'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
DE TRIOMF DER LIEFDE.
No. 1322.
Zaterdag 17 October 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Hekier.
Bareanx: SPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
OCTOBER, (Wijnmaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon 6 n. 30 m.
Onderg. 5 u. 2 m.
Zondag 18
Maandag 19
Dinsdag 20
Woensdag 21
Donderdag 22
Vrijdag 23 Volle Maan.
Zaterdag 24
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 16 Oct. 1885.
Blijkens een bij bet Departe
ment van marine ontvangen telegram,
is Zr. Ms. schroefstoomschip le kl.
De Ruiter, onder bevel van den kapt.
ter zee jhr. T. E. de Brauw, den
14n dezer van Point de Galle ver
trokken. Aan boord was alles wel.
Een der opvarenden van den Tes-
selschen loodskotter no. 12, Jb Hut
jes, is Dinsdag, bij bet binnenkomen
van den kotter, buiten het Westgat
door een stortzee overboord geslagen.
Met veel moeite en inspanning ge
lukte het de equipage den drenkeling
te redden. Een scbeepsboot ging
hierbij verloren.
Een marine-matroos van Zr.
Ms. oorlogsschip Atjeb, liggende te
Nieuwediep, sedert Zondag van dien
bodem gedeserteerd en Dinsdag aan
bet passagieren op den Zeedijk te
Amsterdam, viel, ofschoon bij zich
in een oliepak gestoken had, een
politieagent in bet oog. Toen deze
beambte hem de band op de schouders
legde, trachtte janmaat zich nog wel
door de vlucht te redden, doch zijn
vervolger was vlugger dan hij en goed
gekneveld bracht bij hem naar de
naaste politiepost.
Wp vernemen, dat bet Stout
der brouwerij »De gekroonde Valk"
te Amsterdam, dat reeds in Frank
rijk burgerrecht verkreeg, thans ook
is toegelaten in de hospitalen te
Antwerpen, na herbaalde proefne
mingen, waaruit zijne versterkende
eigenschappen zijn gebleken.
Het gerucht, dat Gerrit Yisser,
de wegens frauduleus bankroet ten
crimineele verwezen makelaar en
koopman uit Beverwijk, die 8 Maart
jl. uit de gevangenis te Haarlem
wist te ontsnappen, te Parijs zou zijn
aangehouden, wordt bevestigd door
later ingekomen berichten. Het
schijnt dat hij zich verpraat heeft
en daardoor zelf de justitie op zijn
spoor heeft gebracht.
Yan Terschelling schrijft men
dd. 12 October.
Heden heeft aan onze kust weder
een gebeurtenis plaats gegrepen,
waarop wij als Nederlanders recht
trotsch zijn. Bij stormachtig weder
strandde in de Gronden, nabij dit
eiland, het Zweedsche barkschip Olaf,
kapitein Olsen, met een lading
balken van Sundsvall naar Harlingen.
Op de herhaalde noodseinen ging de
reddingsboot van West-Terschelling
in zee, doch zij kwam te laat, want
kapitein Yan der Wal, van den
stoomschelpenzuiger De Tijd, had de
equipage, uit 10 man bestaande,
reeds gered met zjjn sloep, in vijf
achtereenvolgende reizen. Zulk een
redding bij een N.W. wind en hoogst
ongunstig weer en water, verdient
voorzeker een bijzondere vermelding,
wat allen zullen toestemmen, die
maar eenigszins met onze kusten he
kend zijn.
De Haagsche correspondent der
Prov. Gron. Ct. schrijft:
»De kooplui met appelen zijn op
het oogenblik in Den Haag talrijker
dan ooit, want ieder ambachtsman,
die geen werk heeft, huurt een krui
wagen, koopt een hektoliter appelen
of peren en is koopman uit nood.
Andere werkeloozen overleggen het
slimmer. Zoo werd Maandag een
open briefje aan mijn huis afgegeven,
luidende Yier getrouwde schilders,
bedankt door slapte, vragen beleeft
aan uw mevrouw of uw ook iets te
schilderen heb,zooals wastafels, kleer-
bakken, asbakken, asketels, testofen
enz." Stijl en taal werden hun ver
geven, maar hun bedoeling is uit
muntend, en de wijze waarop zij zich
een stuk brood trachten te verschaffen,
prijzenswaardig. Dinsdag kwamen
een viertal het antwoord vragen, en
een wagen, volbeladen met verflooze
huishoudelijke voorwerpen, was het
welsprekendst bewijs, dat menige
mevrouw met dezen maatregel inge
nomen was, en gaarne een en ander
liet opschilderen door ambachtslieden,
wier ondernemingsgeest zich uitbreidt,
naarmate het arbeidsveld kleiner
wordt."
De Gemeenteraad van Papen-
drecht heeft besloten de kermis af
te schaffen, tengevolge van het mis
bruik dat vooral de laatste maal daar
van gemaakt is.
Op aanwijzing van een dienst
meisje werd Maandagmorgen op de
Nieuwe Heerengracht te Amsterdam
een vrouw gearresteerd, die een pas
geboren kindje, in een doek gewik
keld, in het water trachtte te werpen.
De dienstmeid had de vrouw reeds
van de Prinsengracht af gevolgd.
Bij het wegbreken van den ge
vel eener boerderij onder de gem.
Sloten, vond men dezer dagen onder
de [fundeering het geraamte van een
mensch. Het lag in gebogen hou
ding en te oordeelen naar het gebit,
dat volkomen gaaf was, is het 't over
schot van een ongeveer 30- of 35-
jarig persoon. De boerderij staat
daar reeds bijna 30 jaren.
In de beide stoomweverijen der
Almeloosche spinnerij en weverijmet
ongeveer 600 werklieden, is het werk
gestaakt. De staking moet meer het
gevolg zijn van de malaise in de ka
toennijverheid, dan wel van het nog
niet weder werken der spinnerij dier
vennootschap, waardoor deze in de
vervaardiging van een deel harer be-
noodigde garens niet kan voorzien.
De genoemde malaise veroorzaakt
ook, dat in de katoenfabrieken de
werkzaamheden alleen des daags ge
schieden.
De Engelsche kanoneerboot
»Dwarf" is Maandagavond bjj Holy-
head gestrand. De bemanning is ge
red, maar het schip is zwaar bescha-
digd.
De ontploffing te New-York.
Met het in de lucht laten springen van
Flood Rock in het Heil Gate kanaal bij
New-York heeft de wetenschap een schitte
rende overwinning behaald en daarbij was
het een buitengewoon schilderachtig schouw
spel.
Duizenden menschen waren langs de
oevers bijeengestroomd en zaten op de daken
van alle huizen, vanwaar men het gezicht
op de rots had. Ook in de stad zelve
wachtte men met spanning het oogenblik
der ontploffing af. Ieder was in gespannen
verwachting, terwijl zelfs menigeen niet
geheel gerust was over den uitslag.
Reeds eenige dagen voor de ontploffing
hadden de couranten alle bijzonderheden er
over meegedeeld. Men wees er op dat 9
acres rots (een uitgestrektheid van ongeveer
41 bunder) waren doorboord en voorzien
van 300.000 ponden ontplofbare stoffen, en
wel 75000 pond dynamiet en 240.000 pond
rackaroch, een krachtig mengsel van potasch
en denitro benzali.
Die rotsachtige grond was beneden door
boord door gangen. Van enkelen was de
bodem 50 tot 60 voeten beneden het ge
wone peil der eb. Deze gangen waren
gescheiden door 10 tot 24 voet dikke wan
den en werden geschraagd door 467 rots-
zuilen, elk 15 voeten in het vierkant. In
de zijden en het rotsdak dezer gangen wa
ren ongeveer 14.000 gaten geboord, die ge
middeld 9 voeten diep waren en elk gela
den werden met een rackarock-patroon van
zes pond en een dynamietpatroou van drie
pond. Al deze openingen stonden in ver
binding met een electrische batterij, zoodat
één vonk alles tegelijk deed ontploffen.
De beslissende vonk werd langs den draad
gezonden door de kleine vingers van het
elfjarig dochtertje van den hoofdingenieur,
die de onderneming leidde. Toen zij op
den knop drukte, hielden de toeschouwers
ademloos van spanning hun oogen op de
rotsachtige opervlakte gevestigd. Plotseling
hoorden zij een dof gerommel, zij zagen
den grond als het ware wegzinken en in
een stond een machtige waterzuil, 9 acres
lang en 200 voet hoog, boven de Flood
Roek.
Het maakte den indruk van een ijsberg
en scheen een seconde in de lucht te han
gen. Toen stortte de waterzuil met dave
rend geweld ineen en deed geweldige golven
tegen de oevers slaan. Een sterke gele
wolk van de gassen der ontplofte stoffen
hing boven het kokende water.
Een oorverdoovende kreet van bewonde
ring ontsnapte den toeschouwers, toen het
schouwspel gedaan was. De schok werd in
alle deelen der stad en zelfs in Brooklyn
gehoord, maar was niet sterk genoeg om
ergens schade aan te richten. Het onder
zoek der ingenieurs leerde dat de ontplof
fing volkomen is gelukt. Generaal Newton,
de hoofd-ingenieur, meende dat het wel een
half millioen dollars zou kosten en wel 2
jaren zon duren, voordat de verbrijzelde
rotsen zijn opgeruimd. Wanneer het werk
af is, zal het kanaal een breedte hebben
van 1200 voeten, in plaats van 600, gelijk
nu, en zal het een diepte hebben van 26
voeten, zoodat alle zeebooten er bij elk
getij kunnen doorgaan.
Hlailegenc
Kindren zijn des Hemels zegen,
Wie ook 't tegendeel beweert,
Ik houd mij aan de oude meening,
Door de schriften ons geleerd.
Moet ook vaak een moeder tobben,
Dag en nacht, met talrijk kroost,
Later, als de kindren groot zijn,
Worden zij haar vaak tot troost.
Moet een vader ook hard werken
Voor een talrijk huisgezin,
Bij de zorgen treedt niet zelden
Zegen ook zijn woning in.
Kinderen zijn zelfs onmisbaar.
Denk eens wat een baker moest
Zoo g6en kind meer werd geboren 1
Heel haar standje was verwoest.
En de nuttige onderwijzers
Hadden spoedig uitgediend,
Zoo geen kind meer kwam ter wereld.
Zeker zou geen kindervriend
Lang meer zijn vermaak genieten
Want een kleine geeft toch vaak
Door zijn snappen, spelen, vragen
Aan de ouderen vermaak.
Bakkers, manufacturieren,
Schoenmakers ook zelfs daarbij
Kwamen om van honger, in een
Kinderlooze maatschappij.
Tal van andre nutte menschen
Konden evenmin bestaan,
Als geen kind meer kwam ter wereld
't Raakte in 't eind met elk gedaan.
Laten wij 't een voorrecht noemen,
Kind'ren om ons heen te zien
Zij toch zijn zoo vaak de vreugde]
Van de meer bejaarde liên.
Geven kindren al veel zorgen,
Zeker ook wel zonneschijn.
Heil den kindren Zij 't ons streven
Met de kind'ren kind te zijn
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip Koningin Emma. is 13
October van Genua vertrokken naar Am
sterdam.
FEUILLETON.
44.
Roman yan
B. M. KAP RI.
Waarachtig, men zou zijn verstand bijna
verliezen," antwoordde Dubois wrevelig, „als
men altijd met menschen te doen had, die
steeds bij een enkel verschijnsel het geheel
vergeten en alle zeifbeheersching missen.
Wilt gij alles bederven, Alferro, dan is dit het
zekerste middel. Al ziet zij ons niet, dan is
het toch zeer waarschijnlijk, dat zij ons hoort,
en denkt ge dat uwe woorden haar niet in
hooge mate moeten opwinden P"
Alferro bedwong zich met moeite. Hij was
der vertwijfeling nabij. Vaster sloot hij zijn
arm om Marion en zag haar met hartstochte
lijke teederheid in het schoone, onbewegelijke
gelaat.
„Dokter," fluisterde hij zacht, „haar nog
maals in haar vorigen toestand te zien ver
zinken, dat verdraag ik niet. Dan schiet ik
mij liever een kogel door de hersens...."
„En zoudt Marion verlaten ondanks uwe
gelofte om steeds over haar te zullen waken P
Praat toch znlken onzin niet, Alferro en lastor
u zeiven niet. Ik houd niet van dien zotte
klap. Dat kan ik u echter verzekeren, in haar
vorigen waanzin valt zij niet terug, want de
toestand is geheel anders geworden. Alleen
kan men niet weten, of haar tegenwoordige
toestand niet opnieuw plaats zal maken voor
een anderen, die echter zeker minder gevaar
lijk zal zijn. Laat ons hopen, en help mij lie
ver haar uit het rijtuig te tillen, want wij heb
ben het doel bereikt en ik zou gaarne willen,
dat de plechtigheid zoo spoedig mogelijk
voorbij was."
„Zij zal het „ja" niet kunnen uitspreken,
dokter."
„Dat zal zij wel. Zij wandelt als in een
droom naar het altaar en zal als in een droom
spreken, denk ik."
De avond was gevallen en het plein rond
om de kerk was verlaten. Om geen opzien te
wekken, ging men door een kleine zijdeur
binnen. Die stoet van bleeke en angstig sta
rende menschen geleek waarlijk veel meer op
een lijkstoet, dan op een trouwpartij.
In de consistoriekamer voegden zich eenige
andere menschen bij hen, zonder dat Marion
het scheen te bemerken. Het waren een man
en een vrouw en twee beambten van den bur
gerlijken stand.
Men ging de helder verlichte kerk binnen.
Marion bleef staan en haalde diep adem.
Haar blik dwaalde verbaasd door die hoogge
welfde ruimte. Dubois voerde haar naar het
altaar.
„Kom, mijne dochter," zeide hij, „de pries
ter wacht u."
Marion gleed uit z(jne armea ia den flu-
weelen stoel, die voor haar gereed stond en
zag peinzend in zijn ernstig vriendelijk gelaat.
Zij bracht zijn hand aan haar voorhoofd.
„Uwe dochter.... niet waarP Uwe dooh-
terP" stamelde zij.
„Mijn inniggeliefd kind...." entwoordde
Dubois geruststellend. Tegelijkertijd ging hij
een schrede achterwaarts en Alferro nam, zon
der dat Marion het bemerkte, naast haar
plaats.
De trouwplechtigheid begon. Met zachte
stem sprak Marion het „ja', uit, dat haar voor
immer verbond met den man dien zij liefhad,
en als in een droom wisselde zij de ringen.
Doch bij de eerste woorden, die de priester
sprak, schrikte zij op. Die stem kende
de zij.
Het was die van den waardigen geestelijke uit
Marseille, die haar het eerste godsdienston
derricht gegeven had.
Zij zag op. Ja, het was niet alleen zijn hel
dere diepe stem, het was ook zijn eerwaardig
grijs hoofd, het waren zijne vrome vriende
lijke trekken. Verbaasd, verward, wilde Ma
rion opspringen, maar vriendelijk glimlachen
de wenkte hij haar om te blijven zitten; zoo-
als hij het haar zoo vaak als kind gedaan had.
En gehoorzaam, met gevouwen handen zonk
Marion weer op hare knieën neer. Als in een
droom luisterde zij naar zijne woorden. Alles
om haar heen verdween en zij was weer als
voor jaren, het vrome kind, dat geloovig tot
hem opzag.
Hij sprak van liefde en trouw, van moed en
volharding en vreugde en leed, en verzoenend
drong de zoo welbekende stem tot haar hart
door, en bracht de onstuimig bewogen golven
van haar gemoed weer tot bedaren. Eu ver
der sprak de grijsaard van de reinheid der ziel,
die niet door wereldsoh leed mag afdwalen, en
zich het vertrouwen aan Gods goedheid laten
ontrooven.... van de ziel, die nimmer vertwij
felen mocht.... en toen prees hij jin zielvolle
woorden de goedheid Gods, die ons door nood
en lijden tot vrede en geluk voert.
Marions geheele ziel ging op in de harmo
nie dier verteederende woorden, die van de
lippen van dezen cerwaardigen grijsaard tot
haar kwamen.
Geen pen echter kan beschrijven, wat Al
ferro in dien korten tijd leed. Troosteloos
hingen zijne blikken aan het bleeke gelaat
zijner jonge bruid. Hij las daarin duidelijk
den schrik en de verwarring, die zich van haar
hadden meester gemaakt, en die flikkering van
terngkeerende herinneringen, welke voor haar
zoo na aan de vertwijfeling scheen te gren
zenDoch plotseling werd de pijnlijke
spanning in Marions trekken milder, de uit
drukking veranderde geheel. Zoete droo-
men.... vroom geloof kwamen in de plaats
van haar ontsetting en plotseling ontdekte hij
in haar gelaat een straal van begrip, die hem
aan de schoonste dagen van het verledene
herinnerde.
Hij zag haar oog stralen.... kalme ernst
spreidde zich over haar gelaat en nu eerst,
toen hij haar vroohjke trekken van voorheen
weer voor zich zag, werd het hem duidelijk,
hoe veranderd zij in al dien tijd geweest was.
Ja, dat was Marion, dat was zijne Marion
weer, zooaIs hij haar het eerst in het kamer
tje van vrouw Bertrand had ontmoet en zoete
hoop deed zijn borst zwellen.
Toen de laatste zegen was uitgesproken,
«fa,
Marion Alferro aan, haalde diep adem e
„Is dit niet Notre dameP Ben ik...."
Maar daar traden twee nieuwe verschijnin-
geu op haar toe. Het was de schilder Yerdet
van Marseille, haar vroegere leermeester en
zijn vronw. Een kreet van blijdschap ont
snapte aan hare lippen.
Ook gij P Ook gij stamelde zij. „O,
Carlo!" en zij wierp zich aan zijn borst, „ik
zie slechts gestalten, die mij op aarde liefdevol,
helpende en troostende nabij waren.... O,
geliefde! Du» ben ik toch nog...."
„Op aarde zijt gij, mijne Marion, gij leeft
en zijt mijn vrouw.... mijne dierbare vrouw."
„Eu dit is Parijs, waar ik.... o, Carlo....
Maar steeds klemde hij haar in zijne armen
en zijne lippen sloten haar bevende lippen.
„Zijn wij niet verbonden voor een wig, Ma
rion, en kunt gij lijden, als gij de m ij n e zijt?"
Zij zag hem aan.... tranen rolden langs
hare wangen, doch vaster drong zij zich tegen
zijn borst en fluisterde hem toe
„Dit zijn tranen van het reinste geluk, mijn
Carlo. Wat zou mij nog smart kunnen baren,
zoolang uwe liefde mij steunt en nabij is."
Wij laten het scherm vallen over dit beeld
van rein geluk. Waar zouden wij ook woor
den vinden, om het naar waarde te schetsen i
Wordt vervolgd.