't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1477.
Woensdag 13 April 1887.
Vijftiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Oog om Oog-Tand om Tand.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn
HELDER, 12 April 1887.
De boekhandelaren Berkhout Co.,
hebben in 't licht gegeven een werkje, ge
titeld: „Souvenir aan 't Koningsfeest, ge
vierd te Helder, 19 Februari 1887, door
Gerrit Jansen. Al zeggen we nu juist niet
dat een dergelijk boekje in een behoefte voor
ziet, toch heeft de ondervinding ons bij een
dergelijke uitgave in 1872, „Hoe de Gemeente
Helder feestvierde," doen zien, dat 't aan
den wensch van velen tegemoet kwam. 't
Werkje, dat zeer netjes is uitgevoerd, ver
toont de portretten van den Koning en de
Koningin en bevat drie vellen drnks. Nauw
keurig wordt er in beschreven, de oorzaak
der feestviering, de voorbereidende werkzaam
heden en de feestdag zelf, om te eindigen
met een herinnering aan de versiering eD de
verlichting, die hier en daar was opgemerkt.
Wat de waarde van zulk een boekje verhoogt
is wel in de eerste plaats 't vermelden van
de namen dergenen, die tot 't welslagen van
't feest hebben meegewerkt, 't Is een blij
vend aandenken in de familie en wordt zelfs
belangrijk, wanneer 't, na verloop van jaren,
weer eens toevallig in handen genomen en her
lezen wordt. De daarin vermelde personen,
verschijnen zich dan weer voor onzen geest en
onwillekeurig vertoonen zich hunne verdere
lotgevallen voor ons oog. We zijn dan ook
overtuigd, dat 't Souvenir aan 't Koningsfeest
aftrek zal vinden.
Door den eerstaanwezenden inge
nieur der Genie albier zal op Vrijdag
22 dezer worden aanbesteed
1. Het éénjarig onderhoud van de
werken en kazerne-gebouwen, enz. te
Helder en op Texel (raming f8500).
2. De verving van gebouwen te Helder
(raming f 650).
3. Het doen van voorzieningen aan
militaire gebouwen in de stelling Helder
(raming f2250).
In de oprechte Haerlemscbe Satur-
daegscbe Conrant No. 18 van Den 4°.
Meij 1697, leest men de volgende bij
zonderheden
Amsterdam 3 Meij. Van Hamburg
wert geschreven, dat hun vloot na Groen-
lant, bestaende in 60 schepen en 2 con-
voyers, Saturdag van d'Elf in zee gestoken
is. Van Middelburg heeft men geschreven,
dat den 29 passato 5 oorlogschepen uijfc
Zeeland vertrocken, om eerst eenige da
gen voor de Wal te kruijssen en daer na
de Coopvaerders, in Zeelant lagen, te
convoijeren. Volgens schrijven van Cap
Paulus Walt, voorleden Week uijt de
Maes na IJslant gezeijlt en 3 Malen Brie
ven uijt Holland, als van den 16, 19 en
25 passato, mede genomen hebbende, om
dezelve ergens in Engelant aan Lant te
geven, door de Kapers genomen en tot
Duijnkerken opgebracht; doch de Brieven,
voor dat het door de vijanden bemach
tigd wiert, buijteu boort geworpen. Eer
gisteren zijn ses schepen na Oostindiën,
als 5 van de Kamer van deze Stad en
een van de Kamer van Hoorn; 6 Vroeg-
schepen na Muscoviën 2 a 3 na Suri
name de Gideon na West Indieneenige
na Dronthem en Bergen in Noorwegen,
en gantsche Vloot na Groenlant uit Tes-
sel in zee geloopen. Sij werden door een
suffisant Esquadre oorlog schepen geës
corteerd. De Heeren Gecommitteerden,
welke dese schepen uijt Tessel in zee ge
prest hebben, zijn van ochtend gerever-
teerd.
Het nummer van De oprechte Haer
lemscbe Courant gedruckt in de Bleije
Druck bij Abraham Castelegn stads Druc-
ker te Haerlem, waaruit het bovenstaande
is vermeld, werdt ons door een vriende
lijke hand, voor dit doel afgestaan.
Dinsdag jl. werd voor de Haarlemsche
rechtbank behandeld de zaak van twee
visschers uit Zaandam, die op 7 Febr. jl.
met de zoogenaamde „wonderkuil" of
„moordkuil" op de Zuiderzee hadden ge-
vischt. Bij die gelegenheid hadden zij
ook nog opzettelijk geweigerd te voldoen
aan de bevelen van den opzichter die hun
gelastte het net op te halen, en dien be
ambte op onwelvoeglijke wijze beleedigd
Tegen deze beide visschers werd f 25
boete en 2 maanden gevangenisstraf voor
ieder geëischt, met bevel tot afgifte van
het net (dat niet in beslag is genomen)
of betaling van f 100 boete, subsidiair 15
dagen hechtenis.
In deze zaak zal op 21 April uitspraak
geschieden.
Een tweetal jaren geleden ontving de
toenmalige kapitein ter zee, de heer J. A.
Greve, kommandant van de Atjeh, van ons
gouvernement de opdracht om aan de Congé
de eer van onze vlag te handhaven en onze
handelsinstellingen aldaar te beschermen.
Een handelsagent was verraderlijk omge
bracht en het stond te vreezen, dat dit feit
niet alleen zou blijven staan. Nadat genoemde
officier, alleen vergezeld van zijn adjudant,
ongewapend in een bijeenkomst van een der
tigtal negerhoofden de uitlevering van de moor
denaars had geëischt, maar de noodige vol
doening niet had verkregen, werd den vol
genden dag overgegaan tot een landing van
ongeveer 200 man, die enkele kampongs in
de asch legden.
Dit feit, slechts aan weinigen bekend, is
echter niet in het vergeetboek geraakt, want
het bestuur der Afrikaansche Handelsmaat
schappij, dat de heilrijke gevolgen van deze
kloeke daad had ondervonden, vereerde deze
week den heer Greve, sedert als schout-bij -
nacht gepensioneerd en thans te Breda ge
vestigd, met een sierlijk geschenk en bege
leidend schrijven, waarbij het zijn innige er
kentelijkheid uitdrukte voor dit krachtig op-
ti-eden, dat aan onze handelsfactorijen de vei
ligheid heeft gewaarborgd, die waarlyk niet
overal in Afrika voor vreemdelingen te vin
den is.
Door de Vereeniging tot bestrijding
van knoeiergen in den Boterhandel is
een som van f1000 uitgeloofd voor het
opsporen en mededeelen van een nieuwe
methode, om bgmengselen te ontdekken
in de natuurlijke, van koemelk bereide
boter.
Een commies, der posterijen te Utrecht
heeft zich met een pistoolschot van het
leven beroofd.
Men brengt dezen zelfmoord in verband
met het zoekmaken van den aangetee-
kenden brief met f 2500 waarde, geadres
seerd aan den heer Maronier, notaris te
Rotterdam.
Zoodra zich de justitie ten zijnen
tot huiszoeking had aangemeld, ging de
heer K. even naar een ander vertrek en
benaui zich daar door een pistoolschot
het leven.
Woensdag jl. omstreeks den middag
is per spoortrein van Gouda naar Den
Haag afgereisd een schoolknaap, oud bij
de 17 jaar, lang, slauk, met donker
haar, donkere oogen, bruinachtige bleeke
kleur, knap uiterlijk en Arabisch Indisch
type. Hij was waarschijnlijk gekleed met
donkerblauw vilten hoedje en lichtgroene
demi-saison. Hij zal bij zich gehad heb
ben een lederen valies met touw er om
en moet weinig of geen geld in zijn be
zit hebben gehad. De hoofdcommissaris
van politie te 's-Gravenhage maakt be-
keud, dat deze jongeling zoek is, en ver
zoekt ieder, die iets omtrent hem kan op
geven, om inlichtingen c. q. aanhouding
en opzending.
In den voormiddag van 30 Maart
jl. heeft haren dienst te Nieuwer-Amstel
verlaten om zich naar hare moeder te
Zaandam te begeven, waar zij echter niet
is gekomen, Elisabeth Boerendans, 27 ja
ren, dienstbode, tamelijk groot, aangezicht
gevuld, voorhoofd rond, oogen blauw, neus
dik en vrij groot, haar bruin, kleur ge
zond heeft zooals nog duidelijk zicht
baar is aaxi een der vingers de fijt
gehadgekleed met bruinen regenman
tel en dito hoed ondergoed vermoede
lijk gemerkt E. B. Men vermoedt dat
haar een ongeluk is overkomen. Namens
de familiebetrekkingen verzoekt de com
missaris van politie te Nieuwer-Amstel
opsporing en bij ontdekking bericht.
In den in de laatste dagen op de
Schotsche kust geheerscht hebbenden
storm, verloren 70 a 80 aldaar te huis
behoorende visschers het leven.
Te Monte-Carlo zijn eenige rotsen
losgeraakt en naar beneden gestort, waar
door de spoorweg en de rijweg geheel
zijn versperd De treinen vanCanuesen
Mentoue wareu juist voorbij, zoodat geen
persoonlijke ongelukken voorkwamen. Ge
durende 24 uren was echter het spoorweg
verkeer gestremd.
De Paus heeft een eigenaardig
Paaschei ontvangen. Het is van ivoor
gemaakt, van binnen met wit satijn be
kleed, terwijl zich in het midden een etui
bevindt, een met diamanten omzetten ro
bijn bevattende.
Dit geschenk, op een waarde van 25,000
gulden geschat, is den Paus aangeboden
door een aanzienlijke Engelsche dame.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur
Met veel belangstelling nam ik nota van het
verslag over den toestand onzer Duinwaterleiding-
maatschappij, voorkomende in uw blad van 23
Maart 11., en wie zal zich niet verheugen wan
neer 't eenigen tak van industrie naar den vleesche
gaat.
De zaak krijgt echter wel ietwat andere kleur
wanneer zulke buitengewoon gunstige resultaten
verkregen worden ten koste der verbruikers, en
in zooverre ziju deze ook in dit opzicht de
slachtoffers van het monopoliedaartegen zijn
stem te verheffen, wij weten het wel M. d. It.,
dat is: „Schermen tegen windmolens," de
ondernemers hegrijpen dit ook wel, en hebben
zij, van hun standpunt geredeneerd, natuurlijk
gelijk, dat ze er gebruik of zeo men wil
misbruik van maken.
liet Marine etablissement met al den aankleve
van dien, is intusschen de grootste verbruiker
der onderneming, en indien ik wel ben onder
richt dan zijn de bepalingen van de met dc
Marine bestaande overeenkomst wel de grootste
oorzaken, dat er aan prijsvermindering van het
water niet gedacht wordt.
In onderscheidene andere, van waterleiding
voorziene gemeenten, spreekt men luide af keuring
en verwondering uit over de hooge prijzen van
aanleg en water, welke hier geëischt worden.
Het water uit het meerendeel der regenbakken
in onze gemeente is door de gebrekkige con
structie, verre van goed, ja veelal schadelijk voor
de gezondheid-
In vele andere gemeenten, die bovendien aan
zoete waters grenzen, laten de eigenaars van
huizen, deze al dadelijk bij den bouw, van drink
waterleiding voorzien en betalen de huurders
daarvoor in 't geheel niets of een zeer geringe
verhooging op den huurprijs.
In onze gemeente zijn de eigenaars van huizen
niet zoo humaan, sn waar een zeer buitengewone
uitzondering bestaat, wordt voor abonnement van
duinwater, het bagatelletje van f 25 per jaar
betaald; zeven achtste onzer ingezetenen heeft
alzoo de keuze tusschen bet gebruik van regen
water van zeer twijfelachtig gehalte; óf onge
kend hooge uitgaven voor aanleg en abonne
ment van drinkwater.
Er bestaat alhier eene Yereeniging welke,
behalve de besprekingen der verkiezingen, zich
o. m. ook ten doel stelt „de algemeene belangen
te behartigen." Wij hopen, dat onder haar be
stuur zich geen aandeelhouders in de Dninw.-Mij
bevinden, want in dat geval kloppen we natuur
lijk aan eens doovemans deur, doch zoo die
bestuursleden in dit geval neutraal zijn, dan
roepen wij met den meest mogelijken aandrang
hnnne medewerking in om met alle hun ten
dienste staande middelen eene prijsverlaging van
aanleg en abonnement voor duinwater te ver
krijgen, ook al moge dan ook over een volgend
dienstjaar de Duinw. Mij een minder mime af
schrijving, een minder buitengewone reserve-af
zondering en een fractie lagere renten dan over
1886 verkondigen; bij lageren aanleg- en abonne
mentskosten stellen we ons evenwel voor, dat 't
aantal gebruikers zal toenemeu, en de resultaten
daarvan ten goede zullen komen aan de kapitaal
vorming der Duinw.-Mij.
Voor het bovenstaande M. d. R vraag ik, in
het algemeen belang, eenige plaatsruimte en zult
b dit om zoo gewichtige redenen wel niet wei
geren aan NAUTILUS.
Helder, 4 April 1887.
Heldersche Moppen.
HEB JE ÓÓK HOUT GEKOCHT.
Een heer had een papegaai die allerlei
gekke dingen zeggen kon en gaarne zich in
alles mengde. Eens riep een boer„hout
koopen
„Jawel," riep de papegaai uit het raam.
„Wil ik het maar in den kelder brengen?"
„Jawel," herhaalde de papegaai.
Zulks geschiedde. De boer snelde nu aan
en kwam om zijn geld.
Mijnheer echter wist niets van het hout
doch weldra vermoedende dat zyn papegaai
hem dat weer geleverd had, gaf hij het dier
een klap. Lorre vloog verschrikt onder de
Eensklaps vliegt ook poes, die gesnoept
heeft en de gramschap der keukenmeid on
dervinden moet, onder de canapé, om verdere
slagen te ontgaan.
Trouwhartig komt Lorre nu bij het opge
jaagde dier en vraagt deelnemend
„Heb je óók hout gekocht?'
o
In de wetgevende vergadering van Rhode-
Island hebben twee heeren zitting, die elkan
der zoo volmaakt gelyken, das, als de eene
een flesch wijn drinkt de andere daarvan
dronken wordt!
WEEMOED.
De leeuw'rik zingt op schellen toon
En galmt weer blij zijn lied
De lente fluistert, nog beschroomd
Straks voer ik weer gebied.
De grasspriet steekt het groene hoofd
Vol hope op uit de aard
Nieuw leven kiemt in bosch en wei,
Op veld, in hof en gaard.
Maar och, geen vreugd doortrilt myn borat
Geen hope wekt mij meer,
Geen vogeltoon, geen jubellied.
Bekoort mij als weleer.
Toen lente's eerste glimlach blonk,
En zij haar tooverstaf
Ons toonde, daalde een dierbaar pand
Van mij in 't somber graf.
Ik heb geklaagd, geschreid, gezucht,,
Verplet door zielesmart
Maar alles vruchtloos rouw en wee
Vervullen nog mijn hart.
De vele vrienden om mij heen,
Door weemoed overmand,
Zij fluisterden zoo teer en trouw,
En drukten mij de hand
'k Zag tranen in zoo menig oog,
Men sprak mij hart'ijk toe
Wees kalm en troost U 'k Wilde 't, mm
Ik weende, schreiens moe.
Ja, zing maar leeuw'rik, zing maar blij
Daar in de hooge lucht;
Gij weet niet waarom mijn gemoed
Zoo bang en droevig zucht.
Maar toch, uw stemme spreekt van hoop
Zelfs in het windgesuis
Is 't of ik hoorO, wanhoop niet
Want God geeft kracht naar kruis.
Marine en Leger.
Door Z. M. is de heer J. Aaltsz, arts, met
ingang van 16 April e.k., benoemd tot offic. Tan
gez. 2e kl. bij de zeemacht.
De luit. t. z. Ie kl. D. Stolp zal den 17 April
per stoomschip Conrad naar O.-I. vertrekken.
Roman van Hans Heinrich Schefsky.
10. Bewerkt door AMO.
De heer des huizes noodigde zijn gast plaats
te nemen en liet zich zijn levensgeschiedenis
verhalen. Vollmar verzweeg niets. Hij schil
derde getrouw hoe hy geleden, hoe zijn levens
geluk vernietigd was. Op den grijsaard maakte
dit verhaal blijkbaar een diepen indruk. Toen
Vollmar geëindigd had, zag de graaf hem on
derzoekend aan en sprak wel een half uur
met hem, gedurende welken tijd hij trachtte
de bekwaamheden en de levensbeschouwing
van Vollmar te doorgronden. Eindelijk scheen
hij een besluit genomen te hebben.
//Met een som geld zijt ge niet geholpen,
mijnheer Vollmar," begon hij op vasten toon.
„Wat ge door een onbezonnen daad verloren
hebt, wil ik u teruggeven den goeden
maatschappelijken kring, waarin ge zijt op
gevoed en waarin ge hebt geleefd. Ik bied
u de betrekking aan van secretaris, in de
onderstelling u daarmee van dienst te zijn.
Niettemin blijf ik aan u verplicht en mijne
dankbaarheid is daarmede niet ten volle ge
kweten. Als ge kunt, kom dan morgen
reeds om uwe betrekking te aanvaarden.
Neem deze beurshaar inhoud zal u in staat
stellen u naar uw stand te kleeden en in te
richtenGeen dank, jonge vriendTot we-
derziena!"
Als in een droom verliet Theodoor het
paleis. Zoo was dan opnieuw de ster van
zijn geluk opgegaan. Hij had een betrekking,
die duizenden hem zouden benijden. En hoe
zou deze nieuwe positie hem kunnen helpen
in zijn wraakneming op Dora!
Nu kon hij zich weer in goede kringen be
wegen en de gehate vrouw in den weg tre
den. Zonder het eigenlijk te willen kwam hij
aan haar villa en sloop er om heen als de
wolf om de schaapskooi, die hij wil binnen
dringen.
V.
Den avond van dienzelfden dag was de
kleine villa aan de Promenade in alle ver
trekken schitterend verlicht. Een vroolijk ge
zelschap schaarde zich om de meesteres des
huizes, de schoone, geestige, veelbegeerde
Dora Burghausen. Een kostbaar salon-costuum
van goudgeel zijde fluweel omsloot haar heer
lijke gestalte. In het donker haar droeg zij
twee natuurlijke zacht-roode rozen, waarin
kleine lichtkevertjes fonkelden.
Een breede gouden armband met een schit
terende brillant er in omsloot haar arm, die
slechts half' bedekt was, en om haar hals had
zij een snoer van zeldzaam groote, zuivere
koralen. Naast haar zien wij een kleinen,
mageren, bejaarden heer. Zijn dun bruin
haar is onberispelijk gefriseerd. Het gladde
gelaat, de grijze oogen, die aanhoudend ach
ter een gouden bril loeren, dat spottend lachje
om zijn mond, dat alles doet den geslepen
man van de wereld kennen. Hij is in het
salon geen vreemdehij beweegt zich met een
kalmte en zelfvertrouwen, als ware hij de
heer des huizes, die zijne gasten welwillend
ontvangt. «Mijnheer de handelsraad von
Reichenau, een vriend uit de residentie," stelt
Dora hem voor aan degenen, die hem nog
niet kennen. Maar het meerendeel der gasten
kent den jovialen heer reeds. Er verliep im
mers nauwelijks een maand zonder dat hij
naar B. kwam, waar hij aan de beurs zoo
wel als in het salon van Dora een welkome
en beminde persoonlijkheid was. Op dit oogen-
blik onderhield de handelsraad zich met den
jongen graaf von Harden berg, die zooeven
door zijn vriend von Felshammer aan Dora
voorgesteld en door haar hartelijk welkom gc-
heeten was. Het gezelschap was in groepen
in twee salons verdeeld. Bedienden boden thee
en gebak aan, terwijl Hulda in een elegant
toilet een geschenk van haar meesteres
aan een buffet stond, dat rijk beladen was
met koude spijzen, champagne en andere
wijnen.
Von Felshammer bad een gesprek met
Hulda aangeknoopt en zei haar onophoudelijk
de lafste vleierijen, die het meisje meermalen
schaamrood deden worden. In' het algemeen
behoorden de aanwezigen tot de hoogere krin
gen, maar toch heerschte hier niet die fijn
beschaafde toon, welke wij daar gewoon zyn.
Men was er tamelijk ongedwongen in het
spreken en lachte om menig bon motdat
minder kiesch mocht heeten. Er waren slechts
vier dames aanwezigDora, Hulda, eene oude
Poolsche gravin en eene operazangeres, me
vrouw Blaekhorst-Winter, wier echtgenoot, ba
ron Blackhorst, een verarmd edelman, even
eens in het gezelschap was. De handelsraad
was de aangenaamste en gezelligste man, die
men zich kan voorstellen. Met beleid wist hy
op aangename wijze het gesprek op elk ge
bied, waarvoor Dora belangstelling kon ge
voelen, te brengen. Hij verstond de kunst van
boeiend en onderhoudend te vertellen. Daarbij
had hij altijd een grappig gezegde gereedzijn
scherts scheen onuitputtelijk. In het kort, de
handelsraad kon gemakkelijk met elk jong-
mensch wedijveren, hoewel hij reeds vijftig
jaren telde. Het gesprek werd steeds leven
diger, de toon uitgelatener, de snedige en
grappige gezegden volgden elkander zonder
tusschen poozen op.
Langzaam en onbemerkt trok Dora zich
terug in haar //boudoir" en eenige minuten
later verdween ook von Reichenau uit het
salon. Hij scheen den weg te kennen, want
hij liep eenige kamers door tot aan Dora's
//boudoir", waar hij zacht aanklopte.
wik ben het!" riep hij zacht. Dadelijk werd
de deur van binnen geopend. //Ben je einde
lijk alleen?" sprak hij. //Altijd dat gezelschap
om je heen. Als ik aanleg had om jaloersch
te worden, zou ik hier niet lang bedaard
kunnen blijven!"
z/Over zulke dwaasheden zijn wij heen!"
antwoordde zij schouderophalend. «Vertel my
liever hoe het in de residentie gaat. Hoe be
vindt zich de genadige?" Met deze //ge
nadige" bedoelde zij de echtgenoote van den
bankier.
wZij wordt dagelijks achterdochtiger en mis
moediger", antwoordde de handelsraad. //Waar
achtig, ik moet veel geduld gebruiken om
haar luimen te verdragen".
«Maak je toch van haar af en een einde
aan die comedie", zei Dora langzaam en met
nadruk. De bankier zweeg. «Daartoe ont
breekt je den moed", ging zij spottend voort,
«ik weet het, dat is het oude liedje sedert
zes jaren. Ik heb je mijn jeugd geofferd, mijn
trots en eigenliefde heb ik het zwijgen opge
legd, ik behoorde je alleen -toe. En waar
blijven nu je schoone beloften De «genadige",
die reeds tien jaar sukkelt, ruimt mij toch niet
vrijwillig haar plaats in. Je bent te zwak om
de ketenen te verbreken, die je in een on
waardige gevangenschap houden. Breek met
die oude verbintenis, laat je scheiden van
je vrouw en geef mij de rechten, die ik na
zooveel opofferingen mag eïschen."
Met vlammende oogen en zwoegenden boe
zem stond zy voor hemde schoone vrouw
was in haar opgewondenheid dubbel schoon.
Ook von Reichenau kon zich niet aan de be-
toovering ontrukken. «Alles, alles wil ik doen,
maar wacht, wacht toch, het rechte oogen-
blik is daarvoor nog niet gekomen!"
«Wachten? Spreek dat hatelyke woord niet
weer uit! Hoe lang wacht ik reeds? Ben ik
daardoor niet oud geworden en verwelkt?"
Zij wierp een blik in den spiegel.
«O, je bent schooner dan ooit!" riep von
Reichenau uit. «Kom, zet je naast mij en
denk eens bedaard over de zaak na!"