'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1287
Woensdag 17 Juni 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 16 Juni 1885.
De luit. ter zee le kl. A. P.
Tadema, belast met bet ouderwijs
in de stoomwerktuigkunde en bet
landmeten aan de adelborsten van
het Kon. Instituut voor de marine
te Willemsoord, is aangewezen om
in bet begin van Augustus a, s. naar
Oost-Indië te vertrekken.
De adelborsten 1ste kl. M. H.
E. Sachse, J. M. Groen, A J. van
StockumJ. H. van Leent, M. P.
Braakman, C. H. de Lus3auet de la
Sablonière en P. Swaters vau Schaum-
burg, dienende aan boord Zr. Ms.
schroefstoomschip Tromp," en J.
H. Hummel, H. J. Pak, J. S. F.
Gally, A. H. C. Heydeman, J. J. C.
C. Bonnik en A. van den Driessen
Mareeuw, dienende aan boord van
Zr. Ms. schroefstoomschip »Atjeh,"
worden met 25 dezer op non-acti
viteit gesteld.
Zr. Ms. instructievaartuig »U-
rania," onder commando van den
luitenant ter zee der 1ste klasse H.
A. Schippers, kwam Vrijdagmiddag
alhier terug van een oefeningstocht
in de Zuiderzee, met de adelborsten
vau het oudste studiejaar.
Die adelborsten zullen 15 dezer op
de stoomkanonneerbooten Ever" en
»Gier" overgaan, waarna de tweede
afdeeling met de »Urania" den oe
feningstocht zal vervolgen.
IJmuiden 13 Juni.
Heden is alhier aangekomen het
Engelscbe stoomschip AshleighBrook
van Bombay, dat met hoogwater bin
nengekomen, bij den Noordpier aan
den grond gevaren en daar is blij
ven zitten.
Een tapper, die aan een kind
beneden de 16 jaren in een fleschje
sterken drank medegaf op een briefje
van baren vader, houdende verzoek
aan den kastelein om het vocht aan
zijn kind te overhandigen, is door
de rechtbank te 's-Hage vrijgesproken
van de hem te laste gelegde over
treding van drankverkoop aan kin
deren van voornoemden leeftijd.
De rechtbank besliste dat de wet
gever aan bet woord verkoopen niet
die uitgebreide beteekenis wilde
geven, dat voorgeschreven feit daar
onder zou vallen.
Woensdagavond beeft de gre
nadier R., te 's-Hage opgesloten in
afwachting van zijne opzending naar
bet algemeen depot van discipline,
een staaltje gegeven van groote bru
taliteit. Hij begon met bet traliewerk
vóór bet luchtgat in de arrestanten
kamer te verbreken, werkte zich
daarna door de opening en stond
alzoo op de corridor. Toen ging
bij naar de cbambrêe en trok
daar de jas en de bottines van een
korporaal aan, waarna bij zich door
ovt rkliinming uit de kazerne ver
wijderde.
Donderdagnacht keerde hij echter
uit eigen beweging terug en zeide
tol den commandant van de wacht:
»lstop mij nu maar weer in de doos;
ik heb op mijn gemak een paar
ctnten verteerd, die ik in de klas
toch niet kan gebruiken."
Een reiziger, die zich niet
aangemeld bad en wiens tegen
woordigheid men niet vermoedde,
werd aan boord van bet stoomschip
»Stella'' gevonden, toen dit onlangs
van Malta was vertrokkeu en koers
naar Nederland zette. Hij lag den
eersten nacht rustig op bet dek te
slapen, zonder zich om den zeewind
te bekommeren.
Door vragen is gebleken, dat men
een 18-jarigen Maltbezer voor bad.
Antonio Grece genaamd, die zich
aanvankelijk in bet ruim bad ver
scholen en zoo bet doel van zijn
reis, Gibraltar, kosteloos dacht te
zullen bereiken. Toen men daar ech
ter aangekomen wasweigerden de
autoriteiten hem toe te laten, tenzij
de kapitein van de »Stella," de heer
Bruins, een vrij aanzienlijken borg
tocht wilde stellen. Dit nu was,
tegenover een ongenooden gast, wel
wat veel gevergd.
Deze is daarop naar ons land
medegenomen, maar ook bier mocht
zijn voet geen rust vinden. Krach
tens de vreemdelingenwet is bij dezer
dagen door de politie, in de richting
van Engeland, over de grenzen van
bet Rijk gebracht.
Men schrijft uit 's Gravenbage
aan de Amsterdammer":
Omtrent den te Kapelle voorge
vallen diefstal vau Russische effec
ten en bankpapier en den in een
buitengewoon Politieblad" gesig-
naleerden vermoedelijken dief, den
gemeente-secretaris G., kan ik u de
volgende bijzonderheden berichten.
De beer G. kwamna een nogal
veelbewogen jeugd, voor eenige jaren
te Kapelle in genoemde betrekking,
gedroeg zich fatsoenlijk en won al
spoedig eenig aauzien, vooral ook
omdat de algemeen geachte en rijke
burgemeester W. hem inwoning
vergunde in zijn buis, dat deze, on
gehuwd zijnde, met een huishoudster
bewoonde.
Nadat de burgemeester voor zijn
ambt bedankt bad ea metterwoon
naar elders was vertrokken, sollici
teerde ook de secretaris om zijn
opvolger te worden, voegde zich bij
een vereeniging van kerkelijke vro
men en woonde getrouw de vroeger
niet door hem bezochte godsdienst
oefeningen en huiselijke samenkom
sten van als bekeerd gesignaleerden
bij, wellicht om recommandatie van
invloedrijke anti-revolutionairen te
winnen.
Nadat een ander tot burgemees
ter benoemd was, genoot de secretaris
dan toch deze vrucht van zijne ver
anderde levensbeschouwing, dat een
rijke en bejaarde juffrouw hem in
woning in baar huis vergunde, toen
het hem bij zijn gering tractement
ondanks alle aangewende moeite niet
gelukt was een kosthuis te vinden.
Zoo naderde de tijd, waarop de
juffrouw een uitstapje van eenige da
gen naar Groningen zou maken en de
beer G. baar inlichtingen vroeg,
waar bij bij mogelijken brand of
andere eventualiteit haar geldswaar
den zou te zoeken hebben.
Ondanks de aanvankelijke verze
kering der juffrouw, dat geen brand
baar geld zou kunnen schaden en
geen dief bet vinden, wist hij baar
eindelijk baar geheim te ontlokken,
door baar een effectentrommel, die
bij van zijn vader geërfd en zelf
niet noodig bad, ten geschenke aan
te bieden.
De trommel was, volgens de juf
vrouw, te groot voor berggelegenheid,
doch de beer G. bood aan, haar bij
den smid pasklaar te maken, met
zoo vriendelijken aandrang, dat de
juffrouw eindelijk toegaf en hem de
opening iu den grond onder hare
bedstede wees, waartoe 't wegnemen
van vloertegels en bet verwijderen
van aarde toegang gaf.
De kostganger bad nu tevens on
gezochte aanleiding den smid een
sleutel op 't koffertje te laten maken,
die bij daarna de juffrouw aanbood,
daar de oorspronkelijke verloren
heette.
Kort daarna ging de juffrouw op
reis, terwijl de secretaris tegen Pink
ster Maandag een paar dagen verlof
bad aangevraagd.
Hij vertrok een paar dagen na
de juffrouw, doch kwam op den be
paalden tijd niet terug.
Toen nu de burgemeester vau
Kapelle nog weer eenige dagen later
op gedaan onderzoek vernam, dat
ook den broeder van den secretaris
niets van zijn verblijf bekend was,
ging de booze wereld aan bet maken
van onderstellingen, o. a. dat de 30-
jarige G. met de 60-jarige juffrouw
op den loop zou zijn
De laatste kwam evenwel onmid-
dellpk terug, nadat baar de ver
dwijning van baar kostganger te
Groningen was bericht. Zij vond
te buis alles in orde. Ook in bet
kistje waren kostbaarbeden, hypo
theken schuldbekentenissen enz.
aanwezigdoch eene waarde van
pl. m. f 5000 aan Russische effecten
en f 500 aan bankpapier was ver
dwenen.
De juffrouw nam de zaak tamelijk
kalm op.
Had 't aan baar gelegen doch
de zaak was daarvoor te ruchtbaar
geworden, zoo ware de justitie niet
eens in kennis gesteld.
Het meest hindert baar de bigot
terie van den verdwenene.
Die zoo goddeloos was, zou haar
weieens hebben kunnen vermoorden
om aan baar geld te komen, meent
zij.
Cairo. 12 Juni
De opstopping in bet Suez-kanaal
is veroorzaakt door bet in den grond
varen van een stoombaggermolen.
Gemeld vaartuig geraakte bij eeu
zware bui op drift en in dien toe
stand kwam bet voor de boeg van
bet met kolen beladen Eng. stoom
schip Thomas Melville, waardoor het
zonk. De havens van Suez en Port-
Said zullen spoedig met schepen
opgevuld raken. Men zal trachten
den baggermolen met dynamiet te
doen springen.
Uit dekinderkame r.
Grootvader. Maar kind, je moet
niet altijd schreeuwen, als men u
niet geeft wat ge verlangtik wil
ook dikwijls iets dat ik niet krijg
en ik schreeuw toch niet.
Kind. Schreeuw dan maar eens
goed, grootvader, dan zult u zien,
dat u alles krijgt wat ge wilt.
Het onderzoek voor de» Wreek
Commissioner's Court" is afgeloopen.
De ramp, aan de »Nisero" overko
men, is gebleken veroorzaakt te zijn
door een verzuim van den kapitein,
die bij verandering van koers om
kolen in te nemen niet op de zee-
stroomingen bedacht was geweest,
doch ook de boofdmacbinist bad
hieraan schuld, daar hij den gezag
voerder niet intijds op bet gebrek
aan kolen bad opmerkzaam gemaakt.
Uit aanmerking van de ontberingen,
door de opvarenden in Tenom ge
leden, legde bet bof bun echter
geen straf op.
Een Amerikaanscb blad bad
een vereeniging afgemaakt". Het
ontving een brief, waarin men den
redacteur dreigde dat als bij daar
mede niet ophield, bij een pak slaag
zou krijgen. Natuurlijk ging toen
het blad voort met afmaken".
Toen het tweede artikel verschenen
was, kwa m terwijl de hoofdredacteur
rustig op zijn bureau zat, een reus
van een kerel, binnen, met een
soort knods gewapend.
>Waar is de hoofdredacteur, mijn
beer
Hij is even weggegaan", antwoord
de de journalist, die begreep, dat
de afzender van den dreigbrief voor
bem stond. Wilt u even bezighouden
met de couranten die daar liggen
ik zal bem gaan balen."
De man met de knods ging kalm
zitten en de journalist ging kalm
de deur uitmaar aan den uitgang
zag hij een tweeden kolossus, met
een tweeden grooten knuppel ge
wapend. Het afmaken" bad dus
schitterend succes gehad.
Waar is de hoofdredacteur" vroeg
de tweede reus, terwijl bij zijn knuppel
een moulinet liet maken.
»U zult bem op zijn bureau vinden
bij is bezig de couranten te lezen."
De ander klom zoo vlug mogelijk
de trappen op en stormt als een
razende op den eersten kolosus af.
Zij slaan elkaar balf dood, rollen
eindelijk de trappen af en werden
door een paar agenten in beklagens-
waardigen toestand weggebracht.
liet overstooraen van de Fransche
visschersbark,,Georpeet Jetume"
door het SS. „City of Rome."
Omtrent bovengenoemde ramp, reeds vroe
ger in hoofdzaak medegedeeld, geeft eender
passagiers van de „City of Rome" de vol
gende lezing.
In den namiddag van 25 Mei stoomde de
„City of Rome" tijdens dikke mist met een
vaart van 14 tot 17 knoopen over de New-
Eoundlandsche banken, toen in den tijd van
een oogenblik een bark werd ingeloopen en
letterlijk door midden gesneden, waarna bei
de deelen van het schip terstond in de diepte
verdwenen en 22 personen hun graf in de gol
ven vonden; terwijl het niet dan met groote
moeite gelukte de overigen te redden.
De mist was vóór de aanvaring zeer dik.
Alle halve miouten werd van het stoomschip
met de stoomfluit sein gedaan en de kapi
tein was op de brug. Des nam. 4 uur zag de
uitkijk een schip uit den nevel opdoemen, dat,
met de zeileu vastgemaakt, ten anker scheen
te liggen. Op het geroep „Een zeilschip voor
uit!" liet de kapitein wel terstond de machine
achterwaarts werken, doch het was te laat
om het onheil te voorkomen.
Van de stoomboot zag men door de mist
nog vier personen naar dek vliegen; terstond
daarop hoorde men een wilden kreet en een
oogenblik later vloog de scherpe steven van
de „City of Rome" door de bark.
Het kraken van hout en het angstgeschrei
der schepelingen was verschrikkelijk, doch
duurde zeer kort. In minder dan een halve
minuut was de bark gezonken en alles stil.
Men zag toen nog hoe vier der schipbreuke
lingen in bet ijskoude water moeite deden,
om wrakstukken te bereiken.
Enkele seconden na het commando „volle
kracht achteruit" gehoorzaamde de schroef
daaraan en maakte zooveel beweging in het
water, dat de toestand der in zee liggende
personen daardoor nog gevaarlijker werd.
Men liet terstond twee booten strijken en
wierp verscheidene reddingsboeien over
boord. Het gelukte met behulp der laatste
twee personen in volkomen uitgeputten staat
aan boord te halen. Een derde, die een tijdlang
schier bovenmenschelijke krachten had aan
gewend om zich in het vol ijs drijvend water
boven te houden, wist zich eindelijk aan een
plank te klemmen en zag in doodsangst naar
hulp uit.
„Honderd pond voor hem, die den man
redt" riep toen een passagier uit. Terstond
toonden een drietal matrozen zich gereed, om
over boord te. springen, toen de vierde offi
cier hen terughield en, na een touw om zijn
middel gebonden te hebben, zich over de
regeling liet zakken. Intusschen had de on
gelukkige zijn houvast verloren en wierp men
den al dieper cn dieper zinkenden man lijnen
toe; doch nauwelijks had hij een dezer gegre
pen en had men hem halverwege bij het schip
opgehaald, of hij liet uitgeput de lijn los eu
verdween oogenblikkelijk in de diepte.
Al de verongelukten waren gehuwd. De
passagiers waren zoo zeer door deze vreese-
lijke ramp geroerd, dat zij diepbewogen met
het lot der achtergelatene betrekkingen, daar
voor gelden bijeenbrachten.
Eeu l'arijsche giftmenger.
Een groote menigte woonde Donderdag in
het Paleis van Justitie de zitting bij,
waarin de horlogemaker Pel, die beschul
digd wordt verscheidene personen te hebben
vergiftigd, zon terecht staan. Reeds lang
geleden was de instructie in deze zaak
aangevangen en had groote belangstelling
gewekt, te meer daar het openbaar minis
terie tot het alleszins gegronde vermoeden
was gekomen, dat de beschuldigde nog tal
van andere misdaden van denzelfden aard
had begaan.
Pel heeft een zonderlinge loopbaan achter
zich. Hij is de zoon van een horlogemaker
uit Savoye; zijne moeder scheidde, kort na
zijne geboorte, van haar echtgenoot, zoodat
zijne opvoeding werd verwaarloosd. Een
zijner ooms kreeg echter medelijden met
den knaap, trok zich zijn lot aan en zond
hem als leerling-horlogemaker naar Parijs,
waarheen zijne moeder hem in 1869 volgde.
In den herfst van 1872 kreeg zij hevige
aanvallen van braking en stierf na een
ongesteldheid van drie dagen. Pel toonde
weinig berouw over dit verlies, maar des
te meer ijver in het zoeken naar hetgeen
zijne moeder had nagelaten. Hij had de
planken uit de vloer gerukt, om de papieren
van waarde te vinden, die zij verondersteld
werd te hebben bezeten. Destijds was hij
horlogemaker voor eigen rekening, maar
hield zich bij voorkeur bezig met chemische
en electrische proeven. Hij beweerde, dat
de dood zijner moeder door een electrieken
schok was veroorzaakt.
Het volgend jaar verloor Pel zijn vader,
die hem een vermogen naliet van 25,000
fr. Hij verhuisde toen naar Passy, legde
zich toe op natuur- en scheikunde en
slaagde er in zich daar te laten doorgaan
voor een professor aan het Lycée St. Louis
en de Sorbonne. Het is vrij zeker, dat
hij in dezen tijd een poging heeft gedaan
om een oude vrouw, die bij hem diende,
te vergiftigen zij werd echter nog tijdig
naar het hospitaal gebracht en behouden.
Eugénie Meijer, een meisje dat daarop bij
hem in dienst trad, werd aangetast door
hevige brakingen en is sedert niet meer
gezien. De openbare aanklager vermoedt,
dat ook zij was vergiftigd en dat Pel het
lijk uit den weg heeft geruimd. Niemand
toch werd in de woning toegelaten en de
portier vond, toen Pel zijn kamers had
verlaten, sporeu van bloed op den vloer en
op een karpet, dat iu den tuin was achter
gelaten.
Pel ging zich nu weder vestigen als
horlogemaker, en opende een winkel in de
Avenue Kléber, te Parijs, Hij trouwde in
Augustus 1880 met Eugénie Bubbereau,
een jonge vrouw, die een kapitaaltje van
4000 fr. had opgespaard. En maand na
het huwelijk kreeg zij aanvallen van braking