.DE ROODE KOUS. f2.51. HOLLANDSCHE BIEREN. Hollandsch Bier. PAASCB-ABTIKELEH. HUISHOUDSTEH. Amerika. T ransvaal. Vraag prijs RIETGORDIJNEN. Bierbro uwerij de Gekroonde Valk, DB SCHUTTERSMAALTIJD, L. Buter Wz., W. V. BRUINVIS. B AL-SCEÜ1EBS. SPONSEN ZEEP. s, l. mwmêwmm, VAN GIEZëN 0°. Ir. TIMMERMAN EN AANNEMER. een net WOONHUIS, A. BREET Wz„ Weststraat L 34. Verkoophuis JACQÜES VAN ROSENDAEL. Specialiteit in Geen grijs haar meer!! (Princesse) VAN VOLLENHOVEN Co. Heeren Rookers, Attentie! G. A. SONSTRAL en bij A. LIEDMEIER, Thee van E. Brandsma, vooral bü zwakte ten zeerste C. POOL, H00F0-EAU DE COLOGNE van J. BIJLOOS, Coiffeer, Alkmaar. I)e Dochter van Ben HanBelsraafl. Hiervoor biedt zich aan tegen Mei of later, een degelgke fatsoenlijke WEDU WE, P. G. Zij is trouw en eerlek, heeft een goed humeur, kan flink naaien en werken en goed koken. Groot salaris be hoeft niet, maar zoo mogelijk zou zij gaarne haar zoontje van 4 jaar medenemen. Voor verdere inlichtingen adresseere men zich bij Mevrouw WESTERMAN HOLSTEIN HOFSTE DEDordrecht Vlak No. 11. Te nuur staande in de Keizerstraat, thans bewoond door de erven van der Ben. Te aanvaar den half April. Te bevragen C. KRIJ- NEN, Keizerstraat. Aan H. H. Besluurderen 'van de verschillende Ver- eenigingen ter dezer plaatse beveel ik mijn net ingerichte Bovenzaal beleefdelijk aanvoor het houden van Men kan op zindelijke bediening en goede consumptie rekenen. Op de Bovenzaal is een uitstekend BILJART aanwezig. UEd. Dw. Dienaar, J. H. HOFFMAN, Hoek Westplein No. 1. SUF" Ook goede gelegenheid voor het houden van BRUILOFTEN, enz. Ondergeteekende, Agent „Union- lijnen Nederl. - Amerikaansche Stoomboot-Maatschappij", is voor Emigranten te spreken iede ren Zaterdagnamiddag 4 uur, bij i. REIS, Oesterput, Helder. KONING. van onmisbaar voor Winkels en Ramen, aan den zonkant gelegen. Spoedige aflevering Nette bewerking Billijke prijz n Zoowel doorzichtig als ondoorzichtig, met en zonder randen, letters, enz. enz., in diverse patronen verkrijgbaar bij Magazijn van Behangselpapieren. ij het gebruik van Eieren worden aanbevolen: Eierdopjes met en zonder schoteltje, wit en gekleurd. Eierklussers, zeer doelmatig in het gebruik. Eierkokers, koper, vernickelde, voor 1, 3, 5 en 8 stuks. Eierlepeltjes, Metalen, Beenen, Houten en Steenen in ruime keuze. Eiermanden, Eierrekjes, voor 24, 36, 48 en 00 stuks. Eierschouwers, nauwkeurig werkende. Eierstelien, 2-, 4-, 6-, 8- en 12-deelige, zeer groote sorteering. Eierterrienen, wit porceleiri, voor 5, 8 en 12 stuks. Zandloopers, Zoutvaatjes en -Schepjes. Eieren alsPeperbussen, Ascbbakjes, Inktkokers, enz. Fantasie-Hoeden a Zijden Hoeden a JONGEHEEREN- en KINDERHOE- DEN PETTEN, in een ruime sorteering. C. TROOST, Spoorstraat. y|PÏ!!% De nieuwe London *s <*$/>68fie der Par- Mj~ fumerieën om 't grijze haar te doen verdwijnen, is on- mKr.'" schadelijk voor de huid, verft niet af en wfc'*s te Nieuwediep «F alleen verkrijgbaar bij Jacques van Rosendael. Prijs 85 Cent per flacon en fl.50 de dubbele flacon. amsterdam-dordrecht. Opgericht in 1791. Met het oog op de aangekondigde likwidatie der Brouwer^ „BE HAAN EX SLEUTELS", vest'gea de ondergeteekenden de aandacht op hun uitstekend Alvorens nieuwe verbintenissen aan te gaan, worden alle H.H. handelaren in bovengenoemd artikel dringend uitgenoodigd met de ondergeteekenden in onder handeling te treden. Fabrikanten van Van Vollenhoven's Stout. Specialiteiten in Lager Bier Fabriceeren met succes Beiersch en Pilsener Bier, tegen billijkste prijzen. Door voortdurende uitbreiding der fabrieken kan aan alle bestellingen tcrstOlid voldaan worden. Men vrage bet gunstig bekende merk: buitengewoon fceorige 21 /a-Cents Sigaar 2 Te NIEUWEDIEP verkrijgbaar bij: SPOORSTRAAT. SPOORGRACHT. Men zie de gunstige beoordeeling van dat merk in Het Handelsblad en in De Tijd, waarvan afdrukkeu in de kistjes zich bevinden. TRAD C MARK Kalverstraat 158. Amsterdam. Alleen in -verzegelde pakjes, voor zien van bovenstaand gedeponeerd han delsmerk, verkrijgbaar te Helder bij J. KORVER, Spoorstraat: J. KORVER, ZuidstraatMej. C. ZUNDERDORP, Ko ningstraat W. H. BURGERS, Midden straat P. DE GEUS, Spoorstraat J. W. KAMPER Jr., Spoorgracht; T STEEMAN, Middenstraat; B. WEIJENS, Middenstraat D 233-234; Werklieden- Vereeniging, Koningstraat; P. VAN DER OORD, Laan hoek Pijlsteeg; J. HONDIUS, Kanaalweg E. LABOUT, Vroonstraat L A. MOS, Weststraat 84; T. KIESSE- WETTER, Keizerstraat; PRINS, West gracht 327, P. OETELMANS, Binnenh., Wed. IIOLBRUGGE, Kanaalweg. In het bijzonder wordt de aandacht ge vestigd op SOUCHOS THEE a fl.30 per 5 ons. MOLENGBACHT. M. M. De ondergeteekende blijft zich minzaam aanbevelen voor het maken en leveren van Heeren- kieeding en Mantels. JAN BAKKER, Heerenkleeding en Mantelmaker. Een prachtige collectie stalen der nienwste stoffen is bij hem verkrijgbaar. HOEK OOSTSTEEG. VIJZELSTRAAT. GROSSIER in Koloniale WarenPoeder - Chocolade Comestibles en Suiker werken. HOOFPCRACHT 49. Voorhanden een groote hoeveelheid STOUT. STOUT. Brouwerij STOUT. STOUT. Brouwerstraat 451. Deze Hoofd-Eau de Cologne doodt on middellijk en onfeilbaar, tot zelfs de on zichtbaarste kiemen. Dezelve is door kaar werkdadige kracht geheel onschadelijk en uiterst billijk in prijs Onovertref baar. Prijs per flacon 50 en 35 Cent. Verkrijgbaar alleen bij J. N. QUERELLE, Kanaalweg 139. FEUILLETON. Naar het Duitsch door AMO. Het was een akelige, stormachtige Novem beravond. Het regende onophoudelijk en tus- schenbeido kletterden daarbij nog de hagel steenon tegen de vensterruiten, alsof die aan stukken moesten, terwijl de wind het water in de haven van Hamburg deed klotsen, ge lijk de baren van de zee. In het huisje van de havenwachters brand de nog een eenzaam licht en, als men de moeite genomen had door de ruiten in de bé- rookte wachtkamer te gluren, zou tnen daar eenigo mannen op de houten brits hebben zien liggen, die probeerden een weinig te slapen. Dof en dreunend lieten zich daar de slagen van een torenklok in de stilte van den nacht hooren en twee der mannen sprongen haastig van de brits. Zij geeuwden nog eens en rek ten zich flink uit, om den slaap te verdrijven. #Kom, kameraad, 't is tijd om af te los sen De andere volgde zwijgend zijn ouderen makker. Hij hulde zich in zijn dikken man tel, deed zijn sabel op zg, slak zgn revolver bij zich en verliet de warme wachtkamer. Het begon reeds zwak te schemeren. „Hè, wat een hondenweer! Een boste ge legenheid voor boosdoeners," sprak de oudste waker. „God moge hem genadig wezen, die nu in verkeerde handen valt.... zoo iemand is een verloren man." De ander bromde eenige onverstaanbare woorden in zgn baard en trachtte met de linkerhand zijn gelaat tegen de hagelsteeneu te beschutten. Intusschcn waren zij aan den waterkant gekomen en daalden nu bij het licht van een dievenlantaarn de trap af, om in de boot te gaan, waarin twee havenwachters op hen za ten te wachten. »Je hebt ons laten wachten," knorde er een tegen de nieuwgekomencn. „Ba, wat een weer! Je zoudt waarachtig bang worden op het water!" „Alles in orde?" vroeg een der aflossers. //Ja, alles in orde!" luidde het antwoord. „Ik benijd het je niets, dat je nu op het wa ter moet ronddobberen." „Och, 't is dienst!" - bromde de ander. „Voor ons jonge volk is tegenwoordig alles te veel.watvoor nachten heb ik hier op het water in de haven al doorgebracht goeie God, sta ons bij!er gebeurt zooveel kwaad hier!" De beide wachters hadden intusschen plaats genomen in de boot. De oudste zat aan het roer, terwijl de ander de riemen nam. „Goede vaart!" riep een der afgelosten nog en zag daarbij de boot na, die weldra in de duisternis verdween. Zwijgend hadden zij een eind gevaren, toen de oudste op eens riep: „Hola, pas op, we varen tegen een paal!" n't Is ook zoo donker," autwoorddo de an der, „en die verduivelde hagelsteenen...." Inderdaad dwong een vernieuwde hagelbui de mannen, beschutting te zoeken aan de lijzijde van de groote schepen, die daar lagen. „God sta ons bijwat een weer 't is om te huiveren," sprak de oude en daarbij ging hem een rilling over het lijf. Alles om hem heen had dan ook een akelig, spookach tig voorkomen in de zwakke schemering van den somberen nacht. »Nu maar weer vooruit!" gebood de oudste na een poos, »we moeten verder op, anders komen wij te laat voor het aflossen." Voort ging het nu weer langs de schepen, die op en neer dansten, alsof zij in volle zee waren. Daar klonk plotseling een angstkreet door de lucht, eerst hartverscheurend daarna steunend. Toen volgde er een plons in het water. „Groote Goddaar is een misdaad gepleegd!" riep de jongste havenwachter uit. Zijn makker antwoordde niet, haastig was hij opgestaan en met voorovergebogen lichaam spiedde hij nu rond, terwijl hij zijn makker wenkte, om spoed te maken. Juist voeren zij den voorsteven van een' grooten Oostindievaardcr rond, toen zij op honderd meter afstand een kleine boot be merkten, waarin slechts één man zat, die met de grootste haast den wal zocht te bereiken. „Met hem is het niet richtig," bromde de oudste wachter en trok daarbij zijn revolver uit den zak. „llé, hola! hei, daar in die boot!" schreeuwde hij uit alle macht. „Halt!" De onbekende verdubbelde echter zijn riem- igen, om zijn vervolger te ontkomen. Zeker was hg goed op het water thuis, want lig strekte zich als een geoefend roeier en deed de boot pijlsnel voort schieten, zoodat de af stand tusschen de booten allengs grooter werd. „Halt daar, halt!" riep de havenwachter nogmaals en toen de ander zich nog meer in spande, om te ontkomen, legde hij aan en drukte den revolver los. Hij had echter ge mist, de onbekende zette zijne vlucht voort. „Maak voort, wij moeten hem na!" gebood de oude en daarbg schoot hij weer. Plotse ling vestigde de andere havenwachter zijn aan dacht op iets anders „Bij God!" riep deze, «daar is een rnensch in gevaar van te verdrinkenEn kijk, het water ziet rood, daar is zeker bloed vergo ten!" De oude keek in de aangeduide richting. „Waarachtig het is een mensch dus een moord gepleegd!" Meteen haalde hij zijn signaalfluitje te voorschijn en floot uit alle macht, om hulp te roepen. Zijn makker roeide nu zoo snel hij kon, om den ongelukkige te naderen, die met den dood streed. Hij was stellig bijna dcod, want zijn bewegingen ge leken meer op die van een stervende, dan op die van een man, die krachtig om zjjn leven strijdt. Haastig bogen de beide mannen zich over den rand van de boot en aan hunne ver eende pogingen gelukte het den stervende in de boot te krijgen. „Goeie Hemel, het is werkelijk een moord!" sprak de oudste, terwijl hij op een groote ge stoken wond in du linkerborst van den onge lukkige wees. /,Kom, spoedig naar het kan toor! misschien is er nog redding.... maar hij heeft water ingekregen." Op dat oogenblik naderden verscheidene andere booten, die eveneens met havenwach ters bemand waren. „Wat is er gebeurd? Waarom is er ge schoten?" hoorde men van alle kanten vra- gen. De oudste havenwachter wenkte haastig met de hand en wees in de verte. „Daargin der! zet die boot na met één man er in er is een moord gepleegd." Hoe hij en zijn makkers echter ook aan dachtig rondkeken, de vreemde boot was ver dwenen en bleef verdwenen. Een half uur later boog de dokter zich in het naaste politiebureau over het lichaam van den onbekenden man. Hij was niet alleen met een mes zwaar verwond in de nabijheid van het hart, maar hg had ook een zwaren slag gekregen op het hoofd, dat geheel met bloed was bedekt. Bovendien had de man veel wa ter binnengekregen, zoodat het zeer twijfel achtig was, óf hij nog een oogenblik tot be wustzijn zou komen. Telkens boog de dokter zich weer over den gewonde, om met ingehouden adem te luiste ren en hem gade te slaan. Het scheen of de ongelukkige zgn oogleden had bewogen. Maar neen dat was zeker een vergissing. Niets gaf te kennen, dat de kunstmatige ademha ling, die de kundige dokter toepaste, eenig uitwerksel deed. „Ik geloof, dat hij dood is," zei de dokter na een poos, ontmoedigd door het vergeefsclie van zijn pogingen. Doch daar kwam onverwachts een teeken van leveneen krampachtige trilling.... mis schien de laatste, voordat de ziel het lichaam ging verlaten. „Stil, heel stil!" fluisterde de dokter met eene gebiedende handbeweging naar de be ambten, die in het vertrek waren. De ongelukkige kampte nog altijd tegen den dood. Nu eens scheen het leven terug te kee- ren, dan weer scheen hij reeds gestorven. Toen dit zoo eenigen tijd had voortgeduurd, sprak de dokter: „Men kan den man wel in de lijkenmand leggen en hem naar het doodenvertrek bren gen." En na zijn handschoenen aangetrokken te hebben, gaf hij bevel den man naar liet ziekenhuis te brengen. „Ik wil mijn hoofd tegen een notendop verwedden, dat hij er niet levend afkomt," voegde hij er schouder ophalend bij. De politiebeambten, die den verwonde van de havenwachters hadden overgenomen, moes ten nu den ziekenwagen begeleiden. Het was een lange, moeiclijke weg, dien zij moesten afleggen. Eerst door nauwe, morsige straten, daarna door de breede straten, waarin de villa's der rijken, en daarna weer door armoe dige straten, waarin de ellende, de laster en allerlei ondeugden hun hoofdverblijf hadden gevonden. Heel aan het andere eind der stad stond het ziekenhuis voor de arme menschen, die niets voor hunne verpleging konden be talen. En waarheen zou men den gekwetste anders brengen? Men had immers niets bij hem gevonden, geen geld en geen papieren. Toen de ziekenwagen met zijn kermenden last de breede straten der voorname wijken doorreed, moest de koetsier plotseling de paar den inhouden. De weg was geheel versperd door een menigte elegante equipages, die voor een der paleizen wachtten, waar een nacht feest de rijkste kooplieden van Hamburg ver zameld had. Bijna versteend van koude, zaten de koetsiers te wachten op linn »volk", dat den nacht tot dag maakte. Eindelijk begon het getal equipages te ver minderen, het eene rijtuig na het andere kwam voor, om zgn gezelschap thuis te brengen en zoo kreeg dan de ziekenwagen gelegenheid, om door te rijden, 't Was wel een wreede tegenstelling tusschen de rijke lieden daar in het paleis en den armen ongelukkige, die daar stervende in den ziekenwagen voor de deur wachtte. II. De handelsraad Ludwig Waldmann, het hoofd van een der voornaamste handelshui zen van Hamburg, had zijn laatsten gast uit- leide gedaan en keerde nu in de ledige zalen terug, waar zooevcn nog zooveel leven eu be weging te zien was. De bedienden haastten zicli de lichten uit te dooven en de frissche morgenlucht in de warme geparfumeerde ver trekken toegang te geven. De eigenaar van dit heerlijk paleis wend de zich nu tot een der bedienden en vroeg op hoogen toon: „Heeft mijne dochter zich reeds naar haar vertrekken begeven?" Met vragenden blik keek de bediende in het rond. Een andere bediende, die de vraag gehoord had, naderde nu en antwoordde: „Zooeven heeft mejuffrouw Eugenio de zaal verlaten en de kameuier bij zich ontboden." »Ga haar dan spoedig achterna en zeg, dat ik haar een oogenblik wensch te spreken. Ik verwacht haar in mijn kabinet," gebood de heer Waldmann en begaf zich daarop naar het aangeduide vertrek. Daar brandde lustig een houtvuur in den haard. De handelsraad ging er bij staan en wreef zich huiverend in de handen. Ludwig Waldmann was nog een schoon man, ofschoon, zijn koolzwart haar reeds hier en daar zilve ren draden toonde. Zgn gelaat maakte veel indruk, vastberadenheid en moed waren er op te lezen. Jammer slechts, dat sommige trekken in zijn gelaat zoo hard en zijn blik zoo koud was. Wordt vervolgd. Boek-, Courant- en Haudels-Drukkerg van C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 4