'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1272
Zaterdag 25 April 1885
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
iitoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BurenmSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke régel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
APRIL, (Grasmaand), 30 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 42 m.
Onderg. 7 u: 16 m.
Zondag 26
Maandag 27
Dinsdag 28
Woensdag 29 Volle Maan.
Donderdag 30
MEI, (Bloeimaand), 31 dagen.
Vrijdag 1
Zaterdag 2
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 24 April 1885.
De raad dezer gemeente hield jl-
Dinsdag een zitting, die uitgenomen den
heer t. Veen, door alle leden werd bijge
woond. De tribune was talrijk bezet. Aan
de orde kwam opnieuw het bekende on
derwerp de stichting van een gebonw
voor den Vischafslag nabij den mond der
haven, over welke zaak in de vorige zitting
de stemmen hadden gestaakt. De beer
Strikwerda verdedigde die stichting met
warmte; de Voorzitter achtte, met de com
missie voor de Gemeentewerken, uitstel
wenschelijk en de heeren Van Gijn en
Beukenkamp verklaarden achtereenvolgens,
dat zij sedert de stemming in de vorige
vergadering tot andere gedachten waren
gekomen. Toen stemden zij tegen uit
stel der stichtingnu zouden ze, op 't ge
vaar af om inconsequent te zijn, er vóór
stemmen, 't Gevolg van deze verandering
van zienswijze was, dat met 9 tegen 7
stemmen tot uitsstel der stichting van het
afslaglokaal werd besloten, Tegen stemden
de heeren Hordijk, Hóogenbosch, Strikwerda
H. Janzen, Groen, Over de Linden en
Hattinga Raven. Met 13 tegen 2 stemmen
werd beslist, dat de borgstelling van den
Gemeente ontvanger voor een deel, en wel
tot een bedrag van f4000, mag bestaan
in hypoth.-insohrijving op zijn woonhuis in
de Dijkstraat alhier. Tegen stemden de
heeren Hordyk en Hattinga Raven, terwijl
de heer Strikwerda zich bniten stemming
hield. Langdurig werd beraadslaagd over
de reorganitdsie van de bevoegdheid en de
werkzaamheid der Wijkmeesters in deze
gemeente. De leden der Commissie, die te
dezer zake is werkzaam geweest, waren
hst onderling zeer oneens. De heer Hordijk
wilde in 't geheel 2 Wijkmeesters, de heer
Jansen 20 Wijkmeesters met eenige bepa
lingen omtrent hun werkkring en de beer
Bitter, het derde lid in de commissie, wilde
alles maar laten zooals het altoos geweest
is. De Voorzitter wilde dit laatste ook,
doch verlangde 2 adviseur*., die bij de
heeren wijkmeesters of bij anderen inlich
tingen konden gaan vragen in zake het
geven van bedeeling of kostelooze hulp.
't Denkbeeld dier adviseurs ontleende de
Voorzitter aan 't voorstel van den heer
Hordijk, 't Debat eindigde niet met het
nemen eener beslissing. De Voorzitter be
loofde een nadere voordracht te dezer
zake van B. en W., en de Raad ver-
eenigde zich met zijn voorstel, om eerst
in een volgende zitting de behandeling van
dit onderwerp ten einde te brengen. Met
eenparige stemmen verklaarde zich de
Raad, behoudens hoogere goedkeuring,
vóór de bepaling van het tractement van
den commissaris van Politie op hetzelfde
cijfer, als dat, hetwelk door zijn voorganger
werd genoten. De heer B. T. Heijting,
van hier, werd benoemd tot onderwijzer
«an de gemeenteschool No. 6. Er volgden
nu nog eenige mededeelingen des Voor
zitters, waarna de zitting besloten werd
met een vraag van den heer Strikwerda
naar de reden der vreemde beslissing in
zake het gebouw voor den Vischafslag,
welke vraag door den Voorzitter heant-
woord werd met het uitspreken van de
meening, dat dc Sa«d, na rijp overleg,
tot beter inzicht is gekomen.
Blijkens een bij het departe
ment van marine ontvangen tele
gram, heeft Zr. Ms. schroefstoom-
schip Atjeh, onder bevel van den
kapt.-ter-zee J. A. Greve, in den
namiddag van 20 dezer Lissabon
verlaten, ter voortzetting van den
oefeningstoebt.
In de dezer dagen gehouden
jaarlijksche vergadering van de Ver-
eeniging tot oprichting en instand
houding van het Adderfonds" zijn,
in plaats van wijlen den vice-admi-
raal R. L. De ÜEes en wijlen den
luitenant-generaal N. "Van Willes,
als leden gekozen de dirigeerende
officier gezondheid le klasse bij de
zeemacht dr, F. J. Van Leent en de
kapitein ter zee G Kruis, onderdi
recteur der marine te Amsterdam.
Gelijk bekend is, zijn de duinen
op de Noordzee-eilanden slechts be
plant met helmen geen struikje is
er echter op te vindeu. Thans zal
door een paar ingezetenen een proef
genomen worden met Kaspische
wilg, waarvan hun een 2500-tal
stekken gezonden zijn door den
botanicus Borgesius. 't Is te hopen,
dat hetjmet dezen wilg gelukt, daar
een vorige proef totaal mislukt is.
Maandagmorgen had te Zaan
dam een treurig voorval plaats. Aan
de stoomrijstpellerij van den heer H.
Blans waren eenige werklieden be
zig met het dragen van balen paddie,
uit lichterschepen in de pakhuizen.
Daar het den heer Blans gebleken
was, dat deze of gene der genoemde
personen nu en dan het terrein der
fabriek verliet om jenever te halen,
had hg besloten, zoodra het werk
uur had geslagen, het hek, dat om
het terrein staat, te sluiten, zoodat
gedurende den arbeid niemand daar
meer in of uit mocht. De trek naar
het verbodene was echter te sterk,
dan dat allen zich door het verbod
van den patroon of een gesloten hek
zouden hebbeu laten afschrikken.
Maandagmorgen ten minste, terwijl
de patroon naar Amsterdam was,
poogde zekere T. Feer over het hek
te klimmen, met het treurig gevolg,
dat, toen hij het eene been''over het
puntige hek wilde slaan, hg uitgleed,
zijn steunpunt verloor en met de ge-
heele zwaarte van zgn lichaam aan
de pennen bleef hangen, waardoor
het vreeselijk werd verwond. Meer
dood dan levend werd hg door zijne
makkers uit zijne pijnlijke positie
verlost. De heer Knollaert verleende
de eerste heelkundige hulp. De toe
stand van den lijder is zeer beden
kelijk, wat te treuriger is, daar hg
gehuwd is en een talrijk gezin heeft.
Door middel van een extra po
litieblad vraagt de officier van justitie
te 's-Gravenhage, de opsporing en
aanhouding van Felix Polak, gebo
ren te Brussel den 26 April 1830,
bankier, laatst wonende te 's-Graven-
hage, haar grijs, volle baard, korte
knevel, gele kleur, tenger postuur,
in dén regel dragende zwarte klee
ding met hoogen hoed.
Ter zake van frauduleus bankroet
is bij bevelschrift der arrondissements
rechtbank aldaar, dd. Maandag, tegen
hem verleend rechtsingang met bevel
van gevangenneming.
Men verneemt dat door bemidde
ling van het departement van bui-
teulandsche zaken aan de Fransche
regeering de uitlevering is gevraagd
van den voortvluchtigen F. Polak,
indien hij zich op Fransch grondge
bied mocht bevinden.
Een klerk van den rijksont
vanger te Alfen a/d. R. is Zaterdag
gevankelijk naar Den Haag overge
bracht. Hij schijnt zich sinds ge-
ruimen tijd te hebben schuldig ge
maakt aan verduistering van door
hem ontvangen gelden, welke feiten
eerst aan het licht kwamen, toen
bij het eindigen van het dienstjaar
de waarschuwingen werden uitgege
ven. De jonge man stond algemeen
bekend als zeer loszinnig en maakte,
voor zgn doen, grove verteringen.
(N. R. Ct.)
Het Hbld. ontvangt het bericht,
dat de Smeroe, de hoogste vuurspu
wende berg van Java, op de grenzen
der residentiën Pasaroean en Probo-
lingo gelegen, tot uitbarsting is ge-
komèD. Kali-bening (vermoedelijk
de koffieonderneming van dien naam,
van 1100 bouws, aan de oostzijde
van den berg gelegen en aan een
cultuurmaatschappij behoorende) is
verwoest, maar de ondernemingen
in de nabijheid, waarmede de Kolo
niale Bank in betrekking staat en
die aan de westzijde gelegen zijn, zgn
behouden gebleven.
Als een zeldzame kentering
in de liefde deelt een onzer bladen
mede, dat te Hoogveen een jonkman,
die nu 14 dagen geleden ten huwe
lijk werd ingeschreven, een week la
ter verzocht de inschrijving „uit te
doen" en Vrijdag weder in on
dertrouw is opgenomen, maar nu met
een andere geliefde. Ook de eerste
bruid is met de verandering tevre
den.
De zaak tegen W. J. A. Rol-
danus, notaris te Schiedam, alhier
gedetineerd ter zake van verduiste
ring van gelden aan anderen toebe-
hoorende, en hem uithoofde van
zgn post als notaris in handen ge
steld, is bij beschikking van de
raadkamer der rechtbank te Rot
terdam verwezen naar den procureur-
generaal bij het gerechtshof te 's-Gra-
venhage.
Den 9 Maart jl. gaf iemand
uit Harlingen, J. K., oud 20 jaren,
op het politiebureau te Leeuwarden
te kennen, dat hij diefstal wilde
plegen, omdat hij niet wist hoe
aan den kost te zullen komen en
daarom in de gevangenis wilde. Een
paar politie-agenten hielden daarna
het oog op hem en zagen 's avonds,
dat hij in den winkel van den hor
logemaker Kleiterp ging en een
nikkel-uurwerk wegnam. Toen werd
hg gearresteerd.
Voor het gerechtshof deswege
terechtstaande, bekende besch. ook
dat hg vroeger reeds veroordeeld is,
eens tot 2 jaren gevangenisstraf en
eens tot 1 jaar celstraf, telkens
voor diefstal.
Toen Montgolfier met zgn eer
sten luchtbol opsteeg, riep een levens
lustige schoone half-verrukt, half-
mistroostig uit: »Ze zullen nog uit
vinden dat men niet dood behoeft
te gaan, maar dat zal ik niet meer
beleven
Een Duitsch geleerde, die aan de
Hoogeschool van Upsala scheikunde
onderwijst, schijnt in die richting
werkzaam te zgn.
Hg heeft, na lange studie, een
middel gevonden om levende perso
nen te doen bevriezen en ze een
paar jaar lang in bewusteloozen toe
stand te houden, om ze daarna weer
bij te helpen. Daar niemand zich
aan de kuur scheen te willeu onder
werpen, heeft professor Gruselbach
zich tot het Zweedsche gouvernement
gewend met verzoek om met zgn ap
paraat een proef te mogen nemen
op een of meer ter dood veroordeelde
gevangenen.
Nog één stap, en de geleerde helpt
de voorspelling der Fransche dame
verwezenlijken, in zoover althaus dat
zij het niet beleeft.
Men vreest een spoedige uit
barsting van den Et na. De inwo-
FEUILLETON.
Een onverbiddelijke Vijand.
55.)
Vertaling
van GERRIT J.
„Hij mag niet heengaan voor ik hem
gesproken en beloond heb," zeide Emma op
•telligen toon. „Zeg hem, dat hij hier moet
komen. Maar, hoe heeft bij de roovers
ontdekt Sliep hij niet f"
Johann zeide een weinig verlegen
„Met uw verlof, freule, juffrouw Neu-
mann's kamer stond ledig en daarum liet
juffrouw Schmidt den jongen daarin slapen;
ze dacht dat de kamer toch schoongemaakt
moest worden, als de nieuwe kamenier hier
kwam."
„Dat is ons geluk geweest," merkte Ei-
lip aan.
„Zeker, mijnheer, want wij sliepen te ver
van de keuken om het gerucht, dat de die
wen maakten, te hooren."
„Laat den jongen ovar een kwartier hier
komen, Johann," zeide Emma. „Ik wil
mevrouw von Holtzendorff vragen of ze hem
nog iets te zeggen heeft."
Johann vertrok, en nadat Emma nog
eenige woorden met haar geliefde gewisseld
had, snelde ze naar de oude dame, die
bezig was toilet te maken.
De Zigeunerknaap werd door de oude
dame bedankt en geprezen en ontving 100
mark als belooning een som, die zelfs
zijn stoutste verwachtingen overtrof. Emma
schonk hem een gelijke som en de jongen
vertrok, innerlijk verheugd dat de barsche
Kaspar, die over allen den baas speelde,
op een plaats sou komen, waar hij niets
van bem te vreezen bad.
De wond des Zigeuners was minder ge
vaarlijk, dan men gedacht had. Men deelde
de politie allcB mede. Hem werd gevraagd,
wie zijn metgezel geweest was, maar be
loften noch bedreigingen waren in staat
hem tot het noemen van dien naam te be
wegen.
Des avonds zat de familie, van den schrik
bekomen, bijeen. Filip vertelde mevrouw
von Holtzendorff dat hij Emma zijne liefde
verklaard en haar jawoord verkregen had.
Do oude dame luisterde verbaasd toe.
„Ik erken, Filip," zeide ze, „dat mijn
innigste wensch daardoor schipbreuk lijdt.
Ik had gewenscht, dat Emma miju dochter
zou geworden zijn door met Kurt te trou
wen. Na bem, gun ik baar niemand liever
dan u, en ik hoop, dat je, zoolang ik leef,
hier zult blijven wonen. Ik kan vau Emma
en Kurt niet scheiden."
„We zullen uw wensch vervullen, dier
baarste vriendin," zeide Filip, en Emma
gaf hare toestemming daarbij onder lachen
en tranen.
Den volgenden morgen kwam er een
langen brief van Kurt, die de meest ver
rassende tijdingen bevatte. Hij deelde mede,
dat hij Robert Uellwig ernstig ziek, Marie
in doodsangst en hare moeder lerend had
aangetroffen. Die moeder, voegde hij er bij,
is de lang vermiste mevrouw Klöber.
De verwondering en verrukking van Em
ma en Filip waren onbeschrijfelijk. De
brief werd meermalen herlezen.
Filip kon nauwelijks gelooren, dat zijn
bartewensch vervuld was.
„Isabella gevonden! Emma mijn bruid!"
riep hij, „dat is te veel
„Je moet tot haar gaan, en wel spoedig!"
zeide Emma. „Zeg baar, dat ze in je aan
staande vrouw een tweede dochter zal
vinden."
Filip verlangde er naar zijne nicht te
omhelzenmaar maakte toch bedenking,
mevrouw von Holtzendorff en Emma onder
bescherming der bedienden alleen achter te
laten. Mevrouw zag er echter geen be
zwaar in en daarom reisde bij den volgenden
morgen af en beloofde zoo spoedig mogelijk
terug te keeren en als het kon mevrouw
Klöber en Marie mee te brengen.
't Ging intusscben met baron Hellwig
beter en Marie en hare moeder hadden
besloten, zoolang als Kart goedvond, bij hem
te blijven.
Kurt wilde zijn neef niet verlaten voor
dat het gevaar geweken was.
Toen de Zigeunerkntap het station ver
laten had, snelde hij naar zijn kamp, waar
hij aan Loti'e verhaalde wat hem weder
varen was.
't Meisje verschrikte hevig, maar tcch
niet zoo erg als de knaap gevreesd bad.
„Je hebt goed gedaan," zeide ze. „Mijn
oom is een boos en gruwzaam menscb. Ik
weet meer van bem dan jij en bet is maar
goed, dat hij van ons verwijderd wordt.
Ik had echter niet gedacht, dat hij in stAat
was inbraak op het kasteel te plegen."
„Kan je raden wie zijn metgezel was,
Lottie
„NatuurlijkDat is zeker die slechte
Nuszler geweest, die altijd rondom ons
kamp zwerft; bij heeft Kaspar overgehaald
op kapitein von Renken te schieten. De
heer Hagen werd getroffen en daarom moes
ten we het schoone woud verlaten en onze
tenten in dit barre oord opslaan. Op den
dag toen je heengingt was Karl Nuszler
hier en nam Kaspar met zich. Heb je eok
gehoorddat er kostbare diamanten op
Kichenborst waren f"
„J, Johann vertelde dat freule Emma
veiligheidshalve hare diamanten bij de bank
in bewaring beeft gegeven."
„Juist zoo. 't Is Nuszler geweest. Thans
begrijp ik alles. En de heer Weber is in
het jachtslot P Ik ben blij dat tb hooren.
Ga been en verzoek bem hier te kom@D.
Ik moet hem spreken en ga daar niet
gaarne heen. Moeder Jordan scheldt me
voor dievegge en Zigeunermeid. De hr. Weber
kan gerust komenwant Kaspar zit in de
gevangenis."
„Zeker ga ik, als je bet beveelt, Lottie.
Kijk eenswat ik door jou heb verdiend
De oude edeldame beloofde me daarbij hare
bescherming. Ik ga."
De maan was juist opgekomen, en hoe
wel het laat was, ging de knaap bedaard
zijn boodschap volbrengen. Hij werd beter
ontvangen, dan bij gedacht bad, want de
oude vrcuw, die buiten de deur naar haar
zoon uitkeek, wiens afwezigheid baar onge
rust maakte, dacht dat de knaap bericht
van haar Karl bracht, die, zooals ze wist,
veel met de Zigeuners omging.
Ze had zich niet bedrogen, want de knaap
bracht tijdingen, maar van trenrigen Hard.
Op haar vraag:
„Kom je van mijnbeer Nuszler, beste
jongen P" kreeg ze ten antwoord
„Ik zeg niets, voordat ik den heer We
ber gesproken heb."
Hoe de oude vrouw ook aandrong, de
knaap bleef halsstarrig, zoodat ze genood
zaakt was den politie-beambte te halen.
„Wat is er, mijn jongen P" vraagde de
rechercheur vriendelijk.
„Met uw verlof, mijnheer Weber, Lottie
stuurt me. Ze verzoekt u in het kamp te
komen, want ze heeft n wat te zeggen,
iets van veel belang."
„Ik ga dadelijk met je mee, mijn jongen."
„Neen, mijnheer, morgen is het tijdig
genoeg; bet is nu te laat."
„Goed, ik kom bij het aanbreken van den
dag. Dsar, dat is voor jou."
Verheugd stak de knaap het ontvangen
muntstok in zijn zak.
Nadat Weber zorgvuldig had gevraagd,
waar het kamp gelegen was, ging hij naar
binnen, waardoor vronw Jordan gelegenheid
kreeg den jongen opnieuw te ondervragen.
Ze vernam dat baar zoon, na ingebroken
te hebben, ontvlucht was.
Ofschoon de oude het niat gelooven k^n,
keek ze toch angstig over de beide. Daar
zag ze een man, die zorgvuldig de schaduw