't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1364.
Zaterdag/13 Maart 1886.
Veertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
A"bann©ment
per 3 maanden binnen d« gemeente50 Cent.
s> 3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon 6 u. 12 m.
Onderg. 6 u. 4 m.
MAART, (Lentemaand), 31 dagen.
Zondag 14 Quadrages.
Maandag 15
Dinsdag 16
Woensdag 17 Quatertemper.
Donderdag 18
Vrijdag 19 Quatertemper. Volle
Maan. Gelijkheid van dag
en nacht.
Zaterdag 20 Quatertemper.
HELDER, 12 Maart 1886.
In verband met de in het vorig
nummer geplaatste advertentie, vestigen
we de aandacht onzer lezers op 't plan
van een paar onzer medeïngezetenen, om
ter nagedachtenis van den onlangs ont
slapen Cornelis Dito een gedenkteeken
te plaatsen op diens graf. Gaarne beve
len we dit plan aan, daar de naam van
iemand als Dito wel waardig is tot de
nakomelingschap over te gaan, en twijfe
len niet, of 't zal bij velen bijval en on
dersteuning vinden.
Volgens de St. C. zal dit jaar de
lichting der nationale militie uit 11.000
man bestaan, waarvan 600 man voor den
dienst ter zee. Noord-Holland heeft een
aandeel van 1879 man op 6500 ingeschre
venen. Het aantal ingeschrevenen voor
het geheele rijk bedraagt 88057 man.
Het gewezen oorlogsstoomschip Leeu
warden, dat bij Telok Semawe aan den
grond gezeten heeft, is voor f 26000 ver
kocht; een arabier is kooper, en zal,
zegt men, het inrichten en gebruiken voor
den gewonen overvoer van Sandelhout-
paarden naar Java.
De luitenant Campen in Gombong,
een buitengewoon verdienstelijk en gede
coreerd officier, is dezer dagen overleden
aan een dolksteek van een verraderlijken
inlandschen jongen, die bij een ander in
dienst was. De omstandigheden doen
denken aan den moord op een jeugdig
advokaat te Semarang, een twaalftal ja
ren geleden, wien ook een verraderlijke
steek in den buik werd toegebracht door
een jongen, dien hij een zeer verdiende
correctie wilden toedienen.
De vrouw, die onlangs te 's-Gra-
venhage in dronken toestand op een test
met vuur is gevallen, is aan de bekomen
brandwonden overleden.
Op voorstel van den Voorzitter is
Woensdag door de Tweede Kamer be
sloten om de beraadslagingen over de
Grondwetsherziening Woensdag 17 Maart
a.s. een aanvang te doen nemen.
Op een achterkamer in de Tweede
Boomdwarsstraat te Amsterdam is eene
vrouw op haar bed gevonden, onder om
standigheden, die kennisgeving van het
feit aan den officier van justitie geboden.
Er zakken hier en daar nog dage
lijks een stuk of wat door 't ijsdaar er
van rijden thans geen sprake kan zijn,
is het dus nu louter baldadigheid en roe
keloosheid, wanneer men zich op de rooze,
verraderlijke vlakte waagt.
Jonkheer T. is Maandag door het
gerechtshof te 's-Hage veroordeeld we
gens bedelarij tot 5 dagen gevange
nisstraf en opzending naar een bedelaars
gesticht. De ongelukkige, aan wiens wieg
bezwaarlijk een zoodanige toekomst voor
speld zal zijn, had in het Haagsche Bosch
met lucifers te koop geloopen, het mede
lijden trachtende op te wekken door een
voorgewend gebrek aan zijne handen.
Den 17 Januari jl. kwam een 15-
jarige te Dongjum in de herberg van J.
V., en vroeg een glas brandewijn, wat
hem gegeven werd door de vrouw van
den kastelein. Eenige andere bezoekers,
de boerenknechts B. S., D. F. en M. de
V, schenen er zooveel aardigheid in te
vinden, dat die jongen een glas brande
wijn gebruikte, dat zij hem tracteerden.
Binnen een uur had die knaap 7 of 8
borrels gebruikt en moest toen dronken
naar huis worden gebracht. De vader,
vernemende wat er gebeurd was, heeft
daarvan aangifte gedaan bij de politie,
eir nu heeft de rechtbank te Leeuwarden,
die kasteleinsche, wegens het toedienen
van sterken drank aan iemand beneden
de 16 jaren, veroordeeld tot f25 boete
of 7 dagen gevangenisstraf, en de drie
boerenknechts, wegens het dronken maken
van een kind beneden de 16 jaren, ieder
tot 21 dagen celstraf.
Een ontzettend ongeluk trof Dins
dag in den vroegen ochtend een gezin
in den Haag. De brooddepöthouder de
J., wonende Stationsweg 17, had zijne
met brood volgeladen kar van de brood-
en meelfabriek afgehaald en was bezig
met behulp van zijne vrouw in den klei
nen winkel het brood te sorteeren, toen
zij eensklaps een hevig geschreeuw hoor
den, en omziende het achtervertrek in
volle vlam zagen, zoodat het reeds on
mogelijk was daarbinnen te dringen. En
toch lagen in dat vertrek te rusten hunne
twee kinderen, een knaap van 2 jaren
en een zuigeling van weinige maanden.
De zuigeling sliep in de wieg, staande
tusschen kachel en bedstede. Het gordijn
van het wiegje schijnt te hebben vlam
gevat en aldus plotseling den brand te
hebben veroorzaakt De beide kinderen
werden helaas de slachtoffers van het
onheil. Men vermoedt dat het jongste
in den rook gestikt is, aangezien het bed-
degoed van de wieg, die het dichtst bij
het vuur stond, betrekkelijk het minst
heeft geleden. De knaap, die in de
bedstede lag, is in de hem omringende
vlammen van het brandende houtwerk
omgekomen. Toen men later er in slaag
de de kamer binnen te dringen, vond
men slechts het verkoolde lijk. De over
blijfselen werden naar het gasthuis over
gebracht. De radeloosheid der ouders,
die op eenmaal hun twee lievelingen ver
loren, is niet te beschrijven. Hun werd
door de buren alle mogelijke bijstand ver
leend. Van het kleine perceel, dat zeer
oud en droog is, is alleen het winkelver-
trek onaangetast gebleven. De politie-
brandweerpost aan de Van der Duijn-
straat slaagde er in met behulp van de
waterleiding de vlammen te bedwingen,
zoodat de later aangerukte spuiten niet
meer behoefden te werken. Men ver
moedt dat de brand ontstaan is, doordien
een de kachelpijp uit de nis op het ledi-
kantje van het jongste kind is gevallen.
Huis en inboedel waren niet tegen
brandschade verzekerd.
De meeting van werkeloozen, te
Amsterdam, uitgeschreven door den Bond
der Socialisten, werd door een talrijke
menigte bezocht. Niet alleen de groote
zaal van het Volkspark, maar ook de
nevenzalen waren stampvol. Als sprekers
traden op de h.h.: Domela Nieuwenhuis,
Fortuin en v. d. Stad.
Een der sprekers begon met op den
ongelukkigen toestand der arbeiders in
den tegenwoordigen tijd te wijzen en de
bekende grieven tegen de kapitalisten aan
te voeren, 't Openbaar verzet en op
stootjes, zooals onlangs te Londen, wer
den streng afgekeurd, als tegen 't belang
der arbeiders zelf. Aangedrongen werd
er op aaneensluiting, opdat een georga
niseerd proletariaat zou staan tegenover
een georganiseerde klasse van kapitalis
ten. 't Spook der revolutie kwam daarbij
van tijd tot tijd van achter de scher
men, om zich even te rertoonen.
Ook wezen sprekers op de goedgevulde
pakhuizen en magazijnen, als in schrille
tegenstelling met den nood der hulpbe
hoevenden. Niemand wenschte in debat
te treden, daar men het met de sprekers
eens was, en er werd besloten een motie
op te stellen en aan het bestuur der stad
te overhandigen, waarin de middelen
werden aangewezen om voor goed een
einde te maken aan den ongunstigen
toestand der arbeiders.
De motie luidt als volgt
Motie.
Aan den Raad der Gemeente Amsterdam
De meeting van werkeloozen, gehouden op
Dinsdag 9 Maart iD het Volkspark te Amsterdam,
is van oordeel, dat de volgende middelen direct
kunnen dienen om in den nood der werkeloozen
te voorzisn.
lo. Het aanleggen en exploiteeren van een
tramlijn RaampoortCentraal-Station—Plantage
Kerklaan
2o. Het verlagen van tal van onnoodig hooge
bruggen
3o. Het verbeteren der bestrating in de Jor-
daan
4o. Het dempen van grachten die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zooalsKrom-Boomsloot,
Linden-, Rozen- en Lauriergracht
5o. Het bouwen van doelmatige arbeiderswo
ningen, welke voor niet meer dan den kostenten
prijs kunnen verhuurd worden
6o. Het bouwen van brnggen over het IJ en den
Amstel
7o. Het invoeren van een beter stelsel van
afvoer van faecaliën in de oude gedeelten der
stad
8o. Het teruggeven van alle panden nit de
Stadsbank van Leening, die direct benoodigd zijn
als lijfgoederen
9o. Bij de Regecring aan te dringen op droog
making der Zuiderzee van Rijkswege.
Tot dekking dezer kosten stellen wij u voor,
een progressieve inkomstenbelasting in het leven
te roepen, terwijl u voorts in herinnering wordt
gebracht, alle opgenoemde werken door de ge
meente zelf te doen aannemen, waardoor van
uwentwege een normsjevr.vbeidsdag met minimum,
doch voldoend loon kan worden vastgesteld.
Nog wenschen wij op te merken, dat in het
belang der werkende klassen bet noodzakelijk is,
over te gaan tot bet oprichten van een arbeids
beurs en een Kamer van Arbeid, gekozen door
werklieden.
Ten slotteom in den uitersten nood te voor
zien, worden aan alle werkeloozen de noodige
levensbehoeften verstrekt.
Deze motie zal na afloop naar het Raadhuis
of naar het buis van den burgemeester worden
gebracht.
Het teruggeven van de panden uit de bank
van leening wordt met donderend boerah begroet.
De heer Bos stelt voor, die motie direct door
een commissie aan den burgemeester te doen
overhandigen, De nood is hoog. Hij stelt zich
zelf disponibel om naar den burgemeester te
gaan.
De motie wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
De heer Penning meent dat een persoon vol
doende is om de motie over te brengen. Het is
moeielijk uit de vergadering personen te kiezen.
Burger Bos kan echter personen zich toevoegen,
om hem te vergezellen.
Penning raadt alsuu nogmaals, nu de taak vol
bracht is, om wel te overwegen en zich niet noode-
loos aan dwaasbeden bloot te geven. De ver
gadering is kalm en rustig gebleven, laat ook het
einde der werkeloozen waardig zijn.
Een talrijke politiemacht was aanwezig,
en aan ieder werd bij zijne komst ge
vraagd, of hij ook schietwapenen bij zich
had. De orde werd tijdens de vergadering
niet gestoord.
Als deputatie begaven zich de heeren
Bos, Buter en Geel naar 't stadhuis om
het adres, de motie bevattende, over te
brengen. Ze werden door ruim 2000 man
gevolgd. De heer Fortuin sprak onder
weg zijn volgelingen toe en raadde hen
aan, iederen dag lang3 Heeren- en Kei
zersgrachten te trekken, om den rijken
steeds voor oogen te houden, hoe groot
de nood is.
Bij de raambarrière ontstond botsing
tusschen het volk en de politie, tenge
volge waarvan een paar agenten en ook
enkele arbeiders gekwetst werden en een
paar personen werden gearresteerd.
»De Amsterdammer" schrijft hierover
nog het volgende
Na afloop der vergadering in't Volks
park verspreidde zich de talrijke volks
menigte in de navolgende wijken.
Te 3 uur 15 min., nadat de politie
zooveel doenlijk door kalm optreden zorgde
dat de circulatie niet werd gestoord, be
gon zich het volk in de Bloemstraat en
omliggende straten te wapenen met groote
talhouten.
Op den hoek van Baangracht en Bloem
straat nam de menigte een uittartende
houding aan. Een patrouille van onge
veer twaalf politieagenten werd daarheen
gezonden, die met steenen begroet werd;
uit de vensters wierp men met allerlei
voorwerpen.
De politie geraakte ook in de naburige
straten met de menigte slaags. Vooral
in de Aeolijenstraat ging het zeer hevig
toe.
De agenten maakten slechts bij uit
zondering van de sabel gebruik. Vijf
personen werden in deze botsing gearres
teerd cn door een sterke macht naar 't
politie-bureau gebracht.
Omstreeks vier uur begon 't volk zich
in de Marnixstraat naar de zijde van het
Haarlemmerplein te verzamelen. De
politie dreef het steeds met een stok
uiteen. Toen daarna de scholen uitgin
gen werd de menigte nog grooter.
Een jeugdige »werkelooze" greep een
jongen, die met een tasch op den rug
naar huis keerde, aan, en gaf hem een
slag in het aangezicht onder den uitroep
»Daar heb je wat, leelijke kapitalist!"
Te vijf uur is er nog veel volk aan
wezig en is de politiepost door ongeveer
70 agenten en 3 inspecteurs bezet.
Woeosdagmorgeu te balf twaalf uur verzamel
de. zicb weer eenig-i honderdeu werkeloozen iD
het Volkspark. De vergadering werd geopend
door den beer Fortuyn. Hij deelde haar me
de, dat „behalve de gewone bak- en houwpartijen
der politie" de dag van Dinsdag rustig was af-
geloopcn.
De commissie, die Dinsdag de motie naar den
Burgemeester bad gebracht, zon zich thans weer
naar bet stadhuis begeven, ten einde antwoord
te gaan halen. Wie mee wilde gaan, kon méé
gaan.
Hoewel Dinsdag door een van de bladen was
meegedeeld, dat er maar duizend „werkeloozen"
waren, zoo vergist zich dat blad zeer, „er waren
er wel tienduizend." Men heeft Portuyn c. s.
ook verweten, dat zij te groot een verantwoorde
lijkheid op zicb namen; maarzij, die de macht in
banden hebben, dragen alleen de verantwoorde
lijkheid.
De burgemeester kan echter alleen niet alles
doen. Hij is geen Messias, die brood kan bren
gen. Maar toch is hij de eenige die kan voor
atellen, dat er hulp worden verleend.
Na eenigen tijd over de ellende en de werke
loosheid te hebben uitgeweid, sloot men de ver
gadering en begaf zich de menigte met de com
missie aan het hoofd op weg.
Voor de Raambrug gekomen, lieten de daar
gestationeerde politieagenten de leden der com
missie doorgaan, maar sloten zij onmiddellijk den
toegang voor de ben volgende menigte af.
Dit gaf aanleiding tot eenige schermutselingen
op het plein aan de Nassaukade, waarbij de jon
gens met steenen wierpen en de politie van sa
bel en stok gebruik maaktetwee personen wer
den gearreseteerd. Daarna hadden in de omlig
gende straten hier en daar kleine botsingen met
de politie plaats, die steeds de aangroeiende
menigte verhinderde om samen te scholen.
Omstreeks één uur kwam Geel, vergezeld van
een menigte volks, terug van bet Stadhuis en
nam zijn weg van de Prinsengracht door de Jor-
da«n, langs de Westerstraat naar de Zaagpoort.
Eem macht van ongeveer 25 politie agenten
rukte met de looppas achter de menigte op en
sneed een groot gedeelte bij de Zaagpoort van
bet escorte van Geel af.
Deze begaf zicb naar het Volkspark, waar
nog ongeveer een paar honderd menschen bijeen
kwamen. Bos, lid en aanvoerder der commissie,
deelde toen mede, dat de Burgemeester gewei
gerd beeft de commissie te ontvangen, omdat
zij niet schriftelijk gehoor bad verzocht.
Hij meende, dat in de ernstige tijdsomstandig
heden het hoofd der gemeente wel eens den vorm
nit het oog had mogen verliezen. De commissie
zou echter een brief schrijven en daarom stelde
de spreker den aanwezigen voor morgen Don
derdagom half twaalf uur weer in het Volks
park bijeen te komen, ten einde om half een
antwoord aan het stadhuis te gaan balen. Hij
noodigde zijn hoorders nit, daaraan zooveel moge
lijke ruchtbaarheid te geven.
Daarna sprak Hayer de menigte toe en noo
digde „de aanwezige koningen van de Pers en
de rustbewaarders'' uit om te getuigen boe groot
de ellende van bet volk is en boe kalm dit volk
zich nog houdt. De bonding der politie op Dins
dag was alleen aangenomen om rustverstoringen
uit te lokken. Maar het volk zou eenmaal zijn
slavenjuk verbreken, enz.
Bos sloot daarop de vergadering en vermaande
de menigte rustig te zijn „zoolang als dat het
mogelijk was, maar langer niet.
Het Volkspark werd toen wederom ontruimd
en de politie trachtte de menigte door overre
ding te bewegen de circulatie niet te belemmeren.
Dit is echter voor doove ooren gepredikt.
Bloemgracht en omliggende straten wemelen
van kinderen, opgeschoten jongens en lastige lie
den. De polilie wordt op het oogenblik (te balf
twee) begroet met steenen, die zelfs de verslag
gevers der pers treffen. Tot twee keer toe heeft
de politie op de Bloemgracht een charge gemaakt
met de stok. Uit de woning No. 112, driehoog,
Lijnbaansgracht, werd met vuil nit de ramen
geworpen. De honding van bet publiek is niet
zeer geruststellend.
Een nieuwe uitbarsting van den Etna
wordt verwacht. De berg spuwt voort
durend steenen en ascb uit en men ver
moedt dat uit den krater lava vloeit.
Wegens de dikke rookwolken, waarin
de bergtop is gebuid, kunnen geene waar
nemingen worden gedaan. Aan den voet
van den berg zijn lichte aardschokken ge
voeld.
IngezondLen,
Mijnheer de Redaoteur!
Beleefd verzoek ik u om een plaatsje in uw blad
voor een paar opmerkingen naar aanleiding van
het door u overgenomene nit „de Amsterdammer"
betreffende de brochure. De machinist der Konink
lijke Nederlandsche Marine, zijne positie en behan
deling, door J. G. B., oud-Marine machinist.
In schoolboekjes van ouden datum werd ons ge
leerd, dat tevredenheid alléén gelukkig maakt. We
zijn met elkaar langzamerhand van dat idé terug
gekomen en gaan begrijpen, dat een ieder het recht
heeft om met gepaste middelen zijn uiterste best te
doen om zich te verheffen, om zijne positie te ver
beteren.
In zooverre dan verdient bet zeker waardeering,
dat de heer J, G. B. een lans breekt voor zijne voor
malige confraters en we hebben er volkomen
vrede mee. dat heeren machinisten graag officier
zouden worden. Ja, we zijn zelfs geneigd, toe te
stemmen, dat het machinisten-lot allertreurigst is;
en over de kwestie zelve spreken we verder in 't
geheel niet. Maar, schrijver der brochure, ge hebt,
in nw ijver om 't heil der machinisten te bewerken,
u zeiven vergeten en den gebeelen Marine een slag
in 't aangezicht gegeven, waarvoor ge u, in één
woord, moet schamen
Ik weet niet, wie gezijt; weet dos ook niet, uit
welke voorname familie ge zijt ontsproten! en 't
interesseert mij ook minder; maar ik vraag u, hoe
durft ge u van motieven bedienen, als die gij ge
bruikt, en dat iu onzen tijd
De machinist, zoo hebt ge geschreven, moet rang
nemen onder dien stand, waar toe hij volgens af
komst en ontwikkeling behoort!
Volgens afkomst! Wat heeft n toch bezield, bij
bet schrijven van die woorden!
Kom, laat ons naar Vlissingen gaan, en daar 't
beeld van onzen De Ruijter, den grootsten aller ad
miralen, weer omhullen, al badde het er nooit ge
prijkt; want die held was van te veel lage afkomst.
Gelukkig, dat er in zijne dagen nog geen machi
nisten waren, want als hij per ongeluk nog eens
machinist was geworden, dan ware hij zeker een
leelijken steen des aanstoots, voor de heeren colle
ga's geweest; omdat zijn vader maar een eenvou
dige bierdrager was.
De heer J. G. B. wijst op de machinisten der
Amerikaansche Marine maar zoo'n vreemdeling
zal hij, zijne ontwikkeling in aanmerking genomen
wel niet zijn, of hij moet weten, dat een Amerikaan
een heel verwonderd gezicht zou opzetten, als hij
van afkomst hoorde redeneeren.
Ja, neem de vlucht maar naar suikerfabrieken,
zoo lang ge in rang gelijk wordt gesteld met onder
officieren, die van matroos zijn opgeklommen. Ver
beeld u, hoe ijselijk, niet waar, zoo maar van
matroos opgeklommen! Hoe gemeen, hoe laag!
Denkt gij, dat eronder die opgeklommen onderoffi
cieren fatsoenlijke lui van af komst zijn P Wel neen
Alleen uit de heffe des volks alleen van de min
ste soort! Hoe zonden ze anders opgeklommen zijn!
Kom, laat ons nu niet in de font vervallen van
den schrijver der brochure, die om de machinisten
op te heffen, zoo maar even in 't voorbijgaan de
Marine-onderofficieren gevoelig beleedigt. Laat ons
de afkomst der heeren machinisten niet nauwkeu
rig nagaan waarom zouden wij 't doen 't zou
op wraak gaan gelijken.
Maar nn in allen ernst. Die schrijver noemt zich
oud-machinist der Marine. Welnu, indien hij
dat is, moest hij weten, dat er onder de Marine-
onderofficieren ook menschen van goede familie
zijn, al doet het eigenlijk niets ter zake; hij moest
weten, dat niet de geheele Marine beneden den
officiersrang nit het plebs afkomstig is.
Neem de vlucht naar de suikerfabrieken of tracht
officier te worden (dan verdwijnt met een't gevaar
van provooststraf bij dronkenschap) stel alle ge
oorloofde middelen daartoe in 't werk, maar ge
bruik geen motieven, waarmee ge een heelen stand
beleedigt.
Ten slotte dit nogeene logische gevolgtrekking
is: wanneer slle machinisten met den schrijver ge
lijk dachten, zonden zij natuurlijk, als eerlijke men
schen, zoo spoedig mogelijk de Marine moeten ver
laten. MARINUS.
Helder, II Maart 1886.