeder door hem geleden hebben. Als
je terugkomt, breng me dan bij baar?
„Ik beloof 't je."
Baron Hellwig was leerlijdend. Hoezeer
de dokter hem trachtte te overtuigen dat hij
geen vergif had ingenomen, welke verzeke
ringen Kurt gaf en ondanks de bekentenis
van Frans bleef hij bij zijn gevoelen, dat niets
hem kon redden. Hij hield hunne woorden
voor vrome lengans. Hij weigerde een ande
ren dokter te ontbieden, die, naar de arts
voorgaf, hetzelfde zou verklaren. Toen Kurt
't ziekbed verlaten had, gebood bij vrouw
Jordan mevrouw Klöber op 't weerzien van
bare dochter voor te bereiden. Toen bracht
hij Marie in de kamer van de oude. 't Meisje
sidderde, zoodat hij haar moest ondersteunen.
Vrouw Jordan leidde hen vele trappen af tot
ze 't middengedeelte ran 't huis bereikte.
Ze haalde een slentcl te voorschijn. Op dit
eogenblik boog Kurt zich over 't meisje heen
fluisterde haar toe
Tot straks, geliefde, ik wacht hier op je
terugkomst.
Marie verdween door de deur.
XXXVII.
Marie betrad een ruim vertrek, rijk maar
ouderwetsch geroeubeleerd. Op een kanape
lag. een bleeke nog schoone vrouw, die er
ziekelijk uitzag en de armen naar haar uit
strekte. Marie knielde bij haar neder en moe
der en dochter drukten elkander sprakeloos
aan 't hart, waarbij 't meisje hcete kussen op
hare wangen voelde branden.
„Moeder, innig geliefde moeder, heb ik u
weder, snikte ze.
„Mijne Rita, mijn eenig kind, heb ik je we
der! voegde de dame haar toe: Rita, ik had
niet durven hopen mijn kind weder te zien,
maar ik bad dagelijks, dat de Hemelsche Va
der je mocht beschermen en Hij heeft mijn
gebed verboord. Wat ben je groot en schoon
geworden P"
„En mama, wat ziet n er nog goed uit
Maar ach, u ziet zoo bleek. Is n ziek?"
„Ik ben verlamd, kind, en kan zonder hulp
niet opstaan."
„Dat is 't werk van Robert Hellwig!"
riep 't meisje toornig uit.
„Neen mijn kind, bij boorde 't eerst toen
't te laat was. Dat ik mijne handen weer ge
bruiken kan, heb ik hem te danken."
„Ja, maar hij hield n gevangen, moeder
,,'t Is waar, maar wat zon me de vrijheid
gobaat hebben, daar ik m>jne dochter dood-
waaude. Maar waar is mijn neef Filip P Leeft
hij? Is hij gezondP"
„Hij is gezond en bevindt zich op zee.
Mijnheer Hagen heeft me verteld, dat Filip
niet heeft opgehouden n op te sporen."
„Hij was een edele, groothartige knaap.
En nn Marie, vertel me eens, wat is er altoo
met je voorgevallen sedert Filip met je
vluchtte?"
Marie voldeed aan 't verlangen van hare
moeder, die aandachtig toeluisterde.
Toen 't meisje zweeg, zeide hare moeder
„Ik wist door vrouw Jordan, dat baron
Hellwig me hier gevangen hield. Ze vertelde
me heden, hoe de baron met je in kennis is ge
komen. Hij is een slecht man, Rita. Dank
den hemel, dat bij geen macht meer over je
heeft zelfs om mijnentwil had je zulk een
booswicht niet mogen huwen."
„Had ik geweten dat n hier waart en mijn
bijstand noodig badt.'t ware voor mij eon
groote verzoeking geworden, verklaarde Ma
rie. Maar ik geloofde niet, dat mijne moeder
nog in leven was."
„En Filip verkeerde ook gestadig in ge
vaar," zeg je; ocb, Rita, wat zijn we dien
knaap niet verschuldigd!"
„Thans is hij een rijzig man, moeder."
„Ik stel hem me nog altijd voor als een
aohoone knaap. En de beer Hagen beschonwt
hem als een broeder, zeg je F"
„Ja," zeide Marie blozend; want ze bad
bare moeder medegedeeld dat ze verloofd
was. „Mag ik u Kurt voorstellen, moeder?"
Jn, mijn lieve, zoo spoedig je wilt."
„Dan maar dadelijk." Marie sprong op,
opende de denr en riep„Kurt
De heer Hagen volgde die oproeping; Ma
rie greep hem bij de hand en geleidde hem
naar hare moeder, die hem met een vriende-
lijken lach als haar schoonzoon begroette.
„17 wilt me ook tot moeder zijn, waarde
mevrouw Klöber Pvraagde hij met eenbuiging.
„Op zulk een zoon ben ik trotsch," was 't
antwoord, 't Volmaakt mijn geluk, niet al
leen mijn kind weer gevonden te hebben,
maar te zien, dat ze daarbij ook gelukkiger
zijn zal dan hars moeder. (Wordt verv.)