't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1362.
Zaterdag 6 Haart 1866.
Veertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>8 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBEHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën r
van 1 tot 5 regels25 Cen
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon 6 u. 20 m.
Onderg. 5 u. 50 m.
MAART, (Lentemaand), 31 dagen.
Zondag 7 Quinquagesima.
Maandag 8
Dinsdag 9 Vastenavond.
"Woensdag 10 Aschdag.
Donderdag 11
Vrijdag 12 Eerste kwartier.
Zaterdag 13
Vergaaerln g;
van den Raad der gemeente Helder, op
Dinsdag 2 Maart 1886.
Voorzitter Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Tegenwoordig 13 leden afwezig de heeren
Tinkelen berg, Groen en Maalsteed; ééne
vacature.
De notulen der vorige zitting worden, nadat
de vergadering door den voorzitter is geopend,
gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde wordt daarop gesteld de ver
dere behandeling van het voorstel van B. en
W. tot wijziging der tractementen van het
personeel bij de gemeentescholen. Achtereen
volgens worden gelezenle. een rapport van
B. en W., opgemaakt naar aanleiding van de
discussie over dit onderwerp, in de vorige
zitting gevoerd2e. een nieuw voorstel te
dezer zake van het raadslid, den heer J. C.
Jansen, met een memorie van toelichting; en
3e. het advies der commissie van toezicht op
het lager onderwijs in deze gemeente, op het
voorstel van het Dag. bestuur. De voorzitter
merkt, na de voorlezing dezer stukken, op,
dat het voor de leden van den raad wel heel
moeielyk zal vallen, terstond een oordeel te
vellen. Hij stelt daarom voor deze stukken,
waaraan door den heer Jansen nog wordt
toegevoegd een advies der schoolcommissie,
omtrent zijne nieuwe voorstellen, voor de le
den ter inzage te leggen en de verdere be
handeling dezer zaak te verdagen tot de vol
gende zitting. Desovereenkomstig wordt be
sloten.
Volgens den agenda moest nu worden over
gegaan tot de benoeming eener onderwijzeres
aan een der gemeentescholenvoor welke
benoeming een voordracht door B. en W. werd
ter ta< el gebracht. Op voorstel van den heer
J. C. Jansen wordt echter besloten deze be
noeming uit te stellen tot na de beslissing
over de aanhangige voorstellen, tot wijziging
der tractementen van het personeel aan de
gemeentescholen.
Met eenparige stemmen wordt goedkeuring
verleend aan het voorstel van B. en W., om
de onderwijzeressen C. E. Eelman, van school
no. 5, en A. Meijers, van school no. 2, onder
ling van standplaats te doen verwisselen.
Door den voorzitter wordt herinnerd, dat
de heer H. Daarnhouwer voor eenigen tijd 't
verzoek heeft ingediend omna 50-jarige
dienstvervulling, met ingang van p°. Meie.k.
uit zijne betrekking van Hoofd der gemeente
school no. 5, te worden ontslagen. De voor
zitter stelt voor, dat ontslag tegen gemelden
datum op eervolle wijze te verleenen, met
dankbetuiging voor de vele goede en langdurige
diensten, door den heer Daarnhouwer aan de
gemeente bewezen. Bij acclamatie wordt dit
voorstel aangenomen.
Door den voorzitter wordt in kennisgeving
gebracht, dat door de heeren Sant, Klerk en
Heeroma, hoofden der gemeentescholen nos. 1,
2 en 3, verzoeken zijn ingediend tot over
plaatsing naar de school no. 5. Over de
wijze van vervulling der vacature, die ontstaat
door liet ontslag aan den heer Daarnhouwer
verleend, hebben B. en W. het nuttig geacht
het gevoelen te vernemen van de commissie
van toezicht op het lager onderwijs. Het
rapport dier commissie wordt nu voorgelezen.
Daarin wordt medegedeeld, dat de minderheid
der leden van die commissie de meening voor
staat, dat het beter is een vergelijkend exa
men te houden voor de verruiling der vacante
betrekking, terwijl de meerderheid overplaat
sing aanbeveelt. Na een korte gedachten-
wisseling, wordt met eenparige stemmen over
eenkomstig het gevoelen van de meerderheid
der schoolcommissie besloten en aan B. en
W. opgedragen, daaromtrent met den school
opziener in het district te Haarlem in overleg
te treden.
Er geschiedt voorlezing van een brief des
heeren J. C. Mann, houdende mededeeling, dat
hij zich, wegens zijn aanstand vertrek, ver
plicht ziet zijne betrekking van lid der com
missie van toezicht op het middelbaar onder
wijs neder te leggen. De voorzitter betuigt
zijn leedwezen over het vertrek van den heer
Mann, die zich hier algemeen bemind heeft
gemaakt.
Een adres van eigenaars van perceelen in
de Gravenstraat, houdende het verzoek om
afvoer van overtollig water van die straat
naar 't riool in de Keizerstraat, wordt ge
steld in handen der commissie voor de Ge
meentewerken.
Er werden voorgelezen twee adressen, het
eerste uitsluitend van om- en nabijwonenden
der Keizer- en Zuidstraten, het tweede van
ingezetenen in het algemeen dezer gemeente,
't verzoek inhoudende om een brug te stich
ten over het Heldersche kanaal nabij de Wind-
steeg. Onderscheidene redenen werden door
adressanten aangevoerd, welke pleiten voor
hel bouwen van een brug daar ter plaatse,
o. a. de opmerking, dat de weg door de Kei
zerstraat thans de voornaamste communicatie
is tusschen de meest verwijderde deelen der
gemeente. De voorzitter stelde voor, deze
adressen te renvoyeeren naar de commissie
voor de financiën, om te zien of het bedrag
der geldleening het uitvoeren van dit werk mo
gelijk doet zijn. De heer Oudenhoven
merkt op, dat het nog niet is uitgemaakt,
welke openbare werken uit het bedrag, dat
door de geldleening vrijvalt, zullen worden
uitgevoerd. De heer van Gijn zou een
duidelijk antwoord willen geven, opdat adres
santen zeiven, evenals bij de bestrating der
Keizerstraat, pogingen konden aanwenden om
geldelijke by dragen tot gedeeltelijke bekosti
ging bijeen te brengen. De heer Korver
keurt dit idéé van den heer van Gijn zeer af,
daar het z. i. niet hetzelfde is een straat te
leggen, waardoor in de eerste plaats de be
woners worden gebaat, of een brug, in het
belang der algemeene communicatie. Op on
derscheidene gronden beveelt de heer Korver
het stichten van een brug op de bedoelde
plaats aan. Hij wijst o. a. op den aanbouw
van zoovele huizen in en nabij de Keizerstraat
op den gebrekkigen overtocht met de pont,
vooral met het oog op de schoolgaande kin
deren op de aanwezigheid van een brand
spuit en op de behoefte aan betere gemeen
schap, ook en vooral voor geneeskundige
hulp. Ten slotte werd het voorstel des
voorzitters, om de adressen in handen der
financiëele commissie te stellen, zonder hoof
delijke stemming, aangenomen.
Het stembureau voor de in dit jaar te hou
den verkiezingen wordt samengesteld als volgt:
leden de heeren van Gijn en Hoogenbosch
plaatsvervangende leden de heeren Korver en
Govers.
Op een verzoek van de met 31 December
11. eervol ontslagen nachtwachts, om eene
gratificatie voor den dienst, dien zij in het 2e
halfjaar 1885 hebben verricht, werd, daar B.
en W. geen reden hebben gevonden om een
gunstig advies te geven, afwijzend beschikt.
"Voor kennisgeving werden aangenomen de
mededeelingen, dat HH. Gedep. Staten het
plan voor eene geldleening hebben goedge
keurd, en Z. M. de Koning Hoogstdeszelfs
goedkeuring heeft gehecht aan het Raadsbe
sluit tot heffing van een vergunningsrecht voor
den verkoop van sterken drank.
Eindelijk werd, met het oog op eene her
ziening van de strafverordeningen dezer ge
meente, aan eene commissie, bestaande uit de
heeren Groen, Hordijk en Over de Linden,
opgedragen die herziening voor te bereiden.
De zitting werd hierop gesloten.
HEijDER, 2 Maart 1886.
Op Terschelling waren in de vorige
week 25 gevallen van roodvonk aange
geven, waarvan 11 met doodeljjken afloop.
Op het dorpje West-Terschelling, met
2000 inwoners, stonden 9 lijkjes tegelijk
boven de aarde, en een paar malen kon
men 's namiddags ieder half uur een
nieuwe lijkstoet zich naar het kerkhof
zien begeven. De oudste bewoners van
het eiland hebben nog nooit zulk eene
epidemie bijgewoond.
Voorloopig zullen bij het departe
ment van marine niet meer dan 2 schrij
vers aangesteld worden uit de opgeroepen
gepensioneerde onderofficieren der zee
macht.
De ontvangsten en uitgaven van
het fonds van dek- en onderofficieren en
mindere schepelingen bij de zeemacht in
1885 hebben bedragen f 84,068.38. Het
saldo, dat op den dienst van 1886 is
overgebracht is f33,511.77. In 1885 is
een kapitaal van f27,000 nominaal 2l/t
pet. nationale schuld aangekocht. De be
zitting bestaat uiteen kapitaal van f 822,000
ingeschreven op het Groothoek der 21/*
pet. nationale schuld.
Zondagavond zoo verhaalt de
L. C. arriveerde te Bolsward onder
22 graden vorst een ooievaar op zijn nest,
dat geplaatst is in den tuin van mevr. V.
aldaar.
Men tracht den eiber met gekookte
aardappelen in het leven te houden.
Een persoon die aan het station
Apeldoorn op een reeds in beweging
zijnden trein wilde springen, werd door
een waggon zoodanig aangereden, dat hij
bewusteloos nederviel.
Iu sommige gedeelten van ons land
is ook een massa sneeuw gevallen. De snel
trein van Groningen naar Zwolle is zelfs
in de sneeuw blijven steken. Op de meeste
spoorlijnen ondervonden de treinen een
geducht oponthoud en kwamen te laat
aan.
Op het ijs aan den Kwakersdijk
nabij Amsterdam, is het bevroren lijk ge
vonden van een 20-jarigen oppassenden
jongeling, die Zaterdag de ouderlijke
woning aan de Looiersgracht verliet.
Vermoedelijk heeft hij, door de koude
bevangen, zijn bewustzjjn verloren, en
toen hij neerviel, was er niemand om
hem hulp te verleenen.
Het gerucht liep, dat de jongeling was
vermoord, maar dit is niet aan te nemen.
Er zijn geen kenteekenen van geweld en
de voorwerpen van waarde, dta.hjj bjj zich
had, zijn op het lijk gevonden.
De zaak-Bulkley, zal op 22 Maart
a. s. voor het hof te Arnhem behandeld
worden.
Dinsdagnacht heeft er te Andel
een diefstal met inbraak en poging tot
moord plaats gehad ten huize van den
ontvanger der gemeente. Zoowel de gel
den der gemeente als het particulier ver
mogen van den ontvanger zijn gestolen.
Bijzonderheden ontbreken nog.
Een ambtenaar, gestationeerd te
Gietelo, zag dezer dagen een koe frau
duleus invoeren. Hij bracht de koe in
een nabijgelegene schuur en arresteerde
toen den begeleider. Daarmede ging ech
ter een geruime tijd verloren, en toen
daarop de ambtenaar de koe ging halen,
was deze spoorloos verdwenen.
Men schrijft aan de L. C.Toen
Barend de tuinman voor den heer Kegge
eens naar een blommetje zou kijken, en
de opmerking maakte dat je de natuur
niet dwingen kunt, liep het tegen Kerst
mis. Nu is het Maart en de bloe
misten hebben dezen winter ondervonden
dat de natuur niet te dwingen was, of,
je plaagt je zelve, zei Barend. Altijd
maar grauw weer, bijna geen zonnetje,
stoken om er arm van te worden, en
toch geen mooi gebroeid goed. Schaarsch
mijnheer? wel er is haast geen bloemetje
meer te snijden, en wat er nog is, heeft
geen kleur en is erg zwak. Dan moet
je gaandeweg bestelling krijgen van bou-
qetten en grafkransen't Is of het spul
spreekt zoo akelig is een enkele roos
(een Gloire de Dyon zou als 't gewed
was, nog een kleurtje hebben) en de
lelietjes der dalen zien er even miserabel
uit. Een mensch zou zich verdoen, zoo
naar is het dezen winter met de bloe
men gesteld. Zou de dooi doorgaan?
want het wordt tjjd, klagen de warmoe-
ziers. Dat is een wintertje, die menig
een in de oogen zal druipen. Straks vol
op werk en handen te kort; anders had
den w« al gezaaid, aardappelen gelegd
en de spinazie kwam boven den grond.
En dan wordt ons spottend nog gevraagd
of de radijs al haast begint aan te ko
men. Het is of er een goudmijn bij het
vak te halen is, maar eigenlijk gezeit is
voor de warmoezierderij al lang het vet
van den ketel. En deze winter doet de
deur dicht. Jongens wat een lange win
ter, merkt de boer in zijn gezin en voor
de zooveelste maal tot zjjn bouwknechts
aan. Anders hadden we al lang met de
toemakerij kunnen beginnen, en nu zitten
we nog met de handen in het haar.
Komt open weer, het zal werken wor
den hals over kop en dan volgt misschien
alles in eens. Wat moeten we anders
in zoo'n langen vastelavond uitvoeren
Den geheelen dag bij de koeien han
gen, gaat niet, schaatsenrijden gaf ook
niemendal en den almanak hebben we
uitgelezen. We zullen in vredesnaam
nog maar een spelletje pandoeren, geef
de kaarten maar ereis Arie, en dan
maar hopen op het nieuwe maantje, dat
misschien in eens met het voorjaar komt
aanzetten. Anders is er niet veel aan te
doen dan er hard voor te bidden en ge
duld hebben.
Een landbouwer, die 11. Vrijdag van
Zierikzee naar de markt te Rotterdam,
is gegaan om zijn ajuin te verkoopen, is
niet meer teruggekeerd, doch naar Ame
rika vertrokken, zijn vrouw en vijf kin
deren achterlatende. Zondagmorgen ont
ving de vrouw een brief van hem, waarin
hij haar van zijn vertrek kennis gaf*
Achteruitgang in zaken schijnt hem tot
deze daad te hebben geleid.
Uit Groningen wordt aan het Dag
blad gemeld, dat aldaar in den nacht
van Zondag op Maandag twee kinderen
doodgevroren zijn.
Uit Nijmegen wordt aan de N. R. C.
gemeld
Nijmegen telt onder zijne bewoners
ook de oudstrijdster Catharina Bekkers,
weduwe van A. Helder, die zich als 27
jarige jongedochter, gedurende het bom
bardement van Antwerpen in 1832 op de
kanonneerboot no. 22, commandant luit.
ter zee 2e kl. Van Hasselt, ter reedevan
Antwerpen bevond, en zich bij deze ge
legenheid bijzonder heeft onderscheiden.
Zij toch nam op de dagen, dat de kanon-
nade tegen die vesting en daarbij gelegen
werken het heest was, als kajuitsjongen
verkleed, een werkzaam aandeel in de
bediening van het geschut aan boord
van dien oorlogsbodem, waarvoor de com
mandant haar meermalen uitbundigen
lof toezwaaide. Het "militaire eereteeken
voor haar heldhaftig gedrag, dat de com
mandant haar had toegezegd, is haar
echter nimmer geworden.
Het thans 81 jarige vrouwtje verkeert
op haren levensavond in zeer kommer
volle omstandigheden.
Het laatst verschenen nommer van
Eigen Haard" behelst een met gloed
geschreven opstel van den heer M. T. H.
Perelaer, waarin hij het drama beschrijft
dat in het militair kampement te Goegoer
Malintang, in midden-Sumatra, plaats
greep, vijfenveertig jaren geleden, op
28 Febr. 1841. Bij den opstand, die in
het begin van genoemd jaar uitbrak in
het landschap Batipo, werd ook dit kam
pement aangevallen.
De bezetting bestond uit 2 officieren, 10
Europeesche en 35 inlandsche infanteris
ten. Ondanks het vroege uur, waarop
de aanval plaats had, zorgde de comman
dant, de 2e luit. J. B. Banzer, dat bjj
tijds alarm werd geslagenmaar de vij
and was reeds over de horstwering, en de
manschappen moesten zich met de ba
jonet verweren, daar de tijd ontbroken had
om hun munitie uit te reiken. Dank de
meesterlijke leiding, werd het heldhaftig
troepje gebracht binnen hetreduit, waarin
het buskruitmagazijn stond. Dit reduit
werd manhaftig verdedigd, dag en nacht,
drie dagen lang, zonder ander voedsel dan
grassprieten De mannen konden dit niet
langer volhouden, ettelijke inlandsche
soldaten waren 's nachts verdwenen
men besloot het reduit te verlaten en te
trachten door de vijandelijke benden te
sluipen om den naastbij zijnden post te
bereiken. Maarwat zou er van de
gekwetsten worden Er waren er drie
de Europeanen F. G. Schelling en F.
Maerien, en de Javaan Sosmito. Hunne
makkers konden ternauwernood hun eigen
verzwakt lichaam torschen 't meedragen
der gewonden zou aller dood zijn. De
gekwetsten verzochten achtergelaten te
worden, en lieten zich in het buskruit
magazijn overdragenzij moesten toch
sterven. Daarop sloop het troepje niet-
gekwetsten weg; het bestond toen uit 2
officieren, 8 Europeesche en 19 inlandsche
onderofficieren en manschappen. Een
half uur later zagen zij plotseling een
gloed, die den horizon een ondeelbaar
oogenblik verlichtte, en gevolgd werd
door een geweldige losbarsting, die den
bodem onder hunne voeten deed beven.
>De drie helden hadden trouw woord
gehouden. De vijand bekroop met dichte
drommen de wallen en was verbaasd over
de weinige waakzaamheid, die hjj meende
te bespeuren. Hij vreesde een krjjgslist,
versterkte zijne rijen al meer en meer, en
drong eindelijk het buskruitmagazijn bin
nen, waarin beweging bespeurd werd
Daar viel de lont in 't kruit, en
In 1851 werd op deze plek door het
garnizoen een monumentje opgericht.
Geen dankbaar vaderland heeft daarvan
de kosten te bestrijden gehadhet is tot
stand gekomen uit de nederige pennin
gen van den soldaat. Tot 1862 werd
het uit de beurzen van het garnizoen
onderhouden. Toen werd het door de genie
overgenomen."
Een afbeelding er van vergezelt het aan
grijpend verhaal.
Een verschrikkelijke misdaad is te
Antwerpen Zondag aan het licht gekomen.
Een lief meisje, Josephine Marie genaamd,
en 12 jaren oud, was de trots der cchtge-
nooten Danys te Merxem, een gemeente in
de nabijheid van Antwerpen, Zaterdagmor
gen zonden de ouders hun dochtertje, net aan
gekleed, naar Antwerpen, om bij haar oom en
tante, die een vleeschhouwerszaak hebben,
het vleesch voor den volgenden dag te halen.
Toen het meisje des morgens bij haar oom
en tante kwam, waren deze druk aan het ver
huizen en het verzoek van het kind om ook
te mogen helpen met het overbrengen van
minder zware stukken, werd gaarne toegestaan.
Tegen 11 uur ging het meisje weder naar
de nieuwe woning en kreeg een boodschap
van haar tante voor den knecht mede, dat
hij zich des middags maar met een boterham
met vleesch moest behelpen. Door de drukte
dacht de tante niet meer aan haar nichtje en
toen zij het kind om 3 uur nog niet weder
gezien had, ging zij naar de nieuwe woning,
om te vernemen of het zich aldaar bevond.
De knecht deelde echter mede, dat Josephine
om half twaalf reeds was vertrokken. De
tante dacht dat het meisje zonder iets te zeg
gen naar hare ouders te Merxem was terug
gekeerd en ontstelde hevig toen Zondagmor
gen de vader kwam om het vleesch te halen
en naar zijn kind te informeeren. Men vreesde
onmiddellijk het ergste en het is begrijpelijk,
dat alles in huis in rep en roer was. De
vrouw van den slager viel in onmacht, ter
wijl de vader van het verdwenen kind aan
wanhoop ten prooi was. In alle richtingen
werd naar het kind een onderzoek ingesteld en
de politie werd van de zaak verwittigd. Men
zocht en vroeg overal, maar niets was van
liet arme kind te ontdekken.
Zondagmiddag speelden eenige schippers
kinderen op een hoop planken, die aan de
kade van het Zuiderdok opgestapeld lagen,
toen zij onverwachts tusschen een paar plan
ken het lijk van een kind ontdekten. Onmid
dellijk stond een groote volksmenigte rondom
het lijkje, verscheidene politieagenten snelden
toe en ook het parket was spoedig ter plaatse.
Spoedig constateerde men, dat het lykje
dat van van Josephine was. Uit een onder
zoek door geneeskundigen ingesteld bleek, dat
de lieve kleine, daags te voren nog hetge
luk harer ouders en de vreugde harer familie,
door een monster verschrikkelijk werd mis
handeld en daarna geworgd. Een nieuw touw,
dat de onmensch om den hals van het on
schuldig meisje heeft geslagen en dat hij dicht
getrokken heeft totdat zijn slachtoffer bezwe
ken was, lag naast het afzichtelijk lijk, dat
geheel met blauwe plekken, tengevolge der mis
handelingen, was bedekt. Een streng onder
zoek is onmiddellijk ingesleld, doch heeft nog
tot geen resultaat geleid. Slechts eenpersoon
heeft zich opgedaan, die het meisje Zaterdag
om 12 uur aan den „Tramway maritime,"
Oude Leewerui, heeft gezien. De plaats waar
het lijkje gevonden werd, kon geen spoor
van de worsteling dragen, daar de grond door