'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
DE TEIOMF DER LIEFDE.
No.1324
Zaterdag 24 Oetober 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalencèr der Week.
Al>onnement
per maanden binnen de gemeente 50 Cent.
franco per post75
Afziderlflke nummers2
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bnreaoi: SPOORSTRAAT en ZCIDSTRAAT.
Advertontiön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
■dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
OCTOBEI^Wijnmaand), 31 dagen.
Opkomsder Zon 6 u. 43 m.
Onderg. 4 n. 40 m.
Zondag 25
Maandag 96
Dinsdag 97
Woensdag 98
Donderdag 29
Yrijdag 30 Laatste kwartier.
Zaterdag 31
NIEUV1ST IJ DINGEN.
HELDE, 23 Oot. 1885.
Op di vergadering van de
Kiesvereenigig Helder, Woensdag
avond, werdde rekening van den
penningmeesir, die een klein batig
slot aangaf, goedgekeurd en een
begrootiug vor het volgend jaar
voorgelezen. De heeren Land en
Begerinck, di als bestuursleden aan
de beurt van aftreden waren, wer
den herkozen tervryl in plaats van
den heer Ouenhovendie bedankt
had, gekozen verd de heer Oteren-
dorp. De vorzitterde heer T.
Mooy, deed u eenige mededeelin-
gen van heteen er op de laatste
vergadering vn de Centrale Kies-
vereeniging v»s behandeld en hoofd
zakelijk over de nieuwe indeeling,
die door velei begeerd wordt. Hier
over werd vai gedachten gewisseld,
hoofdzakelijk oor den voorzitter en
de heeren Vai Voornveld, Vries,
Brouwer en üand. Als candidaat
voor de bestande vacature in den
gemeenteraad werd voorgesteld de
heer L. W T. Oudenhoven en met
bgna algeneene stemmen gekozen.
Naar men verneemt, bestaat het
voornemen sm nog dit jaar twee trans
porten mariniers per particuliere ge
legenheid naar Oost-Indië uit te zen
den.
De oficier van gezondheid der
2de klassi bij de zeemacht J. J. Sterk,
behoorenie tot de rol van Zr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, wordt
met den 15den November a. s. op non
activiteit gesteld.
Hetbevel over het transport on
derofficieren en mindere schepelingen
der Kon. Ned. Marine, dat 2 Decem
ber a. s. per stoomschip Prins van
Oranje naar Oost-Indië zal worden
overgevoerd, is opgedragen aan den
opperkonstabel A. Veile man.
Op last der justitie uit Alkmaar
is te Andyk een lijkschouwing ge
houden van een 11. Zondag ochtend
geboren kind, omtrent hetwelk ver
moeden schijnt te bestaan, dat het
door de ongehuwde moeder bij de
geboorte is gewurgd.
Jan Luttik, de colporteur van
Recht voor Allen, werd door het hof
te Amsterdam bij arrest vanWoensdag
veroordeeld tot 3 maanden celstraf.
Gelijk men weet, legde de rechtbank
hem 4 maanden op.
De rechtbank te Amsterdam
behandelde Dinsdag de bekende zaak
tegen Belderok. Deze zoude zich
in den middag van 28 Sept.jl. tegen
de politie verzet hebben, toen men
hem een roode vlag, die hij in de
hand hield, wilde ontnemen. Ver
schillende politiedienaren getuigden
dat beklaagde zich verzet had en
dat hem van de zgde der politie
geen leed was aangedaan. De be
klaagde bracht mede veertien getui
gen a décharge, die verklaarden dat
Belderok door de politie met de sa
bel op het hoofd was geslagen, zon
der daartoe aanleiding te geven.
Het O. M., waargenomen door
mr. Schimmelpenninck, requireerde
een jaar cel. De beklaagde las ter
verdediging een memorie voor, waar
in ongeveer alle autoriteiten, vooral
de politiej uitgescholden werd. Hij
bracht de voorlezing niet ten einde,
daar hij inzag dat het betoog, het
welk allerminst ter zake diende, wei
nig afdeed.
Na de zitting der rechtbank
gingen joelende een paar honderd
personen met Belderok de stad door
en wel hoofdzakelijk den Jordaan.
Door een groote politiemacht ge
stuit, hield men op den Zeedijk stand,
waar het tot een treffen kwam en
Belderok in hechtenis werd genomen,
benevens nog vijf andere personen,
die allen naar het commissariaat
der 2e sectie werden gebracht.
Kweekschool voor de Zeevaart.
In 1781, na den slag bij Doggers-
bank, werd het »Vaderlandsch fonds
tot aanmoediging van 's lands zee
dienst" opgericht. Dit fonds had ten
doel ondersteuning te verleenen aan
diegenen, die in dienst van het land
ter zee, waren verminkt of gekwetst
en aan de nagelaten betrekkingen
van gesneuvelden. De burgerij toonde,
door de oprichting van dat fonds,
hare erkentelijkheid voor den in dat
jaar betoonden moed der Nederland-
sche zeelieden.
De taak, welke de bestuurders van
dat fonds wegens het genoemde doel
hebben te vervullen, is thans van
zeer bescheiden aard. Maar uit het
fonds is een andere instelling voor-
gesproten, welke een veel ruimer
werkkring heeft en in een blijvende
behoefte voorzietde opleiding van
zeelieden voor de koopvaardij.
De Kweekschool voor de Zeevaart,
welke voor eenige jaren in het bezit
van een geheel nieuw gebouw aan
de Prins Hendrikkade werd gesteld,
trad in 1785 in bet leven en bestaat
thans een eeuw. Dat eeuwgetijde
zal men niet onopgemerkt laten voor
bijgaan; wantaanst. Zaterdag zal de
herinneringsdag met eenige plechtig
heid worden gevierd.
Men verwacht de komst van eeni
ge leden van het Ministerie en van
een aantal voormalige kweekelingen.
De voorzitter van commissarissen,
jhr. C. Hartsen, zal een rede hou
den en aan de tegenwoordige kwee
kelingen zal een feest worden be
reid.
Terwgl Maandagochtend te Steen-
dijk, onderAssen,twee zusters, de eene
van ongeveer 28 jaar en de andere, 22
jaar oud, het huiswerk verrichtten,
kregen zij twist door eenige onbe
duidende plagerijen van de jongste,
maar welke de oudste zuster zich
zoo aantrok, dat zij met een mes ge
wapend op hare zuster toeliep en
deze een snede toebracht van 't voor
hoofd tot aan de kin.
Op een behendige oplichter die
reeds meermalen te dier zake ver
oordeeld werd, heeft de politie te
Amsterdam Maandagmiddag de hand
gelegd. De beurtschipper op het ei
land Wieringen zou bijna de dupe
van hem zijn geworden. Een aan
tal kisten, aan het spoorwegstation
opgeslagen,moesten naar genoemd ei
land vervoerd worden. Geheel te goe
der trouw betaalde de schipper een
gedeelte van de vrachtpenningen als
voorschot en het feit was voldongen.
Aan het station toch vond men niets,
doch de knechten van den schipper,
een paar stoere gasten, wisten zich
nog in tijds van den bedrieger mee
ster te maken en hem aan de poli
tie over te geven.
Met goed gevolg heeft de kwee-
keling J. J. Jansen, van de normaal
school alhier, examen afgelegd, tot
't verkrijgen van een acte als hulp
onderwijzer.
Men deelt mede, dat door een
persoon, wien vroeger reeds is te
laste gelegd, dat hij bij advertenties
onder valsche voorgevens meisjes in
zijne strikken trachtte te lokken, nu
weder bij advertentie in de bladen
een huishoudster" is gezocht.
Daar zijne pogingen in Nederland
evenwel mislukten, heeft hij in meer
dan 20 Duitsclie bladen tegen een
loon van 475 Mark een »friscbes
Madehen" gevraagd.
Meer dan 200 maakten aanspraak
op dien titel en schreven op de ad
vertenties, die alleen in kleine Duit-
sche bladen werden geplaatst, om
dat de groote bladen ook in Amsterdam
worden gelezen, en de politie mis
schien aanleiding zou vinden zich
met de lief hebbergen van deze pacha
in te laten.
Toch lekte de zaak uit en Dins
dagavond werd de geheele stapel
brieven met en zonder portretten,
in tegenwoordigheid van den steller
der advertentie in beslag genomen
ten huize van den boekhandelaar te
Amsterdam, aan wien de brieven
moesten geadresseerd worden.
Een droevig ongeluk heeft Dins
dagmiddag plaats gegrepen op een
stoomdrukkerij, in de Warmoesstraat
te Amsterdam. Twee jongens van 14-
jarigen leeftijd zijn daar tusschen een
der machines beklemd geraakt; de een
werd gevaarlijk aan het hoofd ver
wond, de ander inwendig gekneusd.
Te treuriger is het ongeluk, omdat een
der knapen, zijn makker beklemd
ziende, hem ter hulpe wilde komen en
zelf het slachtoffer werd. Beiden zijn
in het gasthuis opgenomen.
Een winkelier in paardevleesch
te Leiden had den volke verkondigd,
dat hij, Maand., tusschen 12 en 3 u.,
aan ieder een half kilo paardevleesch
gratis zou verstrekken. Het was
te verwachten dat de opkomenden
talrijk zouden zgn, en daarom hield
de politie in den omtrek toezicht.
Reeds spoedig werd de orde ver
stoord, doordien iedereen zich het
eerst meester wilde maken van het
beloofde, waarbij zelfs een der agen
ten een hevige stomp tegen de borst
bekwam. Daarop verschenen twee
inspecteurs van politie, die de wo
ning door agenten deden afzetten,
en poogden telkens 5 personen te
gelijk naar binnen te doen gaan. Daar
ook die maatregel niet hielp en al
len te gelijk naar binnen wilden,
werd de winkel gesloten. Het pu
bliek bleef echter staan, zoodat de
passage gestremd bleef, waarop de
commissaris van politie, intusschen
ter plaatse verschenen, het publiek
bekend maakte, dat er geen vleesch
meer verstrekt werd, onder aanma
ning tevens dat ieder zijns weegs
zou gaan, terwijl de politie-agenten
werden heengezonden. Toen was,
behalve enkele nieuwsgierigen,die nog
bleven staan, de circulatie weder vrg_
Maandagavond brak te Amster
dam in de Slootstraat een binnenbrand
uit. Op de onderste voorkamer waren
vier kinderen, wier moeder juist afwe
zig was. De buren trapten, gelukkig
nog bij tijds, de deur open en brachten
de kinderen in veiligheid, die anders
levend waren verbrand. Toen de
brandweer kort daarop verscheen, was
men spoedig het vuur meester.
FEUILLETON.
46.
Roman van
E. M. KAP RI.
De markies was bleek. Zijn oog fonkelde.
Met een on'.zettenden ernst op het gelaat,
het hoofd tiotsch omhoog geheven en met
Marion aan den arm, trad hij op de vronw
des huizes me, die met strakken blik, den
arm, als ter verdediging voor zich uitgestrekt,
achteruit deinsde voor de verschijning harer
doodgewaande zuster, die thans in al den
glans der jeugd en der schoonheid op haar
toetrad, bedeesd op den arm ran haar echtge
noot fele.ni, en haar met tranen van mede
lijden in het oog aanstaarde.
Met moeite baande zich de adem een weg
nit Cecilia's borst, terwijl allen om haar heen
twijgend en vol verbazing den afloop van dit
tooneel verwachtten. In het achterwaarts
gaan was Cecilia tegen een tafel aangekomen,
waaraan zij zich thans krampachtig met de
linkerhand vastklemde.
Alferro stond reeds voor haar en zijn vlam
mende blik op haar gevestigd hondende, zeide
hij met eene lichte buiging:
„Het is mij een genoegen, mevrouw de
Boissy, uin mijne vrouw nwe zuster Marion
te mogsn voorstellen en tevens nwe eerwaar
dige moeder, mevrouw Dnrand, nit Mar-
•eilleF"
Desa woorden verbraken het stilzwijgen
van het gezelschap.
„Dus toch!" riep gravin de Conrcy, „ik
heb het wel altijd getegd
„Qnelle horreurvoegde Anna er terug
dein zen de bij.
Allerlei uitroepen werden gehoord en geen
enkele toonde eenige toegevendheid voor de
vrouw, die men nog zooeven tot in de wolken
verheven had, die thans, vernietigd, eene be
zwijming nabij scheen, en die in dezen storm,
die boven haar losbarstte, slechts steun vond
in de wilskracht, die haar karakter eigen was.
Het liefst zou het schitterende gezelschap
onmiddellijk opgebroken zijn, wanneer allen
zich niet door nieuwsgierigheid hadden laten
weerhouden.
Cecilia kon geen woorden vinden. Zij zag
den markies aan en wat daarbij in haar
ziel omging, dat vermag geen pen weer te
geven. Zij zag slechts hem, zij begreep dat hij
reeds lang alles geweten had en dat hij met
haar hart gespeeld had, dat hij haar veracht
te.... Toch kon zij hem nog niet haten.
Zelfs in dit oogenblik, in de verwarring
harer zinnen, scheen hij haar in sijne sombere
schoonheid, heerlijk ën toch dreigend tevens,
als eene wrekende godheid, en van al hare
pijnigende gedachten was slechts deze de on
dragelijkste, dat zij hem, dien zij zoo vorig
beminde, verloren had.
Wat wij hier verhalen was het werk van
eenige seconden.
De groep stond alleen in de zaal. Allen
waren achteruit gegaan.
Daar naderde Cecilia plotseling een slanke
gestalte, met een edel, bleek, door een blon
den baard omringd gelaat en een stem fluis
terde haar in het oor
„Als gij de mijne wilt zijn, Malvine, reik
mij dan nwe hand."
Het volgende oogenblik lag de hand van
mevrouw de Boissy, kond als die van een
doode, in de hand van Tschernikoff.
„Dames en heerea," zeide de prins, eene
lichte buiging makende, daar deze avond, zoo
het schijnt, aan verrassingen is gewijd, zult
gij ons wel willen toestaan, dat wij u, vroe
ger dan wij daarop plan hadden, kennis ge
ven van onze verloving. Mevrouw de Boissy
is sinds drie weken mijne bruid."
En schoon ook een deel van het gezelschap
en voornamelijk dat, waaronder mevrouw de
Boissy hare beste kennissen had, vast over
tuigd was, dat de verloving dier twee eerst
dagteekende van dat zelfde oogeablik, de
jonge prins zag er zoo krijgshaftig uit, hij was
er zoo recht de man naar, om voor zijne bruid
op te komen, en zijn maatschappelijke stand
was zoo hoog, dat niemand lust had eenigen
.wijfel in de waarheid sijner woorden te too-
nen.
Cecilia, die, toen zij in den afgrond dreigde
te storten, zoo edelmoedig door zijne hand
Btaande gehouden was, gedroeg zich van dat
oogenblik als eene heldin. Zij begroette moe
dor en zuster, verweet Alferro zacht en vrien
delijk, dat hij haar niet geschreven had, dat
zijn bruid haar zuster was, waardoor zij thans
zoo doodelijk was verschrikt, nam de geluk-
wenschen van het gezelschap aan, stelde Ma
rion aan de gravin de Conrcy voor, die de
beide juffrouwen Dnrand met een zuurzoet
glimlaohje verwelkomde, terwijl gravin Anna
zich in een gesprek met mevronw Dnrand
overtuigde, dat haar eerste man geen graaf
de Bervillers was geweestdat zij trouwens
ook slechts eenmaal getrouwd was en dat men
dus te doen gehad had met een bedriegster,
die ten laatste als een offer harer huichelarij
gevallen was.
Na deze zwakke blijken van vriendelijkheid,
die het hooge gezelschap wel verplicht was
aan de nieuwe familieleden der Alferro's en
Tschernikoffs te bewijzen, die zich op zulk een
bedroevende wijze als beschermers van deze
geheimzinnige personen hadden opgeworpen,
haastte ieder zich, afscheid te nemen.
Alferro beschouwde dien geheelen tijd zijne
voormalige bruid bijna stom van verbazing.
Die reserve-bruigom, die kalmte welke op
Cecilia's doodschrik gevolgd whs, die beval
ligheid, waarmede zij zioh in zulk een toe
stand wist te schikken verbaasden hem, ter
wijl toch haar doodsbleeke kleur, hare werk
tuigelijke bewegingen en dat stereotype glim
lachje hem zeer bedenkelijk voorkwamen.
Marion wat op het punt om in onmacht te
vallen. Bij ai den heldenmoed, waarmede zij
zich eindelijk geschikt had in deze ontmoeting,
die Alferro tot hare rechtvaardiging noodig
achtte, voelde zij toch dat de krachten haar in
en steek lieten.
Alferro haaste zioh met haar en mevrouw
Durand het huis te verlaten, waar Marions
triomf naar het hem scheen zoo volkomen
was geweest, als de neerlaag harer gruwzame
vijanden.
Diep bogen thans de bedienden voor de
jonge markiezin, die zij eens als dievegge ge
brandmerkt hadden en die zij nn als de zuster
hunner meesteres het hnis zagen verlaten.
En toen allen vertrokken waren, toen ook
Tschernikoff met een glimlach van gelnk op
de lippen, zijne bruid goeden nacht gewenscht
had, bleef deze roerlooB staan op de plaats,
waar hij haar verlaten had.
De bedienden, die door de opengebleven
deur schuw naar binnen staarden, wezen fluis
terende naar die trotscbe gestalte met 't mar
mer bleeke voorhoofd, waarop de robijnen als
groote bloeddruppelen in het kaarslicht fon
kelden. Eindelijk waagde de onde Pierre het
haar te naderen. Tranen rolden langs de wan
gen van den onden trouwen bediende. Yoor
hem was zij slechts de weduwe van zijn aan
gebeden meester en als zoodanig zijne hoog
ste achting waardig.
Had de generaal juffrouw Durand waardig
geoordeeld, om zijn vronw te worden, dan was
juffrouw Durand ook voor den ouden Pierre
de eerste dame der wereld. Hij sloot de deur
achter zich en naderde hssr.
„Mevrouw," riep hij met ontroerde stem.
Maar Cecüia bewoog zich niet. Pierre
waohtte.
„Wilt gij u niet ter rust begeven, me
vrouw P" vroeg hij eindelijk.
Maar het marmeren beeld ia geel zijden ge
waad voor hem bleef onbewegelijk.
Diep medelijden spiegelde zich af in den
blik, dien de oude bediende op haar richtte.
Hij knikte met het hoofd, als wilde hij de ge
dachten bevestigen, die daar achter dat
sohoone, bleeke voorhoofd schuilden.