't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. No,"1577. Woensdag 28 foaart 1888. Zestiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Atooniïement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG, ïïitgevers: BEBKHOÏÏT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Ad.vertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze geabonneerden buiten de gemeente, wordt beleeid verzocht 't abonne mentsgeld Vliegend Blaadje, le kwartaal 1888, te willen overmaken in postzegels of per postwisselvoor 5 April e.k., zul lende anders daarover met 10 Cts. ver hooging per post worden beschikt. DE UITGEVERS. HELDER, 27 Maart 1888. Vlieland, 23 Maart 1888. Hedennacht, ongeveer half een ureis alhier, na een kort maar plotseling hevig lijden, overleden de heer B. Snooi. In de volle kracht van den mannelijkenleeftgd is hij heengegaan, ontvallen aan zijn ge zin, aan zijn werkzaam leven, aan de vele betrekkingen, waarvan hij lid was. De overledene was wethouder en waar nemend ambtenaar van den burg. stand, lid van de plaatselijke school-commissie, zoowel voor de zeevaartkundige school als voor die van het openb. lager onderwijs, en lid van de plaatselijke commissie der N.- en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij. Sedert vele jaren was hg aannemer van den Klaringsdienst op de reede van Vlie land, Terschelling en Helder. De heer Snooi was in veel opzichten een populair man. Wordt zijn heengaan diep betreurd door zijne echtgenoote en kinderen, zeker ook niet het minst door het personeel van den Klaringsdienst, die in den heer Snooi een goed patroon heb ben verloren. Hij ruste in vredeDe vaderliefde van den Onzienlijke trooste allendie zgn heengaan betreuren. Men verneemt, dat de ingenieurs van den waterstaat C. de Bruijn en A. E. Kempers zich naar Frankrijk en Bel gië begeven, om de havenwerken te St. Malo, Havre en Antwerpen te bezichti gen. Dit staat in verband met de uit te voeren werken aan de sluizen te IJmuiden. Ten voordeele van de weduwen en weezen van de met de vischbom Cornelia Johanna, in den nacht van 2 Sept. 1887 verongelukte bemanning te Egmond aan Zee, is verschenen bij den uitgever P. Kluitman, te Alkmaar, een muziekstuk, getiteld: Weldadigheid". Voor een zang stem met piano-begeleiding. Gedicht van W. J. Hofdijk, muziek van Richard Hol, 108e werk, prijs 40 Cents. Waar namen als Hofdijk en Hol zich paren aan een dergelijk doel, daar hopen wij dat voor de groote behoeften, waarin nog steeds dient voorzien te worden weder een belangrijke bijdrage moge toe vloeien. Onder Kastrikum is een schokker gestrand. Het schip zit vol water. Men heeft getracht het af te brengen, doch dit is nog niet gelukt. Volgens artikel 87 der Grondwet moeten de leden der Tweede Kamer, bij het aanvaarden hunner betrekking, in han den van den Koning of den voorzitter dier Kamer, daartoe door Z. M. gemach tigd, den volgenden eed afleggen: »Ik zweer getrouwheid aan de Grond wet. Zoo waarlijk helpe mij God Almach tig Zal de ex-predikant Domela Nieuwen- huis, die voor enkele jaren in een penne- strijd met dr. Mounier zich als ontkenner van het Godsbestaan heeft doen kennen, dien eed afleggen of zal ons land getuige moeten zijn van een onverkwik kelijke tweede Bradlaugh-quaestie? De Werkmansbode*, het orgaan van den heer Heldt, laat zich over den uitslag in Schoterland aldus uit: »Dat Domela Nieuwenhuis in Schoter land gekozen is, hadden wij niet verwacht, vooral niet van Friezen, wier geschiede nis van vroeger dagen getuigenis van karakter en groote wilskracht geeft. Daar moet het zaad van haat, verdeeldheid en wrok al zeer sterk wortel hebben gescho ten om zulk een uitslag mogelijk te maken. Overigens zien wij dien man niet on gaarne in de Kamer, 't welk voor velen en voor velerlei goede gevolgen kan heb ben, ziende hoe men daar zal moeten inbinden of binnen de perken zal big ven, ziende dat er nog wat anders en wat meer toe behoort dan schelden en schim pen om iets te beteekenen. De Zaterdag jl. nieuw gekozen Eer ste Kamer der Staten-Generaal bestaat nu uit 50 leden, en wel uit 35 liberalen en 15 anti-liberalen. GritificAtiën bij het Indische Leger. De ,,Staats-courant" van heden bevat een volgend koninklijk besluit van 5 de zer genomen op de voordracht van den Minister van Koloniën: Artikel 1. Aan de Europeesche en de daar mede gelijkgestelde militairen, beneden den rang van officier, die na 31 December 1887 wegens wel bewezen ziels- of lichaamsgebreken, niet het gevolg van eigen moedwillige handelingen of on geregeld gedrag, nit den dienst bij het Leger in Nederlandsch-Indië zijn of worden ontslagen, wordt een gratificatie toegekend, ten bedrage van f 120 voor onderofficieren; f75 voor korporaals en met hen gelijkgestelden; f60 voor mindere militairen. Artikel 2. De in artikel 1 vermelde gratifica tiën worden aan de Europeesche en de daarmede gelijkgestelde militairen, die zich na 31 Decemb. 1887 in eens of bij eenige achtereenvolgende ver banden minstens voor een tijdvak van zes jaren bij het leger in Nederlandsch Indië hebben geën gageerd of reëngageeren, ook toegekend wanneer zij wegens expiratie van diensttijd bij dat leger worden ontslagen, en die gratificatiën worden ten voordeele van hunne boedels uitgekeerd, ingeval zij vóór hun ontslag nit den dienst overlijden of wegens vermoedelijk overlijden worden afgevoerd. Het bedrag der overeenkomstig dit artikel uit te keeren gratificatiën wordt bepaald door den graad, waarin de militair, aan den dienst was ont vallen. Artikel 3. Aan de Europeesche en de daar mede gelijk gestelde militairen, die zich na 31 December 1887 bij het leger in Nederlandseh-In- dië hebben gereëngageerd of reëngageeren, wordt, wanneer zij uit den dienst bij dat leger worden ontslagen met recht op gagement, onverminderd de gratificatie die hun ingevolge artikel 1 of ar tikel 2 mocht toekomen, een gratificatie toegekend ten bedrage van f50 voor ieder voor de toeken ning van gagement geldend effectief jaar, sedert hun jongste in dienst treden bij het Ind. leger doorgebracht, ongerekend de eerste 6 voor de toe kenning van gagement geldende effectieve jaren. Dienstjaren, die volgens het vorig lid in aan merking komen, gelden, wanneer zij aan 1 Jan. 1888 voorafgaan, slechts tot een maximum van 2 maal het getal jaren waarvoor na 31 Dec. 1887 een of meer reëngagementen zijn of worden aangegaan. Artikel 4. Aan de Europeesche en daarmede gelijkgestelde militairen, die op 31 Decem. 1887 als gereëngageerden bij het leger in Ned.-Indië dienden en daarna geen reëngagement hebben aangegaan of aangaan, wordt, wanneer zij nit den dienst bij dat leger worden ontslagen met recht op gagement, onverminderd de gratificatie die hun ingevolge artikel 1 mocht toekomen, een gratifi catie toegekend ten bedrage van f 50 voor ieder sedert 1 Jan. 1888 bij het I. leger doorgebracht voor de toekenning van gagement geldend effect, jaar, dat niet behoort tot de eerste 6 voor de toe kenning van gagement geldende effect, jaren, ge rekend van hnn jongste in dienst treden bij dat leger. Artikel 5. Bij de toepassing van de artikelen 3 en 4 geldt als regel voor de berekening van den diensttijd, dat een overschietend gedeelte van een jaar als een jaar wordt aangemerkt, wanneer het zes maanden of meer bedraagt, en anders wordt verwaarloosd. Te Ylissingen is op ruim 97-jari- gen leeftijd overleden de heer C. Goeree, een der weinig overgeblevenen, die in 1812 genoodzaakt werden met Napoleon I tegen de Russen op te trekken. De overledene was Ylissingens oudste inge zetene. Berichten uit Leith geven nadere bijzonderheden omtrent het verlies van de Nederlandsche visschuit Drie Gezusters, die door het Noorsche schip Brilliant van Grimstad werd aangevaren. De Drie Ge zusters bevond zich nabij de Doggersbank op ongeveer 200 mijlen van de Engelsche kust, toen zij gedurende den hevigen storm met de Brilliant in aanvaring kwam en na weinige minuten zonk. Beide schepen raakten voor eenige oogenblikken in el kander verward, hetgeen verscheiden en der Hollanders in staat stelde op de bark over te gaan, terwgl anderen door middel van touwen en boeien aan boord van de bark geheschen werden. Op deze wijze werden kaptein De Niet en negen manschappen gered. Twee der Hollanders, waaronder de stuurman, vielen bij het ophijschen aan boord van de N oorscbe bark tusseben beide schepen en verdronken of werden gedoodeen derde was niet in staat zich te redden en zonk met de schuit in de diepte. Een ander raakte bij zgn pogingen om op de Brilliant over te gaan in de wrakstukken verward. Hg werd gered, maar zgn been was gebroken. Bij aan komst te Leith werd hij in het hospitaal gebracht. De geredden hebben alles ver loren wat zij bezaten, daar zij in de baast geen gelegenheid hadden hunne kleederen mede te nemen sommigen waren slechts half gekleed. De arme lieden, die geen woord Engelsch spreken, worden in het zeemanshuis te Leith verpleegd en zullen spoedig naar Rotterdam vertrekken. De Brilliant heeft mede groote schade geleden. De oorzaak der aanvaring is, dat de lichten van beide schepen, die helder brandden, door de verblindende sneeuwbuien onzichtbaar werden gemaakt. Zondag 11. kwamen te Haaksbergen uit de buurtschap Marktveld, gemeente Diepenheim, een boerenknecht en een boerenmeid, de laatste om zich te verhu ren. 's Avonds om 6 uur zijn zij samen nog geweest in een herberg, op omstreeks een half uur afstand van het dorp aan den weg naar Diepenheim, terwgl zij ten 9 ure nog aan een boerenwoning zijn geweest, in de richting hunner woon plaats. Het schijnt dat zij toen door den sneeuwstorm afgedwaald zijn, en daar zij Maandag nog niet terug waren, is er da delijk door de politie een onderzoek in gesteld, en werden beiden Yrijdag dood gevonden in de nabijheid van het gehucht de Rietmolen. Zij schijnen door de koude bevangen te zgn en zoo den dood gevonden te hebben. Yan sterken drank hadden zij geen misbruik gemaakt. Donderdag stonden te 's-Hertogen- bosch ter openbare terechtzitting der arr.-rechtbank terecht J. G. v. B., 25 jaar, danshuishouder, en A. P. M., huisvr. van J. G. v. B24 jaar, zonder beroep, beiden wonende te 's-Hertogenbosch, doch thans gedetineerd in het huis van bewa ring aldaar, ter zake van diefstal van geld, met geweld ondernomen ten nadeele van een bezoeker van hunne woning, in den voor nachtrust bestemden. Het O. M., waargenomen door mr. baron Spejart van Woerden, requireerde schuldigverklaring van het hun ten laste gelegde feit en veroordeeling van 5 jaar voor ieder. De tweede millioenen-juffrouw Trijntje de Jong, is van Heerenveen naar Appin- gadam vervoerd, om daar haar straf, één jaar cel, te ondergaan. De oorspronkelijke millioenen-juffrouw logeert te Gorinchem. Ongeveer 400 personen hebben zich aangemeld als deelnemers aan den Ned. pelgrimstocht naar Rome. »De Werkstaking te Almelooc is de titel eener brochure van den heer J. C. v. Marken, uitgekomen bij H. D. Tjeenk Willink te Haarlem. De schrijver verhaalt uitvoerig zgn be moeiingen, om een vergelijk tusschen de werkstakers en de fabrikanten tot stand te brengen. Hg veroordeelt de houding der werkgevers gestreng. Niet alleen om dat deze het voorstel tot scheidsrechter lijke bemiddeling hebben afgewezen, maar ook omdat hg de loonsverlaging, noch door plaatselijke omstandigheden, in ver band met de door andere fabrikanten in Twente voor gelijksoortigen arbeid bepaalde loonen, noch door den algemeenen toestand van den door de betrokken fir ma's uitgeoefenden tak van nijverheid, noch door den bijzonderen toestand der ondernemingen dezer firma's gerecht vaardigd vindt. Te Arum (Fr.) heeft een landbou wer een aardappelenbak vol gestorven vogeltjes opgegaard, die in de vrucht- boomen, om zijne woning heen, door de koude zgn omgekomen. Ds. Ylug te Leiderdorp is in verzet gekomen tegen het vonnis van de Haag- sche rechtbank, waarbij hij tot ontruiming van de pastorie werd veroordeeld. De voorgenomen uitzetting heeft daarom nog niet plaats gehad. In Haarlem is iets voorgevallen, dat gelukkig tot de zeldzaamheden behoort. Een man, echtgenoot en vader van 5 kin deren, was de vorige week opeens spoor loos verdwenen en met hem ruim f300 aan geld. Den dag na zgn verdwijnen kwam er een brief uit Rotterdam, waarin hij mededeelde, daar te vertoeven. Zgn echtgenoote, vergezeld van een goede vriendin, vertrok dadelijk naar Rotterdam, maar vond den liefhebbenden man niet. Onverrichterzake kwam men in Haarlem terug en ontving zij nog denzelfden dag een tweede schrijven, waarbij werd ken nis gegeven, dat de baas van het spel zich te Antwerpen bevond. De vriendin bood zich nu aan, om den reislustigen echtgenoot te gaan halen maar zie, noch zij noch hij keerden weder, en een paar dagen na haar vertrek kwam de tijding, dat zij met den weggeloopen man naar Amerika was vertrokken. Het ergste van de zaak is, dat de vriendin zelve 7 kin deren heeft, die zij niet heeft medege nomen, maar voor de verzorging waar van zij haar man laat opdraaien. Na tuurlijk dat de buurt, waarin dat lieve tweetal woonde, er vol van is. Iedere vrouw herinnert zich nn, dat zij het al lang met elkaar eens waren. Trui weet dit en Jans dat te vertellen, maar geen van allen heeft de zegsman" willen we zen. De 7 kinderen van de weggeloopen vrouw zgn in het armhuis opgenomen. Dezer dagen overleed in Den Haag weer een zonderling ambtenaar aan een onzer Rijksinstellingen, een man die zich nauwelijks de weelde van warm eten gunde, nooit of nimmer een koffiehuis zou bin nentreden, veel minder lid worden en contributie betalen in een sociëteit. De man zag er miserabel in de kleeren uit, kocht bg den bakker het brood, waar van hij hoofdzakelijk leefde, en dat hij op zgn bureau at om thuis vuur en licht te sparen. En toen na 's mans dood zgn lessenaar op dat bureau geopend was, vond men er, behalve eenige honderden guldens aan goud- en zilvergeld, nog lijstjes en aanteekeningen in, waaruit bleek dat de man voor vele duizenden aan ef fecten bezat. Niemand had dit ooit ver wacht, want wel ging indertijd het ge rucht dat de man met zgn geringe be hoeften, eigen inkomsten had, zoodat hij zijn tractement niet behoefde om van te leven, maar bij het zien van zgn armoe dige kleeding en uiterst zuinige manieren was men dit langzamerhand voor een praatje gaan houden. Zaterdagnacht overleed te 's-Hage de gepensionneerde vice-admiraal G. Fa- bius, oud-lid van de Tweede Kamer. De loopbaan van den overledene bg de Koninklijke Nederlandsche Marine was in alle opzichten van beteekenis. In 1824 als buitengewoon adelborst in dienst ge treden, na eerst voor de koopvaardij be stemd te zgn geweest en aan de Kweek school voor de zeevaart te Amsterdam zijne opleiding te hebben ontvangen, doorliep hg, na het afleggen van uitmuntende examens, alle officiersrangen, totdat hij den len Juli 1867 bevorderd werd tot vice-admiraal. Gedurende zgn dienst bg 's rijks zeemaeht heeft hg tal van buiten- landsche reizen gedaan, naar Noord- Amerika, Oost- en West-Indië, China en Japan. Zijn lust om op zee te varen was zóó groot, dat hg, op non-activiteit zijnde, zgne rust opofferde om 3 jaren ter koopvaardij te reizen. In de woelige jaren van 1830 bevond hg zich met zgn bodem op de Schelde en verwierf het Metalen Kruis. Later naar Indië teruggekeerd, waar hg in "1845 de functiën vervulde van adjudant van den schout-bij-nacht Yan den Bosch, commandant der zeemacht in Oost-Indie, verwierf hg de Militaire Willemsorde. Yan 1864 tot 1868 was hg commandant der zeemacht en chef van het departe ment der marine in Indie. Zgne reizen maakte Fabius vaak dienstbaar aan de vervulling van zendingen, die veel tact en beleid vorderden. Zoo mocht hg o.a. de bijzondere tevredenheid ontvangen van het gouvernement voor een hem op gedragen zending naar Japan. Het de partement van buitenlandsche zaken be tuigde hem dank voor de bewezen diensten tot herstel der goede verstandhouding tusschen de Nederlandsche en Yenezuë- laansche regeeringen. Indertgd heeft hij ook zijne bevinding en inzichten omtrent de haringvisscherg aan de regeering be kend gemaakt. Deze en andere goede diensten, Koning en Vaderland bewezen, deden hem het ridderkruis van den Ne- derlandschen Leeuw verwerven. De Koninklijke Klokkenspelers Bun het Deensclie Dof. In de „Eastern Daily Press" komt een verslag voor van een uitvoering door de klokkenspelers aan het Deenscke Hof gegeven, die al de vorige in de schaduw zet. Daar toch waren niet minder tegenwoordig dan de Koning en Koningin van Denemarken, ds Keizer en Keizerin van Rusland, de Koning en Koningin van Griekenland, de Prins en Prin ses van Wales, Prins Albert Victor, de Prinses sen Victoria en Mand van Wales, etc. Al deze personen met hnn gevolg vormden een gezelschap van omstreeks 70 personen. Met onverdeelde aandacht en blijkbaar genoe gen werd de muziek aangehoord en vooral de Keizer aller Rossen was vol belangstelling, deed verscheidene vragen, en kon zich niet weerhouden uit te roepen: „Tres intéressant, merveilleux „Zijt ge ooit in Rusland geweest?" vroeg de Keizer. „Neen Sire maar wij hebben dikwijls verlangd een land te bezoeken, zoo beroemd om zijn klokken." „Wilt ge werkelijk komen „Zeker Sire! wij kunnen het zeer gemakkelijk schikken, wanneer wij vereerd mogen worden met Uwer Majesteits vergunning." „Zonder twijfel; richt n bij nw aankomst te St. Petersburg tot den Hofmaarschalk." Ook de Koningin van Denemarken en de Ko ningin van Griekenland roemden de weekheid en schoonheid van de muziek. Op verzoek van den Prins van Wales werd de uitvoering besloten met het Deensche, Pruisische en Engelsche volks lied. Den volgenden dag ontving de heer Milles onverwacht namens den Koning van Denemarken een schriftelijke dankbetuiging. Tot zoover de „Eastern Daily Press." Binnenkort zullen de Bell Ringers ook ons land weder bezoeken. Nog verach in het ge heugen ligt ons het vorige bezoek, dat een ware triomftocht voor hen was. Wij twijfelen er dan ook niet aan, of ook ditmaal znllen zij met open armen ontvangen worden. Berlijn 24 Maart. Van alle kanten komen verontrustende berichten over hoog water, het ergste uit de omstreken ten Noorden van de Elbe, waar ten gevolge van een groote dijkbreuk in het Mecklen- burgsche, uitgestrekte landen onder water staan. Ongeveer vijftig dorpen zgn cUar tot de hoogte van de schoorsteenen over stroomd. Het verlies aan menschen en vee is nog zelfs niet te schatten. In een der dorpen brak gedurende den wassenden vloed ook nog brand uit. Enkele landstadjes, bijv. Doemitz, met 3000 inwoners, zijn van elk verkeer, zelfs telegraphisch, afgesneden. Te vergeefs werd tot heden beproefd redding aan te brengen. De door het water iDgeslotenen worden reeds door hongersnood bedreigd. Even ongunstig luiden de berichten uit de laag gelegen landen van de Weichsel en Nogat. Reusachtige ijsverschuivingen in de nabijheid der mondingen veroor zaakten over een uitgestrektheid van mjjlen overstroomingen, waarvan vele menschen de slachtoffers werden. Zij die niet in het water omkwamen, namen de vlucht in den toren van de kerk. Achttien schoolkinderen bevroren in een sneeuw storm anderen kwamen bij een plotselinge dijkbreuk om. Om den nood te lenigen worden er openbare inzamelingen gehouden. Berlijn 25 Maart. Eindelgk zgn er berichten ontvangen uit het door het water vreeselijk geteisterde Mecklenburg- sche stadje Doemitz. Met levensgevaar is de volgende dépêche door eenige per sonen in een schuitje naar het eerst be reikbare telegraafstation gebrachtDe nood is zeer groot. Alle inwoners zijn in twee eenigszins hooger gelegen straten gevlucht. Te ontkomen is onmogelijk. Aller leven is in gevaar als het water nog meer wast. Rondom storten de huizen in. Onmiddellijk hulp noodzakelijk". Uit China komen steeds treuriger berichten omtrent de ontzettende over stroomingen van de »Gele Rivier*. Het aantal noodlijdenden tengevolge daarvan bedraagt V/2 a 2 millioen. Niet minder dan 100,000 menschen zgn verdronken. Groote gedeelten der gouvernementen Honan en Anhui staan onder water en zullen dat waarschijnlijk moeten blijven. Er is reeds voorgesteld, de noodlgdenden te verplaatsen naar een ander deel des lands, b. v. Mantsjoerië, waar nog wel een paar millioen inwoners kunnen ge plaatst wolfden, met kans, daar binnen een paar maanden voor zich zeiven te kunnen zorgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1