't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1499. Woensdag 27$October 1886. Veertiende Jaargang.
Vertrekdagen der Mail naar Oest-lndlë.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGS MORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
29 October (Engelsche mail) over Brindisi.
2 Novemb. (Hollandsche uit Amsterdam
2 ii n over Marsei 11e.
Laatste lichting aan het Postkantoor alhier
7 uur '8 avonds; alleen voor de Hollandsche
mail over Marseille 1 uur 's namii
HELDER, 26 October 1886.
Door kapt. Olsen, van de Noorsche
brik »Agnes," jl. Dinsdag van Riga hier
aangekomen wordt gerapporteerd, dat hij
14 dezer langs de Jutsche kust en vooral
ter hoogte van Hanstholm veel nieuw
hout en een aantal wrakstukken passeerde.
Een flesch, die, met een lijn aan een
kurkzak bevestigd, drijvende werd gezien,
kon men wegens de hooge zee niet op-
risschen.
Uit Terschelling wordt i. d. 20 Oct.
gemeld In het thans geëindigde seizoen
voor het duiken op de »Lutine" zijn in
het geheel opgehaald: 3 gouden du
bloenen, 6 kwart dito, 5 achtste dito,
21 dubbele Louis d'Or, 42 enkele dito,
7 guinjes, 5 halve dito, 10 Siciliaansche
goudstukken, 3304 Spaansche matten, 35
halve dito, 71 kwart dito, 3 achtste dito,
9 onbekende zilveren munten, 50 koperen
munten, halfvergane wapenentafelge
reedschap lijfssieradenkogelskogel-
trossen, 2 kanonnen, wrakhout, enz.
Van de te Hoorn gestolen horloges
worden nog vermist
9 zilveren remontoirs No. 283502,289491,
6307.6T _996, 289499, 291075, 9419
30898
3 savonet-remontoirs No. 21613, 31630,
of 31640, en
1 cylinder-savonet No. 4084.
Men verneemt, dat de Minister van
justitie binnenkort een wetsontwerp tot
bevordering van de Zondagsrust bij de
wetgevende macht aanhangig zal maken.
Onlangs werd gemeld, dat A. M. A.
huisvrouw van C. d. L., uit Alfen, op de
weekmarkt te Tiel boter had verkocht
voor zuivere roomboter, en dat daarna bij een
op verzoek der politie gehouden schei
kundig onderzoek aan het licht werd ge
bracht, dat daarin aanwezig waren aard-
appelenstroop en vreemde vetten, zoodat
genoemde vrouw den kooper in den aard
der koopwaar had bedrogen.
Dezer dagen is de verkoopster te dier
zake door de arrondissements-rechtbank
te Tiel veroordeeld tot twee weken ge
vangenisstraf.
Het O. M. eischte 45 dagen.
Als een voorbeeld van zeldzame
kracht op zeer hoogen leeftijd kan zekere
Cornelis Hoopman, een verpleegde in het
gesticht van weldadigheid te Oudeschild
op Texel, dienen. De man is 87 jaren
oud, in het volle bezit zijner zintuigen
cn nog zóó sterk, dat hij zonder inspan
ning of vermoeienis een HL. zaad of
erwten een goed eind wegdraagt.
De oudste Texelaar, Arie Bremer, die
nu de 93 achter den rug heeft, liep 5
jaren geleden nog van Oudeschild naar
Oosterend, een afstand van l1/* uur en
had daarvan niet den minsten hinder.
Nu wordt zijn gang wat onzeker, ofschoon
de oude heer nog rechtop loopt.
De advocaat van mevr. Bulkley, mr.
A. M. van Stipriaan Luiscius, heeft in
een schrgven aan den Minister van Ju
stitie doen uitkomen dat het denkbeeld
van hetopstellen van de bekende ver
klaring van mevr. Bulkley, niet van hem,
maar van den Minister uitgegaan is. Hij
heeft -wel de verklaring opgesteld, maar
de inhoud drukte des Ministers verlan
gen uit, een verlangen dat hem trou
wens zeer gemotiveerd voorkomt.
Bij den landbouwer De B., onder
Vrouwbuurt (Friesland), is de kokende
inhoud van een koffietrekpot op een zui
geling van twee maanden terecht geko
men, met het noodlottig gevolg, dat de
keine na hevige pijnen 's nachts bezwe
ken is.
Bij de politie te Passau is een boe
renknecht, Kollhofer, zichzelven komen
aanklagen van een moord, welken hij in
Maart 1884 pleegde op de vrouw van den
boer Sonnleittner, tot welke misdaad die
boer zelf hem had omgekocht met 150
mark. De man is in verzekerde bewaring
gebracht, en nog dien zelfden avond werd
ook Soonleitner, die intusschen hertrouwd
is, in hechtenis genomen.
Zaterdagavond ontving een bewoner
van de Haarlemmerstraat, te Amsterdam,
een brandbrief, waarin geeischt werd, dat
de dienstbode Maandagavond precies te 10
uren op de Nassaukade bij den Haarlem
merweg moest zijn met een gesloten en
veloppe, waarin zich een bankbiljet van
f 60 bevinden moest. De vrouw des hui
zes wilde er onmiddellijk de politie mee
in kennis stellen, doch de vader, zich
verbeeldende het schrift, hoewel verdraaid,
te kennen, wilde hiervan niet hooren.
Hij nam de noodige maatregelen om den
schrijver te weten te komen en had de
droevige ervaring, dat hij zich niet had
vergist. De schrijver van den brandbrief
was, helaas, zijn eigen zoon, die, als
laatste middel om zijn ouders geld af te
persen, den weg der misdaad betreden
had,
Het gerechtshof te 's-Gravenhage
deed Zaterdag uitspraak in de zaak van
A. M. Schagen van Leeuwen, notaris te
Delft, door de rechtbank te 's-Hage ver
oordeeld wegens misbruik van vertrouwen
tot IV, jaar celstraf en f 12.50 boete, met
zijne ontzetting uit zijn ambt als notaris.
Het Hof heeft het vonnis der rechtbank,
voor zooveel het door haar bewezen ver
klaarde punt van aanklacht betreft, ver
nietigd, bekTs. schuld daaraan niet be
wezen geoordeeld en hem, met bevestiging
van het vonnis betrekkelijk het daarbij
nlèt "bewëzen geoordeelde feit, alsnog
vrijgesproken.
Naar wij vernemen zal de firma
H. C. A. Thieme te Nijmegen optreden
als Uitgever van Geschriften over Sociale
Vragen, door de »Liberale Unie* te ver
spreiden.
Volgens een bericht in de Zutf. Crt.
moet zich het volgende staaltje van oplich
terij in Rijsen hebben voorge^aarn.
Dezer dagen kwam de^vfóuw van een
polderwerker in een scjióenwinkel, om een
paar laarzen voor haar man te koopen.
Zij verzocht één laars, die haar van pas
scheen, mee te mogen nemen, opdat haar
man die zou aanpassen. Zij zou te
rugkomen om de andere laars op te halen
dan te betalen. Later ging zij naar
een anderen schoenmaker en deed daar
eveozoo maar nu nam zij een laars voor
het rechterbeen mee, en bij den eersten
een voor het linker. Alzoo had haar mau
een paar nieuwe laarzen zonder dat het
haar iets kostte.
Te Gorredijk had de vorige week een heele
oploop plaats. Twee huisgezinnen, reeds
voor een paar jaren door zekeren dweeper
tot godsdienstwaanzin gevoerd, hadden
sinds dien tijd niet meer gearbeid. Alle
meubelen werden dan ook langzamerhand
verkocht, totdat eindelijk Zaterdag het
laatste stuk huisraad was verdwenen.
Door dweepzucht en honger waren ze
zoozeer vermagerd, dat ze ook niet meer
in staat waren te werken, terwijl twee
kinderen, slachtoffers van de dweepzucht
der ouders, bijna omkwamen van gebrek.
Maandag was in huis alles stil en doodsch
en allerlei vermoedens kwamen er op,
zoodat des avonds de politie besloot de
deur open te breken. Maar ziét, het
huis was geheel ledig na het verdwijnen
der meubels waren ook de bewoners ver
dwenen. Men deed overal onderzoek,
maar kon geen spoor vinden, totdat er
eindelijk bericht kwam dat ze te Rotte-
valle gezien waren op reis naar Buiten
post. Aldaar moeten ze zijn aangekomen
bij den heer B., die den eenen man
vroeger een flink werkman met
twee vrouwen en de kinderen naar Gor
redijk moet hebben teruggezonden, waar
ze Woensdag aankwamen, terwijl de beide
anderen aldaar moeten zjjn achterge
bleven.
De Maasbode maakt melding van
een zeker niet alledaagsch geval van bros
heid der beenderen bij een jeugdig Rot-
terdamsch ingezetene. Des nachts ont
wakende, gevoelde zich de jongeling onwel.
Bij onderzoek bleek, dat hij des nachts
in bed, toen hij zich verlegde, één of
meer beenderen had gebroken. Naar het
ziekenhuis vervoerd, is hg kort daarop
overleden.
Wij weten, zegt De Tijd, nog een ander
merkwaardig geval van dien aard. Wij
kennen namelijk iemand, die bij het be
spelen van het orgel tot driemaal den arm
bij den pols brak, alleen door het met
eenige kracht plaatsen van de hand op
de toetsen.
De vervencr Wopke Dragstra van
Terwispel, was met zijn rijtuig nog ver
der dan Drachten geweest. Op de terug
reis werd hem aldaar, omdat hij zeer
beschonken was, een borrel in 't logement
geweigerd. Te Otterterp eischte hij weer
drank, doch ook daar werd hem geweigerd,
maar hij zoolang opgehouden tot de tram
passeerde. Daarna hield hij te Beester-
zwaag aan, waar de meid van den kaste
lein hem een glaasje schonkdoch toen
de kastelein binnenkwam, werd hem
verder geweigerd. Deze wilde hem be
wegen te blijven tot de avondtram voor
bijging, doch hij wilde weg. Op een
kwartier afstand van Gorredijk, om den
hoek van den weg, heeft hij waarschijnlijk
de aankomst van den tram afgewacht en
deze hooren aankomen, althans hij was
niet in het rijtuig, maar stond stil op
den weg, midden op de rails. In zijn
toestand heeft hij daarvan niets bemerkt
en zeker gemeend, dat hij veilig was.
Door den zwaren mist en de groote
duisternis bemerkten conducteur noch
machinist het groote ongeluk, dat ge
schiedde. De wagéu bleef ongedeerd, het
paard echter sekt .of voor de tram voort,
terwijl de man aga itukken werd gereden.
Dadelijk werd" strï 'gehouden, doch 't was
reeds te laat. Ook 't paard was spoedig
dood.
Uit alles blijkt, dat het ongeval alleen
toe te schrijven is aan D's dronkenschap,
en de tram in dezen hoegenaamd geen
schuld heeft.
In de Italiaansche Verseveranza komt
een artikel voor over den slavenhandel
in Afrika, waaruit blijkt dat deze nog
lang niet tot het verleden behoort.
»Het centraalpunt van dezen schan
delijken handel is Soudan, terwijl Bornu,
Fezzan, Fidiechelt en Zanzibar de voor
naamste en veiligste havens zijn en de
grootste uitvoer van slaven naar Egypte
en Arabië plaats vindt. Uit Fezzan worden
gemiddeld per jaar 10.000 slaven uitge
voerd, uit Zatara 12,000, uit de Nijlstreken
20,000, uit Zanzibar 40,000 en uit Soudan
15,000, hetgeen een totaal van meer dan
100,000 negers oplevert, die tot een leven
van slavernij zijn veroordeeld. Hiervan
zijn een 40 a 50,000 tal bestemd voor
Egypte, de overgen worden door Turkije
verzwolgen.
Ongeveer echter slechts een 8e of 10e
deel dezer gelukkigen, die of gekocht, of
wel aan hunne familiën zijn ontstolen,
bereiken de plaats van bestemming de
anderen bezwijken onderweg, gedeeltelijk
tengevolge van de vermoeienissen der reis,
de ondergane mishandelingen en de epide-
miën, en voorts omdat de zwakken, van
wien het niet waarschijnlijk is dat zij
blijven leven, vóór de aankomst te Zanzi
bar in zee worden geworpen om; de invoer
rechten te ontgaan, die twee thaler per
hoofd bedragen.
De prijs, welken deze ongelukkigen
opbrengen, is zeer verschillend te Zanzi
bar moet men voor een jongeling 30 a 40
lires betalen, en voor een krachtig gebouwd
man 100 a 150 lires voor de vrouwen
wisselt de prijs af naar den ouderdom en
de schoonheid. De gewone prijs is echter
500 lires, doch voor de Abysinissche vrou
wen worden vaak verscheidene duizenden
lires besteed.
De Europeesche surveillance is tot nog
toe niet bij machte geweest aan dezen
handel een einde te maken ;in 1885 werd
de slavenhandel in 't Ottomanische rijk
onderdrukt, dochde slavenhandel
bleef bestaaneene conventie, in 1877
tusschen Engeland sn Egypte tot datzel-
den doel gesloten, bleef eveneens zonder
eenigen uiwerking. Laat ons nu hopen
zoo eindigt het blad, dat de overeenkomst
in 1885 tusschen Italië, Eugeland en
Egypte gesloten, betere resultaten moge
opleveren.
Zes maanden geleden huwde te Londen
de jonge kleermaker Thomas Atkinson met de
mooie, zestienjarige Augusta Tremer, die boven
dien een aardig sommetje meebracht.
Volgens getuigenis der buren leefde het paar
tje in den gelukkigsten echt. Na vier maan
den stierf echter Atkinson's vader en diens
weduwe kwam nu echter bij haar zoon inwo
nen. Sedert, van den vroegen morgen tot
den laten avond, twist cn krakeel. De oude
vrouw verweet haar zoon, dat hij onder de
plak zat en voegde hein meermalen toe, dat
hij zich maar eens moest bedrinken, dan zou
hij moed genoeg krijgen om tegen zijne jonge
vrouw op te treden, zooals het behoorde.
De jonge vrouw ontvluchtte ten slotte de
echtelijke woning en nam, onder een ande
ren naam, dienst als bonne. Haar echtgenoot
kwam haar echter op het spoor en wilde haar
dwingen terug te keeren. Zoo raakt de zaak
voor het gerecht. Al snikkende verklaart
Augusta, dat zij liaar man hartelijk liefhad
maar, dat het, na de ondervonden behan
deling, haar tot zelfmoord zou drijven, wanneer
men haar dwong terug te keeren. Hij at alle
dagen met zijne moeder aan tafel en dan kon
zij, arme, in een hoek afwachten of er ook wat
voor haar overschoot. Dat kon zij niet verdra
gen. De schoonmoeder betuigt onder hoofd
schudden, dat zij bij bet jonge paar steeds de
rol van er.gel des vredes had gespeeld en nu
ondank oogst.
Atkinson zelve, die ter terechtzitting niet
veel te vertellen had, waagt liet op te merken
//Neen moeder, den vrede heeft u nu juist
niet bewaard. Een paar fiksche oorvijgen
herinneren hem, dat hem niets werd gevraagd.
Een agent trekt de verontwaardigde schoon
moeder weg en de rechter verklaart, dat hij
Augusta niet aan haren man mag teruggeven
of deze moet zich verbinden zijne moeder uit
hun huis te verwijderen. Thomas verklaart
zich daartoe bereid en het liereenigd paardje
keert gelukkig huiswaarts.
De engel des vredes evenwel maakt den
rechter voor zooveel leelijks uit, dat deze zich
genoodzaakt ziet baar tot acht dagen opslui
ting te veroordeelen.
De luit.-kol. der geuie, Gijaberti Hodenpijl,
heeft een brochure, getiteld „De werkkring der
Nederlandaclie Zeemacht," in 't licht gezonden,
waarin hij, onder meer, betoogt, dat er voor de
Texelschc zeegaten geen schepen meer mogen
worden beschikbaar gesteld, dat het niet langer
aangaat de Marinewerf alhier te behouden en die
naar Amsterdam behoort te worden overgeplaatst,
kortom, dat men niet beter kan doen, dan het
Nieuwediep niet langer als oorlogshaven te hand
haven. Wel wil hij alle opleidingen voor de
Marine, zooals die voor scheepsjongena, adelbors
ten, enz., alhier vereenigen. Ook trad hij ver
leden week in een te Haarlem gehouden verga
dering op en sprak daar over hetzelfde onderwerp,
benevens over eene uitbreiding der Indische
Militaire Marine met meerdere schepen, waarop
men volgeus hem bij gebrek de zeeofficieren,
die tegenwoordig „allerlei walbaantjes" vervullen,
als commandanten kon aanstellenkwam men
dan nog te kort, dan konden ook officiereu van
de landmacht wel het commando over de
schepen aanvaarden.
Nautilus komt echter in ,,'t Handelsbl." tegen
de denkbeelden van genoemden kolonel met kracht
en klem op, althans wat betreft de opheffing van
het Nieuwediep als oorlogshaven. Ofschoon hij
erkent, dut Nederland niet in staat is zooals
weleer den vijand tot in zijn eigen land op
te zoeken en er ook geen groote oorlogsvloot op
na kan houden, zoo staat 't bij hem echter vast,
dat we daarom den moed nog niet moeten laten
zakken en dat wij alles in 't werk moeten stel
len om den vijand zoolang mogelijk uit 't land
te houden. Hij zegt o. a.
Daar de vraag of onze Marine nog op diep
water strijd zal voeren, zich nog maar alleen
stelt aan den Helder, is het noodig te weten
waar 't bij de verdediging van die stelling eigen
lijk op aankomt.
Maakt nu de Marine zich van die stelling-
Helder los, dan wordt die haven eenig en alleen
verdedigd door het fort op de Harssenseen
krachtig gepantserd fort met zwaar geschut, maar
dat volkomen geïsoleerd wordt, als gebeurt wat
bij ons vaststaat, nl. dat een vijand, bij gemis
van drijvend materieel aan onze zijde, zich of
spoedig van onze kustbntterijen en versperringen
zal hebben meester gemaakt, óf deze zal hebben
geforceerd, om op den Texelstroom, buiten het
werkzaam vuur van de Harssens, tijdelijk post
te vatten.
Zijn wij daarentegen in het bezit van drijvend
materieel, dan gaat een aanval op of een for-
ceeren van die kusthatterijen en versperringen
met heel wat meer moeilijkheden gepaard, kost
veel meer tijd en opofferingenen gelukt die
eindelijk toeh, dan is althans het fort op de
Harssens nog niet geïsoleerd. Dit fort verplicht
ons reeds den strijd op diep water aan den Ilelder
niet op te geven.
Na de beweringen van den br. Hodenpijl nog
op verschillende punten te hebben weerlegt, zegt
Nautilus nog 't volgende
Voor ons heeft die haven (Nieuwediep), juist
voor verdediging onzer Arasterdnmscbe stelling
aan de Noordzijde, veel meer waarde; wij zouden
de verdediging nog heftiger en hardnekkiger willen
voeren, en dat kan daar alleen geschieden door
hulp der Marine. Een vijand, meester van die
stelling, belet ons allen aanvoer van buiten, be
let ons het ontvangen van hulp van welken aard
ook, en heeft zelf de gunstigste gelegenheid om
troepen en zelfs zwaar materieel, voor een aanval
op de Amsterdamsche stelling, te ontschepen
een gelegenheid, zooals hij op onze kusten, waar
de weersgesteldheid onze beste bondgenoot is,
nooit zal vinden.
Het is volkomen waar, dat als de stelling in
onze handen is, den vijand daardoor een door
dringen naar de Zuiderzee laDgs de Vliegaten
niet wordt belet. Maar is de stelling in de macht
van den vijand, dan heeft hij nog oneindig meer
en gemakkelijker gelegenheid om tot de Zuider
zee door te dringen met zijn licht materieel en
ook om zich van daar op de Heldersche stelling
terug te trekken.
Het mag naar onze overtuiging, niet meer de
vraag zijn of hulp der Marine in de stelling-
Helder noodig is, maar wel met welke middelen
daar de strijd op diep water nog zal kunnen
gevoerd worden om de beschikbare financieele
en personeele krachten niet te overschrijden en
tevens zoo min mogelijk aan de eischen in de
overige deelen des lands te kort te doen.
D E BELBOE L
Daar, waar de zee zich loeiend
In golvend schuim verheft,
De zandbank staag besproeiend,
Wier kracht zij vruchtloos treft.
Daar ligt de bel boei stevig
Aan ankers vastgemaakt.
Nooit loeit de zee zoo hevig,
Dat zij haar plicht verzaakt.
Zelfs als de mist de branding
Aan 's scheeplings oog onttrekt,
Wordt nog 't gevaar voor stranding
Door haar gelui ontdekt.
Zij wiegelt op de golven
En zonder haar geluid
Werd menigeen, bedolven,
Het vochtig graf ten buit.
De zeeman hoort naar 't luiden
Der levenlooze wacht,
Die hem schynt te beduiden
//Wees op 't gevaar bedacht!"
Zoo vliedt hij vele nooden
Door de metalen klank,
En wijdt, 't gevaar ontvloden,
Den belboei steeds zijn dank.
Maar dikwijls als hij luistert
In donkren stillen nacht,
Is 't of een stemme fluistert,
Nu luid en dan weer zacht.
Dan schijnen hem die tonen
Te spreken van het oord,
Waar zijne dierbren wonen;
En zachtkens droomt hij voort;
Dan ziet hij 't kerkje blinken,
Welks klok hij luiden hoort,
Als de avondzon gaat zinken
En elk tot rusten spoort;
Dan ziet hij in gedachten
De vrienden zijner jeugd,
Die bij het spel hem wachten,
En 't hart slaat hem van vreugd
Dan hoort hij in die tonen
Weer menig lieve stem,
Uit 't oord waar vrienden wonen
Licht deuken ze ook aan hem
Maar dan ook schrikt hij wakker
En hoort de belboei weer,
Die op den doodenakker,
Yan 't immer golvend meer,
Een graflied schijnt te spelen
Voor de offers van de zee,
Die 't groote graf er deelen;
Dan trilt zijn hart van wee
Dan denkt hij aan zoo velen
Aan makkers van voorheen,
Aan wonden, nooit te hcelen,
Aan onverhoorde beên.
Luid, belboei, luid bestendig
Den schepeling in 't oor,
Opdat hij niet ellendig
Verga! Wijs gij hem 't spoor!
Marine en Leger.
De 2e algemeene vergadering der vereeui-
ging tet behandeling van op de zeemacht betrek
king hebbende onderwerpen, zal den 29 dezer in de
Marineclub alhier plaats hebben.
Iu die vergadering is aan de ordeverkiezing
van twee bestuursledenbespreking van de bro
chure „de werking der Nederlandsche marine",
door L. J. H. Gijsbcrti Hodenpijl, luitenant ko
lonel der geuie; I. De strijd op diep water."
In te leiden door den luit. t. z. Ie kl* S. T.
Laud. II. „De marine in Iadië." In te leiden
door den kapt. luit. t. z* M. J. C. Lucardie.
Zr. Ms. schroefstoomschip 3e kl. Alkmaar is
onder leiding van den luit. t. z. 2e kl. A. L. Boelen,
van 's rijks werf te Amsterdam door het. Noord-
hollandsch kanaal naar de directie der marine nl lier
overgebracht.
Met den 1 April 1887 zal bij de K. N. W. in
werking treden de bepaling, waarhij de ouder
officieren binnenslands, door tusschenkoms' van
de officieren van administratie aanj boord vim de
schepen, de voor hunne qualiteiten vastgestelde
onderscheidingsteekenen, handschoenen en anker-