Het potejUet kleine.
Afloop fler Mooping
eind, de oogen gingen wijd open
en de gescheiden vrouw was dood.
Voor eenige dagen zou een
Hamburger professor een zeer geleerd
man met zijne vrouw van Halle
naar Gotha reizen en had het on
geluk zijn zeer kostbaren wandel
stok in het station te Halle achter
te laten. De professor's vrouw
stapte daarop te Naumburg uit, om
te telegrapheeren dat men den stok
naa^ Gotha zoude zenden, maar
hield zich zoolang op, dat de trein
zonder haar vertrok. Op zijn beurt
steeg nu de professor te Apolda uit
den trein, om zijne vrouw op te
wachten. Toen hij niet weder in
den waggon verscheen, bemerkten
zijne medereizigers dat de professor
overjas en hoedendoos had laten
liggen en gaven deze zaken volgens
het adres te Gotha aan het station
af. Zoo droeg het zich toe, dat ter
zelfden tijd overjas en hoedendoos
te Gotha, de professor zelf te Apolda,
zijne echtgenoote te Naumburg en
de aanleiding van deze verwarring
de wandelstok, te Halle zich bevonden.
De cholera begint in Spanje
eenigszins af te nemen, maar toch
bedraagt het cijfer der ljjders in het
geheele rijk nog meer dan 1400
per dag. De toestand blijft zeer
treurig en op enkele plaatsen ver
zet de geteisterde bevolking zich
met geweld tegen de ambtenaren,
die de belastingen moeten innen.
De veelgesmade tournure heeft
onlangs zoo verhalen Duitsche bladen,
toch een kind het leven gered. Te
Apolda, in Saksen-Weimar, viel een
tweejarig kindje uit een venster, van
een bovenverdieping en het zou ze
ker op de straatsteenen verpletterd
zijn, als het niet was gevallen
op de ontzachlijke tournure van een
dame die daar voorbjj wandelde*
Thans bleef het een oogenblik op
dat uitstekend kleedingstuk liggen,
en het kon tijdig door een voorbij
ganger gegrepen worden voor het
op straat viel. Het kind was geheel
ongedeerd.
Sedert eenige dagen is het
gerucht verspreid, dat de Mahdi zou
zijn overleden, en in de onderstelling,
dat dit gerucht juist is, houden ve
len zich reeds bezig met bespiege
lingen over de mogelijke en waar
schijnlijke gevolgen van die gebeur
tenis. Men beweert, dat de dood van
den Yalschen Profeet een onverwacht
geluk zou zijn voor de tegenwoor
dige regeering in Engeland, en dat
daardoor aan de schier onoplosbare
Soedan-quastie plotseling een einde
zou worden gemaakt.
te kennen dat het nu niet kwaad
zou zijn hem te betalen.
Zijn cliënt keek hem wezenloos
aan, en liep heen, niets anders ant
woordende dan: Larie!"
LOON NAAR WERK.
De Amerikaansche advocaat Char
les Spencermoest eens zekeren
Marshall verdedigendie van dief
stal beschuldigd was en tegen wien
sterke bewijzen waren. Vóór de
terechtzitting ging Spencer naar zijn
cliënt en zeide hem dat zijn eenige
kans op vrijspraak was gekrenktheid
van geestvermogens voor te wenden,
en dat hij hem dus aanried op alle
vragen, die hem gedaan werden,
niets te antwoorden dan Larie
De dag der terechtzitting kwam,
en Marshall nam zijne plaats op de
bank der beschuldigden in, met een
bleek en verwilderd gezicht. De
griffier deed hem de gebruike vraag
Schuldig of niet schuldig?"
Larie zei de gevangene, met
een wezenlops starenden blik.
»Kom verklaar of gij schuldig
zijt of niet," hernam de gHffier.
Larie zei de gevangene weder.
Gevangene, wilt gij antwoorden,
op de vraag, die ik u doe
Larie!" schreeuwde hij.
Nu kwam de advocaat van den
beschuldigde tusschenbeide, en zeide
dat de gevangene krankzinnig en
derhalve niet toerekenbaar was, enz.
Begrijpt ge wat daar gezegd is?"
vroeg de rechter den beschuldigde.
Lariewas het antwoord.
De rechter sprak den man vrij,
omdat hij blijkbaar krankzinnig was.
Spencer wenschte hem geluk dat hij
er zoo goed w»s afgekomen, en gaf
Een gevederd man van de
Veder. De heer Ray Hathaway, redac
teur van de te Toledo, in Amerika ver
schijnende 8unday Democrat, had onlangs
een zeer pikant artikel geschreven over in
tieme relatien van hooggeplaatste personen
dier stad met zekere dame, die Kennedy
heet en voor de grootste schoonheid van
Norwalk doorgaat.
Drie rijke en gedistingeerde burgers Mer-
ry, Smith en Peters besloten wraak te ne
men en deden dat op een wijze, die in
Amerika niet ongebruikelijk is.
De heer Hathaway, die vermoedelijk niet
meer aan het artikel dacht, bezocht dezer
dagen Norwdlk, toen een heer zich in zijn
hotel rerroegde en hem verzocht eenige
oogenblikken met hem naar buiten te gaan,
daar hij over een zeer gewichtige zaak had
te sprekende redacteur ging mede en werd
toen hij zich buiten het hotel bevond, door
de drie bovengenoemde heeren aangevallen,
die hem, niettegenstaande zijn verzet, naakt
uitkleedden.
Terwijl twee aanvallers hem vasthielden,
besmeerde de derde den man van boven
tot onder met teer, en gooide toen den in
houd van een vederen kussen op de teer
laag uit.
De operatie had, in tegenwoordigheid van
een vijftigtal personen, die stonden te schud
den van het lachen, binnen weinige minuten
plaatsen daarna trokken de drie wrekers
zeer voldaan af.
Hathaway trok, onder een oorverdoovend
gejuich en nabootsing van allerlei dierge
luiden door de omstanders, zijn kleederen
zoo spoedig mognlijk over de pluimage aan
en snelde naar zijn hotel.
Hij bracht verscheidene uren door met po
gingen om de sporen der ondergane belee*
diging te doen verdwijnen; des avonds was
hij genoeg ontvederd om, zonder te veel de
aandacht te trekken, met den spoortrein'
naar Toledo te kunnen terugkeeren.
De journalist is voornemens om te trach
ten een bevel tot inhechtenisneming van de
heeren Peters, Smith en Merry te verkrijgen.
Hoe groot een walvisch ook moog' zijn,
Hij kan geen deuntje fluiten;
Hoe hoog soms de ooievaar ook staat,
Toch heeft de snaak geen kuiten
De olifant, zoo log en dik,
Zingt als geen nachtegaal,
Of vangt geen muizen, als een kat,
Al maakt hij ook kabaal.
Geen reus, zoo groot als Goliath,
Kan in een ketel kruipen;
Geen reus, rinhoceros, leeuw of beer,
Kan 't kleinste vaatje kuipen;
Geen slang hoe ook gevreesd op aard,
Die honig maakt of was;
Geen nijlpaard, zet, hoe groot hij wordt,
Een knoop ooit aan een jas.
De zon, veel grooter nog dan de aard,
Weet in geen mijn te dringen;
Geen hooggeleerde professor,
Kan als een vlasvink zingen;
De trotsche bergen steken wel
Den top fier in de lucht,
Maar lachen kunnen zij toch nooit,
Zelfs om geen flauwe klucht.
De zee, hoe wijd en diep en groot
Zij wezen moog, kan nimmer
Een wimpel hijschec in den mast,
Veel beter kan 't een klimmer;
Geen ramschip hoe 't ook manouevreert,
Dat ooit sigaren draait;
Geen stormwind, die horlogee maakt,
Hoe hard of hij ook waait.
Hoe groot of klein dan iets ook zij,
Of iemand is op aarde,
Al wat er is heeft ook zijn nut;
Ook 't kleinste heeft zijn waarde.
Wat klein is kan somwijlen meer
Dan 't groote. Goed beschouwd
Is het verstandig, dat men staag
Ook 't kleine in waarde houdt.
Velen zien in een rustigen Zondag eene eng
hartigheid zoo niet erger, maar eene andere
vraag is deze of hij, die geen regel voor Zon-
dagsarbeid begeerd en geene grens daarvoor
verkiest, de gevolgen voor zijne verantwoor
ding neemt die eene steeds meer toenemende
ontheiliging van den rustdag voor het mate
rieel en zedelijk leven der natie hebben zal,
zonder positieve medewerking van staat en
gemeente is geen krachtige en concrete door
voering van Zondagsrust te wachten, enkelen
mogen in eigen kring krachtig volhouden,
maar de massa, maar de man die gedwongen
is en wordt, komt daardoor niet vrij, hij heeft
slechts te kiezen of Zondagsontheiliging of
broodeloos, en toch zou het anders kunnen,
daarom is het onvermijdelijk noodig, dat stsat
en gemeente als wetgever vóórgaan in deze
te doen wat gedaan kan worden.
Met dank voor de opname
Uw dw. Dienaar,
J. KOR VER.
Helder, 13 Juli 1885.
INGEZONDEN.
ZONDAGSRUST.
Voor eenigen tyd deelden de dagbladen meê
hoe de Duitsche Rijkskanselier von Bismarck
in den Rijksdag de pogingen heeft toegestaan,
die in het werk gesteld worden, om door mid
del van wetgeving de Zondagsrust te bevor
deren, de houding van dien grooten staatsman
wekte algemeene verbazing, te meer omdat
hij als landheer van twee groote bezittingen
er op staat, dat zijne arbeiders op den dag
des Heeren rusten, ja zelfs toen hem gemeld
werd, dat die arbeiders de vrije Zondag ge
bruikten om hun eigen stukje land te bear
beiden, het hun met gestrengheid verbood,
en verlof gaf, om van den tijd in zijn dienst
gewerkt, zooveel af te nemen als voor de
bearbeiding van hun eigen grond noodig
waseen raadsel is dus dit zoo tegenstrijdig
gedrag des Rijkskanseliers, evenwel bij zeer
vele ultra-liberale bladen oogste hij succes.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip Conrad, van Batavia
naar Amsterdam, is 11 Juli van Padang
vertrokken.
Het stoomschip Soenda, is 10 Juli te
Marseille aangekomen van Batavia.
Het stoomschip Prinses Wilhelraina is
11 Juli van Southampton vertrokken naar
Batavia.
Het stoomschip Koningin Emma is 9
Juli van Marseille vertrokken naar Batavia.
Het stoomschip Prins Alexander is 10
Juli van Batavia te IJmuiden aangekomen.
Het stoomschip Burgemeester den Tex,
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 12
Juli van Sues.
Het stoomschip Voorwaarts, van Amster
dam naar Batavia arriveerde 12 Juli te
Padang.
Burgerlijke Stand Helder.
Van 10 Juli tot 13 Juli.
ONDERTROUWDp
GEHUWD: ne.
BEVALLEN: A. Kwint, geb. Moes, d.
J. C. Ran, geb. Grooff, d. A. E. Koelemeij,
geb. Keeser, J. Nebbeling, geb. Pot, z.
G. Wulfelee, geb. Hopman, d. W. Graaff,
geb. Smit, z. A. M. Lohman, geb. Hirsch, d.
R. Dilg, geb. 8wier, d. T. de Rover, geb.
Blom, z. E. J. Dijkstra, geb. Pillerup, d. J.
Blok, geb. Touw, z.
OVERLEDENT. G. van Neuren, 23
j. E. de Jong, 33 j. A. Govers, 44 j. M. J.
D. Lohman, 1 dag.
Een levenloos aangegeven.
van WEILAND, zoomede van HUIZEN
en ERVEN, in de gemeente Helder, ge
houden ten overstaan van den Notaris
HATTINGA RAVEN, in het lo
kaal „T i v o 1 i" te Helder, op
13 Juli 1885.
1. Het huis, waarin de broodbakkersaflaire
is uitgeoefend, mitsgaders erf, staande
in de 8midstraat, kooper de heer D.
Bandsma en J. Kiljan, voor f1150.
2. Het perceel weiland in den Helderschen
polder, genaamd „de Tuin," kooper de
heer R. Boomsma, voor f 1470.
3. H et perceel tuingrond, liggende alsvoren,
kooper de heer J. Kwant, voor f 590.
4. Het perceel grond, liggende alsvoren,
kooper de heer R. Zwaan, voor f 10.
5. Het huis en erf te Huisduinen, kooper
de heer D. Bandsma en J. Kiljan, voor
f135.—;
6. Het huis in de 2e Molenstraat, kooper
de heer J. van Brederode, voor f 900.
7. Het huis in de 2e Vroonstraat, kooper
de heer J. Hoogenbosch, voor f 840.
Vervolg- der Berichten.
De kermis spoedt teil einde. Het
Rotterd. tooiieelgezelsehap zal heden
avond hare laatste voorstelling ge
ven en het tooneelspel van Rosier
Faassen >Zonder Naam," opvoeren.
Het tooneelgezelschap van den hr.
van Lier zal, naar wij vernemen nog
eenige dagen hier blijven. Heden
avond wordt het geestige blijspel van
Bigot „Hjaar Korporaal" opgevoerd
en morgen „De Dochters van Hase-
man," waarin de hoofdrol door Mevr.
Albrecht-Engelman zal worden ver
vuld.
De heeren dr. P. Bakker, J.
C. Mann en W. Bakker Hz. hebben
bedankt voor de candidatuur, met
het oog op de a.s. verkiezing van
leden voor den Gemeenteraad hun
door de kiesvereeniging Helder"
aangeboden. Tot aanvulling der thans
nog onvolledige candidatenlijst, zal
op a.s. Donderdag door genoemde
kiesvereeniging een vergadering wor
den gehouden.
Morgen zal hier een goedkoope
volkstrein aankomen van Rotterdam,
Schiedam, 's Gravenhage, Leiden enz.
Bij Zr. Ms. besluit van 10 dezer
zijn de militaire studenten voor den
geneeskundigen dienst der zeemacht
J. J. Sterk en D. W. C. Yan Dort
Kroon, artsen, met ingang van 16
dezer benoemd tot officier van ge
zondheid der 2de kl bij de zeemacht.
Zr. Ms. schroefstoomschip le
kl. De Ruijter is, na van een nieuw
schroefblad te zijn voorzien, ter ree-
de Texel andermaal onder stoom be
proefd. Na afloop van den in alle
deelen geslaagden proeftocht kwam
deze bodem in het Nieuwediep en
werd onmiddelijk naar 's Rijkswerf
verhaald om te worden getuigd en
verder voor den dienst in gereedheid
gebracht.
Schipper P. Zegel, van den
blazer T. X. 14, verhaalt dat hij
dezer dagen bijna het slachtoffer
was geworden van verdwaalde punt-
kogels, die bij het schijfschieten van
de batterij Kaaphoofd te Helder, over
de droogte van Onrust langs de
Noordzee stoven. Een kogel stoof
rakelings bij de schuit langs en een
tweede ging ongeveer 100 meter van
het vaartuigje af in zee. Alle zeil
werd bijgezet om de gevaarlijke pro
jectielen te ontkomen en een veili
ger plek op te zoeken.
De Engelsche vischkotter Con-
fidence," onlangs aan de Hors te Texel
aan den grond geraakt, zal ver
moedelijk wel af te brengen zijn.
De kotter zit voor een groot deel
vol water, doch heeft nog weinig
zand in. Men wil beproeven, het
vaartuig, dat met inventaris enz.
tegen 2000 pd. st. verzekerd is, van
het strand te werken.
Op 11 dezer is door de commis
sie van de Noord- en Zuid-Holland-
sche Reddingmaatschappij een onder
zoek ingesteld naar het reddingsmate-
riëel op het station te Oosterend op
Terschelling. Alles werd in den bes
ten toestand bevonden, ook het pijl
toestel werkte uitstekend.
Te Rotterdam hebben sedert
eenige avonden belangrijke volksop-
loopen plaats gehad, veroorzaakt door
een officier der Schutterij, die zich
onbehoorlijk tegen iemand had ge
dragen. Hier en daar zijn zelfs de
glasruiten verbrijzeld. De mariniers
hebben assistentie moeten verleenen
om de straten te ontruimen. Arres-
tatiën hebben evenwel niet plaats
gehad.
Zaterdagavond was het er echter
zeer rumoerig.
Nadat het avondduister gevallen
was, begonnen de wanordelijkheden.
De politie werd weder op alle mo
gelijke wijze getart en gedwongen,
tot handhaving der orde van hare
wapenen gebruik te moeten maken.
Het regende nu en dan steenen. Op
de groote Hoogstraat werden ver
scheiden winkelruiten ingeworpen,
o. a. de kolossale winkelruit van
Oostmeijer en een der ruiten van
het koffiehuis der Passage. Ook aan
de woning van den commissaris van
politie in de Pauwensteeg werden
ruiten stukgegooid.
Herhaaldelijk moest de politie de
straten schoonvegen,waarbij degroote
menigte kijklustigen, die dan angstig
op de vlucht sloegen, haar zeer be
moeielijkte. Om geen ontevreden
heid te wekken, had men geen stra
ten doen afzetten, wat echter ten
gevolge had, dat telkens weder die
straten zich vulden, zoodat ook tel
kens weder de chargeerende dien
ders de zelfde moeite hadden om
de kwaadwilligen te bereiken.
Yan halftien tot ruim 1 uur in
den nacht duurde het tumult voort,
ofschoon het reeds om halftwaalf
aanmerkelijk begon af te nemen.
Tal van agenten werden door
steenworpen gewond, zes zoo erg,
dat zij onder geneeskundige behan
deling moesten worden gesteld.
Ook een rustig burger werd ge
vaarlijk gewond door een keisteen,
dien hij vlak in het gelaat kreeg.
Een nader bericht meldt:
De verwoesting aan winkelruiten
aangericht bij de wanordelijkheden
van Zaterdagavond, is veel grooter
dan men aanvanlijk meende. Er
zijn, vooral op de Korte Haagstraat,
tal van kostbare ruiten gebroken,
Men had het blijkbaar vooral op de
groote koffiehuizen en de groote win
kels gemunt. De spiegelruit van
Oostmeijer was, naar men zegt, de
grootste, die in ons land gevonden
wordt, en heeft niet minder dan f1750
róst. In deze ruit is bovenaan
een groot gatoverigens is zij heel
gebleven, zoodat het gedeelte nog te
gebruiken is.
Men schrijft uit Scheveningen
Omstreeks het jaar 1860 of 61
vertrok van Java naar China het
Nederl. barkschip Watergeus," kapt.
H. R. Giezen,boekhouderwijlendeheer
P. Yarkevisser alhier. Sedert het
vertrek van dien bodem van Java
heerschte in de Chineesche zee een
schrikkelijke storm, en sedert werd
er van de Watergeus" niets meer
vernomen zoodat bij de rechtbanken
aanvraag werd gedaan door sommige
vrouwen, om een ander huwelijk
aan te gaan, wegens vermoedelijk
overlijden. Al die jaren van 1860
of 61 af zjjn sedert voorbijgegaan,
en nu komt een man in Delft ver
tellen, dat hjj ook tot de equipage
der ^Watergeus" behoorde, doch
het schip door Chineesche zeeroovers
is overvallen, geplunderd en de op
varenden als slaven naar het bin
nenland zijn vervoerd, waar zij aan
ketenen gebonden, hun ellendig leven
slijten. Aan den verhaler was het
gelukt, zich aan boord van een ander
schip te verbergen en zoodoende was
hij er in geslaagd te ontsnappen en
naar Nederland te komen. Hij ver
telt verder, dat enkelen van de
equipage zijn overleden, doch som
migen nog in leven zijn, wier namen
hij opgeeft. Tengevolge daarvan zijn
sommige familieleden thans bezig
nadere inlichtingen in te winnen
eo zij zullen daarna trachten wanneer
zij zekerheid hebben, de tusschen-
komst van het Nederl. gouvernement
in te roepen, ten einde de invrij
heidstelling der gevangenen te ver
krijgen.
Of men hier met een sprookje te
doen heeft, zal een nader onderzoek
spoedig aan 't licht brengen.
De vader van den jongen man,
die bij het breken van de brug aan
het Papendrechtsch veer te Dordrecht
het leven verloor, heeft bij het ge
meentebestuur van Dordrecht een
aanvrage tot schadevergoeding in
gediend, welke aanvrage bij de eerste
raadsvergadering behandeld zal wor
den. Andere ingezetenen uit Al-
blasserdam die bij die gelegenheid
te water zijn geraakt en daardoor
hunne kleederen in meerdere of
mindere mate beschadigd zagen,
schijnen reeds een schadeloosstelling
ontvangen te hebben.
Uit een der archief kamers van
het departement van financiën is
een belangrijke partij beschreven
papier ontvreemd. De dader van
dezen diefstal is niet bekend.
De overstroomingen richten in
Galicië Moravië, Opper-Oostenrijk en
Hongarije ernstige verwoestingen aan.
In Galicië zijn een groote menigte van
dorpen en kleine steden onder water
gezet. Tal van bruggen zijn wegge
spoeld, spoorweglijnen zijn doorge
broken en de oogst is over groote uit
gestrektheden totaal verwoest. Jl.
Woensdagnamiddag brak een hoos
los boven het lager gelegen deel
van Pesth, en zette alles onder water,
waardoor eene schade werd aange
richt van meer dan een half millioen
florijnen.
De oude Hongaarsche hoofdstad
Prestburg wordt ernstig bedreigd door
de voortdurende rijzing en de onge
kende hoogte van den Donau. Het
zelfde gevaar bedreigt Temesvar,
Karansebes en andere Zuid-Hongaar-
sche steden sedert de Ternes en de
Bega buiten hare oevers zijn getreden.
Reeds 10,000 acres land zijn over
stroomd, de oogst-werkzaamheden
heeft men grootendeels moeten staken.
De jongedochter te Schiedam,
die van schrik uit het zolderraam op
straat gevallen in de onmiddellijke
nabijheid van de plaats, waar de moord
werd gepleegd, en daarbij verschei
dene kwetsuren bekwam, verkeert in
een zenuwachtig opgewonden toe
stand; overigens is zij vrij wel.