't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1581.
Woensdag 11 April 1888.
Zestiende Jaargang.
Ad.vertentlën
Bericht aan onze geachte Lezers!
„OP GESCHEIDEN WEGEN".
Vijf-en - Dertig Centen!
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
l)e Dochter van den Metaal
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Gent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Bij den aanvang van het tweede kwartaal van 1888, zijn wij weder in de ge
legenheid onze Lezers een premie te kunnen aanbieden, en wel
ROMAN VAN MEVROUW ALMAR.
Dit boek wordt, even als vorige premiewerken, uitsluitend voor Lezers op ons
Blad gedrukt en verkrijgbaar gesteld voor den spotprijs van
In dit nummer is een advertentie met Bon geplaatst. Elk onzer Lezers bin
nen de gemeente heeft 't recht die te teekenen en aan onze Bureaux, met bijvoeging
van 35 centen, in te zenden. Naar buiten tegen inzending van een postwissel,
groot 45 centen.
Het Boek wordt einde April aan alle inteekenaren franco afgeleverd.
HELDER, 10 April 1888.
Tengevolge van de doorgestane el
lende in den afgeloopen winter, sterft op
Texel veel wolvee, nu de lamtijd is ge
komen. Toch is de sterfte niet zoo groot
als men eerst gevreesd had. Er zijn dui
zenden lammeren, die het met de tegen
woordige koude frisch genoeg hebben.
Uit het oog is nog niet altijd uit
het hartDat ondervonden dezer dagen
de armen te Cocksdorp op Texel. Een
der vroegere predikanten dier gemeente,
de heer Gillot, die tegenwoordig te Pe
tersburg predikant is, had zijn oude ge
meentenaren nog niet vergeten en ten
bewijze daarvan verraste hij de diaconie
met een gift van 150 gulden.
De stoomvaart-maatschappij Ne
derland" te Amsterdam, zal vermoedelijk
een dividend van 6 percent uitkeeren.
De Nederl. koopvaardijvloot is in
1887 verminderd met 122 schepen (waarbij
11 stoomschepen),te zamen metende 124000
kub. meter. Daarentegen zijn in dat jaar
voor de eerste maal Nederl. zee-brieven
uitgereikt aan 41 schepen (waarbij 10
stoomschepen), van welke 27 binnenslands
zijn gebouwd. De inhoud dier schepen is
netto te zamen 34,135 kub. meter.
Ingeklaard werden in 1887 6029 stoom
schepen en 2060 zeilschepen, alle gela
den, en 311 stoomschepen en 242 zeil
schepen in ballast. Yan de geladen schepen
waren 1657 st. en 738 z. onder Ned. vlag,
3400 st. en 346 z. onder Eng. vlag.
Uitgeklaard 4232 stoomschepen en 1481
zeilschepen geladen, en 2064 stoomschepen
en 836 zeilschepen in ballast. Van de
geladen schepen waren 1588 st. en 600
zeilsch. onder Ned. vlag en 2349 st. en
314 z. onder Eng. vlag.
Inklaring in ballast had gemiddeld in
185155 plaats van 485 schepen met
207,000 kub. ra. en in 1887 van 563 Ned.
schepen met 445,000 kub. m. Voor de uit-
klaring waren de cijfers in 185155 2788
schepen in ballast met 1,062,00 kub. m.
en in 1887 2910 met 5,199,000 k. m.
Z. M. de Koning heeft, op drin
genden raad van zijn geneesheer, afgezien
van het voornemen om in persoon de
Kamers te openen.
Omtrent de eedsaflegging ten paleize of
in de Kamers is nog geen beslissing ge
nomen.
Vrijdag overleed de heer F. A. T.
Delprat, oud-minister van oorlog, ge-
pensionneerd generaal-majoor.
De groote Voorjaars-Veemarkt te
Alkmaar zal gehouden worden op Maan
dag 16 en de groote Paarden - Markt op
Woensdag 18 April a. s.
Ingevolge een aanschrijving van den
minister van justitie oefenende rijksveld
wachters zich in het schijfschieten met
de karabijn.
In de pauze ging een der bezoekers
van het circus te Amsterdam naar den
stal om de paarden te zien. Hij waagde
zich te dicht bij een der dieren, dat hem
onverwachts een paar trappen gaf, waar
door hem vier ribben werden gebroken.
Hij werd met een rijtuig naar zijn woning
gebracht, waar hij kort daarop aan de
bekomen verwondingen overleed.
In de strafgevangenis te Leeuwarden
is aan het navolgend getal gevangenen
door Z. M. den Koning afslag van hun
verderen straftijd verleend aan 2 van
4 maanden, aan 7 van 3, aan 5 van 2
maanden, aan 3 van 6 weken en aan 2
van 1 maand.
Tengevolge het ijskruien in de Zui
derzee, is aan het havenhoofd te Blokzijl
belangrijke schade toegebracht, welke vol
gens deskundigen wordt geschat op on
geveer f2000. Omstreeks 15 meter palen
zijn geheel afgebroken.
Vrijdagavond ontstond in de woning
van I. A. Lemans, in kruidenierswaren,
aan de Varkenmarkt te Dordrecht, een
binnenbrand, die echter van geringe be-
teekenis bleek te zgn. Bij de pogingen
tot redding en blussching schijnt zekere
Willem van Nimwegen, een sledenaars-
knecht, zich in zijn ijver te ver gewaagd
te hebbenalthans hij stortte van het
tamelijk booge dak naar beneden, met het
noodlottig gevolg, dat hg met gebroken
nek op de plaats dood bleef.
De ongelukkige, een oppassend werk
man, braaf echtgenoot en vader, laat 7
kinderen na, waarvan het jongste 3 jaar.
Sedert eenige dagen is te Nijmegen
spoorloos verdwenen de stafmuzikant v.
H., van het 5de reg. inf., aldaar in gar
nizoen, een vrouw eu vijf jeugdige kin
deren in benarde omstandigheden achter
latende.
Te Abcoude kwam een voerman,
die een poosje in gezelschap van eenige
Duitsche straatmuzikanten vertoefd had,
tot de onaangename ontdekking, dat deze
kennismaking hem op 40 gulden te staan
was gekomen.
Dit bedrag toch werd later door hem
gemist en is, naar hij vermoedt, in handen
van de heeren musici overgegaan.
Dat het bedelen ook in onze zuide
lijke provinciën bg de langdurige koude
op groote schaal wordt uitgeoefend, laat
zich begrijpen. Als merkwaardige nieu
wigheid op dit gebied hoorden wij dezer
dagen van een bedelaar in Noord-Brabant,
die een abonnement 3e klasse op den
Staatsspoorweg bezat, en daarmede ge
regeld de provincie bereisde.
Voor de arrondissements-recbtbank
te Maastricht stond Woensdag terecht:
Maurits Hellendag, oud 33 jaar, koop
man in granen, laatstelijk woonachtig te
Beek, thans te Sittard, beschuldigd van
poging tot moord, op den burgemeester
van Beek.
Uit de behandeling van de zaak is geble
ken, dat by den beklaagde herhaaldelijk brie
ven waren bezorgd, welke bedreigingen bevat
ten, en dat voorts, volgens verklaring van den
beklaagde en diens dienstmeid, aan de wo
ning van den eersten baldadigheden werden
gepleegd. Beschuldigde had hiervan aan de
justitie en politie en ook aan den burgemees
ter kennis gegeven, welke laatste beloofde,
zich persoonlijk van die rustverstoringen te
komen overtuigen. Toen nu in den nacht van
3 op 4 Januari 11. de burgemeester en de
veldwachter in de nabijheid van beklaagdes
woning tusschen 12 en 2 uur de wacht hielden,
gebeurde het, dat Hellendag, voetstappen
hoorende en meenende, dat het die van rust
verstoorders waren, met een revolver gewa
pend en gevolgd door zijn vader, broeder en
een waker, naar buiten liep en een of meer
schoten op den burgemeester, dien hij niet
kende, loste, waardoor deze in de zyde werd
verwond. De beklaagde, zijne vergissing be
merkende, gaf zijn leedwezen te kennen 'en
beloofde alles te zullen goedmaken. De bur
gemeester, de hoofdgetuige in deze zaak, ge
looft ook niet, dat beklaagde, die zeer bijziende
is, hem herkend heeft, maar verklaart, dat het
pistool zoodanig was gericht, dat er gevaar voor
treffen bestond, wat door Hellendag wordt
ontkend, die beweert alleen de bedoeling te
hebben gehad, hem, die aan zijn woning de
rust verstoorde, vrees aan te jagen.
Het O. M., toegevende, dat het niet in de
bedoeling van den beklaagde was gelegen, den
burgemeester te dooden, hij toch voornemens
was een mensch van het leven te berooven.
Z. E. A. requireerde derhalve schuldigverkla
ring aan poging tot moord en veroordeeling
van den beklaagde tot een gevangenisstraf
van 2 jaren, met bevel tot onmiddellijke ge
vangenneming van den beklaagde.
De verdediger, mr. Haex kon niet begrij
pen, hoe men hier van poging tot moord kon
spreken, daar waar nog niet eens zwaar li
chamelijk letsel was toegebracht. Hy ontkent
de bedoeling van beschuldigde om te dooden,
die enkel heeft geschoten om de rustverstoor
ders, die hij meende voor zich te hebben, te
verdrijven. Hij concludeerde derhalve tot het
opleggen eener boete aan zijn cliënt ter zake
van mishandeling, en wat de gevangenneming
betreft, refereert hij aan de uitspraak van het
Hof te '8 Bosch dat die gevangenneming tot
2 malen toe heeft geweigerd.
Uit Oude-Niedorp wordt van 5 April
Gisteren heeft in het tot deze gemeente
behoorende Zijdewind een droevige ge
beurtenis plaats gegrepen. Bij gelegen
heid van verkoop van een inboedel zakte
een man door den zolder van het huis.
Een tweede persoon, mede aldaar aan
wezig, wilde hem nog te hulp komen en
grijpen, maar stortte daardoor mede naar
beneden en kwam met het hoofd op de
steenen neder, tengevolge waarvan hij op
de plaats dood bleef. Eerstbedoelde per
soon viel bewusteloos neder en was Vrg
dag nog niet tot zgn verstand terugge
keerd.
Sedert ongeveer 3 weken wordt een
alhier woonachtig jonkman vermist. Men
zegt, dat zijn pet in het Noordholl. ka
naal gevonden is en vreest dus dat hg
door het gs gezakt en verdronken zal
zgn.
Twee gelgkoar.iige lotelingen in de
gemeente Willige-LaDgerak moesten, we
gens een bij de loting begane onregel
matigheid, opnieuw loten, bij welke ge
legenheid hij, die eerst het hoogste
nummer trok, nu het laagste uit de bus
haalde en omgekeerd.
De heer P. H. Hugenholtz Jr., de
voorganger der Vrije gemeente te Am
sterdam, gaat in deze week naar Grand
Rapids (Noord-Amerika), waar zgn broe
der leider eener zelfde Vereeniging is.
Verschillende vergaderingen zullen daar
gehouden worden, waarin over de belan
gen van beide Vereenigingen zal worden
gesproken.
In een bericht uit Hirschberg van
Zaterdag wordt gemeld:
Langs het geheele Sudetengebergte valt
er reeds 36 uren een dichte sneeuw. De
spoorwegdienst kan slechts met groote
vertragingen plaats hebbende trein uit
Breslau, die hier ten 93/4 moest aanko
men, is eerst ten 12 ure uit Dittersbach
kunnen vertrekken.
Tegelijkertijd werd uit Neurenberg
Sedert gisterenavond heeft het aanhou
dend gesneeuwddaardoor zijn heden
voormiddag alle posten uit Noord-Duitsch-
land weggebleven.
De zwarte cilinderhoed, het geliefde
hoofddeksel van het sterke geslacht, is
op het punt zgn ouden roem te verliezen.
De voor onwrikbaar gehouden hoed wordt
bedreigd door een storm, die in Londen
zgn uitgangspunt heeft.
Daar aan den Theems, ziet men in de
hoedenwinkels sedert eenige dagen donker
blauwe, roode, lichtgrgze en bruine cilin
derhoeden met lint van dezelfde kleur.
In de bekende Jockey-club hebben zg
reeds hun intocht gedaan en naar de hof
leveranciers verzekeren, heeft de prins van
Wales, de toonaangever van de Engelsche
high life, reeds een half dozijn gekleurde
cilinders besteld om na den hofrouw in
gebruik te nemen.
Naar men verneemt, zullen er in
de aanstaande maand weder 4 bekwame
leerlooiersknechts naar Pretoria via Lon
den Kaapstad vertrekken, voor rekening
van de Zuidafrikaansche Maatschappij tot
bereiding van leder, gevestigd te Amster
dam. Verder verneemt men, dat zg eerst
bewijzen van bekwaamheid hebben moe
ten afleggen in de leerlooierij Au Nord
van de hh. Gebrs. Thomassen te Velp.
Nog meldt men, dat de Maatschappij
aan die gezellen f 24.per week betaalt
met vrijen overtocht en vrg wonen aan
de looiergen te Pretoria, behalve nog een
gratificatie van f 3.per week, welke
blijft staan tot de 3 jaren, waarvoor zg
aangenomen werden, verstreken zgn.
Te Parijs is een inschrijving geopend
om onzen landgenoot, den 2e stuurman
van de »Rhenania«, Marné, die in volle
zee een stuurman van een Fransch schip
met gevaar van eigen leven redde, een
aandenken aan te bieden.
Het zal een zeekijker zgn, waarop een
toepasselijk opschrift is gegrift.
Marine en Leger.
De luit. t. z. der le kl. L. C. Rovers, de luit.
t. z. der 2e kl. J. S. F. Gallaj eu de officier
van gezoudh. der le kl. bij de zeemacht J. C.
H. H. Mackay, uit Oost Indie in Nederland
teruggekeerd, ziju op non-activeit gesteld.
De adelborst der le kl. A. J. Loke wordt met
den 16en dezer geplaatst in de rol van Zr. M«,
opleidingschip Anna Paulowna en gedetacheerd
aan boord Zr. Ms. instructiebrik Castor.
De minister van marine brengt, krachtens mach
tiging des Konings, ter kennis van belangheb
benden, dat in dit jaar bij het Koninklijk Insti
tuut voor de marine alhier, na afgelegd vergelijkend
examen, kunnen geplaatst worden 30 jongelieden,
als adelborst voor den zeedienst.
Gedurende bet eerste kwartaal dezes jaars zijn
bij de kweekschool voor zeevaart te Leiden in
dienst getreden 59 jongens.
Blijkens een bij het Departement van Marine
ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefstoomschip
4e kl- Sommelsdijk, onder bevel van den kapit.-
luit.-t.-z. J. F. M. Lange, den 6en dezer weder
van 8imonstad vertrokken, ter voortzetting van
de reis naar de Oostkust van Afrika.
Aan boord was alles wel.
Naar het Duitse
door AMO.
6)
Mijnheer White had inderdaad weinig eet
lust. Hij at eenige lepels soep, plukte onacht
zaam met zijn vork aan de heerlijke visch en
blijkbaar deed hij zijn souper met tegenzin.
Op eens schoof hij zijn bord weg en stond op.
//Ik schei uit", sprak hij, «ik ben veel te on
gerust over het uitblijven van mijn vriend.
Die verduivelde knaap!"
Nu eens liep hij heen en weer, dan weer
bleef hij staan, om dadelijk weer de kamer
op en neêr te loopen. Zijn angst was duide
lijk op het gelaat te lezen, zoodat de hótel-
houder niet kon nalaten, hem herhaalde malen
zijn deelneming in het geval te betuigen.
Onverwachts keerde mijnheer White zich
om en vroeg: //Heeft u reeds eenige lieden
uitgezonden om mijn vriend te zoeken?"
z,0 zeker, zeker! Ik heb ook de politie van
het geval verwittigd".
«Zoo moeten wij hem vinden, maar waar
zou hij toch zijn? Ik begeef my niet ter rust,
voordat ik hem gezond en wel voor mij zie
staan, al moest ik ook den ganschen nacht
opblijven. O, het is wezenlyk slecht van hem,
zoo met mij te spelen".
z/Het toont veel goedheid", zei de hótelhou-
der, wdat u zoo bezorgd is over dezen
dezen persoon". Hij wist niet recht hoe hij
zich zou uitdrukken, want al noemde mijn
heer White den uitblijver zijn dienaar, die
hem op reis vergezelde, zoo scheen het hem
toch toe, dat die andere toch zeer voornaam
van voorkomen was, ja bijna nog voornamer
dan mijnheer White zelf.
Daarop nam de hótelhouder afscheid met de
belofte, dat hij dadelijk boven zou komen, als
er eenig bericht kwam.
De man, die alleen bleef in het salon, zette
zich in een gema'*kelijken leuningstoel en aam
verstrooid een courant in handen, die de hó
telhouder te gelijk met het souper had boven
gebracht. Al zat hy in het nieuws te staren,
hij zag er echter niets van. Hij bevond zich
in die onrustige gemoedsgesteldheid van een
mensch, die, om onverklaarbare redenen, in
volslagen onzekerheid moet wachten. Dat uit
blijven van den jongen man werd met ieder
oogenblik onbegrijpelijker en de wachtende
trachtte niet langer zijn ongerustheid te ver
bergen. De courant was hem uit de handen
gevallen en hij zat strak en stijf vol angst
naar de deur te staren. Zoo verliep de nacht,
de pendule sloeg drie uur, vier uur,
vijf uur. Eindelijk begon de morgenscheme
ring en de regen verminderde; John Muddie,
de uitblijver, verscheen nog niet. De wach
tende kon het ten laatste niet langer op den
leuningstoel uithouden, hij sprong op en trad
aan het venster, om by het nieuwe daglicht
een blik naar buiten te werpen. Bijna een
vol uur stond hij daar en staarde op de kade,
die nu ledig en verlaten was.
Juist sloeg, het zes uur op den naasten
kerktoren - - daar stapte langzaam en schom
melend (zooals de zeelieden doen) een oude
matroos met verweerd gezicht langs de kade.
Hij bleef voor het hótel staan en zag met zorg
de vensters van de eerste verdieping na.
Mynheer White klopte boven tegen de ruit,
maar dat was blijkbaar bij toeval gebeurd en
kon volstrekt geen bedoeling hebben op den
verloopen matroos met zijn verwilderd voor
komen. Dat begreep die man ook wel, hij
bleef nog even staan kijken naar het venster,
waar mijnheer White zoo juist verdween, en
stapte toen weer door.
Eindelijk misschien inziende, dat hij zijn
vriend, die zoo onverklaarbaar lang uitbleef,
in de eerste "uren niet zon wederzien en daarbij
slaperig, na den onrustig doorwaakten nacht,
sloot mijnheer White zorgvuldig de deur van
zijn vertrekken en legde zk& aangekleed op
het bed in de rechter zijkamer, om daar eenige
uren te rusten en zoo mogelijk te slapen, gelijk
het een man met een zuiver geweten past.
IV.
Tegen twaalf ure waren de grauwe regen
wolken weggetrokken en de Novemberzon
scheen aan een heerlijk blauwen hemel. Haar
stralen schoten ook in het salon op de eerste
verdieping van het hotel «De Kroonprins."
Daar werd zacht op de deur geklopt, daar
na iets luider en eindelyk zeer luid, waarby
ook luide stemmen zich lieten hooren«Mijn
heer Whitemynheer Whiteword toch
wakker. Wij hebben een gewichtige bood
schap voor u
Men hoorde echter volstrekt geen beweging
het salon en eerst na herhaald dringend
kloppen ging de deur van het zijvertrek open
en kwam de geroepene in het salon. Toen
hij het kloppen weêr hoorde, zag hy onder
zoekend door het venster naar beneden, om
te zien of hij desnoods den sprong naar be
neden zou durven wagen. Hij zette daarop
zijn gelaat in de gewone plooi en naderde de
salondeur, die op de gang uitkwam. «Wat
is dat voor een geklop? Wie is daar, voorden
duivel
«Ik ben het, mijnheer, ik, de hotelhou
der!" klonk het antwoord. «Vergeef mij, als
ik uw rust kom storen, maar er is een ge
wichtige tijding."
De Amerikaan opende nu de deur en de
hotelhouder trad haastig binnen zoo ont
steld scheen de man, dat hij zijn logeergast
niet eens «goeden morgen" wenschte, hij was
blijkbaar geheel van streek en het was nu
geen geschikte tyd voor beleefd heden en
plichtplegingen.
«Ik vrees, dat uw vriend uw dienaar
gevonden is, mijnheerbracht de man in
groote ontsteltenis uit.
Mijnheer Whtie had deze woorden zeker
onmiddellijk goed begrepen, hij werd blauw
achtig wit in het gelaat, deed een stap achter
uit en greep zich vast aan een leuningstoel.
»Wat is dat? Ge wilt toch niet zeggen, dat
De hotelhouder "wrong de handen en stelde
zich wanhopig aan. «Hoe is het kunnen ge
beuren ik begrijp het niet ja, men weet
het nog niet zeker maar een vermoeden
«Spreek dan toch spreek!" viel mijnheer
White in en zag den man daarbij aan als een
tijger, die hem wilde verscheuren.
«Er is van morgen een moord gepleegd,"
bracht de hótelhouder weer met moeite uit.
«Een moordriep mijnheer White en zijn
gelaat kreeg weer een andere kleur.
«Zooals ik zeg en als de ongelukkige
niet onmiddellijk dood was, dan is hy het
aa toch zeker. Wachters, die in de haven
als nachtpolitie patrouilleerden, hoorden een
gillend geroep om hulp. Zij haastten zieh
voort in de richting, waar het geluid van daan
kwam, zagen een man onder verdachte om
standigheden wegvluchten in een boot en von
den vonden
«Wat vonden ze vroeg mijnheer White,
die over zijn geheele lichaam rilde.
«Een bijna levenloos lichaam met een schrik
kelijke wond in de borsthet hart moet juist
geraakt zijn."
«Goede GodEn
«De man is zeker reeds dood. Men bracht
hem op het politiebureau. De dokter werd
gehaald en gerucht aan de zaak gegeven. Nu
is hij zeker al dood, de ongelukkige. De
dokter een eerbiedwaardig man moet
gezegd hebben, dat het blijkbaaa een moord
is!" Wordt vervolgd.