't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1398.
Zaterdag 10 Juli 1886.
Veertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
TÜSSCHEN KROIS EN TEMPEL.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
JULI, (Hooimaand), SI dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 54 m.
Onderg. 8 u. 16 m.
Zondag 11
Maandag 12
Dinsdag 13
"Woensdag 14
Donderdag 15 Volle Maan.
Vrijdag 16
Zaterdag 17
HELDER, 9 Juli 1886.
Zondagavond 10 u. 40 m. vertrekt
van hier een extra trein naar Alkmaar.
De Stct. bevat de volgende opgave
van met 1 Augustus geplaatste, overge
plaatste en op non-activiteit gestelde offi
cieren de off. van gez le kl. bij de zee
macht, dr, T. Abrahamsz, van Koningin
Emma der Nederlanden, en idem, H. A.
Beekhuis, van Het Loo, beiden op non
activiteit de luit. ter zee 2e kl., G. P.
van Hecking Colenbrander, van non-ac
tiviteit, en de off. van gez. le kl. bij de
zeemacht, C. Alers, van rolle wachtschip
alhier, beiden op ss. Koningin Emma der
Nederlanden idem A. F. Verschuur, van
rolle en gedet. op de Urania, op bet artill.
instructieschip Het Looidem M. Rutgers
van der Loeff, van non-activiteit, op rol
wachtschip Willemsoord en belast met de
waarneming van den geneeskundigen dienst
bij het Koninklijk instituut voor de marine,
ryks werf en het gedeelte mariniers
aldaar.
Uit Amsterdam wordt gemeld:
Het provinciaal kerkbestuur van Noord-
Holland heeft Dinsdag zijn vonnis in het
kerkelijk conflict openbaar gemaakt, waar
bij alle voorloopig geschorste predikanten
en kerkeraadsleden vervallen zijn verklaard
van hunne kerkelijke bedieningen en voor
onbepaalden tijd onbevoegd zijn verklaard,
eenig kerkelijk ambt waar te nemen. De
predikanten kunnen bij de Synode appel-
leeren, doch verliezen reeds door het
vonnis van het provinciaal kerkbestuur
aanspraak op traktement.
Naar het Vad. verneemt, zal Z. M.
de Koning waarschijnlijk geen uitvoering
geven aan zijn voorloopig plan, om in
persoon de Staten-Generaal te openen.
Te Groningen is een jong paartje
den dag volgende op den trouwdag, met
de noorderzon verdwenen, de op krediet
gekochte huismeubelen medevoerende.
Met zekerheid kan de Standaard
thans mededeelen, dat de heer mr. M.
baron Mackay zijn benoeming tot lid
van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal voor het hoofdkiesdistrict Utrecht
heeft aangenomen.
Naar men zegt, zal Domela Nieu-
wenhuis in hooger beroep worden ver
dedigd door mr. Katz te Amsterdam.
De heer F. van der Goes, assuradeur
te Amsterdam en schrijver der brochure
Majesteitsschennis," waarin hij voor Do
mela Nieuwenhuis partij trekt, is Dins
dag te 2 uren 30 ra. onder het geroep
gjj behoort tot Recht voor Allenga
naar het Volksparkdoor honderden
van de Beurs afgedrongen.
Een inwoner van Utrecht bezocht
den dierentuin te Amsterdam. In de
leeuwengalerjj had hij de onvoorzichtig
heid de hand te slaan om een der tra
liën van het hok van een schijnbaar
slapenden tjjger. Eensklaps sloeg de
tyger zjjn poot uit en verwondde met
zijn klauw de hand van den bezoeker
zoo, dat geneeskundige hulp moest wor
den ingeroepen en de duim wel ver
loren zal zjjn.
Bij beschikking van den minister
van marine van 1 dezer is aan den op-
perschipper in het vaste korps dek- en
onderofficieren F. Geldhoff, dienende aan
boord van Zr. Ms. wachtschip te Amster
dam, toegekend de groote gouden medaille
voor 50-jarigen trouwen en eerlijken
dienst.
Tegen een commissionair, die Dins
dagavond op de Gelderschekade te Am
sterdam wegens openbare dronkenschap
in arrest is genomen, zal wegens het dra
gen van een wapen een strafrechterlijke
vervolging worden ingesteld. Een met
scherp geladen revolver werd bij hem
gevonden.
Dinsdag werd te Amsterdam door
de politie een militair van het Koloniaal
Werfdepot aangehouden, die in burger-
kleeding rondliep en het voornemen had
naar Amerika te deserteeren.
Hij werd Woensdag geboeid en onder
gewapend geleide naar Harderwijk terug
gebracht.
Op verzoek van nabestaanden eener
in de Batavierstraat te Amsterdam wonen
de weduwe, werd de deur harer woning
door de politie geopend, daar zij zich
sedert twee dagen niet had laten zien.
Men vond de vrouw dood ts bed liggen.
Een jonge vrouw bracht dezer dagen
haar echtvriend in niet geringe ongerust
heid door de schrikwekkende mededeeling
dat zij bij ongeluk een naald had inge
slikt. Rechts en links werd hierop door
den beangsten man geïnformeerd hoe in
dit treurige geval te handelen, en alleen
de herhaalde verzekering zijner gade, dat
zij er in 't geheel geen last van onder
vond, deed hem van 't inroepen van ge
neeskundige hulp afzien.
Eenige dagen later, toen de nog steeds
ongeruste echtgenoot voor de zooveelste
maal zijn wederhelft vroeg, of ze nergens
pijn gevoelde, viel ze hem lachend om
den hals en bekende, dat ze volstrekt
geen naald had ingeslikt, doch, door zijn
huisvaderlijke kalmte misleid, meenende
dat zijn genegenheid voor haar sterk was
verminderd, dit leugentje had verzonnen,
om langs dezen weg naar de mate zijner
ongerustheid zijn liefde te meten.
Wij geven der Amst. Ct. die dit ver
meldt, toe, dat dit geval weder een be
wijs te meer levert van de geslepenheid
van het zwakke geslacht. Intusschen zou
zulk een geslepenheid wel eens het tegen
overgestelde kunnen uitwerken van het
beoogde. Een echtgenoot eenige dagen
in doodelijke ongerustheid te laten is
toch ongetwijfeld een paardenmiddel.
Door den Minister van Waterstaat
is aan het hoofdbureau van de Nederl.
Yereeniging voor Zondagsrust kennis ge
geven, dat zal worden voldaan aan het
verzoek van dat bestuur, om verdere
stukkeu des Zondags niet te doen bestel
len, indien de afzender van zijn verlangen
daaromtrent op duidelijke en in het oog
loopende wijze op het adres dier stukken
heeft doen blijken.
In geen jaren verheugden de Zaan-
sche boeren zich over zulk een geregelden
en goeden hooibouw als in dit jaar. Droog
gemaaid, door de gestadig waaiende noor
den-winden geregeld gedroogd, belooft
1886, wat het gewonnen hooi betreft, een
gelukkig jaar genoemd te kunnen worden.
In het tweede gesticht der straf
kolonie Yeenhuizen is «en advocaat uit
Parijs aangekomen, om zijn broeder, een
verpleegde wiens straftijd was geëindigd,
naar Frankrijk mede te nemen, teneinde
daar een erfenis groot f75.000 te ont
vangen. Teveös bestaat vooruitzicht op
een tweede erfenis.
Het is te hopen voor den man zegt
de Asser Ct. dat hij «en zóo goed ge
bruik van het geld weet te maken, dat
hij Veenhuizen niet weder terug ziet.
De Provinciale Staten van Noord-
Holland hebben in hunne zitting van
Woensdag tot lid der Eerste Kamer ge
kozen den heer A. C. Wertheim, bankier
te Amsterdam, met 34 van de 65 stem-
Op jhr. mr. J. Röell te Utrecht waren
8 stemmen uitgebracht.
De trein, welke Woensdagmorgen
om 8.45 van Zandroort naar Amsterdam
vertrok, had een oponthoud, even voor
Halfweg. De goederenwagen van de
Haarlem—Zandvoort Maatschappij, die in
het midden van den trein was, derailleerde.
Groote stukken ijzer werden op den weg
geslingerd, en verbrijzelde gedeelten van
den wagen werden over de leggers door
het zand gesleurd. De reizigers in de
rijtuigen, achter den goederenwagen, kre
gen eenige lichte schokken. Het scheen
hun toe alsof het geheele voorste deel
van den trein in brand stond, zoo dicht
was de door de zon verlichte wolk van
geel zand en stof, eu opgewoeld was.
Een heer trok aan het alarmsein en
de voortreffelijke Westinghouse-rem bracht
in eenige seconden den in vollen vaart
vliegenden trein tot stand.
Uit Halfweg wqrd Haarlem gewaar
schuwd. De reizigers der achterste wagens
stapten over in de voorste rijtuigen en
met slechts een kwartier oponthoud kwam
de halve trein te Amsterdam.
De tijdige waarschuwing en de Westing-
house-rem voorkwamen een groot onheil.
Nu kwam ieder er met den schrik af.
Een ongenoodigde Gast.
Het was kermismoeder de vrouw en
kindertjes denkeu daarvan te profiteeren
vader is juist dien morgen op reis gegaan.
Doch wat gebeurdteen rijzige hardhoorige
vreemdeling treedt haar woning binnen,
en deelt aan de vrouw mede, dat hij door
den man is uitgenoodigd te logeeren. Te
Alkmaar spraken ze elkander dikwijls
uit respect voor haar man laat zij den
vreemdeling binnen en deze logeert een
paar dagen. Toen de man van de reis
kwam en zijn logé ziet, zien zij elkander
met groote oogen aan en herkennen el
kander nietde vreemdeling was bepaald
verkeerd. Wat was de zaakvoor eenigen
tijd maakte de vreemdeling kennis met den
Alkmaarschen schipper, deze inviteerde hem
bij hem op Texel te komen logeeren
zijn adres wist een kindvraag maar
naar den Alkmaarschen schipper. De
vreemdeling arriveert en volgt opgave,
doch sedert is hier een 2de Alkmaarsche
schipper opgetreden en juist dezen trof de
logé. De vergissing werd hekend toen
de man thuis kwam.
Dezer dagen is te Londen een jonge
dame, Miss Hall, verdronken bij het baden
ineen badkuip. Men vond het
meisje, dat vermoedelijk door de warme
temperatuur van het badvertrek bedwelmd
was geworden, met het hoofd onder water
in de kuip liggen, en alle pogingen, om
haar weder tot bewustzijn te brengen,
bleven vruchteloos.
In de duistere zaak, betreffende het vin
den van het lijk te Brussel, is eindelijk licht ge
komen en met zekerheid weet men thans, dat er
geen aardigheid in 't spel is. Het is gebleken,
dat het lichaam, dat in een kofter aan het station
Vilvoorde is gevonden, behoort bij de ledematen,
die in een zak in de rue Fonsny te Saint-Gilles
gevonden zijn. Door een kaartje, dat zich in den
koffer bevond, heeft men licht over deze geheim
zinnige zaak verkregen. Op het kaartje stond
den naam vermeldMme. Rondelet, Saint-Gil
les, aan welk adres de justitie zich heeft ver
voegd. Bij een eerste huiszoeking heeft de
justitie niets bijzonders ontdekt, doch zij vond
wel aanleiding om den minnaar van Mme. Ron
delet mede naar het politiebureau te nemen.
Zondagmorgen is ook zij zelve gearresteerd,
niettegenstaande zij bleef beweren, niets van
de geheele zaak af te weten. Masquellier,
de minnaar, heeft eindelijk Woensdagmiddag be
kend, dat acht dagen geleden bij mme. Ron
delet, een 30 k 35-jarige, zwangere vrouw
gekomen is om van haar geneeskundige hulp
te ontvangen. In den nacht van Zondag op
Maandag hoorde hij gekerm en Maandag
morgen overleed de vrouw, na een ontijdige
bevalling. Op verzoek van mme. Rondelet
heeft hy het lijk naar de vliering gebracht,
ten einde het te verwijderen. Met een groot
keukenmes heeft hij toen het hoofd en de
ledematen van het lichaam gesneden, waarna
hij de ledematen in een zak heeft gedaan,
dien hij des avonds in een openstaande deur
in de Rue Fonsny heeft geworpen. Het
lichaam zelf heeft hij in een koffer gepakt,—
dien hij den volgenden avond naar Vilvoorde
verzonden heeft. Het hoofd, alsook het on
voldragen kind, is des nachts verbrand. De
man zeide met het ontleden van het lijk drie
uren bezig te zijn geweest en verklaarde zoo
sterk onder den invloed van de vrouw gestaan
te hebben, waarmede hij omging, dat hij de
van haar verlangde diensten niet heeft kunnen
weigeren. Na zijne mededeelingen verklaardo
Masquellier, dat hij zich door zijne bekentenis
vellicht gevoelde. Men weet nog niet, wie
het slachtoffer van de strafbare praktijk van
vrouw Rondelet is; Masquellier kende haar
naam niet, maar wist alleen dat zij Fransch
on Vlaamsch sprak en uit Meclielen of Brugge
was gekomen. Vrouw Rondelet heeft reeds
voor een feit van denzelfden aard, waaraan
zij zich thans heeft schuldig gemaakt, drie
jaren gevangenisstraf achter den rug.
Paus Leo XIII zal op 31 December
1887 zijn gouden priester-jubilé vieren.
Dit feit zal algemeen worden herdacht.
Ook in Nederland is een hoofd-comité met
dat doel gevormd.
Parijs, 7 Juli. Te Neuilly heeft, op
de kermis, een vreeselijk voorval plaats
gehad. De dierentemmer Bidel is gedeel
telijk verscheurd. Bijzonderheden ont
breken.
63.
Een roman uit den tegenwoordigen tijd
van
H. WIGHART.
Als men voor langen tijd op reis gaat,
ging Rachel voort, dan neemt men afscheid
van hen wier bijzijn ons eene lieve gewoonte
geworden is en die ons na aan 't harte
lagen, ontvangen onze laatste wenachen, al
zouden zij ons het scheiden misschien ver
zwaren. Hoeveel temeer recht heeft dan een
stervende op een laatst vaarwel! Zij werd
onrustig en hare woorden werden bitter
Ik alleen moet dezen troost ontberen de
wonderbloem mag het geluk niet bezitten den
dood te ontvangen uit een dierbare hand.
Ik ben bij u
Rachel zag op. Gij, ja gij zeide zij
dankbaar. In deze kamer hebt gij den Hemel
verdiend, zoowel hierboven als op de aarde.
Gij beeft, uwe lippen zijn bleek! Ga, laat mij
alleen, Olga, een uurtje kan ik u wel missen
gij ziet immers hoeveel beter ik ben en de
frissehe lucht zal u goed doen. Ik ben moede,
ik zal trachten in te slapen en te droomen.
Olga gevoelde maar al te goed hoe nood
zakelijk het voor haar was oen uur alleen te
zijn en verzette zich niet lang tegen den uit
gesproken wensch, vooral niet omdat, zij den
toestand, vergeleken met dien van gisteren,
zeer geruststellend vond. Toen zij met hoed
en mantel op voor de zieke stond, strekte
deze, door eene plotselinge ingeving gedreven,
beide armen naar hare getrouwe pleegzuster
uit en trok haar met verrassende kracht aan
haar hart. Ik zegen u, Olga! Zij kuste
haar haastig een-, twee-, driemalen op mond
en oogen en keerde zich toen om. Vaarwel,
mijn goede engel!
Olga meldde da huisvrouw haar vertrak en
verzocht haar zoolang hare plaats iH te nemen
tot zij teruggekeerd zou wezen. Toen het
haar beloofd was, ging zij moede en mat
naar hare woning en viel weldra in een vas
ten slaap
Rachel bleef alleen. Door het geopende
venster drong helder en klaar het klokgelui
van den Zondagmorgen [maar der stervende
klonk het als een roep naar het onbekende,
waar zij met aandachtige schuwheid naar
luisterde. De heldere toon, het gouden licht,
de streelende bloemengeur smolten te zamen
tot een wondervol geheel, waartussehen eene
beminde gestalte zichtbaar werd, die als een
meteoor aan den hemel schitterde. Toen over
viel haar eene gloeiende geestdrift en vol
verlangen zamelde zij hare laatste krachten
bijeen en tilde zich nog eenmaal in de hoogte.
Met brandende oogen staarden zy door de
ledige ruimte onafgebroken naar den zonne
straal die door het venster viel. O, Ma-
nuel, mijn eenig beminde, kom tot mij ik
sterf!
Het jonge meisje vertelde haar moeder, dat
zooeven de beroemde professor Goldstein by
eene dame van de tweede verdieping geroe
pen was en zonder twijfel binnen een paar
minuten van dit bezoek zou wederkeeren. De
juffrouw wachtte hem ongeduldig aan de trap
op en was zeer gelukkig, dat zij den eersten
arts der stad aan het sterf bed der eenzame
brengen kon.
Manuel Goldstein volgde haar gewillig, niets
deed hem bespeuren welken drempel hij over
schreed, wie hij, door een toeval hier geroe
pen, de oogen sluiten zou.
De geopende deur, die de juffrouw vergeten
had te sluiten, maakte dat men hem niet kon
hooren binnenkomen hij stond onhoorbaar
midden in de kamer en zag tegenover hem
naar het bed en de onbewegelijke gestalte,
die er in zat en wier gelaat door de afhan
gende haren bedekt was.
Waarom hebt gij niet eerder mynehulp
ingeroepen Manuel had het zacht verwijtend
gezegd maar de klank van zijn stem (rilde
door Rachels lichaam als een electrischc stroom,
de beelden der lente verdwenen voor hare
oogen. Tevergeefs trachtte zij haar hoofd op
te lichten moede en zwaar viel zij op hare
kussens terug, maar hare oogen schitterden
van hemelsche vreugde en onbeschrijfelijke
zaligheid.
Daar kwam hij nader, de afgod van haar
leren, hoe juichte zij, hare lippen bewogen
zich zacht, maar hartstochtelijk riep zy hem
en lachte nog, toen zij zich naar hem toe
keerde; nauw merkbaar bewoog zy hare
bleeke smalle hand. Hij stond naast haar,
een zonnestraal viel op haar schoon en thans
zoo gelukkig gelaat en gaf het allen vroegeren
glans terug. Manuel zag. en dreigde neer
te zinken.
Zij waren alleen niets verbrak de stilte
de Voorzienigheid stond bij dit bed en
verdeelde recht en plicht, zij legde de veil
gevende hand op Manuels voorhoofd: Wat is
er heerlijker in een vrouwenleven dan eene
dwaling uit liefde, gevolgd door boete naar
God8 wil?
Manuel, buig u over mij heen vroeg
zij zacht.
Hij viel op de knieën en verborg zijn gelaat
in de kussens.
Gij sterft en door mij l Waarom moet
ik blijven leren?
O, als gij wist hoe gelukkig ik ben, dan
zoudt gij mijn lot benijden. Spreek niet,
smeekte zij, zijn hoofd streelend, klaag niet,
de zaligheid van dit oogenblik wordt mij door
den Hemel gezonden, door den Hemel, hoort
gij? En dien kunt gij mij niet misgunnen.
Er lag een bitter zelfverwijt over zijn ge
laat verspreid, een verachtende toorn tegen
het noodlot, waaronder hij gebukt ging en
waardoor zij stierf.
Raap uwe laatst# kracht tot een vloek
samen en spreek dien over mij uit; ik kan
niet ongelukkiger worden dan ik reeds ben.
Was ik het werkelijk die eens zeggen kon:
ik ben mij geen schuld bewust? O, schud uw
hoofd niet, wien moet ik anders dan voor dit
oogenblik verantwoordelijk stellen? Er is eene
stem in mij die verlangt dat de schuldige
uitgeleverd wordt. Ia het het lot? Dau was
ik ziju dwaasneen, niet ik, maar het noodlot
was dwaas toen het den man van eer in
woord en daad een kwajongensstreek deed
begaan. Of was ik een bluffer, een zwetser
die zich met valsche munt bij de menigte in
dringt, die alleen onschuldig was zoolang hij
niet aan de verzoeking had blootgestaan
Deed ik alleen goed uit dwang en niet uit
innige overtuiging?
O, gij mijn eenig geliefde, fluisterde
Rachel, geheel in hem opgaande.
Lach niet zoo vergevensgezind tegen my
het foltert mij meer dan mijn eigen ge
weten. Gij zijt gelukkig, Rachel! Ja, wie
aan den uitgang staat, kan onverschillig hot
gebouw zien instorten Maar ik sta er midden
in, iedere steen treft my en drukt de achting
die ik voor mijzelve had, ter neder. Zulk een
verwoest mensch mag niet langer blijven
ik wil u volgen en vrij zijn!
Zij had zijne woorden verstaan, een koude
rilling overviel haar. Manuel bemerkte bet
en richtte haar in zijne armen op. Zijne
bittere vertwijfeling maakte plaats voor diepen
weemoed. Waar is nu mijn roem? Wat Hel
pen mij nu alle gunstige gevolgen, al« ik uw
ziek hart niet ban genezen? Gij moet sterven,
Rachelal zou ik mijn bloed in uwe aderen
doen vloeien, ik zou u niet kunnen redden.
De Hemel is vertoornd op mij geweestdaar
om roept hij u op. Op aarde mag geen engel
wonen; gij ziet het immers, uw eigen ver
langen lokt den dood, om u vóór uw tijd tot
zich te nemen.
Wordt vervolgd.