't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1475.
Woensdag 6 April 1887.
Vijftiende Jaargang.
ca (3
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.vertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKI.I DAGSMOHU ENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
PostorlJ o ii.
LIJST van brieven, enz., geadresseerd aan
onbekenden, gedurende de Ie helft der maand
Maart 1887:
Mej. Sanders, Amsterdam. J. W. Karei,
Arnhem. B. v. d. Weide, 's-Gravenhage.
P. van der Lee, Briefkaarten. Mej. van
der Heide, Amsterdam. Brieven, verzonden
geweest naar Duitsehland. F. Schiottz, Ham
burg.
De Directeur van het Postkantoor te Helder
maakt bekend, dat van ai* 1 April er 's avonds
11 uur weder een verzending per stoomboot
naar Amsterdam zal plaats hebben.
De bij bussen in de stad zullen daartoe ge
licht worden op werkdagen om: Binnenhaven
9.10, Centrum 9.20, Hoofdgracht 9.25, Raad
huis 9.40, terwijl de laatste lichting aan het
kantoor plaats heeft 's avonds 10 uur.
De Directeur vun het Postkantoor,
POLVLIET.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 5 April 1887.
Zaterdagavond werden in „Tivoli" aan
de oudste leerlingen der Industrieschool de
behaalde prijzen uitgereikt en de loffelijke
vermeldingen voorgelezen van de jongeren. De
heer Van Voornveld voerde 't woord en wees
de leerlingen met nadruk op 't nut van een
zoodanige instelling voor den toekomstigen
handwerksman. Aan de leerlingen betuigde
spreker zijne tevredenheid en over gedrag en
ijver en had tevens een woord van lof over
voor de onderwijzers, die hun taak ernstig
opvatten en steeds blijken van toewijding
gevenin het bijzonder gold het ditmaal den
heer N. J. Leijer, die reeds 25 jaren aan de
Industrieschool is werkzaam geweest. Als blijk
van waardeering werd hem, namens de com
missie een gouden potloodhouder vereerd.
Daarna boden de leerlingen E. D. Harnis en
A. J. Stikkel den jubilaris, ook namens hunne
makkers, een met zilver gemonteerd inktstel
aan, waarbij eerstgenoemde een hartelijk woord
sprak.
Aan de wanden waren teekeningen ten
toongesteld, zoowel in lijn- als handteekenen,
die getuigden, dat de winteravonden goed zijn
besteed.
Prijzen en getuigschriften aan: A. Reitli,
le prijs, een orleonpasser eu getuigschrift. J. Lö-
scher. 2e prijs, eeu orleonpasser en getuigschift. J.
v. Driel, -3e prijs, Berghuis bouwkunde met ivoren
decimeter en getuigschrift. F. M Duiuker, 4e prijs,
Berghuis bouwkunde en getuigschrift. J. Vonk, 5e
prijs, Berghuis bouwk. en getuigs. S. Kuhlmeijer,
6e prijs, Bergh. bouwk. en getuigs. J. Duinker, 7e
prijs, Berghuis bouwkunde en getuigschrift.
Loffelijke vermeldingen.
Se jaar.
Wiskundige vakken.- J. de Kok, C. de
Jong, N. C. Stikkel, J. C. Collet, J. J. Julianus,
W. Brizee, J. H. Barens.
LijnteekenenJ. de Kok, C. de Jong, N.
1 C. Stikkel, J. C. Collet, J. J. Julianus, W. Brizee
en J. H. Barens.
Handteekenen: J. de Kok, C. de Jong, N.
C. Stikkel, C. Rab, W. Brizee, J. J. Julianus en
J. Goudzwaard.
Letterkundige vakkenN. J. Stikkel, J.
de Kok, C. Rab, J. Goudzwaard, J. J. Julianus,
D. C. Rab en T. Proost.
2e jaar.
Natuurkunde: J. Driessen, E. Peters, H.
Freeke, G. Badart, L. J. v. Emmerik, J. Oden.
H. Hanekroot en J. H. Buijkes.
Lijnteekenen J. Driessen, L. J. v. Emme
rik, J. Oden, H. Hanekroot, J. J. Schoeffelen-
berg, J. Ilarkes en G. Badart.
Handteekenen E. Peters, L. J. van Emme
rik, H. Hanekroot, J. Heijman, J. J. Schocflelen-
berg, J. Driessen, S. Schellinger, J. H. Buijkes,
J. Zwaag en D. Kraak.
Letterkundige vakken: E. Peters, J.
DrieBsen, J. W. Kuijk, J. Heijman, G. Bi-dart, J.
Oden, L. J. van Emmerik, IJ Klaaisen, H. Hane
kroot, J. H. Buijkes en J. L. Lö«cher.
Rekenkunde E. Peter», J. Heijman. H.
Hanekroot, G. Badart, J. Driessen, K. Abbenes, S.
Schellinger, J. Oden, J. H. Buijkes, J. J. Schoef-
felenberg, L. J. van Emmerik, J. W. Kuijk, P.
Liedmeijer en H. Freeke.
le jaar.
Natuurkunde J. P. Bienhoff. P. Raap, C. J.
B. Abraham, G. W. J. Jansen, J. A. Feij en J. D-
Stelleman.
LijnteekenenA. J. Klein. P. Raap, B.
Schaafsma, C. J. B. Abruham. J. A. Feij, V. Visser,
W. D. Zegel, R. N. v. Os, W. H. Kannegieter en J.
D. Stelleman.
Handteekenen A. J. Klein, R. de Geus, W.
D. Zegel, R. N. v. Os, J. D. Stellem-in, B. Schaafs
ma, G. Sariemijn, V. Visser, A. J. Leijer, G. L.
Klein, C. J. B. Abraham, W. H. Kannegieter en J.
S. Smit.
Letterkundige vakken: J. D. Stelleman,
B. Schaafsma, G. W. J. Jansen, W. D. Zegel, J. S.
Smit, V. Visser, J. P. Bienhoff, A. J. Klein, C. v.
der Hoek. J R. Visscher eu C. J. B. Abraham.
Rekenkunde B Schaafsma, J D Stelleman,
J. R. Visscher, G. W. J. Jansen, A. J. Klein, V.
Visser, P. Raap. F Kruit, C. v. d. Hoek. J. A. Feij,
C. Hubbeliug, G. L. Klein en J. P. Bienhoff.
5e Jaar.
Bijzondere vermelding.
E. D. Harnis, A. J. Stikkel en A. J. Duijts voor
lijn- en handteekenen.
Sedert 1876 bestaat hier ter plaatse een
Floralia vereeniging, als afdeeling van het plaat
selijk Nuts departement. In groote mate heeft
die vereeniging bijgedragen om in deze gemeente
den lust voor 't kweekeu van planten op te wek
ken en te verlevendigen. Om zich daarvan te
overtuigen, heeft men slechts een wandeling te
ondernemen langs straat en gracht, door hoofd
straten en door achterbuurten. Overal prijken
voor de vensters prachtige exemplaren van ver
schillende bloemensoorten, en blijkbaar telt deze,
met natuurschoon zoo karig bedeelde plek des
lands, onder hare ingezetenen de meest warme be
minnaars van planten en bloemen, 't Is zeker te
sterk gesproken, als men beweert, dat deze liefde
voor 't schoon der natuur enkel en alleen door
het streven van Floralia is teweeg gebracht. Doch
dut Floralia daaraan verre van onschuldig is,
zal zeker wel niemand durven bewereu. Behalve
dit streven, loonde bet bestuur van Floralia zijne
werkzaamheid door het organiseeren, jaar aan
jaar, van een waar volksfeest, ter gelegenheid
van de jaHrlijksche Bloemen-tentoonstelling. Dat
volksfeest was 10 jaar lang steeds op dezelfde
wijze georganiseerd en op de tentoonstellingen
waren de planten steeds op dezelfde wijze geëx
poseerd. Hierin zal nu in September a. s eene
belangrijke verandering komen bij het bestuur
bestaan daaromtrent de noodige plannen, die ge
tuigen, dat er met ernst naar de noodige afwis
seling wordt gestreefd.
De mededeeling van een eu under zal, naar
we ons vleien, er toe bijdragen om tot voort
durende belangstelling in Floralia's streven op
te wekken, en om hqn, die alsnog in gebreke
bleven om hun naam op de ledenlijst van Floraliu
te doen plaatsen aan te sporen, alsnog daartoe
overtegaan. De contributie van f 1.'s jaars
kan toch waarlijk geen bezwaar zijn voor zeer
veleu om tot het lidmaatschap toctetreden.
De inteekeulijst voor dit doel circuleert dezer
dagen iu de gemeente. Zij muge door veler hand-
teekening versierd worden.
Proffessor Chambly, die liier reeds
eenmaal met veel sucees in Tiroli op
trad als prestidigstateur, zal zijn verras
sende toeren op 12 dezer aldaar herha
len. Algemeene tevredenheid en bewon
dering moehtten zijn werkzaamheden in-
oogsten bij 't publiek, den vorigen keer
aanwezig. We twijfelen niet of velen
zullen gaarne den heer Chambly werk
zaam willen zien, om zich met eigen oo-
gen van ziju verrassende kunstvaardigheid
op 't gebied der goochelkunst te over
tuigen.
Door den kolonel, commandaut van
het 4e regiment vesting-artillerie, is Za
terdag jl. alhier openbaar aanbesteed I
het verplaatsen van een stalen kanon
van 23 cM. van het fort Erfprins naar
het Spoorwegstation alhier2. van eeu
dergelijk kanon van het strand bij Sche-
veningen naar het H. IJ. T. Station al
daar en 3. van een kanon van het Star
tion alhier naar het fort Erfprins.
Ingekomen waren 10 biljetten. Minste
inschrijver was de heer A. Bos alhier,
voor de massa tegen 11197.
Yoor perceel 2 alleen, was o.a. inge
schreven door S. H. Fernim, te Scheve-
ningen voor f2490.Een aardig ver
schil
Door de geneesk. Staatscommissie
te Amsterdam is tot arts bevorderd de
heer H. Bitter, van hier.
De dames A. M. Leijding en E. Elte
alhier aan de openbare scholen werkzaam,
zijn geplaatst op de voordracht van on
derwijzeres aan openbare scholen te Am
sterdam.
Het Stafmuziekkorps der Mariue
alhier zal gedurende het verblijf van H.
H. M. M. den Koning en de Koningin
te Amsterdam de feesten aldaar helpen
opluisteren.
Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk.
Te Eierland op Texel, G. Boer, te Urk.
Texel, 3 April. Bijna met iedere stoomer
der Nederl.-Amer. Stoomv.-Mij. te Rotterdam
(agenten Koning Co., te Texel) vertrekken
van hier ingezetenen naar Amerika; het getal
beloopt ongeveer 100, volwassenen en kinderen.
Bijna allen ontvangen uit Amerika vrijkaarten
(tikkets), betaald door hun familie of vrienden
aldaar. Ook sommige betalen hun passage
hier, d. i. f48 per persoon, kinderen beneden
12 jaar halve vracht. Zij, die daarheen gaan,
zijn raeerendeels landbouwers, ook timmerlie
den, schippers, enz.
De toestand is hier voor den landbouwer en
werkman somber vele oude pachten zijn
en blijven te hoog de gronden worden of
zijn uitgebouwd, niet genoeg met de mest bij
gehoudenhalen maai', lmlen maar. De
verpachter eischte een hooge pachtsom, de huur
der moest middelen vinden om zulks op te wer
ken en zelf wat te verdienen daarbij onkundige
administrateurs, waardoor de gronden achteruit
zijn gegaan, zoodat - wegens gebrek aan be
drijfskapitaal der pachters, de arbeid zoo goed
als gestaakt is. Het onkruid teelt thans weel
derig. Ook aan onze zeeplaatsen is de toestand
ongezond, immers dit- vrije arbeid van vroeger
bestaat niet meer; n plaats van industriën
zooveel mogelijk aan te moedigen te bescher
men, waardoor scheepvaart en handel ontstaat
en een algemeene welvaart geeft, is men be
gonnen om dien arbeid door verpachting te
bezwaren, zoodat de> visscher daaraan geen
brood verdienen.
Het maaien van zeegras is verpacht, de
dijken, tot het ophalen van zeegras, zijn ver
pacht, het korren, krakelen en mosselen op de
beste Zuiderzee-plaatson zijn vevpacht. Rijke
vennooten met stoomkorders pikken dien arbeid
grootendeels in, zoodat ook voor hen weinig
is te verdienen. Geen wonder dan ook, dat
velen besluiten naar Amerika te gaan. Zij
hopen daar te vinden, wat hun hier zoo kunst
matig is ontnomen. Zij verlaten echter dien
grond niet zonder weemoed.
Naar aanleiding van een door de
beide Haagsche bladen gepubliceerd par
ticulier telegram van Batavia, inhoudende
dat de beri-beri „vreeselijk" iu Atjeb
heerscht, dat de Barisan van daar is te
ruggekeerd, eu dat op. Celebes ernstige
onlusten" zijn ontstaan, is telegraphiseh
inlichting aan den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Iudië gevraagd.
Een aan het Departement van Kolo
niën ontvangen telegram van dien Land
voogd luidt gelukkig minder verontrus-1
tendhet is van dezen inhoud
.Werkelijk is de beri-beri vrij hevig
onder de Barisan v?.n Madura in Atjeh
uitgebroken eu machtiging verleend om
de beide compaguiën terstond terug te
zeudeu. De Gouverneur van Atjeh ver
klaart iu de eerste maand geen aanvul
ling vau troepen noodig te hebben.
„Van oulusteu op Celebes is niets be
kend alleen is Loevvoe onwillig om een
nieuw contract te sluiten en zal wellicht
eeu maritieme demonstratie voor ons pres
tige noodig ziju."
De Staatscourant (no. 77) bevat
vanwege bet ministerie van koloniën, ee-
nen staat van militaire ualateuschappeu,
ofkomstig van onderofficieren en verdere
manschappen der landmacht in Neder
landsch-Iudië. onder beheer der weeska
mers daar te lande gekomen, en die
zuiver, na aftrek van kosten en loon en,
bedragen f 250 en minder, en opgevraagd
en ontvangen kunnen worden bij het
ministerie van koloniën in Nederland.
In verband met het ingediend wets
ontwerp tot verlenging van den diensttijd
voor miliciens van de landmacht, lichting
1882, zijn de commandeerende officieren
van de korpsen van het leger, gedeeltelijk
uit militie samengesteld, door den Minis
ter van Oorlog verzocht, tot nader order
niet te doen plaats hebben het inleveren
van de goederen eu het afsluiten van de
rekeningen van bedoelde miliciens.
Een paar weken geleden stierf in
Den Haag (aldus deelt het Haagsche
Dagblad mede) een vrouw, die met bede
len in haar onderhoud voorzag. Op haar
sterfbed verzocht zij herhaaldelijk aan
haar zuster om haar, nadat zij zou ge
storven ziju, met de muts die zij op het
hoofd had te begraven. Dit wekte ach
terdocht, zoodat men na haar verschei
den die muts afnam en toen ongeveer
f 1000 aan bankpapier vond.
Uit Amsterdam wordt gemeld
Alhier is met zijne echtgenoote aan
gekomen de heer Tailor, „kapitein" van
het Eugelsche reddingsleger, om met een
stadgenoot stillekeus propaganda te ma
ken. Verdere „officieren" of „soldaten',
komen er voorshands niet.
Geen enkele gemeente in ons heele
land kan op zooveel groote mannen
bogen als het kleine Zevenhuizenvan de
140 lotelingen was slechts één beneden
de maat.
M. v. d. Akker, wiens handen in
1872, tijdens hij in militairen dienst was,
door een ongelukkig toeval werden af
geschoten, en die thans te Loosdrecht
woont, oefent de schrijf kunst uit met zij
nen rnoud, eu wel zóó, dat tal van per
sonen, die daarvoor hunne handen ge
bruiken, het hem niet verbeteren.
V. d. Akker verricht ook, door middel
van haken, allerlei tuinarbeid en knut
selwerkjes.
De schipbreuk der Vardóhus.
Aangaande de schipbreuk der Noorscl.e
stoomboot Vardóhus, ter walvischvaart
bestemd, deelt een van de twee geredden
het volgende mede
De Vardóhus, kapitein Olsen, verliet
Saudefjord Dinsdag den 22eu Maart des
middags met 48 man aan boord. De wind
was des nachts zuidoostelijk met sneeuw
de boot hield vermoedelijk volle vaart.
Omstreeks 1 uur stiet het schip plotse
ling en groote ontsteltenis heerschte on
der de bemanning. De geredden snelde
dadelijk naar de sloep te loevert, waar
de zee en de wind op stonden bier was
men reeds druk bezig met deze te water
te laten. Te midden van dit werk werd
de sloep verbrijzeld en de meuschen die
er in waren kwamen onder hartverscheu
rende jammerkreten om. Genoemde man
snelde toen achteruit naar de reddding-
boeien, maar deze waren reeds in gebruik
genomen.
Hij liep daarop naar de kleine boot,
die gedeeltelijk was neergelaten en met
bet eene einde in het water hing. Da
delijk daarop kwam de talie los, de
boot ging in zee en werd half met water
gevuld. De man bemerkte spoedig, dat
bij de tweede man iu de boot was wat
er van den derde geworden was, wist hij
niet.
De boot dreef van het schip afonge
veer 5 minuten lang hoorden de gered
den het geluid der stoomboot en het ge
schreeuw van het schip daarop werd
alles stil Nadat zij hunne boot met
huune zuidwesters zoo goed zij konden
uitgehoosd hadden, zagen zij tot hun
schrik, dat zij geen riemen hadden zij
namen toen twee ribben van hunne boot,
waarmee zij iu de duisternis zich zochten
te redden. Des morgens om 6 uur be
reikten zij Tragde, waar zij zeer vrien
delijk werden opgenomen.
De bemanning der stoomboot bestond
uit 9 koppen en er waren vermoedelijk
nog 6 a 8 man aan boord, die te Tromsó
de bemanning van een anderen walviscb-
vaarder zouden uitmaken. De andere
personen waren arbeiders, die te Fardó
bij de bereiding van den walvisch moes
ten werkzaam zijn.
Wat de schipbreuk aaugaat, vermoede
lijk was deze het gevolg van den sterken
aanlandigen stroom, welken de oostelijke
wind altijd veroorzaakt, en heeft men
gedacht, verder vau land te zijn, dan
men werkelijk was. Menig schip is op
deze wijs hier onder de kust vergaan.
Wegens het vele ijzer, dat aan boord was,
kan een miswijzing van het kompas ook
tot de ramp hebben medegewerkt.
Uit Mandal wordt van den 26en aan
Morgenbladet getelegrapkeerd, dat de
afgezonden duikerboot aldaar was aan
gekomen met 5 lijken, onder welke dat
van den loods. En uit Christianssand,
dat de boot aan de zuidkust van Fora
in open zee op 7ys vadem gekanteld was
gevoudeu en 5 lijken waren binnenge
bracht. Men wil, dat 39 huisvaders zijn
omgekomen en dat de kapitein een vrouw
met 11 onverzorgde kinderen nalaat.
De geschiedenis van den drievou-
digen moord iu de Rue de la Montaigne
te Parijs, begint zoo langzamerhand den
omvang van een sensatie-roman te
krijgen.
Elke dag brengt eeu nieuw hoofdstuk.
Nu is er weer een flesch gevonden, waar-
iu een briefje zat dat aldus luidt »de
moordenaar van de Rue de la Montaigne,
Gaston Geissler, heeft zichzelf van het
leven beroofd."
Wat moet men hiervan denken? Som
migen gelooven aan een nieuwe list van
een der medeplichtigen, anderen be
schouwen het als een te vroeg geboren
Aprilgrap.
Pranziui blijft alles ontkennen eu veinst
tegenover den rechter een dofheid van
geest, die hem belet te denken.
Wanneer bij alleen is met zijn bewa
kers is hij echter zeer opgewekt. Hij denkt
niet meer aan zeliiuuoid en eischt een
kundig advocaat, die hem uit het nauw
zal brengen.
Twaalfde Winter-Concert
op Dinsdag 5 April, 's avonds 8 ure, in Tivoli.
1. Grosser Festmarsch iiber den Choral
„Nun danket alle Gott," Joh. Resch. 2. «Michel
Angelo," Concert-ouverture, Niels W. Gade.
3. a. //Ein Albnmblatt." b. ,/Pilgerchor und
Lied." „O, du mein bolder Abendsternaus
der oper: „Tannhauser," Richard Wagner. 4.
„Schneewitchen," Marchenbild, Franz Bendel.
Pauze. 5. Ouverture de 1'opéra: ,/Guil-
laume Teil," G. Rossini. a. Introduction Vio-
loncelle Solo, b. La Tempête, c. Pastorale, d.
Finale. 6. Entre act aus «König Manfred,"
Carl Reinecke. 7. //Ein Abend bei Bilse in
Berlin," humoristisches Tongemalde, Ernst
Scherz. 8. //Am Himtnelblauen Sec," Walzer,
Carl Millöcker.
ijii*
ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel het niet in onze gewoonte ligt om
verslagen te leveren over de winterbijeenkorasten
van „het Nut," omdat zij eigenlijk behooren tot
wat men wel eens noemt: „besloten gezelschap
pen," zoo eiseht ons diep gevoel voor de schoone
kunsten, om openlijk hulde te brengen aan de
bekwaamheden van het lieftallige damespersoneel
dat de laatste winterbijeenkomst gemaakt beeft
tot een avond vol kunstgenot op vocaal-, instru
mentaal en litterarisch gebied.
Bovenal de jeugdige violiste, op zichzelf
reeds eene liefelijke verschijning, gaf blijken
van bedrevenheid, gratie en gevoel, vooral in de
voordracht der Mazurka III van Chopin en de
immer liefelijke Barcarrole van L. Spohr, zoodat
zij het uitgelezen auditorium uitermate boeide
en zal zij zoo voortgaande, der muzikale wereld
eenmaal zeker tot een sieraad verstrekken.
Dat onze bestuursleden nog vele malen logé's
mogen bezitteu, die op zulke ongekunstelde, na
tuurlijke en allerinnemendste wijze, letterkundige
voordrachten willen ten beste geven, is ons aller
hartelijke wcuscb; en eindelijk durven wij voor
spellen, dat wanneer de Zaugvereeniging „Ge-
meugd Koor" nog meer zulke solisten onder
hare dames mag gaan tellen als wij gisteren
avond het voorrecht hadden te hooren in de
sopraanpartij van het lied La Ckarité van Rossini,
die Vereeniging eenmaal een sieraad voor de
gemeente zal worden.
Het gedicht Eduard III voor Calaistoch reeds
zoo indrukwekkend schoon, werd herschapen
in een declamatorium voorgedragen op eene
wijze, zooals wij dat kunnen verwachten van
een man van smuak en talent, die bovendien
door zijne persoonlijkheid en betrekking, dat
prachtige stuk zoo ten volle tot zijn recht wist
te brengen.
Als altijd waren we ook nu opgetogen over
de wijze waarop het sopraan- en barytonduet
werd voorgedragen.
Aan de zoo welgekozen woorden van onzen
hooggeacht en Voorzitter bij het einde der bijeen
komst, mogen we niets toevoegen, omdat we er
volkomen mede instemden, maar wel bejammeren
we het, dat de violiste die zoo ontzaglijk veel
heeft bijgedragen tot het succes dezer bijeen
komst, niet vereerd werd met een bouquet, welk
beteekenisvol huldeblijk hier meer dan ooit wel
geplaatst ware geweest.
Moge het herhaald, zoo welgemeend, applaus
allen, die medegewerkt hebben aan deze bijeen
komst, en bovenal de hiervoren besproken dames
en beeren, er tot aanmoedigen om meermalen
hunne talenten ten beste te geven voor de Leden
van ons Departement, dan zullen zij er veel toe
bijdragen om die leden te doen genieten van wat
liefelijk is en welluidt, en daardoor medewerken
aan de uitbreiding van het ledental dat nu lang
niet uitgebreid genoemd kan worden.
M. d. R. u dankzeggende voor de verleende
plaatsruimte, hebben wij de eer te zijn
Eenige bezoekers van „het Nut."
op 1 April 11.
Helder, 2 April 1887.
Marine en Leger.
De luitenants ter zee 2e klasse W. A. Mou
ten en J. M. W. Kuyl, uit Oost-Indië in Neder
land teruggekeerd, zijn op non activiteit gesteld.
Ingevolge machtiging des Konings wordt het
schroefstoorascbip le klasse Atjeh met 16 dezer
buiten dienst gesteld en de kapitein th. C. H;
Bogaert eervol van het door hem over dien bo
dem gevoerde bevel ontheven.
De commissie van zee officieren, aan welke is
opgedragen een onderzoek te doen naar de wen-
schelijkheid der oprichting eener stafschool voor
de marine, is reeds nagenoeg met hare taak ge
reed eu zal weldra bnHr rapport vaststellen.
Blijkens een bij het Departement van marine
ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomscbip
le kl. Zilveren Kruis, onder bevel van den kapt.
ter zee D. J. Weys, den éden te Ascension
aangekomen en den volgenden dag weder van
daar vertrokken.
Aan boord was alles wel.
Door den Minisier vau marine is een Com
missie benoemd, bestaande uit den kapt, luit. t.
z. M. F. Reeringh, den inspecteur vun de comp
tabiliteit C. Admiraal, den magazijnmeester J.
L. Pisuisse. den officier-machinist der le klasse
B. 1. Karpesteijn eu den ingenieur der 2e kl. I.