't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TÜSSGBEN KRUIS EN TEMPEL.
No. 1370.
Zaterdag 3 April 1886.
Veertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
APRIL, (Grasmaand), 30 dagen.
Opkomst der Zon 5 u. 22 m.
Onderg. 6 u. 41 m.
Zondag 4
Maandag 5
Dinsdag 6
"Woensdag 7
Donderdag 8 Verjaardag van Wilhelmina
Maria Sophia Louisa, Zuster
desKonings. (Gehuwd met den
Grooth. van Saxen-Weimar
Eisenach.)
Vrijdag 9
Zaterdag 10 Eerste Kwartier.
HELDER, 2 April 1886.
De Staatscourant van 30 Maart
meldt:
Blijkens een bij het departement van
marine ontvangen nader telegram, zijn
de vier vermiste personen van Zr. Ms.
schroefstoomschip Java, die bij de aanva
ring overgesprongen waren aan boord van
het zeilschip Loch Broom, te Londen aan
gekomen. Voorts wordt uit Londen me
degedeeld, dat het schip te Devonport
zal moeten dokken, omdat door zware
beschadiging het voorzetten der reis on
mogelijk is.
Zr. Ms. stoomkanonneerboot Fryer,
in conservatie bij 's rjjks werf te Am
sterdam, zal met 1 Mei aanst. in dienst
worden gesteld ter oefening van zeemi-
liciens.
Aan den hoofd-ingenieur der marine
J. W. Calten en den ingenieur 2e kl. der
marine F. S. C. M. Wijs wordt opgedra
gen een buitenlandsche reis van zes weken,
tot het bezoeken der werven in Frankrijk
en Italië.
Men verneemt, dat dit jaar bij de
directie der marine te Amsterdam ook
in dienst zullen worden gesteld Zr. Ms.
monitor Tijger en stoomkanonneerboot
ülfr.
Naar men verneemt, bestaat het
voornemen om het schroefstoomschip
Suriname, gestationneerd te Suriname, te
doen aflossen door het in dit jaar in
dienst te stellen schroefstoomschip Som-
melsdijk,
Zr. Ms. stoomkanonneerboot Brak
zal, evenals het vorige jaar, weder in dienst
komen, ten einde opname van verschil
lende zeegaten te doen.
Zr. Ms. schroefstoomschip Bonaire
wordt in het begin dezer maand te Am
sterdam binnenverwacht en zal bij 's rijks
werf aldaar buiten dienst worden gesteld.
Ingevolge machtiging des Konings
bij besluit van 30 dezer no. 19 wordt:
lo. bij binnenkomst van Zr. Ms. schroef
stoomschip 4de kl. Bonaire Zr. Ms. ad
judant in gewonen dienst, de kapitein
luitenant ter zee W. baron Van Hogen-
dorp eervol van het bevel over genoemd
schroefstoomschip ontheven en weder ter
beschikking gesteld van den chef van
Zr. Ms. Militair Huis; 2o. in afwachting
der buitendienststelling van voornoemden
bodem met het bevel daarover tijdelijk
balast de 1ste officier, de luit. ter zee
der lste klasse L. A. H. Lamie.
Bij het laatste onderzoek naar het
wrak van de stoomboot Sapphire ingesteld,
bleek het schip geheel doorgebroken te
zyn. Het achterschip was weggezonken,
terwyl bij laag water de stoomketel boven
water kwam. Uit het achterschip werd
nog niets geborgen. Bij gunstig weer
worden in April de werkzaamheden tot
berging hervat.
Maandagochtend werd het dorp
Buitenpost (Friesland) verrast met het
bezoek van 68 sollicitanten, die allen met
denzelfden trein kwamen, naar de betrek
king van gemeenteveldwachter te Kooten,
jaarwedde f 400. Zij moesten beurtelings
zich aan den burgemeester voorstellen.
Met den vorigen trein waren er 15 af
gestapt.
Het gerechtshof te Arnhem heeft
Dinsdag het vonnis van de Arnhemsche
rechtbank in zake mevr. Bulkley, Klop
pers en mej. Schlingeman bevestigd, en
hen aldus veroordeeld onderscheidenlijk
tot 18 maanden, een jaar en 45 dagen
celstraf en tevens bepaald dat mevrouw
Bulkley niet terstond in hechtenis zal
worden genomen.
Wij lezen in de Kamper Courant;
De eerste kievitseieren zijn reeds aan
gebracht! Het is immers ook lente? On
willekeurig denkt men daarbij aan het
aardige verhaaltje, hoe eertijds Piet Smul"
met het vroege kievitsei" gefopt werd.
De verkooper was evenwel oprecht ge
noeg ten laatste nog zijn leuken raad
op den koop toe te geven, dat het vuurtje
niet al te hard diende gestookt te wor
den, daar zijn grootje het ei reeds het
vorige jaar gekookt had. Tegenwoordig
leggen sommigen dat kunstiger aan.
In dien tijd, wanneer de kievietseiers
weinig waarde hebben (ongeveer Mei)
worden ze door sommige oneerlijke lie
den eenvoudig ingemaakt
Daartoe nemen ze de eiers, die zjj in
zoogenaamde nestjes met éénen" gevon
den hebben. (Dat zijn nesjes waarin de
kievit nog maar één ei gelegd heeft.)
Zulke eiers zijn niet -in het minst be-
broeid en kunnen dus het beste bewaard
blijven tot het volgende voorjaar door
ze in kalkwater enz. te leggen. Zijn
ze soms een beetje door den inmaak ont
kleurd, dan is er wel een middeltje op
ze weer wat op te kleuren, ten einde
deze eerstelingen van nog maar negen
maandjes oud het voOTkomen van versche
kivietseitjes te geven. Dat de liefhebbers
aan zulke vroege kievitseiers uit den kalk-
pot niet al te lekker zullen smullen, laat
zich denken. Hoewel het mogelijk mensch-
lievend is, om den fijnproevers reeds zoo
spoedig mogelijk een voorproefje van het
eigenlijk genot te gunnen, is 't misschien
toch nuttig op deze bedreigerij de aan
dacht te vestigen, daar ook onder de vol
gende nog wel een ingemaakt eitje uit
den kalkpot zal schuilen.
De student Berdenis van Berlekom
uit Middelburg, is te Leiden onder droe
vige omstandigheden om het leven ge
komen. Volgens het Haagsche Dbld. droeg
zich de zaak als volgt toe: Zich met
eenige vrienden op de kamer van een
zijner mede-studenten bevindende, viel de
student in de medicijnen R. v. B. met
den rug tegen het raam en door de zwakte
van het houtwerk van het venster zoo
achterover naar beneden. Hij kwam ne
der op den stang van het hek, dat zich
onder het raam bev„ona. De val was zoo
zwaar, dat deze djkke ijzeren stang er
sterk door gebogen werd. De inmiddels
geroepen geneesbar konnaar het uiter
lijk te oordeelen, nog niet veel gevaar
constateeren. Later bleek echter, bij na
der onderzoek van prof. van Itersou, dat
er voor zware inwendige beleediging te
vreezen was, zoodat overbrenging naar
het ziekenhuis noodig werd geoordeeld, en
een daar ondernomen operatie toonde aan,
dat de verwonding te zwaar was, om nog
hoop op behoud over te laten. De dood is
dan ook Vrijdagmiddag gevolgd. Maan
dagmiddag is het stoffelijk overschot te
Leiden ter aarde besteld. Den studenten
is vanwege het Collegium verzocht, den
rouw aan te nemen.
Axel Paulsel geslagen. Op een af
stand van een mijl is hij op 18 Maart
te Drontheim twee keer door den 20-ja-
rigen Quilfeldt geslagen. In een inge
zonden stuk in de Drontheimer Dagsposten
wordt getracht zijne nederlaag daardoor
te verklaren, dat de baan zoo kort was
en hij met zijne lange schaatsen in het
nadeel was. By den eersten omloop dacht
hij dat Quilfeldt hem dadelijk voorbij
zoude rijden, hetgeen echter eerst op het
laatste oogenblik gebeurde. Bij den twee
den omloop reed Paulsen zeer hard af,
om Quilfeldt voorgoed vóór te blijven
deze bleef wel eerst achter hem, maar
won op het laatst weer.
Hieruit ziet men, dat de door de Noor-
sche couranten zoo onjuist als unfair"
genoemde taktiek der Friezen te Ham
burg, ook door een Noor niet versmaad
wordt.
VERGADERING Tan den Raud der gemeente
Helder, op Dinsdag 30 Maart 1886.
Voorzitter Mr. K. J. C. Slakman Bosse.
Tegenwoordig zijn 15 leden; afwezig de heer
H. Janzen Ez., 1 vacature.
De zitting wordt door den Voorzitter voor ge
opend verklaard, waarna de notulen der vorige
zitting worden voorgelezen en goedgekeurd.
Daarna komt aan de orde de regeling der
jaarwedden van het onderwijzend personeel aan
de gemeente scholen. Twee voorstellen, reeds
vroeger ingekomen, worden nu opnieuw in be
handeling genomen, 't Eene is van B. en W.,
't andere van den heer J. C. Jansen. De om
standigheid, dat deze zaak reeds in de Raadszit
tingen van 26 Januari en 1 Maart 11. behandeld
en verdaagd isdroeg er zeker toe bijdat de
discussie geene belangrijke uitbreiding verkreeg
en zich hoofdzakelijk bepaalde tot de verdediging
door den Voorzitter van 't voorstel van B. en
W. en door den heer Jansen van 't voorstel door
hem ingediend en door de commissie van toezicht
op het lager onderwijs gesteund. Nog wordt door
de heeren van Gijn, Korvcr en Maalsteed het
woord gevoerd entot Btemming overgaande,
wordt het voorstel van het Dag. Best. met 8
tegen 7 stemmen verworpen, dat van de heer
Jansen met evengroote meerderheid aangenomen.
Volgens de nu aangenomen regeling, zullen er
vier klassen zijn van onderwijzers en onderwij
zeressen met jaarwedden, respectievelijk van f 800,
f700, f600 en f500. De lste klasse zal tellen
6, de 2de klasse 3, de 3de klasse 20 onderwijzers
of onderwijzeressen, terwijl de overige tot de 4de
klasse znllen behooren, waaraan een wedde van
f 500 wordt toegelegd. De bevordering van de
eene naar de andere klasse is bij deze regeling
behoorlijk omschreven en is afhankelijk gesteld
van ijver en geschiktheid en van 't advies, dat
daarvan door de Hoofden van scholen wordt ge
geven. Verder zijn geregeld de jaarwedden der
Hoofden van scholen, die, tot aan het bereiken
van het maximum-tractement, om de vier jaren
een verhooging van f 100 kunnen verkrijgen, op
advies van de plaatselijke schoolcommissie. De
regeling, thans goedgekeurd, zal, volgens de be
staande voorschriften, aan H.H. Ged. Staten ter
beoordeeling worden opgezonden.
Aan de orde wordt daarop gesteld de verrui
ling der vacature, ontstaan door 't eervol ontslag,
met ingang van 1 Mei a. s. aan den heer H.
Daarnhouwer, hoofd der gemeente school no. 5,
verleend. De Voorzitter herinnert, dat B. en W.
door den Raad in zijne zitting van 1 Maart
gemachtigd werden, om te dezer zaken met den
districts-schoolopziener in overleg te treden. Hij
verzekert, dat 't Dag. Best. zich tot den school
opziener heeft gewend, en doet voorlezen het
daarop ontvangen antwoord. In dit schrijven
komt de schoolopziener er tegen op, dat men
hem van onderscheidene bijzonderheden op het
ontslag van den heer Daarnhouwer en de ver
vulling der vacature onkundig heeft gelaten. De
schoolopziener vereemgt zich eerder met het ge
voelen van de minderheid uit de plaatselijke
schoolcommissie en dringt er dus op aan, dat
geene verplaatsing geschiede, maar dat voor de
betrekking van hoofd der school no. 5, aan de
Weststraat, een oproeping van sollicitanten plaats
hebbe. Naar het oordeel des schoolopzieners is
die wijze van handelen in het belang van het
onderwijs. De Voorzitter vraagt hierop 't gevoelen
van den Raad en doet ten slotte een stemming
houden over het navolgende, drieledige voorstel.
Ie. om den heer A. Klerk Az., hoofd der ge
meente-school no. 2 (te Huisduinen) als zoodanig
te verplaatsen naar de gemeente school no. 5 (aan
de Weststraat)2c. om den heer F. Sant, hoofd
der gemeente school no. 1 (te Koegras) te ver
plaatsen naar de gemeenteschool no. 2 (te Huis
duinen) en 3e. om voor de vervulling der met
primo Mei te ontstane vacature te Koegras, een
oproeping van sollicitanten te doen. Met 11
tegen 4 stemmen wordt dit voorstel aangenomen.
Tegen stemden de heeren Jansen, Tinkelenberg,
Van Neck en de Voorzitter.
Met eenparige stemmen worden goedgekeurd
en vastgesteld de voljaarskobieren voor den hoof-
delijken omslag en voor de belasting op de hon
den, voor het dienstjaar 1866, respectivelijk tot
een bedrag van f28810,79 en van f1163.
Door den voorzitter wordt medegedeeld, dat bij
den minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid het voornemen om o. a. den Rijksweg lnngs
de Binnenhaven, het Ankerpark, de Zuid- en
Weststraat en de Hoofdgracht tot sa* den Ha-
vendijk, ter lengte van 2927 M., als uitsluitend
bestemd tot het onderling verkeer te dezer plaatse,
aan de gemeente in eigendom en dus in onder
houd over te dragen. Nadat het desbetreffend
schrijven aan den Raad is voorgelezen, treedt de
voorzitter in geschiedkundige beschouwingen om
trent den aanleg van dezen straatweg, waaruit
blijkt, dat de Regeering min of meer door hare
antecedenten gehouden is, dezen weg in eigen
beheer te blijven onderhouden. Aan de gemeente,
zoo merkt de voorzitter op, zou de overneming
van den weg pl. m. f2000 per jaar kosten. Op
zijn voorstel wordt besloten, den brief om bericht
en raad in handen te stellen van de commissie
voor de gemeentewerken.
Voor kennisgeving worden vervolgens aangeno
men deze mededeelingen
lo. dat bij de op 16 ea 17 dezer gehouden
inschrijving voor de gemeente-geldleening ad.
f 80,000, voor niet minder dan f 298,000 is in
geschreven, en dat van deze som circa f 80,000
is aanvaard
2o. dat bij de kasopneming, gehouden den 26
Maart 11., boeken en kas van den gemeente ont
vanger in volkomen orde zijn bevonden, in kas
zijnde de geringe som van f 3484,621
3o. dat door den ontvanger der rijks belastin
gen van de gemeente gevorderd wordt de som van
f804,99, als onvangloon voor de gemeente-op-
centen wegens de grondbelasting in 1885 cn de
personeele belasting in 18S4-85
4o. dat door Z. M. den koning de vereischt«
goedkeuring is verleend aan de verordening tot
het heffen van rechten voor het tijdelijk gebruik
van gemeente-gronden en van den hijschkraan op
het Molenplein
5o. dat het contingent, door de gemeente te
Een roman uit den tegenwoordigen tijd
van
38. H. WIGHART.
En wat moet er dan van hem worden,
arme, beste meid? vroeg de kolonel, haar inde
armen sluitend.
Hare wangen gloeiden toen zij antwoordde.
Een Christen, oom u zult hem laten
doopen als ik hem maar zie! O wat een
genot zijne lippen te kussen! en toch heb ik
hem verlaten, ik liefdelooze!
Het zou dwaasheid zyn haar in dezen
toestand te laten vertrekken fluisterde me
vrouw von Wölfling haren man in 't oor.
Olga hoorde het echter.
Wilt gy mij met geweld hier honden?
riep zij, Nelly naderend.
Hoe kunt gy n in dit onweer buiten
wagen ik zeg u dat het krankzinnigen
werk zou zyn.
De jonge vrouw zag haar strak aan.
Spreek dat woord niet meer uit, herhaal het
niet fluisterde zij meer dan zij sprak. Wie
durft peggen, dat ik mijn verstand verloren
heb? Wie vraagt het? Wie? Zy zag dreigend
om. D,acht gij, dat ik bang was voor den
regen, voor den bliksem? Door nacht en wind
zal ik inaar hem toegaan de donder boven
mij, de ontzetting in my, het sterfbed van
mijn kind voor mijHet is een prachtige weg
dien ik bewandelen moet, hebt gij geen zin
om mee te gaan? Ach als het water op mij
valt, zal ik denken dat het zyne tranen zijn,
die de Hemel voor mij verzameld heeft en als
ik den donder hoor ratelen, zal ik gelooven
dat het myne zuchten zijn, die tot één reu
zenstem zyn aangegroeid, opdat hy ze hoore
hij Zij brak kort ai en wierp een doek
om, die hoofd en borst tegelijk bedekte.
Kom, zeide zij, gebiedend de deur ope
nend.
Heb medelijden met uzelve! De overste
snelde haar x. Olga, Olga, moet gij by
alles wat ik lijd mij nog de zekerheid ver
schaffen dat gy den dood tegemoet loopt. Van
dezen gang zult gy nooit tot ons wederkee-
ren. Dat is God verzoeken!
Dood, zegt gij? Dood? Zy kromp ineen
van angst. Nelly, hij zegt dood! Bruno
Bruno!
Zonder naar de waarschuwende, smeekende
steramen te luisteren, vloog zy de trappen af,
door de donkere gang, de straat op. Klette
rend sloegen de groote, met hagel vermengde
regendroppelen haar in het gezicht, de storm
wind joeg haar voort de bliksemstralen
wezen haar den weg.
In de ziekenkamer brandde eene kleine lamp,
die een zwak groen licht op het bedje wierp,
waarin het stervende kind zacht kreunend
lag. Voor hem, maar zoo diep voorover ge
bogen, dat zyn hoofd bijna de zachte kussens
raakte, zat Mannel Goldstein met zijn vin
ger in de vochtige handjes, die angstig toe
geknepen waren. Achter zijn stoel stond tante
Mina, geheel vervuld van smart en medelij
den over hare dorre wangen vloeide nu en
dan een traan, maar zij voelde het niet. Geen
geluid verbrak de bange stilte alleen de
ontkerkerde elementen zongen hun eeuwig lied
van den sterfelijken mensch en den eeuwigen
God.
Een vreeselijke bliksemstraal knetterde, door
een langen, krachtigen donderslag gevolgd.
Tegelijkertijd sloop eene schaduw door de
roode kamer naar de halfgeopende deur
deze door te gaan, naar de wieg te vliegen
en daar op den grond te vallen was het werk
van een oogenblikAls werd hij geëlec-
triseerd sprong Manuel uit zyn gebogen hou
ding overeind de smartelijke trek van zijn
gelaat veranderde dadelijk in bittere gestreng
heid, zoodat tante Mina hem waarschuwend
de hand op den schouder legde. Manuel wilde
spreken maar de zoo plotseling opgewekte
toorn veroorzaakte dat hij het goede woord
niet vinden konhij zag slechts met een on
begrijpelijk sprekende uitdrukking op de knie
lende, wanhopige vrouw, die zijne tegenwoor
digheid nog niet eens had opgemerkt. Toen
het kind zich bewoog richtte Olga zich op,
te snel om den dreigend opgeheven arm te
zien, die tusachen haar en den beminnenden
zieke geschoven werd haar voorhoofd kwam
niet op de zachte lokken van den kleine, maar
op de hand van haren man met een gil
week zij voor die onverwachte aanraking ach
teruit. "Vijandig was de blik, dien zij op Ma
nuel sloeg.
Manuel wees naar de deur Olga sprong
overeind, strijdvaardig stond zij tegenover hem;
hij wees naar de deurDaarheen is uw weg!
Olga drukte de handen te zaruen en bracht
ze aan haar hoofd; zij mompelde een paar
onverstaanbare woordenhaar blik vloog on
zeker van Manuel naar tante en van deze
weder naar het strakke gelaat van haar man
terug.
Wie heeft u geroepen? Ga weg, gij hebt
u zelve verbannen.
Zij liet de armen vallen en zag werktuige
lijk naar de aangeduide richting.
Ga; wij hebben u niet noodigI
Toen gevoelde zij opeens een schok door
het hoofd en dadelijk herkreeg zij de vrije
beweging harer ledematen. Heftig wierp zij
hare door het weer verwarde haren achter
uit, zoodat Manuel de afvallende druppelen
op de lippen kreeg, welke hij oogenblikkelijk
afveegde. Voor de wieg van het kind neer
vallend riep zij halfluid: Wie mij geroepen
heeft? Een engel der barmhartigheid, dien ik
in dezen schrikkelijken nacht gevolgd ben
Niet naar u; niet naar u, die mij ongelukkig
gemaakt heeft en mij mijn kind ontstal. Dacht
gij dat gij twee harten van elkander koudt
rukken, zooals gij gewoon zijt vergroeide lede
maten door mes en vijl met geweld te schei
den Zie naar uw werkhier ligt het!
Moederliefde kunt gij niet vernietigen, zelfs
al baaddet gij u in een zee van eer en roem.
Ik kom niet naar u; een stem heeft mij ge
roepen. Zy zeiden dat liet de donder was,
maar 't was niet waarBruno heeft om
mij geweend! Lach niet riep zij, steeds
meer opgewonden ik haat uw lachen
Lach uw kind gezondlach dan lach
het in het leven terug!
Olga, wat is dit nu voor taal aan het
sterfbed van uw kind! zeide de oude vrouw
ontzet.
Zeg liever, wat is dit voor een ontvangst
aan het sterfbed van mijn kind! hernam zij
snel. Wat ziet gij mij vijandig aan, ik wil
niets van u hebbenik kwamWaar
om hebt gij mij niet laten roepen, toen gij
om haar stuurdet?
Manuel Goldstein gaf zyne tante een wenk
de opgewonden vrouw de deur uit te bren
gen. Olga merkte het en klemde zich vaster
aan de wieg. Raak mij niet aan, ik voel
een kracht in mij die u ontzetten zou! Laat
mij hier! riep zij dreigend, en eensklaps in
een zachten, smeekenden toon overgaande,
vroeg zij vleiend: Laat mij hier bij mij kind
blijven! Ik wilde het komen halen, omdat ik
zoo nameloos alleen ben, dag en nacht! Maar
het zal zoo niet wezen. Bruno, is het waar,
wilt gy niet bij uwe moeder komen? Zij
knielde voor het bedje neder en legde haar
hoofd op de blonde lokken van het kind. Ik
kan u niet zooveel bieden als uw vader, want
ik ben arm, weet ge, en hij, o hij had voor
mij niets dan een lachje er is een won
derbloem, die heeft hij altijd liefgehad.
Wordt vervolgd.