'T VLIEGEND BLAADJE
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEIEL
Tnralsi Kras n Tuil,
a No. 1332
Zaterdag 21 November 1885.
Dertiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
1 Kalender der Week,
FEUILLETON.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
itgevers: BERKHOUT Co., te Heider.
Uitgevers
Bnreanx
SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Beleefd verzoeken
we de inzenders van
advertentiën, deze op den dag
der uitgave, uiterlijk vóór 10
uren in te zenden.
De Uitgevers.
NOVEMBER, (Slachtmaand), 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 n. 38 m.
Onderg. 3 u. 66 m.
r Zondag 22
~i Maandag 23
I Dinsdag 24
Woensdag 25
Donderdag 26
Vrijdag 97
Zaterdag 28
Volle Maan.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 20 Nov. 1885.
Naar men verneemt zal de
officier van administratie der le kl.,
M. C. Hazenberg, gedetacheerd te
Willemsoord, in bet volgende jaar
den bij de opleiding van adspirant
administrateurs voor de zeemacht
geplaatsten officier van administra
tie der 2e kl. J. A. Sonnenberg ver
vangen.
Na langdurig debat heeft de
gemeenteraad van Amsterdam met
21 tegen 11 stemmen besloten een
stuk gemeentegrond in de Plantage,
begroot op f 50,000 waarde, koste
loos in erfpacht af te staan voor den
bouw van een lokaal voor de machi-
nistenschool.
Naar men mededeelt, zijn dezer
dagen twee branden te Groningen
en te Delft gebluscht, door middel
van Hayward's brandbluscbgrana-
ten". Ook te Sneek is bij een brand
bet nut van deze granaten gebleken.
Te Delft was bet een schoorsteen
brand, die door twee granaten, en te
Groningen een brand in een stal, die
door één granaat gebluscht werd.
Te Schagen is het lijk opge
haald van zekeren Wm.Meurs, eenige
weken geleden als Indisch militair
gepasporteerd.
De uitslag van de verkiezing
te Sneek is, dat uitgebracht zijn
3727 stemmen.
Hiervan werden uitgebracht 2006
stemmen op den heer B. H. Heldt,
en 1670 op den heer A. baron Schim-
melpenninck van der Oye.
Zoodat gekozen is de heer B. H.
Heldt, voorzitter van het Alg. Ned.
W erklieden-V erbond.
Men schrijft aan de Leidsche
Ct.Op een nat najaar volgt wel
eens vroeg winter en voor eenige
jaren werd in het laatst van No
vember het ijs sterkgenoeg om schaat
senrijders te dragen. Onder de mos-
schen op het boerenerf bevinden zich
ook nu reeds nachtegalen en deze
eten mee van het voedsel, dat den
mosschen wordt toegeworpen, want
de schrale tijd voor de vogels begint
aan te breken. De nachtegaal maakt
gemeene zaak met den geringste der
broeders om aan den kost te komen
de vogel, die in de lente door zijnen
onvolprezen zang ieder dichterlijk
noed in verrukking brengtAls
de nachtegaal zoo vroeg de duin
streken verlaat om zich nabij het
houtgewas van dorp of stad te gaan
ophouden, volgt er winter, is wel
eens beweerd. Ook is er veel sijs
in het hout, en men kent het spreek
woord :f. Vroeg sijs, veel ijs. Zich ech
ter op sommige natuurverschijnselen
of spreekwoorden te verlaten, zou
gewaagd zijn, gelijk dikwijls geble
ken is. Het wintert nu wel voor
half November, maar de mollen heb
ben nog niet opgehouden te wroe
ten. Om de kneuterende sijsjes in
den els bekommert de boer zich niet
als voorteeken; maar als de mol niet
meer werkt, reken dan maar op win
ter.
Maandag zijn aan het Ooster-
spoor te Amsterdam twee minderja
rige meisjes aangehouden, die de ou
derlijke woning te Groningen heime
lijk hadden verlaten. Naar het
hoofdbureau geleid, werden zij 's
avonds door den vader teruggehaald.
Het is der politie thans bekend
wie de daders zijn van den brutalen
brandkastdiefstal bij den heer Lie-
vegoed, in de Haarlemmerhout
tuinen te Amsterdam.
In het Politieblad dd. 14 Nov. 11.,
worden door den officier van justitie
te Amsterdam gesignaleerd zekere
Wolff, Eckhardt en Wetschek of
Wentzel, allen vreemdelingen, ge
woond hebbende te Amsterdam, te
gen wie door de arrondissements
rechtbank alhier, den 12en 1.1.
rechtsingang met bevel van gevan
genneming is verleend, voor zooveel
de beide laatste betreft ter zake van
bovengenoemden diefstal met buiten
en binnenbraak in den nacht van
16 op 17 Januari 11. De inhech
tenisneming der inbrekers te Half
weg had ten gevolge, dat uit Haar
lem aan de politie te Amsterdam
inlichtingen omtrent deze personen
werden gevraagd. De recherche te
Amsterdam is daardoor tot de ont
dekking van hunne juiste namen en
woonplaatsen gekomen, waardoor er
als gevolg van verder ingesteld on
derzoek, een aantal voorwerpen, af
komstig van verschillende diefstallen
met braak, gepleegd in Amsterdam
zoowel als Nieuweramstel, in hunne
woningen zijn gevonden. Deze vondst
gaf ook aanleiding tot de ontdek
king der daders van den diefstal der
brandkast des heeren Lievegoed.
De Rijkscom missie voor de exa
mens ter verkrijging van een diploma
als stuurman aan boord van koop
vaardijschepen, ingesteld naar aan
leiding van het Koninklijk besluit
van 5 Mei 1877 (Staatsblad no. 98),
gewijzigd en aangevuld bij Kon. be
sluit van 17 Februari 1879 (Staats
blad no. 37), zal, aanvangende 8
December, zitting houden te Rotter
dam in het gebouw der Loge (Een-
drachtstraat no. 14).
Zij, die tot een dier examens wen-
schen toegelaten te worden, moeten
hiervan vóór 1 December schriftelijk
en vrachtvrij kennis geven aan den
voorzitter der Commisse, met over
legging van geboorte-akte en opgave
der tegenwoordige woonplaats. Ver
dere bijzonderheden vinden belang
hebbenden in de Staats-Courant van
17 Nov.
Een recept tegen de muizen
vindt men in de Volksstem van Pre
toria van 1 Oct. We weten bij er
varing dat het recept goed is.
Hebt ge in schuren of in huizen,
Vrienden! overlast van muizen,
Knagend aan uw kaas en brood
Peinst gij, soms met somber zwijgen
Hoe ge 't volkje weg zult krijgen,
Zint gij zelfs op gif en dood
Strooi, op planken en in kasten,
Waar de muizen zich vergasten,
Frissche wilde kruizemunt.
'k Wed dat gij, na weinig dagen,
Van de ganscbe horde ontslagen,
Gif en katten missen kunt.
Uit Groningen schrijft men:
Zijn onze inlichtingen juist, dan
bestaat er te Groningen dezen win
ter bij vriezend weder vooruitzicht
op bet houden eener internationale
hardrijderij op schaatsen. De grach
ten om de stad zijn, evenals te Leeu
warden, wel zeer geschikt voor een
gewone hardrijderij, doch geenszins
ruim genoeg voor een baan van 1600
meter. Door de Groninger IJsclub
moet bet Zuidlaardermeer, uitstekend
voor dit doel, op onderscheidene
plaatsen gepeild zijn, en naar men
verneemt, hebben eenige landbezit
ters te Noordlaren aangeboden hunne
velden onder water te laten loopen,
wannesr bet niet genoegzaam vriest
om den wedstrijd op het meer te
houden.
Buiten de Tolsteegbarrière te
Utrecht heeft 11. Zaterdag een jonge
man zijne tantef90 ontvreemd; om
zijn doel te kunnen bereiken, had hij
getracht haar een prop in den mond
te stoppen. De dader, zekere C.
is naar de cellulaire gevangenis over
gebracht.
Maandagmorgen is de uit de
gevangenis te Haarlem ontvluchte
makelaar Gerrit Visser per Rijnspoor
te Amsterdam aangebracht. Hij werd
onder geleide van maréchaussées naar
de cellulaire gevangenis gevoerd.
Zooals men weet, werd Visser te
Parijs opgespoord.
Volgens den Weener correspon
dent van den Times zjjn uit Krakau
allertreurigste berichten ontvangen
omtrent den toestand der Polen en
Oostenrijkers, die uit Pruisen verdre
ven worden.
Tweeduizend gezinnen hebben be
vel ontvangen, Posen te verlaten,
sommigen tegen 15 October, anderen
tegen 1 November, nog andere tegen
1 April. De meesten die reeds te
Krakau aankwamen, zijn handwerks
lieden, tuinknechts, mijn werkers,koet
siers. Velen hebben zoolang in Prui
sen verkeerd, dat zij hunne moeder
taal vergeten hebben. Nu worden
zij verjaagd en de Russische regee
ring wil hen niet herbergen, omdat
ij geen papieren hebben.
Eenigen hebben grondbezit gehad,
dat zij nu voor een vierde van de
waarde moeten verkoopen, of een
nering, die nu in ,t geheel geen waar
de meer beeft. Vrouwen zijn in al
le toestanden op weg gedreven kin
deren zijn op den tocht geboren.
Een gezin had op den dag der uit
banning zijn eenig kind verloren
en moest het onmiddellijk begraven.
Meer dan vijftienhonderd ballingen
kampeeren op het open veld, aan de
Russisch-Pruisische grens.
Op de grenzen der gemeente
Tubbergen, in 't Getelerveen, zou
een uit de gevangenis te Nijenbuis
ontsnapte gevangene worden gearres
teerd juist op bet oogenblik dat hjj
in de sociëteit bij den kastelein Bos
een borrel dronk. Toen hij den
maréchaussée zag binnenkomen, ont
snapte hij, maar terwijl deze hem
achtervolgde in de schuur, bleef diens
geweer ergens achter haken, zoodat
bet schot afging, met het ongeluk
kig gevolg, dat de ontsnapte in zijne
vlucht de lading in 't been kreeg,
de vrouw des huizes licht gekwest
werd en er een begin van brand in
't stroo door ontstond. De ontvluchte
is ondanks 't bloedverlies zijn ver
volger nog ontkomen.
Een roman uit den tegenwoordigen
tijd van
5. H. WIGHART.
NaP
Dat bij in zijn uiterlijk niets op zijn
vader gelijkt; zelfs niet de minste zijner
trekken doet aan een der mijne denken.
Gij, egoïstische moeder, hebt gemaakt, dat
hij alleen op u geleek. Ik weet wel, wij
zwarte menschen bevallen u niet, ging hij
lachend voort, maar wat zon er van de
wereld worden, als de uitersten elkander
niet meer raakten P Zelfs Venu9, dat weet
gij wel, vrijde met Valkaan. Uij nam ha
ren arm in den zijnen en bracht haar naar
de sopha, terwijl hij op den tegenoverstaan-
den stoel ging zitten ontbijten.
De jonge vrouw, die getroffen was door
de in scherts uitgesproken woorden, wist
niets te antwoorden. Zou zij bet aau haren
man vertellen, dat het haar hoogste
geluk was, dat haar jeugdige spruit vol
strekt niets vertoonde wat aan zijns vaders
afkomst deed denken P Zou zij hem beken
nen hoe zij, nauwelijks tot bewustzijn ge
komen, haar kind met koortsaehtigen angst
opgenomen had, om in zijne trekken te
zoekenwat zij onder het storten van
vreugdetranen er in miste P
Gij ziet er net uit of ge mij iets heel
gewichtigs te vertellen hebt, liefste, brak
de professor de ontstane pauze af, toen hij
zag dat Olga's lippen zich bewogen.
Dat heb ik ook, maar ik weet niet,
of ge niet boos zult worden, als ik spreek,
zeide ze aarzelend.
O, neen, buitendien zijt ge nog mijne
patiente en zult dus met toegevendheid be
handeld worden. Zeg vrij wat er op uw
hart ligt gij weet echter, dat mijn tijd
beperkt is welnu P
Olga lachte. Mgne gedachten waren
bij ons kind, Mannel.
Voor de gedachten eener moeder heb
ik steeds een dubbel respect antwoord
de hij teeder.
Bruno is morgen tien weken oud.
Dit weet ik, antwoordde hg rustig.
O, Mannel, gij moet niet op zulk een
kalmen toon over deze zaak spreken, zeide
zij levendig. Gij weet toch, dat alles tus-
schen ons niet is zooals de wetten der
goede oude zeden voorschrijven.
NietP Mannel Goldstein legde het
stuk brood, dat bij opnam, weder op zijn
bord en zag zijn klenrende vronw verwon
derd aan. Wat is er dan tusschen ons niet
in den haak, liefste P Een Jood beminde
een Christin, zij beantwoordde die liefde en
de staat bekrachtigde hun echtelijken bond
wat wilt ge nog meerP Verlang niet,
dat de wetten van dien goeden ouden tijd
wederkeeren of ik zon moeten gaan den
ken, dat het n spijt, dat gij mij nw hart
hebt geschonken
Neen, neen, beste Mannel, riep het
vrouwtje met tranen in de oogen.
Welnn, liefste, dan zijn wij het in
hoofdzaak eens hij zette zijn ontbijt
verder voort.
Dit is het ook niet wat mij sedert
eenige weken verontrust en kwelt, iets ge
heel anders doet mijne grondbeginselen
wankelen als gij mij maar begrijpen
wildet! Gij zegt, wij zijn gelukkig; ja,
wij waren mondig toen wij den stap deden,
maar dit onschuldige kind. Zij begon
hevig te schreien en ging voortGij zijt
een Jood, best, dan hebt gij toch een ge
loof, ik ben een Christin maar wat is
ons kind P Een heidennog slimmer dan
een heiden, ons kind is niets
Niets P vroeg hij, met een aardig
mengsel van ernst en scherts. Mijn eerst
geborene een niets P Hij is het pand onzer
liefde, het schooae evenbeeld zijner moeder,
mijn trots is dat niets P
O, Mannelmet al uwe vleieade
woordenknnt ge toch mijn geweten niet
geruststellen, riep zij opgewonden uit. U
kan het niet schelen het kind van zijne
heiligste rechten verstoken te zien, gij ge
voelt niet hoe het mij reeds bij bet mor
genkrieken als een centenaarslast op het
hart drukt. Moest dit de dag niet zgn,
waarop het kind in de kerk van Christus
moet worden opgenomen?
Neem mij niet kwalijk, Olga, dat is
onmogelijk.
OnmogelijkP Waarom? Als gij wildetP
Omdat zijn vader een Jood is!
zeide hij ernstig.
Moet daarom uw zoon de spot zijner
speelmakkers worden P
Laat hem dan mijn godsdienst aan
nemen, dan is hem de weg tot het geloof
geopend.
Bruno, een Jood P riep zij met
znlk een angBt in hare stem, dat hij on
willekeurig medelijden met haar kreeg.
Ge doet of wij onmenschen waren,
antwoordde hij lachend. Als ik niet beter
wist, dat het slechts die armzalige theorie
is, die n voor ons volk inneemt, dan zou
ik mij tenzeerste bcleedigd gevoelen. Ik
kan echter Goddank een allerliefst bewijs
bijbrengen, dat gij niet altijd tegen ons in
genomen waart.
Zeg toch niet tegen ons, Mannel, zeg
tegen u! Laat hetgeen wij op dit oogen
blik bespreken, niet verdwijnen, evenals de
vleiende woordjes van een gelukkig uurtje.
Ter wille van ons kind bezweer ik u,
Mannel, laat mij nu tenminste geheel open
hartig zijn zeg mij, dat gij niet kwaad
zult worden, wanner ik nwe goedheid op
een harde proef stel. Ik heb ook met mij
zei ven gestreden, vóór ik het waagde deze
zaak aan te roeren.
Welnn, zoo spreek, zeide hij ernstig.
Hij dronk zijn glas tot den bodem leeg,
schoof zijn bord van zich af en zag nieuws
gierig in het wondervol lieve gelaat zijner
vrouw.
Gij weet wel, Manuel, dat ik nog
slechts een kind was, toen mij het woord
liefde voor de eerste maal werd toegevoegd
gij waart het die het mij toefluisterde, die
mij bij het graf mijns vaders aan het hart
drukte, mijne tranen met uw kussen droogde
en mij het verschrikkelijke van den dood
deed vergeten, door de gloeiende kleuren,
waarmede gij mij uwe liefde bescbreeft. En
deze liefde, die ik zoo onbegrijpelijk, zoo
heerlijk vond, steeg zij niet op als een zon
aan mijn hemel, overlaadde zij mij niet met
gaven, die ik nooit had meenen te bezitten,
met schatten die mijne armoede niet kende
en die ik, onwetend kind, ook niet ver
diende? Zij hield een oogenblik stil en
gaf baren echtgenoot de hand.
Olga, ik wil hier niets van hooren,
zeide hij bewogen, en nam naait haar plaats,
dat is tegen onze afspraak; gij zoudt mij
de les lezen over mijne stijfhoofdigheid en
begint in eens eene lofrede op mij te hon
den, die mij verlegen maakt.
Het jonge vrouwtje maakte zich los.
Mijne nieuwe onbekende hartstocht wierp
mij in een maalstroom van geluk, die zijn
toppunt bereikte op het oogenblik dat gij
mij in het rijtuig hielpt, om mij maan
den geleden als uwe vrouw mijne ge
boorteplaats te doen verlaten. Maar reeds
toen ik terugkeerde van onze reis vielen
er schaduwen op mijn wegde wereld, zoo
kwam het mij voor, beschouwde ons als
afvalligen, als echtelieden, die de voor
naamste wijding van hunne verbintenis
misten, ja, het scheen mij tee, dat men mij
met wantrouwige blikken aanzag.
Onzin, Olga.
Wordt vervolgd.