'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1311.
Woensdag 9 September 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
A^onnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
De voorbijgangers konden Zaterdagmor
gen reeds op het voorplein van „Tivoli"
zien, dat er een feestelijke gebeurtenis op
handen was, want een aantal vlaggen met
de vaderlandsche kleuren prijkte in het
zonnelicht. Dat zonnelicht was het nu juist
wat men noodig had, zou het feest slagen,
't jaarlijks wederkeerende bloemenfeest van
Floralia.
Tegen twee uren des middags verzamel
den zich de bezoekers in de groote zaal,
waar ze door den voorzitter der Floralia-
commissie welkom werden geheeten. Spreker
gewaagde met een enkel woord van het
doel van Floralia en had een woord van
dank over voor hen, die aan 't welslagen
der tentoonstelling hadden medegewerkt,
inzonderheid voor de commissie van beoor
deeling, bestaande uit de heeren v. Voorn-
veld, Land en Roem. Vervolgens werden
de namen der bekroonden afgelezen.
A. Potplanten, lste prijs, No. 20,
P. C. Kiljan2de pr., No. 29. A. Korff;
3de pr., No. 19, J. Kiljan; 4de pr., No.
94, J. H. Bnhrman; 5de pr., No. 16, D.
Bandsma; 6de pr., No. 71, J. Koenen;
7de pr., No. 28, P. Schilder; 8ste pr., No.
21, M. H. Klerk9de pr., No. 35, W. E.
van den Ordel; 10de pr., No. 54, J. W.
Bergman; 11de pr., No. 30, A. Korff Az.;
12de pr., No. 80, A. van Willigen; 13de
pr., No. 7, D. Wentel en 14de pr., No.
81, J. Winter.
Getuigschriften zijn toegekend aanNo.
22, C. M. v. d. Ordel; No. 51,F.Ekamp;
No. 97, Valter-LuterNo. 45, P. v. Es;
No. 1, G. R. v. Mansum; No. 61, G. Bosch;
No. 44, J. de Mulder en No. 2, C. Bruin.
B. Zaadplanten. lste prijsNo.
25, C. J. Stelleman en 2de pr., No. 88,
P. Schilder.
Getuigschriften zijn toegekend aan No.
20, P. C. Kiljan en No. 1, G. R. v. Mansum.
Na de gebruikelijke fanfaren en 't spelen
van het Volkslied ging de gordijn omhoog
en had men de vrijheid de geëtaleerde
bloemen te zien. 't Was er vroeger weieens
voller, maar daardoor kwam hetgeen nu ten
toongesteld was wellicht beter uit. Met
een enkel woord maken we gaarne melding
van de pièce de milieu, keurig door den
heer Jansen, bloemist alhier, samengesteld,
en ook van het fraaie bloemenschild, met
het woord Floralia er in, dat niet alleen
voor den goeden smaak, maar ook voor den
ijver en de bekwaamheid der vervaardig
ster, mej. Daarnhouwer, pleit. De muziek
van het korps der K. N. Marine, onder
directie van den kapelmeester J. Koning,
lokte spoedig naar den tuin. Daar we
gedurende een maand de gewone concerten
hadden moeten missen, maakten de liefelijke
tonen een des te gunstiger indruk.
Een der bekroonden, de heer D. Bands-
ma, was zoo overtuigd van den ijver en de
vele bemoeiingen der commissie, dat hij
zijne erkentelijkheid daarvoor deed blijken
door 't ten geschenke aanbieden van een
prachtige plant. Bij de onderlinge loting
der commissieleden viel 't geschenk ten
deel aan den heer A. A. Bakker Cz.
Ook Zondagmiddag werkte 't weer mede
't matiné luister bij te zettenmaar wat,
als gewoonlijk de kroon spant, was de
avondbijeenkomst. Er waren heel wat be
zoekers. 't Stafmuziekkorps speelde een
populair programma, voor zulk een gelegen
heid uitmuntend geschikt. De tuin, door
gekleurde lampions verlicht, zag er goed uit
en de stemming was nogal opgewekt. Tegen
negen ure werden de prijzen, voorwerpen
van luxe of voor huishoudelijk gebruik, met
een toepasselijk woord door den voorz.,denhr.
T.Mooy,uitgereikt, waarbij spreker den wensch
uitte dat Floralia mocht bloeien. Dien wensch
deelen we, want waarlijk de commissieleden
hebben er moeite genoeg voor over. Loopt
een feest goed af, dan schijnt alles van zelf
te gaan, en eerst de ondervinding leert, dat
er heel wat moet voorafgaan wil zooiets
goed van stapel loopen. We oordeelen der
halve, dat de commissie door 't publiek be
hoort gesteund te worden. Een schitterend
vuurwerk sloot de jaarlijksche bloementen
toonstelling op waardige wijze. De heer
Horsten uit Amsterdam heeft ook nu weer
blijken gegeven dat hij de pyrotechniek ten
volle verstaat.
Behoort deze tentoonstelling nu ook tot
de geschiedenis, ze zal vvorieker, daar alles
tot 't welslagen heeft samengewerkt, een
aangenamen indruk achterlaten.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 8 Sept. 1885.
Door het bestuur der kiesver-
eeniging Helder" alhier is een
adres gericht aan den Minister van
Oorlog, om zoo mogelijk vergoeding
te erlangen vanwege het departe
ment van Oorlog, voor de geleden
schade aan woningen, door de zware
schietproeven uit het geschut van
het fort op de Harssens op 2 dezer.
De Kweekschoool voor zeevaart
te Leiden vermeerderde gedurende
de maand Augustus met ruim een
30tal jongens. Het aantal bij die
inrichting bedraagt thans 270.
Den 28n Augustus heeft te
Dordrecht Petrus Kal verboer zijne
woning verlaten, vrouw en 2 kinde
ren onverzorgd achterlatende. De
commissaris van politie te Dordrecht
verzoekt, namens de echtgenoote;
opsporing en bericht.
Jan George Schisler, werkman
weduwnaar, geboren te Amsterdam
gekleed in donker pak en zwartla-
kenschen pet, heeft ongeveer 7 weken
geleden zijne woning in de Haar
lemmerhouttuinen verlaten, zijn kind
onverzorgd achterlatende. Het be
vindt zich thans in het stads-beste-
delingenhuis te Amsterdam. De
poliitie zoekt bekend te worden met
het verblijf van S.
Tengevolge van den in de vo
rige maand te Raamsdouk gewoed
hebbenden brand, is er aldaar voor
metselaars en timmerlieden, die wil
len werken, overvloed van werk.
Van de 31 afgebrande huizen zijn
er reeds een 10 ofl2tal aanbesteed
om nog vóór den winter te kunnen
worden betrokken.
Bij arrest van het Gerechtshof
te Leeuwarden,in raadkamer gewezen,
Pieter Pijpker, oud 46 jaren gebo
ren te Marum, arbeider, wonende
te Weerdingermarke, gemeente Em-
men, thans te Leeuwarden in hech
tenis, verwezen naar de openbare
crimineele terechtzitting, om terecht
gesteld, te worden ter zake van op
den 25 Juni jl. te Weerdingermarke
den arbeider Tg men Luik moedwil
lig te hebben aangegrepen, op den
grond geworpen en met zijn knie
op diens lichaam te hebben gedrukt
tengevolge waarvan deze bijna on
middellijk daarop is overleden.
Het gerechtshof te Leeuwar
den heeft, in navolging van de recht
bank aldaar, een goed voorbeeld ge
geven. Het heeft nl. een vonnis
dier rechtbank bevestigd, waarbij 3
personen te Leeuwarden zijn veroor
deeld onderscheidelijk tot 4 en 3
maanden celstraf, omdat zij, toen een
politieagent iemand wegens openbare
dronkenschap naar het politie-bureau
wilde overbrengen, zich daartegen
verzetten en den man uit handen
van den agent losgerukt hebben, ter
wijl een bovendien den agent met
een hengelstok op den rug had ge
slagen.
Hoe verkeerd de nalatigheid
is, om als men op straat gaat, niet
het een of ander bij zich te steken,
waaruit op te maken is wie men is en
waar men woont een visitekaartje
of een adres in een notitieboekje
bijv. heeft dezer dagen weder een
dame, blijkbaar van deftigen stand,
te Amsterdam, ondervonden. Op de
Leliegracht kreeg zij plotseling een
aanval van beroerte en zakte bewus
teloos ineen. De politie die spoedig
te hulp schoot, zocht in de zakken
der dame maar vond niet de gering
ste aanwijzing, zoodat zij genood
zaakt was haar naar het gasthuis te
brengen en niet in staat was de
familie kennis te geven. Eerst des
avonds werd die uit de kranten ge
waar waar hare bloedverwante, die
men reeds uren vermiste, wezen kon.
In een politiebureau stonden
dezer dagen een buitengewoon dikke
vischvrouw en een zeer mager man,
barbier, voor den commissaris, om
zich te verantwoorden wegens een
burengerucht, waarvan zij de oor
zaak waren.
't Volgende gesprek vond plaats.
Commiss. Hebt jij dien man uit
gescholden
Vrouw. God beware me! ik heb
alleen, omdat hij altijd zijn vuil
zeepsop op mijn gootplank gooit,
gezegd»Laat dat staan, magere
kribbenbijter."
Commiss. Eien verder
De man invallend. Toen heb ik
natuurlijk gezegd »voor jou, dikke
rolpens
De vrouw invallend. Uwé be
grijpt, toen hij rolpens zei werd ik
nijdig, ik ben een teveel fatsoenlijke
vroutv om mij door zoo'n Spaansch
riet te laten verdeclineereu. Wat
denkt zoo'n leelijke droogstok wel
Die sn-tschraper zegt alles wat voor
zijn mond komt; de heele buurt weet
dat hij een magere, brutale zwiepka-
narie is, meneer commissaris! Als
u die kale slierspersie heter konde
zou u wel weten, dat een fatsoen
lijke vrouw zich door een schuim-
slikker zoo als hij, niet komman
deeren laat. Eeuwig en altijd gooit
die snoetenschrabber zijn vuil zeep
sop op mijn gootplank en toen ik
hem er wat van zeg, begint hij te
schelden, 't Is om razend te wor
den Maar ik laat me niet door
zoo'n lat, zoo'n baardvilder veraffron-
teeren. Daar kon ik dagwerk van
hebben als ik naar de pijpen van
zoo'n uitgeklopt mouwvest, zoo'n
drogen zeepsmeerder wou dansen.
Dat nooit meneer de commissaris
Eer dat ik me door dien uitgemer-
gelden scheerriem, dien doorgebro
ken hengelstok laat verschandalisee-
ren moet er heel wat anders gebeu
ren. Zoo'n misselijke stokvisch met
O-beenen durft mij rolpens noemen.
Zou je zoo'n platgeslagen puitaal,
zoo's haarsnijder met angst niet in
zijn nek nemen Hé Hé Hé je
zoudt hem niet eens kunnen vast
houden, daar is die akelige zeep mug
veel te mager voor, uwé kan doen
wat u wil, meneer de commissaris,
de agent heeft me meegenomen
omdat hij zei, dat ik schandaal en
rumoer maakte, maar als uwé een
eerlijk mensch is, zal uwé begrijpen,
dat ik de vrouw er niet naar ben
om me zelf in 't perijkel te helpen
door zoo'n schriel mirakel van een
slappen scheerdoek uit te schelden.
Die rolpens van hem laat ik niet op
me zitten, ik zal 't van voor den
koning weghalen als noodig is, maar
die sla-schuim-over-den-duim zal de
kast in zoowaar ik een knappe
vrouw ben
De commissaris verwonderde zich
en doet het nog, dat er voor een
barbier zooveel scheldnamen te vin
den zijn in zoo weinig tijd.
Als een bewijs voor de aan
houdende daling der huurprijzen van
landerijen kan dienen, dat een ka
pitale boederij met 18 H.A. puik
bouw- en weiland, behoorende tot
het Koninklgk landgoed Oranje-
_...ssau's oord nabij Wageningen, bij
publieke verpachting slechts f 390
huur kon opbrengen, terwijl zg bij
eene vorige verpachting f800 had
opgebracht.
Voor 15 plaatsen als surnu
merair der dir. bel. enz, waar
voor in November het vergelijkend
examen wordt afgenomen hebben
zich 110 liefhebbers aangemeld.
Uit zulke feiten blijkt, zegt het
H. Dagbl., dat de werknood zich
niet tot de arbeidende klasse bepaalt.
INGEZONDEN.
Rotterdam, 4 September 1885
Dinsdag 25 Augustus had in de officieren
sociëteit alhier een concert plaats van het
muziekkorps der K. K. Ned. Marine, welwil
lend aangeboden door de officieren, gedeta
cheerd aan boord van het opleidingsschip eu
der mariniers, te dezer stede in garnizoen.
Ten einde het bewijs te leveren hoezeer die
hoffelijkheid werd op prijs gesteld, verscheen
het meerendeel der officieren van het regi
ment, met den luitenant-kolonel aan 't hoofd
in het park in uniform en ik geloof dat nie
mand zijne tegenwoordigheid in ons klein
„Dorado" zal betreurd hebben; want al
trachtte de trouwelooze Oogstmaand ons diets
te maken, dat hij November heettehetgeen
aan zomerwarmte gemist werd, vergoedden
de opgewektheid en de gezellige toon, die in
den zich steeds uitbreidenden kring van
dapperen heerschten en ook „last not least"
de aantrekkelijkheid van het programma,
dat het muziekkorps ten beste gaf.
Het was een stout stuk van den kapel
meester J. Koning met zulk een „massief"
programma te durven optredenmet uitzon
dering toch van een enkelen wals waren
Beethoven, Schubert, Mendelssohn en eenige
moderne klassieken aan 't woord.
Eerlijk gezegd, toen wij dit zwaarwichtig
programma zagen, hebben wij gemeesmuild
en schrijver dezes dacht, dat er niet veel van
terecht zon komen, daar de herinnering, die
hij van eenige nitvoering van het korps had,
juist niet van de aangenaamste was. Te on
zer verontschuldiging zij aangevoerd dat we
niet wisten dat de kapel een nieuwen meester
had gekregen, die aanmerkelijke verbeterin
gen, heeft aangebracht, zoowel wat getal
sterkte als gehalte der executanten betreft.
Heeren officieren behoeven er geen spijt van
te hebben, dat zij den bescheiden en kundi-
gen man finantiëel en moreel gesteund heb
ben. Het korps kan voor den dag komen.
Bchubert's onvoltooide symphonie, een
werk, dat vooral waar het de „piano's" en
„pianissimos" geldt, van de uitvoerenden
veel eischt, en dat met zijne zoete melodiën-
rljkheid en teedére instrumentatie het best
kan vergeleken worden, bij een ragfijn kant
werk, werd waarlijk schoon uitgevoerd. Het
schijnt ons toe dat de Marinekapel uitermate
de geschiktheid bezit om dergelijke zacht
daarheenvloeiende compositiën tot haar recht
te brengen, eene harer opmerkelijkste deug
den toch is haar schoon „piano" en „pianis
simo"; hetgeen oök op den voorgrond trad
bij de „Marche funèbre van Gounod", welk
geestig en fijngedacht kabinetstukje voortref
felijk werd ten gehoore gebracht zóó uit
stekend dat het de algemeene aandacht trok
en warm werd toegejuicht. Op dringend ver
langen zond de kolonel Visser een officier
naar den heer Koning, hetgeen eene herha
ling van dit juweeltje ten gevolge had. Te
opmerkelijker was deze ingenomenheid, wijl
het korps ons met dien marsch niets nieuws
brachtdaar hij ook herhaaldelijk op de pro
gramma's onzer schutterijkapel te vinden is.
Deze kan echter van den heer Koning en van
meuig muziekkorps in den lande nog wat
leeren, waar het op beschaafde klank aan
komt. Waar wij onze ingenomenheid met
hetgeen de kapel te hooren gaf, zoo ondub
belzinnig uitspreken, daar zal de kapelmeester
ons een paar opmerkingen gaarne veroor
loven.
Werd de beschaafde klank bij piano en
pianissimo geprezen, aan de andere zijde
schiet de kapel te kort, waar het geldt een
flink fortissimo te ontwikkelen. Het finale
van „Mendelssohn's Athalia", waarin de
hoofdmelodie, breed en statig, krachtig en
pompens ten hemel rijst, klonk matevenals
het „Albumbatt von Wagner", dat een van
die breeduitgesponnen crescendo's in zich
sluit, die de „maëstro" zoo gaarne en zoo
onovertreffelijk weet aan te wenden. Dit was
ook het geval met het „Fète Bohémienne",
uit „Massenet's Bcènes Pittoresques", eene
compositie, wier titel reeds aandnidt, dat de
componist daarmede de stemming wenscht te
sohilderen, van den Boheemschen, feestvie
renden landsman, die zijne opgewektheid
veeleer in een luidruchtig fortissimo botviert,
dan in een zoet piano versmoort.
Wij maken den kapelmeester hiervan geen
verwijt, daar wij de oorzaken kennen, die
dit gebrek deden ontstaan. Zoo was de heer
K. onder den indruk van eene, na zijn con
cert in onze diergaarde, „ten onrechte" ge
maakte opmerking, dat men wel hooren kon
met soldaten te doen te hebben, bij wien
trommels en bekkens het hoogste woord heb
ben.
Er is in iedere stad een eerbiedwaardig
aantal lieden, „qui sont pressés de vons faire
un mauvais compliment", en die zich niet
begrijpen kunnen, dat er ooit iets goeds uit
„Nazareth" kan komen, en die luidjes nemen
dan doorgaans bij den kop, wat het meest
voor de hand ligt.
In de laatste jaren eigenlijk was men
nimmer te vreden zijn er, „trouwens zeer
gemotiveerde, klachten gerezen over ons
schutterij-korpsschering en inslag daaron
der was de behandeling der slaginstrumen
ten, wier klank dan ook ver van schoon is,
gelijk alles wat dit korps presteert, niet bo
ven het hoogstmiddelmatige reikt. Waarom
nu zou die font ook het korps der Marine
niet aankleven? De heer K. die een diep ont
zag schijnt te hebben voor de muzikale ont
wikkeling der Rotterdammers het is niet
onverdiend en die in tegenstelling van
menigeen zijner collega's, een open oor heeft
voor eens anders oordeel, de heer K. soheen
bij de uitvoering van 25 Aug. den bespelers
der slaginstrumenten wat al te veel beschei
denheid te hebben ingeprent.
Maakt al geheele verwerping van het oor
deel des ernstigen kunstlief hebbers, die een
reeks van jaren de toonkunst beoefend heeft,
den kunstenaar die zich daaraan schuldig
maakt er zijn er zoo eenvoudig bespot
telijk; toch mag den heer K. wel een weinig
meer zelfstandigheid worden aanbevolen;
zijne degelijke talenten geven hem daartoe
het recht.
De hoofdoorzaak van het gebrek aan
krachtsontwikkeling schoone, wel te ver
staan ligt in de slechte hoedanigheid der
slaginstrumenten, met name in die der pau
ken. Hoe spoediger deze naar de keuken
verhuizen om er raasdonders in te koken,
hoe beter. Zijn de pauken vernieuwd en wil
de bevoegde autoriteit den pankist een dag
of acht arrest geven om zijn roffel te volma
ken, dan twijfelen wij niet of de klank van
de kapel zal in schoonheid en kracht winnen.
Alles te samen genomen was de avond van
25 Aug. voor velen een aangename, en daar
aan heeft de kapel zeker niet het kleinste aan-
toegebracht. De overste Wilkens sprak dan
ook, namens alle officieren een hartelijk
woord van dank voor de beleefdheid, hun door
de officieren der Marine en het garnizoen be
wezen, hetwelk door. den kolonel Visser werd
beantwoord, met eene warme dankzegging
voor de verleende gastvrijheid in ue officie
ren sociëteit. Het volkslied bezegelde den
band, die dezen avond tusschen ons en onze