't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ho. 1580. Zaterdag 7 April 1888. Zestiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. 11e Dochter ra Aei Hanflelsraaft. AlDonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. A.dvertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. APRIL, Grasmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 5 u. 18 m. Onderg. 6 u. 46 m. Zondag 8 Verjaardag van Wilhelmina Maria Sophia Louisa, zuster des Konings (gehuwd met den Grooth. van Saxen-Weimar Eisenach. Maandag 9 Dinsdag 10 Woensdag 11 Nieuwe Maan. Donderdag 12 Vrijdag 13 Zaterdag 14 HELDER, 6 April 1888. De eerste kievitseieren zgn den len April ten geschenke aangeboden aan Z. M. den Koning door G. J. Klooster man, te Arnhem. Het U. D. geeft het volgend weer bericht over de maand Maart: Ook van Maart zijn de drie decaden ieder te koud geweest, en de gelieele maand ruim twee graden. De 9, 10 en 28 waren warme dagen, maar winderig en met bedekte lucht. In het midden der maand was de koude het sterkst, vooral den 18 en 19de temperatuur was toen veertien graden lager dan den 28, bijna zooveel als Januari met Juli gemiddeld verschilt. De barometer was 9.24 m.M. onder zgn gewonen stand, bijna zooveel als in 1876. In 1854 was hij er 9,99 m.M. boven, hetgeen een verschil in den ge middelden stand van Maart geeft van ruim 19 mM., een veertigste van de ge wone luchtdrukking. Hij week den 21. '8 middags 5.9 m.M. daarboven, den 28. daarentegen 23,5 daar beneden van af en den 10. zelfs 24.8, maakte dus een slin gering van bijna 31 m.M. Regen hadden wij in overvloed, 89 m.M., tegen gewoonlijk 43, veelal in den vorm van sneeuw. In dit laatste opzicht mogen wg evenwel in Utrecht nog van geluk spreken, daar er in het Noorden en in het Zuiden van ons land veel meer sneeuw viel, zoodat in de laatste dagen het verkeer ernstige belemmering onder vond. In de omgeving van ons land was het echter nog zeer veel erger. De voch tigheid was groot, de helderheid geriDg, de wind vrij sterk, vooral den 810, 17 en 18, het sterkst den 24 en 25. In Europa kwamen sneeuwstormen voor; in Engeland, Duitschland en Oos tenrijk zware overstroomingen. Doorbra ken van de Elbe en de Weichsel veroor zaakten buitengewoon groote schade. De eed en Domela Nieuwenhuis! Het blijft ons nog altijd een raadsel, zegt de Tgd hoe Domela Nieuwen huis het voor zijn geestverwanten zal goedmaken, indien de eed of belofte door hem op de Grondwet wordt afgelegd. Onzes inziens houdt iemand, welke als eerlijk man aan de grondwet heeft trouw gezworen, vanzelf op socialist te zijn. Naar men verneemt zal de Rot- terdamsche Llojd over het afgeloopen jaar een dividend van 6y4% uitkeeren. De merkwaardige proeven op het gebied van bruggenvernieling, die onlangs in de militaire wereld zoozeer de aan dacht trokken, znllen dezen zomer worden voortgezet. Eerlang zullen nog een twee tal oude spoorwegbruggen van Yenloo naar de Britsche heide vervoerd en al daar door het korps genietroepen tot dat doel weder opgesteld worden. Woensdagnacht is te 's Gravenhage in bgna 76-jarigen ouderdom overleden de heer mr. Gijsbertus Martinus van der Linden, een der oudste leden van de thans ontbonden Tweede Kamer. V. d. Linden was op een na het oudste Lid en op een na de oudste advocaat te 's Gravenhage. Hg was sinds 27 Decem ber 1863 Lands-advocaat en lid van den Raad van tucht en discipline aldaar. Op rechtsgeleerd gebied leverde hg onder scheidene artikelen in het tijdschrift »Themis«, waarvan hij sinds 1843 een der redacteuren was. In den avond van 12 Nov. 1887 werd (zooals indertijd gemeld is) in de woning van den heer A. Qroothoff aan den Dubbeldamschen weg te Dordrecht een pakje geworpen, inhouden de diens effecten tot een bedrag van 8 a f 9000, benevens zijn testament en enkele andere papie ren. Het bleek den heer A. Q. toen, dat uit zijn woning verdwenen was een blikken trommel, die, behalve de genoemde papieren, nog een be drag van rnira 1000 galden aan papiergeld, eenig zilvergeld en enkele vreemde muntstukken bevatte. In den namiddag van 19 November werd bedoelde trommel, waarin toen nog alleen maar bet vreemde geld aanwezig was, door eenige jongens opgeviscbt en door tusschenkorast van zekeren Adrianus van Es aan de politie ter hand gesteld. Intnsscben bleven alle nasporingen der politie vruchteloos, en toch zat zij niet stil, in de stellige hoop, dat de personen, die zij van den diefstal verdacht, te gelegener tijd wel han delingen zonden plegen, die hunne schuld aan het licht moesten brengen. Het oog van den commissaris Ulrich begon zich te vestigen op zekere vrouw Liveu. Deze vrouw diende als werkster bij de familie Groot hof!, maar ging, kort na het verdwijnen van de gelden, dikwijls op reis, kocht allerlei voorwer pen voor huishoudelijk gebruik, beddegoed, ma nufacturen en ook weelde artikelen, als goud, zilver, pendule, enz., die zij contant betaalde, terwijl zij niet meer ter markt ging in pandjes huizen, waar zij van te voren volstrekt geen vreemdeling was. Een en ander kwam der politie wel wat zon derling voor, zoodat zij besloot tot een huiszoe king, welke door den rechter-commissaris, den officier van justitie en den griffier bij de arron dissementsrechtbank werd gedaan op 28 Januari jl., zoowel in hare woning als in die van hare benedenbuurvrouw v. d. D. Bij beide vrouwen werd een aanzienlijke geldsom gevonden en een groote partij pas gekochte goederen in beslag genomen, zóóveel zelfs, dat een handkar ver- eischt werd om alles te vervoeren. Vrouw L. werd onmiddellijk in hechtenis gesteld en naar het huis van arrest overgebracht; beide vrouwen erkenden volledig hare schold; vrouw L. dat zij den diefstal had gepleegd, en v. d. D., dat zij hare vriendin behulpzaam was geweest. Deze zaak kwam Vrijdag ter rechtbank te Dordrecht, afd. strafzaken, voor, ter behandeling. Er werden hierin niet minder dan 27 getuigen gedagvaard. Het O. M. eiachte tegen de le beklaagde, wegens diefstal, een gevangenisstraf van 2 jaren, en tegen de 2e beklaagde, wegens heling, een gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden. Op de vraag van den voorzitter of de be klaagden nog iets te zeggen hadden, antwoordde de eerste ontkennend, de tweede echter smeekte het medelijden van de rechtbank af, niet voor zichzelve, maar voor hare 4 kinderen. Zij er kende zich ten volle schuldig en besloot met de woorden„God weet, wat er in mij omgaat." De verdediger van de eerste bekl., mr. J. Boon- zajer, van Gorinchem, verzocht aan de reohtbank, den tijd, dien deze bekl. reeds in preventieve hechtenis heeft doorgebracht, in mindering te brengen. Uitspraak heden, Vrijdag. In hoogen ouderdom is dezer da gen, na een korte ongesteldheid, te Oolt- gensplaat een arme stakkerd overleden, dien men in de wandeling >Graofje" noemde. Vóór zijn ziekte beloofde hg aan zgn dochter, heel in het geheim, de plaats te zullen aanwijzen, waar hg, bui ten het dorp, zijn geld begraven had. Zijn ziekte echter verhinderde hem zijn belofte na te komen, zoodat geen der arme familieleden weten waar zij zoeken moeten om den schat te vinden. Men begroot de nalatenschap op18 gouden tientjes. Een kind met eèn dubbel gezicht is te Blerik geborenvan voren is het ge laat geheel normaal, terwijl het achter hoofd voorzien is van mond en neus, en vooruitsteekt, als een gewoon hoofd. Het kind is gedoopt en gezond. Toen onlangs te O. de vrouw van een handwerksman ha*r echtvriend twee lingen Bchonli, -trapte MHMfc.Woede de kachel in elkaar. De buren bluschten het begin van brand, dat daardoor ontstond. Tegen den dader is, uithoofde van zéér verzachtende omstandigheden," geen pro- 3-verbaal opgemaakt. Voor de onderwijzersakte-examens in Noordholland, die 4 April aanvingen, hebben zich 168 candidaten aangegeven. De inbrekers iu het pakhuis Peli kaan" op de Lauriergracht te Amsterdam zgn Woensdag gevonnisdDe Vries en Miltenburg (recidivisten) tot 5 en Kiesow tot 4 jaar gevangenisstraf, de laatste met vermindering van 1 maand wegens voor arrest. Te Breda worden pogingen aange wend, om het 1000-jarig bestaan dier stad in dit jaar op grootsche wijze te vieren. Een eigenaardig gebruik is het in sommige plaatsen van de provincie Gro ningen, dat echtgenooten op den morgen van den eersten Paaschdag een ei met elkaar deelen. Manlief neemt de eene en vrouwlief de andere helft, 't Is een ge bruik bij den gezienen boerenstand, een symbool van het gemeenzaam bezit bij man en vrouw, die overigens meestal niet in gemeenschap van goederen zgn getrouwd. Te Langendgk onder Rozendaal zgn de gebroeders V. N., bij een twist, elkander zoo hevig te lijf gegaan, dat een hunner voor dood is opgenomen. De dader, die ook ernstige verwondin gen bekwam, is in handen der politie. Twee messen en een hooivork, waar mede de verwondingen zgn toegebracht, werden in beslag genomen. Bij het ophalen van de huur in een onderhuis in de Oude Nieuwstraat te Amsterdam vond de eigenaar Dinsdag morgen den bewoner, een bejaard man, dood op zijn bed. Een weerkundige, dr. Koppen, heeft dezer dagen te Hamburg een lezing ge houden over de oorzaken der langdurige koude tijdens den afgeloopen winter. Men ontleent daaraau het volgende Gewoon lijk is de weersgesteldheid in den winter afhankelijk van de depressies op het noor delijke gedeelte van den Atlantischen Oce aan. In den afgeloopen winter bepaalde echter de verhouding tusschen den lucht druk in het oosten en het zuiden van Europa het karakter van den winter. Soms was het boven eeD Zuid-Skandinavië gelegen maximum luchtdruk, die iu ver band met een depressie op de Middel- landsche zee droog koud weder of mist en oostelijken wind bracht. Dan weer was het een uit het hooge noorden ko mende luchtstroom, te voorschijn geroepen door een boven West-Europa gelegen maximum, naar het oosten afnemende in een aantal minima. Deze bracht overal in Duitschland strenge koudeen sneeuw val. De eerste vooral is 't droog-koude, de laatste het nat-koude wintertype. De zoogenaamde stralende koude, die gepaard gaat met hoogen barometerstand, kwam in den afgeloopen winter nagenoeg niet voor. Dr. Koppen deelde ook nog mede, dat de maanden Maart der jaren 1845 en 1853 met de afgeloopen maand van dit jaar het meest overeenstemmen. Maar ook 1886 eü 1887 hadden vrg strenge nawinters, en het is zeker opmerkelijk, dat zulk een reeks van drie nawinters in onze eeuw nog nooit was voorgekomen. Een handelaarster in vodden te Parijs heeft in een bundel oude kleede ren, welken zij kocht bij de verkooping van den inboedel van Maria Regnault, het slachtoffer van den moordenaar Pran- zini, een pakje schuldbrieven tot een be drag van 5000 frs. gevonden, waarnaar het gerecht te vergeefs zocht. De vrouw stelde onmiddellijk haar vondst in handen der politie. Onlangs vond men te Liverpool een man dood liggen op een tramwagen. Hij had geen papieren bij zich, waaruit men kon opmaken wie hij wasmaar bg hem stond een korf met twee postduiven. Een van die duiven liet men nu vliegen met een briefje, waarop geschreven stond »Kom dadelijk aan het politiebureau". Een half nar later kwam aan dat bureau een man, die in den overledene zgn vader herkende. Berlijn, 3 April. Uit een aantal berichten blijkt dat de watersnood, vooral in West-Pruisen, gedurende de Paasch.- dagen, nog grooter omvang heeft gekre gen, terwijl daarentegen in het Elbe-ge- hied de was tot staan gekomen schijnt, en van de Main en den Boven-Rijn wel ernstige, maar toch geene met dadelgk gevaar dreigende berichten ontvangen zgn. In het stadje Schneidemühl staan onge veer 300 huizen onder water, waarvan reeds meer dan 20 ingestort zgn, terwgl tweeduizend personen zich slechts in allerijl hebben kunnen redden, met ver lies van have en goed. In de stad Posen zgn ongeveer 8000 menschen, juist van de armste bevolking, zonder dak; in het stadje Christburg zgn 25 huizen ingestort en 300 menschen van dak beroofd. Dit zgn slechts enkele] bijzonderheden, voor de hand medegedeeld uit de kolommenlange berichten in de bladen. Het meest geteisterd schgnt wel de stad Elbing, die, midden in een vallei gelegen, van alle kanten door water om ringd en van alle gemeenschap afgesne den is. Langner, de dader van de reeds meermalen vermelde zilverdiefstallen, is uit zgn voorloopige gevangenis te Frank fort weten te ontsnappen. Hg had reeds tweemalen getracht, zich- zelven van het leven te berooven, en werd daarom voortdurend bewaakt. De deur van zgn cel was open, en daarvoor stond een tafel, waaraan een oppasser zat, die hem voortdurend in het oog moest honden. De oppasser Broca, die Vrijdagavond jl. met deze taak belast was, viel, door ver moeidheid overweldigd, in slaap, en van die gunstige gelegenheid maakte Langner gebruik. Hg sloop de cel uit, trok eenige kle dingstukken aan, welke daar voor de hand hingen, of welke hg uit een cel naast de zijne nam, waar een krankzinnige zat opgesloten, voorzag zich van de sleutels van den slapenden wachter, en kwam met behulp daarvan buiten op straat. Zgn vlucht werd spoedig ontdektmen begon terstond naar hem te zoeken maar alle nasporingen bleven tot dusverre vruch teloos de sluwe dief is nog niet terug gevonden. De ongelukkige gevangenbewaarder, Broca, heeft, in wanhoop over zgn plicht verzuim, zelfmoord gepleegd. Marine en Leger. Z. M. heeft den luit. t. z. 2e kl. M. F. Braak man, op verzoek, eervol uit den zeedienst ont slagen, met den laatsten der maand, waarin dat besluit te zijner kennis zal worden gebracht. Zr. Ms. instructiebrik „Castor" den ln dezer te Rotterdam in dienst gesteld, onder bevel van den lnit. t. i. lste klasse H. F. Konwenberg, is Woedsdag te Amsterdam aangekomen. Naar het Duitsch door AMO. 5) „Laat het souper nog maar een tydje weg nemen", sprak de heer misnoegd. „Ik denk, dat ik niet zal eten voor deze John Muddie, mijn vertrouwde bediende en eigenlyk ook myn vriend, hier is teruggekeerd". „Waar is hij van u afgeraakt" vroeg de opperkellner beleefd. „Dat weet ik niet recht", gaf White ten antwoord. „Het was een groot plein, vier hoekig of rond dat kon ik door de duister nis niet goed zien er moet in de buurt een schouwburg zijn en de voorstelling was juist afgeloopen wij kwamen in het gedrang en raakten van elkander. Ik heb moeten vragen, om terecht te komen, laat hy dat ook maar doen". Hij liep een paar maal de kamer op en neer en wendde zich toen weer tot den opperkellner, die nog steeds gewacht had. „Ja, zooals ik gezegd heb, ik zal op hem wachten. Steek daar op de schryftafel de lichten aan en breng dan mijn handkoffertje uit de zijkamer bij mij". De bediende ge hoorzaamde en bracht het koffertje, dat van alle benoodigdheden was voorzien en evenals het overige toonde, dat de bezitter buitenge- f woon rijk was. Mynheer White nam voor de schrijftafel plaats en greep toen achteloos in zijn vestzak, vermoedelijk om den sleutel van- het koffertje voor den dag te halen. Doch daar betrok plotseling zijn gelaat, hij voelde van den eenen zak in den anderen, terwijl hij tusschen de tan den zat te brommen en te vloeken. „Verdui veld, ik zal den sleutel toch niet verloren hebben, hm hm dat is fataal daar zal ik een slotenmaker by moeten roepen", sprak hij tot zichzelven, maar zoo luid, dat de opperkellner hem goed verstaan kon. Deze kwam gedienstig naderbij. „Dat is fataal", sprak hij, ondertusschen het kostbare handkoffertje aandachtig bekijkende. „Myn heer heeft zeker iets noodig, dat daarin ge borgen is?" „Zou ik het anders openmaken vroeg mijnheer White tamelijk barsch. „Wat zal ik er aan doen? wat zal ik er aan doen?" en weer voelde hij in al zijn zakken, nam een kandelaar van de schrijftafel en ging daarmeê in het zy vertrek aan den rechterkant. Na een poos keerde hij hoofdschuddend terug en ging in het andere zy vertrek, doch keerde ook daarvan onverrichter zake terug. „Dat is een miserabele geschiedenis", zei hij, terwijl hy met den voet op den grond stampte, „zoo iets is mij nog nooit gebeurd, ik ben de nauw keurigheid in eigen persoon". De opperkeller, die den heer gaarne een dienst wilde bewyzen, haalde nu uit zyn eigen zak een bos sleutels te voorschijn. „Als u het goed vindt, mynheer misschien is hier wel een sleutel by, die op het slot past". Mijnheer White knikte even en nu begon de kellncr de sleutels op de rij af in het slot te passen. Na veel vruchteloos passen vond hij eindelijk een geschikten sleutel, het slot ging over en de koffer sprong open. „Dank je wel, mansprak mijnheer White en knikte goedkeurend met het hoofd. Hij greep daarop in zijn zak en wierp den kellner een klein stuk zilvergeld toe, wat deze na vele buigingen begeerig opraapte. „Ik denk, dat ik mijn vriend zal wachten hoe lang hij ook wegblijft", zei mijnheer White verder, terwijl hij aan de schrijftafel plaats nam, met het koffertje voor zich. „Ik heb nog weinig lust om te soupeeren, het diner was voortreffelijk, ik ben nog half ver zadigd, maar als ik van gedachte verander, zal ik wel schellen". Na nog een diepe buiging gemaakt te heb ben, verliet de kellner nu het vertrek, en de heer White bleef alleen met den inhoud van het koffertje. Bijna twee uren zat hij aan de schrijftafel. Hy moest werkelijk de nauwkeu righeid in eigen persoon zijn, zooals hij den kellner verzekerd had, want onvermoeid was hy bezig met het nalezen en terecht schikken der brieven, waarbij hij telkens aanteekenin- gen maakte in zijn notitieboekje. Daarbij liet hij echter niets blijken van een licht ver klaarbaar ongeduld over het overmatig lang uitblijven van zyn reisgezel en vriend. Hij scheen echter zoo druk in zijn bezigheid ver diept, dat hij dat lange uitblyven geheel vergat. Toen echter de marmeren pendule op den schoorsteenmantel twaalf ure sloeg, sloot mijn heer White haastig het koffertje, sprong op en schelde. „Nu maakt mijn vriend het toch wat al te bont", begon hy hoofdschuddend tegen den binnentredenden kellner. „Ik begin mij nu werkelijk bezorgd te maken over den jonk man. Is de hotelhouder misschien nog op de been?" De kellner knikte toestemmend. „Wel, verzoek hem dan eens bij mij te komen", ging mynheer White voort. Hij na derde daarop het venster en zag in de duis ternis naar buiten. Onafgebroken kletterde de regen tegen de ruiten, waarbij zich echter duidelijk de voetstappen lieten hooren van ie mand, die het liótel voorbijliep en in de verte verdween. De hótelhouder kwam. „Ik ben geheel tot uwen dienst, mijnheer 1" sprak hy eerbiedig. „Wat is uw verlangen?" „Ge zoudt mij een grooten dienst bewyzen, als ge mijnen vriend kondet opsporen, ik maak mij nu werkelijk ongerust over hem". Nu vertelde mijnheer White nogmaals, hoe zij op een groot plein in de duisternis door het gedrang van een menigte menschen, die uit den schouwburg kwam, van elkander wa ren geraakt, en deelde verder aan den hótel houder mede, in welke betrekking John Muddie eigenlijk tot hem stond. „Ik geloof wel niet, dat er grond is om zich beangst te maken", besloot mynheer Withe, „want, om de waarheid te zeggen, is hij wel een vroolijk Fransje", en daarbij knipoogde hij tegen den hótelhouder, die door een glim lach te kennen gaf, dat hij de bedoeling van deze woorden wel begreep. „De verleiding is hier in de stad groot, en wie weet, waar hij zich op dit oogenblik amuseert, terwijl ik mij hier ongerust maak het is wezenlyk niet mooi van hem gehandeld". De hótelhouder schudde het hoofd. „Ja, mijnheer, dat is zoo, maar ik hoop, dat u om hem niet langer met het souper wacht?" „Neen, neen! laat u het maar boven bren gen. Ik vrees echter dat ik uw kok niet veel eer zal aandoen, ik ben nog bgna geheel ver zadigd van het diner, waarover ik u trouwens mijn compliment maak". De hótelhouder gevoelde zich gevleid en dankte met een diepe buiging voor het aan gename compliment. „Ik ben anders zoo angst vallig niet, maar ik weet niet hoe het komt, dat mij de keel byna wordt dichtgeknepen". Hij keerde zich om en liep nu in de kamer heen en weer. De hótelhouder bracht met eigen handen de zilveren soepterrine naar bo ven en ontkurkte de flesch Rudeskeimerberg, welke de heer White besteld had. Er lag in al het doen en laten van dien heer iets voor naams, waaruit viel op te maken, dat hy niet knibbelen zou op de rekening, al waren de prijzen daar wat hoog op genoteerd. Dit was een omstandigheid, waarom de hótelhouder zich beyverde den heer van dienst te zyn. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1888 | | pagina 1